alle boeken

M/V: doorhalen wat niet van toepassing is
Uit: MV, Nijgh & van Ditmar, 1998


Over transseksualiteit, interseksualiteit
en wat dat nu toch is: sekse

'IK HEB DE MAN van mijn echtgenote vermoord.'

Die uitspraak ben ik de laatste maanden frequent tegengekomen in nieuwsgroepen op Internet. 'Ik heb de man van mijn echtgenote gedood.' Het gaat om een moord zonder misdaad, een zelfmoord zonder lijk: de dode herrijst namelijk in een andere incarnatie. 't Is wel een moord waar straf op staat, trouwens. De mensen die het lief van hun partner naar de andere wereld helpen, vertellen van zware repercussies: zeldzaam is de relatie die zo'n aanslag overleeft.

Transseksuelen - want over hen gaat het, en de moord is hun transformatie - verliezen wanneer ze van de ene sekse naar de andere overgaan vaak hun partner, hun kinderen, hun vrienden, en regelmatig ook hun werk. Het is een eenzame weg die hier bewandeld wordt, een die geplaveid is met tranen, belemmeringen en veel afscheid nemen. Een weg die slechts ingeslagen wordt door hen die een uiterst sterke overtuiging hebben dat zij in een ander lichaam thuishoren.

Inmiddels zijn we tamelijk vertrouwd geraakt met mensen die om niet-medische redenen een ander lichaam willen. Bladen en televisie-programma's staan er bol van en op vrijwel alle onderdelen van de verschijning blijkt kritiek geleverd te kunnen worden. Mensen zijn ongelukkig omdat hun neus te groot, hun buik te dik, hun haar te dun, hun gezicht te rimpelig, hun kaak te fors of juist te wijkend is, of omdat hun spieren niet voluptueus genoeg zijn, hun borsten te klein, hun oogleden te zwaar of uitgezakt. De media wijden immens veel aandacht aan de vele manieren waarop lichamen te veranderen zijn: bijvoorbeeld met behulp van dieetprogramma's, vermageringspillen, liposuctie, siliconen, cosmetische chirurgie, cosmetische tatoeages, haarimplantaten, trainingsprogramma's, fitness-cursussen en anabole steroïden. Dit alles opdat we slanker, jonger, sterker en mooier ogen, oftewel: dichterbij een fictief schoonheidsideaal komen. En omdat een mooi en jong uiterlijk steeds meer geassocieerd wordt met succes, aanzien en geluk, zowel maatschappelijk als privé. Veel van zulke interventies kunnen mensen in principe zelf af; alleen voor chirurgie is een arts nodig, en soms een verwijsbrief.

Maar wat als het ideaal dat je er op nahoudt het andere geslacht is, en je dát zou willen belichamen? Of complexer nog: wanneer je vindt dat je eigenlijk, ondanks alle fysieke tekenen van het tegendeel, behoort tot de andere sekse dan die waarin je bent geboren? Dat je eigenlijk helemaal geen jongetje bent maar een meisje had horen te zijn, of andersom?

Die laatste vragen vind ik uiterst interessant, ook al gaan ze strikt genomen misschien weinig mensen aan; zo heel veel travestieten en transseksuelen zijn er nu eenmaal niet. De reden dat ze me boeien, is dat deze weinig gestelde vragen tot op het bot verknoopt zijn met zaken die veel mensen voor lief nemen en die tegelijkertijd aan het hart van het feminisme en van de homostrijd raken: namelijk de gangbare opvattingen over sekse, geslacht en seksuele voorkeur. De houdbaarheid van die opvattingen is beperkt, sterker: de uiterste houdbaarheidsdatum ervan is allang verstreken.

Wat is dat, een vrouw?

'Je komt niet als vrouw ter wereld, je wordt tot vrouw gemaakt,' zei Simone de Beauvoir bijna vijftig jaar geleden. Dat geldt voor man-naar-vrouw transseksuelen heel letterlijk, maar zo bedoelde De Beauvoir haar uitspraak niet. Waar zij en velen na haar op wezen, was dat het zinnig is een onderscheid aan te brengen tussen biologie en cultuur: een lichaam hebben met een vagina is één ding; wat dat cultureel betekent, iets heel anders. Je wordt geen vrouw uitsluitend door de eigenaardigheden van je lichaam. Je wordt dat, doordat je opgevoed wordt als meisje en tot vrouw en doordat zulks gebeurt binnen een cultuur die specifieke verwachtingen, opvattingen en regels heeft over wat des vrouws is en wat des mans. Sekse, oftewel iemands biologische variant, dient derhalve onderscheiden te worden van geslacht of 'gender', het geheel aan maatschappelijke ordeningen, interpretaties en structuren dat daar als het ware bovenop wordt gelegd; en waar het één (sekse) vastligt, is het ander (gender) veranderlijk.

Het onderscheid tussen sekse en gender bleek uiterst nuttig en verhelderend, zowel theoretisch als politiek. Door een terminologische wig te drijven tussen biologie en cultuur, door een instrument aan te reiken dat differentiatie mogelijk maakte in wat lange tijd als een diffuus doch vanzelfsprekend geheel werd bezien, bleek het mogelijk om aan te tonen dat veel 'natuurlijk' gedrag van vrouwen en mannen niet zozeer werd ingegeven door hun respectieve biologie en dus door fysieke determinanten, maar stoelde op cultuur, ideologie, maatschappelijke opvattingen, gedragspatronen, sociale regels en wetten.

Het onderscheid tussen lichaam en cultuur, tussen 'sekse' en 'gender', bood tevens een methode om verzet aan te tekenen tegen allerlei biologistische redeneringen die de maatschappelijke positie van mannen en vrouwen verklaarden op grond van hun fysieke eigenschappen. Dat je zwanger kunt worden, betekent immers niet per definitie dat je vredelievend en verzorgend bent. Evenmin betekent meer testosteron dan oestrogeen aanmaken dat erop los slaan en verkrachten daarmee een biologische oorzaak zouden hebben. 'Mannelijkheid' noch 'vrouwelijkheid' zijn van nature gegeven. Enfin, de redeneringen zijn inmiddels bekend.

Er is sindsdien fors vooruitgang geboekt. Veel wetten zijn veranderd, regels aangepast, de cultuur is deels herzien. Nee, het Wonderland is bij lange na niet bereikt, en ik betwijfel of dat ooit zal gebeuren; maar een groot en onweerlegbaar winstpunt is dat de meeste mensen inmiddels begrijpen dat vrouwen niet per se vrouwelijk hoeven te zijn, noch mannen mannelijk. Voorts ziet iedereen wel in dat er verschillende 'stijlen' van mannelijkheid en vrouwelijkheid bestaan, en staat het mensen redelijk vrij hun eigen versie daarvan te ontwikkelen.

En de meest extreme stereotypen zijn - gode zij dank - in ongenade geraakt. Kindvrouwtjes die menen dat ze permanent in de watten horen te worden gelegd, vinden we nu licht belachelijk, net als brallerige macho's of mannen die zich in hun kuif gepikt voelen wanneer hun vrouw ook wil verdienen. We kijken er niet langer van op wanneer vrouwen werken om in hun levensonderhoud te voorzien, wanneer ze een bedrijf leiden of op de vuilniswagen rijden; en van mannen die parttime gaan werken om voor hun kind te zorgen, die koken of dol zijn op een romantische snotterfilm valt men ook niet meer in katzwijm.

Maar terwijl de meeste mensen er zo langzamerhand van overtuigd zijn dat 'geslacht' een sterk cultureel bepaalde categorie is - mannelijkheid en vrouwelijkheid worden als taaie doch veranderlijke begrippen beschouwd - lijken fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen onbetwist. Sterker: het is of die de laatste jaren meer benadrukt worden. Deels houdt dat verband met de intensieve aandacht die er tegenwoordig is voor alles dat met gezondheid, uiterlijk en conditie te maken heeft; deels met het feit dat allerlei medische technologieën alom besproken worden, zodat de kranten vol staan van zwangerschapsbevorderende technieken, borst- en baarmoederonderzoeken. Lichamen figureren prominent in de media, en telkens opnieuw worden we eraan herinnerd dat die van vrouwen anders in elkaar steken dan die van mannen.

Daarnaast is er tegenwoordig een algemene tendens waarbij verklaringen voor menselijk gedrag en menselijke behoeften biologisch worden geïnterpreteerd. De grote aandacht voor de rol van genen in wie & wat we zijn is een voorbeeld daarvan; hetzelfde geldt voor de huidige nadruk op biologisch ouderschap versus sociaal ouderschap en de vele verslagen van de speurtochten die mensen ondernemen naar de spermadonor die ooit hun moeder bevruchtte. Mensen menen 'roots' te hebben, en zoeken die vervolgens in de biologie.

Daarenboven worden er toch telkens weer sociale en psychologische eigenschappen aan het biologische begrip 'sekse' toegeschreven, zodat die koppeling tussen sekse en gender maar niet echt verbroken raakt. Ook feministen vallen regelmatig met animo in de kuil die ze met diezelfde theorieën juist hadden gehoopt dicht te gooien. Ergens diep in het sekse-gender verhaal zit namelijk een cirkelredenering verborgen, waarbij gender stiekem gelijk gesteld wordt aan sekse.

Die ontstaat doordat men nauwgezet zoekt naar de manieren waarop gender vorm krijgt en daartoe de onderzoeksgroep op voorhand indeelt op basis van sekse. Op grond van een lichamelijk verschil wordt een vermoedelijk te vinden verschil in gender gepostuleerd (tussen bijvoorbeeld kostwinners en kostwinsters, tussen directeurs en directrices, tussen huisvrouwen en huismannen, tussen wiskundestudentes en wiskundestudenten); en wie zoekt, zal altijd wel íets vinden, zeker met zo'n premisse ingebouwd. Het netto effect is vaak dat we aan mensen gedragingen toeschrijven alsof die een biologisch anker hebben, of dat we ons beroepen op kennelijk onontkoombare sociale constructies waarlangs mensen zich vormen en hun identiteit tot stand brengen; al doende ontwerpen we hoofdzakelijk nieuwe definities van vrouwelijkheid en mannelijkheid. Maar heus: niet alles wat mensen doen, zijn, nastreven of verbeelden, laat zich door dat tweesnijdende zwaard klieven.

Een cruciale vraag is daarom of gevonden verschillen tussen de twee groepen altijd en uitsluitend zijn terug te voeren op een genderverschil, terwijl dat wel de aanname is waaronder vrouwenstudies werken. Misschien zijn andere factoren - zoals het verschil tussen binnenstaanders en buitenstanders, tussen nieuwkomers en arrivés, tussen hen die gestimuleerd worden en hen die worden gedwarsboomd, tussen hen die zich kalmpjes inwerken versus hen die er een meer aanvallende strategie op nahouden - aanzienlijk relevanter. En misschien ook zijn de overeenkomsten tussen de twee onderzoeksgroepen of de verschillen binnen elk van die groepen veel interessanter.

Het probleem is dat zulk onderzoek circulair is. Om na te gaan of gender verschil maakt, worden mensen in twee groepen opgesplitst en wordt van elk van beide groepen aangenomen dat die iets cruciaals gemeenschappelijk hebben; vervolgens worden beide groepen tegenover elkaar afgezet. Het criterium op grond waarvan de groepen worden samengesteld, is sekse. Het wrange is dat gender-onderzoeken daarmee ergens een essentiële entiteit veronderstellen, een biologische categorie die vooraf zou gaan aan de cultuur en die kennelijk ontslagen is van historisch of sociaal-geografisch onderzoek. Alsof er ergens een onnaspeurbaar iets is, een reële biologische kern die alle vrouwen gemeen hebben, iets dat losgeweekt kan worden van betekenislagen als patriarchaat, sociale identiteit, geslachtsrol, geschiedenis, cultuur, taal enzovoort. Een ongrijpbaar iets dat maakt dat vrouwen zich laten aanspreken als een samenhangende groep, dat hen onderscheidt als 'anders' dan mannen, en dat hen verleidt of dwingt tot sociale inlijving in 'vrouwelijkheid'.

Maar het is natuurlijk van tweeën één: óf 'de vrouw' bestaat niet, óf ze gaat theoretisch en praktisch aan zichzelf vooraf. Sekse en gender zijn recursieve begrippen geworden. Vrouwenstudies lijken het oude adagium 'biology is destiny' hooguit omgeruild te hebben voor 'socialization is destiny'.

Strijdige definities, strijdige lichamen

Naar gender is veel gekeken. Laat ons daarom de blik eens op het andere deel van het begrippenpaar richten.

Het lijkt alsof 'sekse' vaststaat. Je bent nu eenmaal fysiek een man of een vrouw. Aan biologische kenmerken valt niet te tornen: die zijn gegeven. Maar is sekse wel zo'n bi-polaire aangelegenheid? Of, om de vraag minder dwingend te stellen: blijft dat wel zo, nu de medische technologie op talloos veel niveaus in het lichaam kan ingrijpen en meer zaken aan het licht kan brengen dan het gewone oog ziet? En klopt de gedachtengang waarbij gender als het ware bovenop sekse wordt gelegd, eigenlijk wel? Plaats je dan niet simpelweg 'natuur' onder 'cultuur', waarbij natuur als onveranderlijk en determinerend wordt opgevat en alleen cultuur als beïnvloedbaar, maakbaar en vatbaar voor veranderingen? Is 'natuur' wel zo'n passieve, vaststaande categorie?

Sekse dus. Wat is dat eigenlijk, een vrouwenlichaam? Heb ik er bijvoorbeeld een? Vrijwel iedereen zal aannemen dat dat het geval is: doch niet op grond van mijn daadwerkelijke lichaam, dat kennen de meesten immers niet, maar op grond van sociale en culturele tekens zoals mijn voornaam, de aanspreekvormen waarop ik reageer en waarmee ik beschreven word, mijn make-up, mijn figuur, mijn kleding, misschien ook mijn manier van bewegen. Maar dat is allemaal cultuur, en wellicht - het zóu kunnen - onderdeel van een uitgebreide en geslaagde maskerade mijnerzijds. Hoe weten mensen of ze gelijk hebben mij ook biologisch als 'vrouw' te bestempelen? Mijn borsten kunnen namaak zijn: ik kan ze chirurgisch of door het innemen van hormonen hebben verworven. Misschien ga ik dagelijks in travestie, en weten alleen mijn minnaars dat. Misschien ook heb ik me laten ombouwen toen ik achttien was, en heb ik dat tot op heden goed verborgen weten te houden. Je weet het niet - maar niettemin neemt iedereen aan dat ik niet alleen cultureel maar ook biologisch een vrouw ben. En zolang ik dat niet weerspreek, werkt het.

Er zijn een aantal criteria om te bepalen of een lichaam mannelijk of vrouwelijk is, zoals genitaliën, hormonen, chromosomen, voortplantingsvermogen en secundaire geslachtskenmerken. Alleen die laatste (borsten, lichaamsbouw, lichaamsbeharing) zijn voor iedereen zichtbaar. Mensen zijn geweldig bedreven in het snel herkennen van zulke kenmerken, en beslissen in een fractie van een seconde of iemand als man dan wel als vrouw bejegend dient te worden - hoewel de mode ze daarbij wel eens in de weg kan zitten.

Het ergste verwijt dat respectabele burgers op de moderne jeugd van de jaren zestig afvuurde was niet dat ze onbeleefd, vies, indecent, politiek afwijkend of moreel ondermaats zouden zijn. De klacht die het meest ten aanzien van hen werd geuit, luidde 'dat je niet eens meer kon zien of het een jongen of een meisje was'. Nu was er in de jaren zestig werkelijk geen sprake van het opheffen van rolpatronen. Onder de toenmalige moderne jongeren waren genderstereotyopen weliswaar anders maar ze wáren er, en ze lagen tevens akelig vast. Lees Meulenbelt er maar op na. Niettemin reflecteert deze uitspraak in al zijn eenvoud de wezensangst die opflakkert zodra de uiterlijke verschijnselen van mannelijkheid en vrouwelijkheid beginnen te bewegen. Oh hemel, al dat lange haar, je kon niet eens meer zien óf.

Uiterlijke verschijning en secundaire geslachtskenmerken zijn voor dagelijks gebruik een handzaam criterium, maar het zijn parafernalia, afgeleiden. Je kunt mensen er verhoudingsgewijs makkelijk mee bedotten. Makkelijker dan je denkt. Een vrouw-naar-man transseksueel hoeft maar een baard of snor te laten groeien om onbekenden op slag te doen geloven dat hij een geboren & getogen man is; een ervaren travestiet weet met wat make-up, de juiste kleren en de juiste gebaren overtuigend de indruk te wekken dat hij vrouw is. Natuurlijk, sommige transseksuelen of travestieten pik je er zo uit; maar juist degenen die er wel in slagen voor de andere sekse door te gaan, zie je niet. Ze zijn 'passing men' of 'passing women' geworden.

Een meer solide criterium vormen de genitaliën. Iedereen weet immers dat mannen een penis hebben en vrouwen een vagina. Het prettige is dat het een betrekkelijk eenvoudig onderscheidingsmiddel is: genitaliën zijn met het blote, niet-medische oog zichtbaar. Het is die test die op elk kind, pal na de geboorte, wordt uitgevoerd: na de bevalling wordt nagegaan of het kind bij eerste inspectie compleet & gezond is, en na een korte blik tussen de beentjes van de versgeborene kan het verlossende woord worden uitgesproken: 'Het is een jongetje,' of: 'Het is een meisje.' Maar helaas: externe en interne anatomie verhouden zich niet altijd. Er zijn mannen die geboren worden zonder teelballen en met eileiders; vrouwen zonder baarmoeder.

De wetenschap gaat niet op eerste indrukken af. Die gaat grondiger te werk, en heeft een serie handzame definities ontworpen aan de hand waarvan 'sekse' wordt vastgesteld. De anatomie (die de bouw van het lichaam bestudeert), de endocrinologie (die hormonen onder de loep neemt) en de genetica (die genen en chromosomen ontleedt) zijn elk disciplines met duidelijke opvattingen over wat biologisch gezien een man is, en wat een vrouw. Maar al deze disciplines kiezen een ander criterium om sekse te bepalen, en vaak zijn deze criteria onderling strijdig of lastig met elkaar te rijmen. Niet alleen over de betekenis van hun definities zijn ze het zelden eens: ook over de vraag wat hun specifieke discipline over het hele lichaam zegt, worden grote wetenschappelijke gevechten gevoerd. (1)

Bij de anatomen is al snel duidelijk hoe oppervlakkig hun definitie van sekse is. Tussen interne en externe genitaliën bestaat niet altijd overeenstemming. Als cruciaal beschouwde vrouwelijke anatomische kenmerken kunnen worden verwijderd (baarmoeders en borsten worden in onze streken herhaaldelijk weggesneden, net als clitoris en schaamlippen elders) zonder dat iemand daardoor ophoudt biologisch 'vrouw' te zijn. Er zijn vrouwen met smalle heupen, mannen met borsten. Baardgroei - wat anatomen hier als secundair geslachtskenmerk van mannen beschouwen - komt bij sommige etnische groepen helemaal niet voor onder biologische mannen. Schuilt het anatomische verschil tussen man en vrouw soms in hun voortplantingscapaciteit? Is een steriele of gesteriliseerde man dan nog man, een onvruchtbare vrouw nog vrouw? Mannen kunnen trouwens borstkanker krijgen, wist U dat? Of dat mannen, en vrouwen die helemaal niet bevallen zijn, soms borstvoeding kunnen geven? (2)

Of neem endocrinologen. Die weten ook wat een biologische vrouw is - namelijk een mens met een specifieke hormoonhuishouding. Niettemin kunnen ze niet goed uitmaken wat precies de plaats en rol van oestrogenen en testosteron is ten opzichte van andere hormonen. Ze ontdekten bovendien dat zowel mannen als vrouwen beide soorten aanmaken en dat de verschillen relatief zijn: het gaat om proporties en spiegels. Dan nog hangt het sterk af van voorkennis over de leeftijd van het lichaam en over het tijdstip van de dag waarop gemeten wordt óf, en hoe, je louter op grond van hormonen kunt bepalen wat iemands sekse is.

Bovendien: wanneer in een vrouwenlichaam de hormoonhuishouding verandert - bijvoorbeeld door de overgang, of doordat de baarmoeder is verwijderd - verandert de spiegel en lijkt die plots sterk op wat gewoonlijk 'mannelijk' wordt genoemd. Dat is in de daaropvolgende lichaamsveranderingen terug te zien. Na de menopauze wordt de vagina kleiner, geven genitale klieren minder vocht af, worden borsten kleiner, neemt de gezichtsbeharing toe, wordt de clitoris groter en het hoofd kaler. (Hetzelfde effect wordt bereikt wanneer een vrouw extra 'mannelijke' hormonen slikt.) Post-menopauzale vrouwen voldoen kortom niet langer aan de endocriene definitie van een vrouw. (3) Dat maakt die definitie nogal wankel.

Daarnaast weten endocrinologen niet goed hoe hun vakgebied zich verhoudt tot andere disciplines: sommigen bestuderen de relatie tussen anatomie en endocrinologie - ze zoeken bijvoorbeeld uit hoe het ruimtelijke, anatomische lichaam zich verhoudt tot het hormonale lichaam, en hoe hormonen al dan niet samenwerken met eierstokken - maar anderen werken uitsluitend met spiegels, daar komt geen lichaam aan te pas; anatomie is voor hen niet relevant. Nog weer anderen zien anatomie uitsluitend als het resultaat van endocrinologie.

Genetici op hun beurt vinden genen en chromosomen doorslaggevender in het maken van een vrouw dan endocrinologie. Hormonen doen er niet zoveel toe, vinden ze; die kun je namelijk later nog weer bijsturen, en anatomie is al helemaal niet interessant, hooguit als resultaat. Zij gaan ervan uit dat het verschil 'm zit in twee van de in totaal zesenveertig chromosomen: zijn die twee XX, dan is het een vrouw; zijn ze XY, dan is het een man.

Regelmatig echter komen genetici XXY tegen. Om hun definities te kunnen handhaven, noemen ze die XXY 'afwijkend': er is namelijk geen plaats voor in hun theorie. Uit genetisch-criminologische studies bleek daarnaast dat ongeveer twee procent van de mannen die in gevangenissen zitten, een XYY chromosoom hebben (wat, want zo werken zulke dingen kennelijk, aanleiding was om het Y-chromosoom te verdenken van het opwekken of stimuleren van agressieve of criminele neigingen). Ongeveer één op duizend vrouwen heeft XXX; er zijn mannen die XXYY hebben, en de literatuur rept zelfs van XXXXYY, XXXX en XXXXX. (4) Bij ongeveer 1 op de 500 mensen blijkt hun genotype bovendien hun sekse te weerspreken. Sinds de Olympische Spelen in 1968 een genetische test verplicht stelden voor deelnemende vrouwen, zijn er minstens twaalf vrouwen gediskwalificeerd op grond van het feit dat hun genotype niet XX maar XY was en ze 'dus' geen vrouw konden zijn. Eén van hen baarde, na op die grond afgekeurd te zijn als vrouw, een gezond kind. (5) Ook Jamie Lee Curtis, een van de leukste actrices die ik ken, is zo iemand: ze is genetisch man, maar voor al het overige vrouw. (6)

En wat te denken van kinderen die met een dubbel geslachtsapparaat of met varianten op 'zuivere' biologische mannelijkheid of vrouwelijkheid worden geboren? Daar zijn er nogal wat van. Mensen die wel keurig XX hebben, of XY, maar wier geslachtsorganen niet 'kloppen' met hun genetische sekse, en mensen die een mengeling van mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken hebben.

Een kleine opsomming van sekse-ambiguïteit en de frequentie ervan, leidt tot de volgende lijst: (7)

Androgen Insensitivity Syndrome (AIS),
Een erfelijke eigenschap waarvan vrouwen drager zijn, komt bij ongeveer 1 op de 20.000 mensen voor die XY-chromosomen hebben, en volgens de genetische definitie derhalve 'man' zijn. Ze reageren niet op androgen en testosteron, zogeheten 'mannelijke' hormonen, en zijn endocrien 'vrouwelijk'. AIS-babies hebben vrouwelijke uitwendige genitaliën én niet ingedaalde, of deels ingedaalde, teelballen. Ze hebben geen baarmoeder en geen eileiders, doch zijn cultureel gezien 'vrouwen'. (8)
Progestin Virilisatie
Progestin is een medicijn dat vrouwen in de jaren vijftig en zestig kregen om miskramen te voorkomen. Het medicijn werd door foetussen met XX-chromosomen omgezet in androgen; de vrouwelijke genitaliën die al ontwikkeld waren, 'vermannelijkten'. De clitoris groeide door en ontwikkelde zich soms tot een penis; de foetus ontwikkelde tevens eileiders en een baarmoeder. Fysiek variëren mensen die deze in vitro virilisatie doormaakten, van 'vrouw met een grote clitoris' tot 'man zonder teelballen'. Hun hormonale functies zijn 'vrouwelijk'.
Congenital Adrenal Hyperplasia (CAH)
Komt bij ongeveer 1 op de 1000 mensen voor. De bijnieren van een foetus met XX-chromosoom produceren in dit geval een overvloed aan 'mannelijk' hormoon, wat de anatomische ontwikkeling beïnvloedt. Zulke baby's worden geboren met een penis en scrotum, maar zonder teelballen. Meestal worden deze kinderen geopereerd om ze cultureel 'vrouw' te laten worden. (9)
Klinefelter
Komt bij 1 op de 500 tot 1000 mensen voor. Ze hebben XXY-chromosomen. De effecten zijn variabel, en veel mensen met Klinefelter - cultureel gezien 'mannen' - worden nooit gediagnostiseerd. Anatomisch zijn ze man. Ze hebben allen erg kleine, stevige teelballen, en soms ontwikkelen ze borsten tijdens de puberteit. Ze produceren weinig testosteron en missen daardoor soms allerlei 'mannelijke' secundaire geslachtskenmerken, zoals het ontwikkelen van borst- en baardhaar of een lage stem. (10)
Hypospadias
komt bij genetische mannen voor, en wel bij 8 op de 1000. Hun plasbuis is niet gesloten of zit niet in de penis, maar eronder - op een anatomisch 'vrouwelijke' plaats. De frequentie waarmee hypospadias voorkomt, is de laatste dertig jaar verdubbeld; het is volstrekt onduidelijk waardoor. (11)
Turners syndrome
komt voor in een frequentie van 1 op de 1000. Zulke mensen hebben slechts één X-chromosoom en zijn onvruchtbaar; ze hebben nauwelijks eileiders en ontwikkelen amper borsten. Sommigen hebben gemengde chromosomen: XX/XX of X/XXX. Vaak worden ze tot vrouwen gemaakt, met behulp van operaties en hormonen. (12)
Gonadal dysgenesis
Komt voor bij 7 op de 1000 mensen. Ze hebben één zaadbal plus eileiders, en vaak ambigue genitaliën. Zulke mensen kunnen XY-, XYY-, XO/XY- of XO/XYO-chromosomen hebben. (13)
(Pseudo) Hermafroditisme
Wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zowel mannelijke als vrouwelijke genitaliën of chromosomen. Mensen die zowel eileiders als teelballen hebben, worden hermafrodieten genoemd. Dat geldt voor plusminus 1 op de 6000 mensen. Mensen die genetisch een mozaïek vormen - oftewel die een XY-chromosoom én een XX-chromosoom hebben - en eenduidige genitaliën, heten in medisch jargon pseudo-hermafrodieten; bij culturele mannen komt dit 1,8 op de 1000 voor, voor culturele vrouwen zijn er geen goede schattingen beschikbaar.

Het laatste taboe

Fausto-Sterling, professor in de medicijnen en de biologie, poneerde op grond van bovengenoemde verschijnselen de stelling dat onze perceptie van sekse als een zuiver polaire aangelegenheid - waarbij er slechts twee opties bestaan - volstrekt misplaatst is. Eerder is er volgens haar een glijdende schaal van fysieke kenmerken, waarbij 'man' en 'vrouw' zich op de uiteinden bevinden. Daar tussenin, zo ergens in het midden, staan de mensen die zowel teelballen als eileiders bezitten: de hermafrodieten. Aan weerszijden daarvan staan mensen die zowel teelballen als een paar 'vrouwelijke' genitale kenmerken hebben doch geen eileiders, en mensen die eileiders hebben plus een paar 'mannelijke' genitale kenmerken maar geen teelballen. Zij op hun beurt worden geflankeerd door mensen wier genitaliën niet ambigue zijn, maar wier chromosomen die van de tegengestelde sekse zijn.

Wat je ook van zo'n voorstel vindt, het is lovenswaardig dat Fausto-Sterling tenminste poogt een theorie te ontwikkelen die een plaats geeft aan interseksuele mensen. Want een plaats verdienen ze, alleen al op getalsmatige gronden. Volgens voorzichtige schattingen gaat het namelijk om 1,7% van de mensen die op de een of andere wijze fysiek interseksueel zijn, oftewel die niet voldoen aan de definitie waarbij anatomische, endocriene en genetische sekse samenvallen. (14) Brutaler schattingen lopen op tot 4%. (15)

Dat is niet veel, wellicht. Maar vergelijk die behoudende 1,7% eens met andere chromosomale of genetische verschijnselen die als afwijking te boek staan, en bedenk hoeveel aandacht daaraan wordt besteed: per miljoen kinderen zijn er 4 Siamese tweelingen, 1000 met Down, 1400 met een hazelip en 17.000 zijn in enige mate interseksueel.

En die zeventienduizend zijn nergens aanwezig. We weten meestal niet eens dat ze bestaan. We horen zelden over ze, we lezen amper over ze, we zien niks van ze, zwangerschapsboeken noemen ze niet, medische programma's behandelen ze niet. Het besef dat mensen ambivalenter geboren kunnen zijn dan óf als jongetje óf als meisje, lijkt volledig non-existent. Het lijkt warempel een authentiek taboe: iets dat de cultuur koste wat kost verzwijgt.

Wat er in de praktijk gebeurt met deze kinderen, wanneer hun 'afwijking' tenminste wordt herkend, (16) is dat hun sekse wordt aangepast aan de polaire norm.

Eén van de mensen in Nederland die zich hiermee bezighoudt is professor Cohen-Kettenis, klinisch psychologe en bijzonder hoogleraar in de genderontwikkeling en de psychopathologie van kinderen. Ze werkt samen met het ambigue-genitaliënteam van het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht; er zijn zes van zulke teams in Nederland. Cohen coördineert een groep genetici, endocrinologen, kinderartsen, maatschappelijk werkers, psychologen en chirurgen. Criteria over hoe precies in te grijpen blijken er echter amper te zijn.

Cohen: '[Het is] een onontgonnen terrein. Wetenschappelijke literatuur is er nauwelijks, lange-termijnstudies over de pychoseksuele ontwikkeling van kinderen met een gendervariatie ontbreken vrijwel.' (17) Gendervariatie? Pardon? We hadden het toch over sekse, over biologische lichamen? Verwart Cohen hier niet biologie en cultuur? Soit. Dát er ingegrepen moet worden, of dat nu wegens gender- of seksevariatie is, staat voor haar vast: 'Alle specialisten in het team brengen hun bevindingen in en maken een schatting van de mogelijkheden die er zijn om de geslachtelijke ontwikkeling bij te sturen. De psycholoog in het team zal daarbij aandringen op spoed bij het duidelijk maken aan de ouders wat er aan de hand is. De behandelaar moet de ouders kunnen vertellen dat hun kind ófwel een zoon ófwel een dochter is. Onzekerheid daarover laten bestaan, is zo ongeveer het slechtste wat je kunt bedenken. Dat zal de psychoseksuele opvoeding van het kind zeker in gevaar brengen.' Of het kind na de beraadslagingen wordt omgebouwd tot jongen of tot meisje, is doorgaans afhankelijk van de vraag of er een 'levensvatbare' penis aanwezig is of kan worden geconstrueerd. (18)

Interseksuele kinderen worden deswege vaak geopereerd, vaak meermalen, en krijgen meestal levenslang hormonen om hun fysieke ontwikkeling bij te sturen. Het argument voor dat vroege ingrijpen is tweeledig: ten eerste is het kind nog niet volgroeid, en operaties en hormoonbehandelingen hebben in zo'n vroeg stadium vaak meer effect dan later; ten tweede bespaar je zo het kind - en de ouders - het trauma niet te weten tot welke sekse het behoort en in welk geslacht het dient te worden opgevoed.

Maar is het wel zo traumatisch om interseksueel te zijn? Een van Fausto-Sterlings verdiensten was dat ze allerlei oude studies boven tafel haalde waaruit bleek dat veel mensen wier sekse ambigue was niet per se in puin lagen, maar in tegendeel redelijk gelukkig waren met hun lichaam, ook al was het soms wennen geweest. Cohens argument - 'we moeten zo snel mogelijk ingrijpen' - is bovendien uiterst a-historisch. De kennis die vereist is om op dit vlak te kunnen interveniëren, is zeer recent: zo'n dertig jaar geleden waren die mogelijkheden er niet. Voorts ontbrak indertijd ook een groot deel van het diagnostisch instrumentarium dat Cohen en de haren nu ter beschikking staat. Met andere woorden: veel van zulke interseksuele kinderen werden eerder niet ontdekt, en voor zover dat wel gebeurde, kón er vaak niet ingegrepen worden.

In Amerika bestaat een organisatie voor interseksuelen: the Intersexual Society of North America (ISNA), die het blad 'Hermaphrodites with Attitude!' uitgeeft. Voor Europa wordt vanuit Duitsland het Genital Mutilation Survivors' Support Network (GMSSN) onderhouden; Japan kent Hijra Nippon, en in Nieuw-Zeeland is een dependance van ISNA opgericht. Voorts zijn er netwerken als Intersex Voices. (19) Uit de inventarisaties die dergelijke organisaties onder interseksuele mensen hebben gehouden, blijkt dat de ingrepen vrijwel nooit zonder gevolgen zijn: ISNA - in wier bestuur een aantal gerenommeerde medici zitting hebben - komt zelfs tot de stellige conclusie dat operaties en ingrepen vaker slecht aflopen dan goed.

Er worden clitorissen ingekort of verwijderd; penissen, eileiders en baarmoeders weggenomen. Hun genitaliën worden vaak mismaakt, en veel inmiddels opgegroeide interseksuele mensen melden dat ze er geen of nauwelijks gevoel in over hebben. Hun schaam- en buikstreek zit vol lelijke littekens. Hun kansen om kanker te krijgen, zijn door de hormoonbehandelingen flink toegenomen. Hun wantrouwen jegens de medische stand en medicijnen is voorts regelmatig dusdanig groot dat ze artsen later mijden en uit eigener beweging abrupt stoppen met hun hormoonbehandeling - wat in een aantal gevallen tamelijk riskant kan zijn. En tenslotte is een deel van de interseksuelen hoogst ongelukkig met de keuze die artsen indertijd voor hen hebben gemaakt: op grond van hoe ze er nu, volwassen en wel, uitzien waren ze - áls er dan inderdaad gekozen moest worden - liever bij de andere sekse ondergebracht.

Overigens gaat het met kinderen bij wie níet werd ingrepen, ook regelmatig niet goed: ze voelen zich vaak alleen staan en beschouwen zichzelf als een miskleun van de natuur. Beide groepen, de wel- en de niet-behandelde interseksuelen, blijken als kind vaker dan anderen met mishandeling en verwaarlozing te maken hebben gehad, mogelijk vanwege hun ambigue status, waar hun ouders zich kennelijk geen raad mee wisten. De overheersende klacht van zowel hen die geopereerd zijn als van hen die onbehandeld bleven, is dat ze door de mangel zijn gehaald. Hetzij door hun ouders en door het medisch team, die vóór hen doch zonder hen besloten wat er met ze moest gebeuren; hetzij door een cultuur die hoogst intolerant is ten opzichte van mensen die sekse-ambigue zijn. En als ze pech hadden, werden ze gemangeld door beide.

De meeste interseksuelen die zich nu hebben georganiseerd, hanteren daarom als uitgangspunt dat het kind zélf toestemming moet geven voordat er behandeld mag worden, levensbedreigende gevallen uitgezonderd. (20) En vrijwel allemaal zijn ze in de loop der tijd tot het standpunt gekomen dat onze cultuur uiterst beperkend omspringt met sekse, en dat de rol die artsen daarbij is toebedeeld, niet deugt. '[D]e medische stand is de belichaming geworden van allerlei culturele noties over sekse, biologie en gender, en gebruikt haar autoriteit om specifieke machtsverhoudingen te bestendigen ... Dat het medische establishment bepaalt wat de seksen zijn en hoe individuele mensen in die categorieën passen, suggereert dat de indeling in seksen geen gril of willekeur is. Het is toch wetenschappelijk bewezen dat er maar twee seksen zijn? Maar wat gebeurt er wanneer ervaringen, en lichamen, niet stroken met geaccepteerde medische feiten? Interseksuele lichamen worden verminkt teneinde het huidige paradigma overeind te kunnen houden.' (21)

Het motto van veel interseksuelen is dan ook: 'Is het een jongen of een meisje?' 'Dat weet ik niet. Het kind heeft me nog niet verteld wat het is.'

ISNA en anderen zouden graag zien dat onze cultuur soepeler omgaat met sekse. Dat we, zoals Fausto-Sterling deed, sekse als een continuüm zien in plaats van als een bi-polaire aangelegenheid, en dat de directe link die nu wordt gelegd tussen sekse en gender - oftewel tussen genitaliën, lichaamsvorm en sociale identiteit - losser wordt opgevat. Maar het tegendeel lijkt het geval: onze cultuur hecht een immens belang aan sekse, registreert dat steeds vaker, eist permanente rapportage daarover en beschouwt iemands sekse als de basis voor de toekenning van gender, voor de definitie van iemands seksuele verlangen en voor het lidmaatschap van een bevolkingsgroep. En altijd zijn er maar twee keuzes: man of vrouw - doorhalen wat niet van toepassing is.

Dat is een grove versimpeling, te vergelijken met al wie bleek, roze, beige en crème is 'wit' noemen en al wie ebbezwart, koffiebruin, roodbruin, olijfkleurig of gelig is, 'zwart' noemen. De gedachte dat er slechts twee seksen zijn is fictie. Een zwaar gecodificeerde fictie zelfs, met een uitgebreid voetnotenapparaat en een strenge grammatica, maar toch: fictie. We zouden ook andere verhalen kunnen schrijven en leven.

Butches, kattekoppen en genderbenders

Want stel nu - stél nu - dat sekse inderdaad eenduidig is, zoals allerlei takken van medisch-wetenschappelijke sport ons willen doen geloven, en er werkelijk maar twee seksen zijn, van god en nature gegeven. In dat hypothetische geval rest er nog een heel ander probleem. Namelijk dat uiterlijk, lichaamsbouw en lichaamstaal regelmatig niet sporen met hoe wij die twee seksen hebben gedefinieerd. Voor zover het onderzoek naar zulke groepen mensen reikt, zijn ze genetisch, hormonaal en anatomisch volstrekt eenduidig (en vallen ze dus onder de uitersten in Fausto-Sterlings sekse-continuüm) maar voldoen ze op andere lichamelijke kenmerken niet aan sekse-definities.

Er is een groep vrouwen die als she-males wordt aangeduid. Ze zijn in alle opzichten biologische vrouwen, maar hun lichaam oogt ambivalenter: ze worden (op onderdelen) voor 'mannelijk' versleten. She-males hebben een lagere stem, een gedrongener lichaam of juist een dat langer en breder geschouderd is, en een andere lichaamstaal dan 'gewone' vrouwen. Met hun geslachtsrol hebben ze vaak ruzie, mogelijk als gevolg van hun uiterlijk, en jurken staan hen niet, zodat ze liever broeken en pakken dragen - ook toen dat ongewoner was dan het tegenwoordig is. Ze werken regelmatig in wat als 'mannelijke' beroepen worden beschouwd, met veel fysieke arbeid. Lang niet al deze vrouwen zijn lesbisch; de she-males die dat wel zijn, noemen zich doorgaans butch (hun tegenhangers, uiterst feminiene lesbiennes, femmes).

In de jaren vijftig en zestig doken butches regelmatig onder: de straf die op de combinatie van hun uiterlijk, hun travestie en hun seksuele voorkeur stond, was te groot. Zij namen de sociale identiteit van man aan, ze werden passing men.

Leslie Feinberg is zo'n butch. Op zestienjarige leeftijd werd ze verkracht door een groepje schoolgenoten die wel eens wilden weten of ze nu 'echt een vrouw was'. Tot haar verrassing werd zíj van school gegooid, niet de jongens in kwestie. Later, toen ze cafés voor femmes en butches bezocht en daar als zovelen regelmatig werd opgepakt bij een politie-inval - het officiële argument luidde dat vrouwen wettelijk verplicht waren minstens drie vrouwelijke kledingstukken te dragen, en dat doen butches nooit, die dragen een sjiek pak en mannenondergoed - ontdekte ze dat de politie onbetwist haar grootste vijand was. Na vrijwel elke inval en inhechtenisname werden de butches systematisch door de agenten verkracht. Ook de straat was geen veilig terrein: ze is een paar maal bijna dood geslagen.

Feinberg liet tenslotte haar borsten afzetten en slikte hormonen om voor man te kunnen doorgaan; ze liet haar baard staan voor extra effect. Pas toen de homobeweging groeide, durfde ze met de hormonen te stoppen: ze liet haar gezichts- en borsthaar met electrolyse verwijderen en leeft sindsdien weer als butch. (22) Ook nu nog zijn deze vrouwen hun leven niet zeker. Brendon Teena, een jonge Amerikaanse, werd in 1994 eerst verkracht en een paar dagen later vermoord omdat ze als butch leefde; de politie speelde een nogal dubieuze rol in deze kwestie. (23)

Er zijn mannen die uiterlijk zeer 'vrouwelijk' zijn: voor hen geldt het omgekeerde als voor she-males. Sommigen zijn homo (de klassieke nicht), anderen hetero; bijna allemaal hebben ze te maken met pesterijen, intimidaties en geweld op straat.

Voorts heb je tegenwoordig de gender-benders of de gender-blenders: mensen die zich erop toeleggen de scheidslijnen tussen de seksen en de geslachten te vervagen of dooreen te mengen, of die ertussen heen en weer zappen. Michael Jackson is zo'n gender-bender: bij elke nieuwe clip oogt hij meer als een meisje (de laatste keer herkende ik hem zelfs niet); het wachten is op het moment waarop hij daadwerkelijk het evenbeeld van een jonge Diana Ross wordt.

Niet iedereen die sekse-verwarring zaait is uit vrije wil tot die opstelling gekomen; sommigen hebben een lichaam dat ze ertoe dwong de fysieke scheidslijnen tussen de seksen met een hap zout te gaan nemen, en sommigen hebben de durf daar consequenties uit te trekken.

De vrouw die ik eerder dit jaar in de supermarkt zag, was vermoedelijk zo iemand. Ze had een goed figuur, prachtig lang haar, lange slanke handen - en een sikje. Zo een als de jongens cultiveerden die van grunge-muziek hielden en houthakkershemden droegen toen Nirvana en Pearl Jam in waren: zo'n rommelige pluk onderaan een kin. Haar baardhaar was stug en dik, en minstens twee centimeter lang. Ik keek, ik kon niet anders, en ik vond het dapper dat ze haar baard liet staan. Wendy Chapkis is ook zo iemand: een uiterst chique, zelfs feminiene feminist die bij voorkeur pandjesjassen en tule rokken draagt. Ze heeft opvallend baard- en snorhaar. Wendy heeft een lange strijd gevoerd tegen dat gezichtshaar en epileerde, bleekte en electrocuteerde het tot haar bovenlip rauw, haar kin gezwollen en vuurrood was - maar het hielp niet, het kwam telkens terug. Nog dagelijks wordt ze met haar snor en baard geplaagd en gejend, maar langzaam ontdekt ze hoe zich te verweren. (24) Toen ik haar ontmoette, staarde ik haar vol bewondering aan en vond haar prachtig: ze leek net een elegante, sexy kat. Maar zelf, oh lafbek, trek ik elke week die paar stugge en donkerder haren op mijn kin eruit.

Travestie: transgressie, geheimen en politiek

Op dit punt beland is de lezer er hopelijk van doordrongen dat lichamen diverser zijn dan past in de strikte tweedeling die alom wordt gehanteerd. Om samen te vatten: we verbinden gender nog altijd rechtstreeks aan sekse, en van sekse heb je er maar twee. Dat beperkt de keuze nogal.

Nu zijn er mensen die tot de ene sekse behoren, en die fysiek op alle punten volmaakt aan de definitie voldoen, maar zich opgesloten voelen in de mogelijkheden die zodoende voor hen openstaan. Sommige van die mensen noemen we feministen. Anderen heten transseksueel, of travestiet.

Alledrie zijn dat groepen die lichamelijk grosso modo uitstekend binnen de definities passen die voor hun sekse gelden, maar die daar desondanks graag uit willen breken: juist omdat ze er niet mee overweg kunnen en de do's and don'ts van het gender waarbinnen ze zijn opgevoed als een culturele dwangbuis ervaren. Dat er op grensoverschrijdend gedrag meestal straffen staan, dat zoiets derhalve nooit eenvoudig is, en dat feminisme als een politieke strijd gezien wordt, mag ik bekend veronderstellen; daarom: soit. Wat curieus is, dat de andere twee groepen - transen en travo's - tegenwoordig uitsluitend als psychiatrische of medisch-psychiatrische gevallen worden beschouwd en nooit als strijders in een cultureel of politiek gevecht.

Die beperkte interpretatie is opmerkelijk, aangezien travestie bij uitstek gebruikt werd (en wordt) als een manier om je vrijheden te verwerven die anders niet of moeilijk te verwezenlijken zouden zijn, en travestie daarmee van oudsher een sterk politiek-culturele component heeft. Travestie kan immers alleen tieren in een maatschappij die strenge regels stelt aan het uiterlijk, het gedrag en de taakopvatting van de seksen die zij onderscheidt: anders valt er simpelweg niets aan sekse-gebonden rollen en parafernalia over te nemen. Die wisseling, tijdelijk of permanent, is niet overal en altijd getaboeïseerd.

In veel culturen kunnen mensen van sociaal geslacht wisselen; en daarbij valt niet altijd goed te onderscheiden tussen travestie en transseksualiteit. Meisjes kunnen zich als man gaan kleden, bijvoorbeeld wanneer de oudste zoon is overleden: dochters worden daarna als man behandeld en kunnen, net als geboren mannen, met vrouwen trouwen. Jongens of mannen dragen vrouwenkleding en ondergaan soms castratie; soms geeft dat ze het recht met een man te trouwen. Er zijn veel termen geboekstaafd: berdaches (Noord- en Zuid-Amerika); Two_Spirits, badé, winkte, nadleeh (Noord-Amerika); hommasse (Europa); okule, agule, isangoma (Afrika); galla (Midden-Oosten); basaja (Indonesië); hijra (India, Japan); mudang (Korea).

Ook in het Westen vonden dergelijke transgressies plaats. In Albanië was het tot begin deze eeuw niet ongewoon dat vrouwen als man leefden. (25) Westerse vrouwen trokken in vroeger eeuwen regelmatig mannenkleding aan om mannenberoepen te kunnen uitoefenen: het was voor hen de enige manier om geld te verdienen, om alleen rond te trekken, om dienst te nemen in het leger of op een schip. Jeanne d'Arc is het beroemdste voorbeeld. Alleen al tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog zijn er plusminus vierhonderd soldaten als vrouw 'ontmaskerd'. (26)

Wat we nu onder travestie verstaan - zich in kledij te hullen die voorbehouden is aan het andere geslacht - kan uiterst politiek zijn, en heeft zelden verband gehouden met psychiatrische aberraties. Nog geen eeuw geleden is er een complete culturele oorlog uitgevochten over het recht van Westerse vrouwen om een broek te mogen dragen: die gaf ze meer bewegingsvrijheid, en je kon er tenminste in sporten. Natuurlijk werden ze bespot, deze vrouwen in bloomers: in cartoons, in de krant, in gesprekken, op straat. Ze werden ten tonele gevoerd als belachelijk en hysterisch, als een afschuwwekkend en onvrouwelijk spektakel, en neergezet als schrikbeeld voor de eerzame burgeres, die er natuurlijk niet over zou piekeren een ander dan haar man te laten zien dat ook zij onder haar rokken twee benen had.

Broeken bleven overigens lang ongewoon voor vrouwen: ik herinner me dat, toen ik in de jaren zestig op de lagere school zat, veel onderwijzers eisten dat meisjes, als ze per se een lange broek wilden dragen, daar een rok of jurk overheen aantrokken. Vrouwen in hoge posities - ministers, staatssecretarissen, directeurs en managers - dragen nog steeds zelden een broek wanneer ze in functie zijn.

Het lijkt alsof er tegenwoordig geen politiek te pas komt aan travestie. En het lijkt alsof vrouwen, aangezien zij thans een vrije keus hebben tussen jurken, rokken en broeken, niet meer aan travestie doen: ze mogen nu immers alles aan, zelfs een kostuum met das. Maar dat is een vertekening. Vrouwen doen het nog steeds, en het heeft altijd te maken met transgressie of met het aannemen van een andere rol. Er zijn veel soorten travestie voor vrouwen, maar we zijn er niet langer op gespitst die te zien.

Butches doen het: ze presenteren zich aanzienlijk 'mannelijker' dan mensen acceptabel vinden voor vrouwen. De klassieke butch bindt haar borsten af om een vlakkere tors te krijgen, en draagt soms een sok of een namaakpenis in haar broek, om te zorgen dat haar kruis anders oogt. Je gaat daarvan trouwens ook anders zitten en lopen, zo blijkt, en dat helpt erg om de suggestie dat je man bent overtuiging bij te zetten. 't Is een tamelijk riskante bezigheid. Wie zich, zo gekleed, verraadt loopt het risico met geweld op haar plaats te worden gewezen.

Maar vrouwen gaan ook in vrouwentravestie: als ik me voor het Boekenbal opdof en een theatrale jurk met veel strass en pailletten erop aantrek, of een rubberen straksluitende jurk draag, word ik ineens van intellectuele en feministische vrouw tot diva of slet (die hoedanigheden sluiten elkaar kennelijk uit). Vrouwen die, bijvoorbeeld vanwege hun werk, een pakje en zijden bloesjes moeten dragen waar ze zelf liever een spijkerbroek en een wijde trui zouden aantrekken, vertellen van diezelfde ervaring in travestie te gaan: ze spelen dáme, terwijl ze gewoonlijk een andere culturele vrouwenrol aanhouden. En misschien is het afleggen van een hoofddoek of de chador voor een moslimmeisje voor haar evenzeer een vorm van travestie.

Travestie onder mannen is herkenbaarder, en politiek diffuser: er zijn uiterst conservatieve en sterk progressieve vormen. Wat Snip & Snap, Piet Bambergen en Benny Hill deden, is hoofdzakelijk een methode om vrouwen als lelijke, bespottelijke en domme wezens neer te zetten. Godlof komt die variant alleen in slechte tv-programma's tot uiting en is Benny Hill al een paar jaar dood - moge hij nog lang en vooral vredig in zijn graf rusten - dus dat telt niet echt. Relevanter zijn de varianten die Maartje, X, Priscilla en Hellun uitdragen.

Maartje is Maarten 't Hart, de klassieke travestiet uit de psychiatrische handboeken. Al sinds z'n vijfde wilde hij graag vrouwenkleren aan en durfde dat niet. Later verzamelde hij moed en een paar jaar geleden waagde hij een publieke coming out. Op datzelfde Boekenbal, overigens. (Wat is dat toch met travestie en de letteren?) Nu gaat hij geregeld als vrouw de straat op. Ter voorbereiding observeerde 't Hart vrouwen jarenlang, als waren ze muizen in een proefopstelling, en legde hij lijsten aan waarin hij noteerde hoe vrouwen in gedrag en beweging van mannen verschillen: een etiquetteboek dat hij als instructieboek beschouwde en uit z'n hoofd heeft geleerd. (27)

Een groot deel van het genoegen dat travestie hem verschaft, bestaat eruit dat hij anders kan zijn dan hij gewoonlijk is: hij spreekt over andere onderwerpen, hij gedraagt zich anders, hij beweegt zich anders. Waar hij geen rekening mee houdt is dat hij, bij al zijn observaties, slechts vrouwen van een bepaald genre heeft bestudeerd - de nette, heteroseksuele, blanke, feminiene burgervrouw. Andere typen vrouwen, zoals Whoopi Goldberg, Ruby Wax, Annemarie Grewel of Jamie Lee Curtis, vallen duidelijk buiten zijn blikveld. 't Hart komt dan ook uit op een uiterst tuttig en behoudend beeld, en verklaart dat vervolgens voor ideaaltypisch 'vrouwelijk'.

Hij doet kortom precies wat al die circulaire onderzoeken doen: eerst zelf wegsnijden wat niet binnen zijn definitie past van wat een man is, kan doen en dragen (waarom zou hij zich als man niet feminien kunnen bewegen?), dan - op grond van een al even specifieke blik - bepalen wat des vrouws is; daarna zet hij die twee tegenover elkaar. En tenslotte dient hij het verkeer te gaan regelen tussen de werelden die hijzelf als diametraal tegenovergesteld heeft gedefinieerd. In tegenstelling tot Tootsie - uit de gelijknamige film, en ook al zo'n prototypische burgertrut - leert hij nooit dat die twee werelden wellicht te integreren zijn.

X, Maartjes verwant, heeft geen naam, want X spreekt zelden hardop. Voor X is travestie verbonden met erotiek en seksualiteit: het aantrekken van jarretelles, kousen, corsetten, beha's, het dragen van wapperende rokken, strakke truitjes, opengewerkt kant, ritselende zijde en ruisend satijn verschaft X een gevoel van opwinding. Misschien wel juist omdat het taboe op grensoverschrijdend gedrag een zekere erotisering van die transgressie met zich mee kan brengen.

Datgeen waaraan X zich overgeeft, is sterk ritueel gekleurd: in plaats van het snelle ochtendlijke wassen-scheren-aankleden is er ineens uitgebreid aandacht voor elke handeling: elke stap, hoe minutieus ook, wordt met opperste concentratie verricht, elk detail met liefdevolle aandacht omringd. Alles staat in het teken van luxe, poëzie, textuur: een esthetiek die X in het mannenleven niet vindt. Voor X is dameskleding een fetisj geworden. X gaat meestal niet de straat op als vrouw. Maar de kans bestaat - zoals regisseur Ed Wood al in 1953 constateerde (28) - dat mannen die er in het geheel niet uitzien als travestiet, onder hun driedelig pak of hun werkmanskleding een keursje dragen, kousen of een satijnen slip.

De Maartje- en de X-variant liggen dicht bij elkaar: ze vatten vrouwen, of elementen die als vrouwelijk zijn gedefinieerd, op als wezenlijk 'anders' en daarom als begeerlijk, benijdenswaardig, bevrijdend of opwindend. Beiden beschouwen hun travestie lange tijd als een pijnlijk en prangend psychologisch probleem dat ze geheim trachten te houden, vaak ook voor eventuele partners. Beiden hebben een vrij strikte scheiding tussen mannen en vrouwen verinnerlijkt; travestie ondergaan ze voorts vooral als een psychologische (soms seksuele) kwestie, geen politieke. En tenslotte zijn het alletwee vormen van travestie die uitsluitend voorkomen onder heteroseksuelen.

De andere twee varianten zijn daarentegen sterk verbonden met homoseksualiteit. Er komt weinig gepsychologiseer en gezielgraaf aan te pas: het zijn theatraler, vrolijker opvattingen van travestie. Priscilla (29) is de homo die zich als damesdiva uitdost; in zekere zin is ze, als ik in Boekenbal-outfit ben, mijn collega. Tegen Priscilla - hier in Nederland vertolkt door bijvoorbeeld Nicky Nicole - wordt regelmatig als bezwaar ingebracht dat ze vanwege haar superfeminiene uiterlijk een karikatuur van vrouwen maakt, en daarom seksistisch, vrouwvijandig en wat al niet zou zijn.

Maar dat is onzin. Vrouwen interesseren Priscilla's namelijk geen lor, net zoals een butch geen man wil zijn maar vooral een positie wil kiezen, of inneemt. Butches streven ongenaakbaarheid na en afstandelijkheid; Priscilla's ambiëren glamour, en glamour is natuurlijk altijd overdreven; daarin ligt nu juist de aantrekkelijkheid ervan besloten. Voor Priscilla's is travestie daarnaast een belangrijke manier om zichzelf te verheffen, zoals de film Paris is Burning (30) liet zien: je kunt jezelf er (tijdelijk) mee op gelijke hoogte stellen als je idool, de armetierigheid van je gewone geploeter en problemen even achter je laten, en met mazzel word je ontdekt en kun je er je geld mee verdienen. En uitsluitend feestelijk is het niet. Priscilla's worden net als butches regelmatig bespot, opgepakt, mishandeld, verkracht en soms vermoord.

De Hellun-variant tenslotte is politiek en cultureel het meest interessant. Hellun Zelluf en haar collega's - Dolly Bellefleur, Miss Mopsie, Vera Springveer - zijn homo's die buitenissige vrouwenkleding aantrekken maar geen moment iets of iemand willen imiteren. Ze stoppen geen vullingen in hun jurken en ontharen hun benen niet: ze trekken een theatrale jurk aan (of husselen traditionele mannen- en vrouwenkledij dooreen) als een methode om te spotten met scheidslijnen tussen vrouwelijkheid en mannelijkheid. Ze parodiëren, ze zijn camp en zeer geëngageerd.

Wat ze doen is subversief, doordat ze fatsoensregels aan hun naaldhak lappen, verwarring stichten, incorrecte standpunten verkondigen en lastige vragen stellen, juist over zulke ogenschijnlijk simpele dingen als ho & he, man & vrouw, netjes & vies, chic & banaal. En nooit zijn ze zielig. Ze gaan nergens onder gebukt, en al zeker niet onder de voor anderen soms zo pijnlijke en nauwelijks te torsen last van sekse, geslacht of seksuele voorkeur. Ze zijn wie ze zijn en anderen hebben dat maar te accepteren; zo niet, dan vechten ze gewoon terug en doen dat bij voorkeur met een valse opmerking, of door elegant doch bitchy hun nagels uit te slaan.

Het onbetwiste hoogtepunt in de geschiedenis van de Nederlandse travestie was dan ook het moment waarop Hellun Zelluf en Maartje 't Hart samen bij Jan Lenferink zaten, beiden in vol ornaat, en aldaar pontificaal botsten. Maartje vroeg via Jan het Nederlandse volk zedig om begrip, en blikte tragisch-hoopvol in de camera. Hellun liet haar mond vilein krullen, nam Maartje van top tot teen op en voegde haar toe: 'Begrip? Voor zo'n jurk als jij draagt? Ik zou er nog niet eens de áárdappels in willen schillen.' Daarna hield ze een provocerend betoog over aids, plezier en safe sex. Maartje was subiet knock-out.

Als dat geen politieke controverse was, dan weet ik het niet: Hellun maakte met één sneer duidelijk dat travestie niet over zieligheid doch over strijd ging, dat er zoiets als betreurenswaardige tuttigheid bestaat, dat ook mannen kunnen ruziën over jurkjes, en dat een en ander ervan verband houdt met definities van vrouwelijkheid. Chapeau, Hellun.

Werk in uitvoering

Komen we eindelijk bij de omgebrachte partners. Transseksuelen identificeren zich in veel opzichten - uiterlijk, kleding, gedrag, sociale rol, zelfbeeld - met het andere geslacht en willen definitief overstappen: ook fysiek. De genderrol van de andere sekse aannemen is hun niet voldoende: juist het lichaam dient, voor zover mogelijk, gecorrigeerd te worden. Ze willen lid worden van de andere sekse.

Niet alleen voor transen zelf brengt zo'n beslissing veel met zich mee: ook voor hun directe omgeving. Niet voor niets worden geliefden, ouders en kinderen van transen regelmatig aangeduid als 'nabestaanden'. Die verliezen hun vriendin, vader of dochter en krijgen daar - tenminste, als ze ertegen kunnen - een vriend, moeder of zoon voor terug. Veel familie- en vooral liefdesrelaties lopen erop spaak.

In de liefde is transseksualiteit een hoogst ongewoon probleem: stel dat de verhouding blijft bestaan, dan krijgt die een nieuwe naam toebedeeld en wordt die maatschappelijk totaal anders ingeschat. Want wat eerst een homoseksuele verhouding was heet nu heteroseksueel, en omgekeerd - maar de mensen blijven dezelfde. De liefde en affecties vaak ook; zelfs wat de seks betreft hoeft er niet idioot veel te veranderen. (31)

Toch blijkt de stap je te laten ombouwen vaak een breekpunt te zijn, juist vanwege die nieuwe maatschappelijke positie die een transseksueel inneemt en de veranderde blik op hun verhouding: veel partners vrezen statusverlies en discriminatie (en sommigen zijn niet bestand tegen het deel worden van een homoseksuele verhouding). Transseksuelen vrezen dat natuurlijk ook, maar zij zien voordelen die zulke nadelen overstijgen. Wie trans is of nauw met een transseksueel te maken heeft, moet kortom heel hard gaan nadenken over wat homo- en heteroseksualiteit nu eigenlijk inhouden, en merkt dat die begrippen een vlottender karakter hebben dan gewoonlijk wordt aangenomen.

Transseksualiteit is voer voor iedereen die zich vermoeit met het lichaam-geest probleem, of met kwesties rond natuur/cultuur. Het fysiek klopt niet met het hoofd, de sekse die iemand heeft correspondeert niet met zijn of haar geslachtsidentiteit, en niemand weet goed waardoor dat komt. Eerder is wel getracht die 'breuk' tussen lichaam en geest te herstellen door middel van psychotherapie; de gender-identiteit moest gehermodelleerd worden, zodat die wél zou passen bij de sekse. Zulke exercities waren tamelijk vruchteloos.

Sinds de Tweede Wereldoorlog worden sekse-operaties uitgevoerd, waarbij het lichaam wordt aangepast aan de gender-identiteit. Die aanpak is aanzienlijk succesvoller. En spectaculairder, zeker gezien de strikte seksenscheiding die wij kennen. Toen 1952 bekend werd gemaakt dat een voormalig soldaat zich had laten ombouwen tot vrouw en nu als Christine Jorgenson door het leven ging, sloeg dat nieuws in als een bom en was het overal in het Westen voorpaginanieuws. Jorgenson was niet de eerste, het gebeurde al jaren in het geniep, maar ze was wel de eerste die het publiek maakte.

Maar ook voordat medici zich over transen ontfermden, kwam de vraag voor en waren er oplossingen. De hijras in India - mannen die vrouw werden, die lange tijd een min of meer heilige status hadden en tegenwoordig vooral via de prostitutie overleven - lieten zich door een oudere, ervaren hijra castreren. In Japan bestaat een vergelijkbare traditie. De Amazones lieten hun borsten afzetten en leefden daarna als mannen. Een combinatie van travestie, castratie en - tsja, nu zou je zeggen 'prothese' - is in veel culturen gewoon geweest; sterker, de mensen die die stap zetten, werden vaak priesters en priesteressen. Er is overigens een hele ris hermafrodiete of seksueel ambivalente goden. (32)

In Nederland zijn tot op heden ongeveer 1700 operaties uitgevoerd. Transseksualiteit komt niet vreselijk veel voor: het gaat hier om ongeveer 50 op de miljoen mensen. (33) Dat percentage wisselt: in Singapore - waar het klimaat jegens transseksuelen eveneens redelijk is, gaat het om vier keer zoveel mensen: 200 mensen per miljoen.

In Nederland neemt de vraag naar een sekse-operatie de laatste jaren gaandeweg toe; men speculeert dat dit komt door de grotere openheid over het fenomeen. De verhouding tussen vrouw-naar-man (FtM) transseksuelen en man-naar-vrouw (MtF) transseksuelen is bijna overal constant, namelijk 1 op 2,5. Intrigerend en tot nu toe onverklaard is dat alleen in voormalige Oostbloklanden die verhouding radikaal anders ligt: daar zijn ruim vijf maal meer vrouwen dan mannen die zich zouden willen laten ombouwen. (34)

De diagnostische criteria voor transseksualiteit zijn nauw omschreven, en alle transen melden inderdaad netjes juist die problemen: 'het gevoel met de verkeerde sekse te zijn geboren ... een gevoel van vervreemding jegens het eigen lichaam, waarbij alle sekse-kenmerken als afstotend worden ervaren ... een sterke wens op het andere geslacht te lijken ... het verlangen om ook door anderen als lid van het andere geslacht te worden aanvaard.' (35)

Het is echter zeer de vraag of transseksuelen die afkeer van hun oorspronkelijke geslachtsdelen wel zo sterk ervaren als de medische literatuur het voorstelt. Vrouw-naar-man transseksuelen willen hun vagina vaak zelfs houden - deels omdat wat er aan penisconstructie mogelijk is nu niet bepaald het summum is, en deels omdat testosteron slikken de clitoris dusdanig vergroot dat je 't daarmee als man nog heel aardig redt, zeker wanneer je namaak-zaadballen laat implanteren - en blijken daarmee redelijk tevreden te zijn; (36) ook man-naar-vrouw transseksuelen hebben hun penis lang niet allemaal zo gehaat als de boeken beweren.

Wat veeleer het geval is, is dat mensen die in aanmerking willen komen voor een sekse-aanpassing verduveld goed weten wat de medisch-psychiatrische criteria voor acceptatie zijn, en hun verhaal prompt op maat snijden voor de therapeuten die de diagnose moeten stellen. Zodat de medici telkens aangenaam verrast zijn te horen hoe goed hun criteria de werkelijkheid dekken - zich niet realiserend dat dat éne wetenschappelijke boek dat er over transseksualiteit bestond, jarenlang van hand tot hand ging en door elke kandidaat zo ongeveer uit het hoofd werd geleerd voordat ze op gesprek gingen. (37) En o wonder: transseksualiteit blijkt aanzienlijk diverser dan de terzake bevoegde medici ooit hebben kunnen bevroeden.

Transseksualiteit is de enige ingreep die pas uitgevoerd wordt nadat de kandidaat anderhalf tot twee jaar 'stage' heeft moeten lopen. Wie eenmaal geaccepteerd is als patiënt, mag met de hormoonkuur beginnen en moet onderwijl de real-life test doen. Pas wanneer die stage is volbracht, volgt de operatie (in de wandeling: 'het ombouwen').

De hormoonkuur zet een aantal lichamelijke processen in gang. Vrouwen worden gespierder, hun heupen smaller, hun gezicht en kaak breder, ze krijgen baardgroei en borsthaar, hun stem daalt, hun clitoris groeit. Mannen krijgen een zachtere huid, ze ontwikkelen borsten, hun heupen dijen uit, hun seksuele behoefte neemt af en hun penis wordt kleiner. Mannen krijgen daarnaast vaak logopedische hulp om hun stem van timbre te laten veranderen en moeten aan de electrolyse om baard-, snor-, borst- en een deel van het schaamhaar kwijt te raken. De hormonen moet je de rest van je leven blijven slikken.

Tijdens de real-life test verplichten genderteams transen om te leven als waren zij al lid van het andere geslacht. Dat is bepaald geen eenvoudige opgave. Het verschil tussen biologische sekse en sociaal geslacht wordt prangend, vooral voor man-naar-vrouw transen: het is uiterst lastig om verplicht als vrouw door het leven te moeten gaan terwijl je nog steeds een five'o'clock shadow hebt, er een bobbel onder je jurk zit, je kaak erg vierkant is, je amper borsten hebt en je stem laag klinkt.

Bovendien krijg je, zolang je sekse wettelijk nog de oude is, te maken met vernederende identificatie-kwesties en ontstaan er allerlei pijnlijke conflicten tussen sociaal geslacht en geregistreerde sekse. Telkens als de stagiaire paspoort, rijbewijs, giro-afschriften of ander papierwerk moet laten zien, ontstaan er problemen.

Allerlei instanties willen je voornaam en de V of M op je papieren (38) alleen dan veranderen wanneer je je geboortepapieren wettelijk hebt laten aanpassen. En dát kan weer pas als je helemaal 'klaar' bent. En wie nog in de verbouwing zit, valt tussen twee werelden. Mag je lid blijven, of worden, van de voetbalclub? Mag je het vrouwencafé al in, of nog in? Welke kleedhokjes moet je nemen in het zwembad? Naar welke wc's dien je te gaan? Mag je de hamman in? Moet je op de vrouwen- of op de mannenafdeling in het ziekenhuis als je je been hebt gebroken? Wat zeggen medewerkers van het kledingmagazijn als je de damespashokjes wilt gebruiken? Veel instanties hanteren hun voor zulke situaties hun eigen, meestal strenge regels. In Nederland worden onaffe man-naar-vrouw transseksuelen die tot hechtenis zijn veroordeeld, opgesloten in mannengevangenissen. (39) Werkgevers verbieden onaffe transseksuelen regelmatig gebruik te maken van de wc's die bij hun nieuwe genderrol horen. Fijn plan, om een sociale vrouw te verplichten naar de mannen-wc te gaan of haar detentie in de mannengevangenis uit te zitten. Zo sterkend voor het karakter, ook.

Genderteams blijken er bovendien regelmatig een conservatieve opvatting op na te houden over wat des mans en des vrouws is: dat zet een tamelijk sterk stempel op die 'stage'-periode. Zo struikelen in de VS kandidaten regelmatig over het feit dat ze niet homoseksueel mogen zijn: dan zijn ze geen 'goede' vrouwen of mannen in spe.

Leden van genderteams in Nederland zijn evenmin per definitie vooruitstrevend. Professor Gooren, de enige transprofessor in dit land, deskundige en voortrekker bij uitstek en een man wiens moed in de medische wereld uitsluitend lof verdient, is in zijn rolopvattingen jammerlijk ouderwets. 'Echte' vrouwen willen volgens hem dat mannen de deur voor hen openhouden en zijn niet feministisch. (40) Een goede vriend van mij, die als meisje feminist was en erg met de homo's heulde, heeft bij de VU als een leeuw moeten vechten om als aanstaande man zijn feministische opvattingen te mogen blijven huldigen; hij is helaas niet de enige.

Er zijn nogal wat transseksuelen die het bij de hormonen laten: ze gaan niet onder het mes. Soms is een operatie nooit hun bedoeling geweest, en was het voorwenden van die wens de enige methode die ze zagen om de felbegeerde hormonen op recept te krijgen. Soms kunnen ze de operatie simpelweg niet betalen. (Nederland is een van de weinige landen waar deze operatie door het ziekenfonds wordt vergoed.)

In transkringen is dientengevolge een heel scala aan denominaties ontstaan: je kunt pre-op zijn (nog niet geopereerd), post-op (klaar met de operaties) of non-op (dan laat je het bij de hormonen, eventueel aangevuld met borstafzetting of -vergroting en electrolyse). In toenemende mate prefereren mensen die doelbewust non-op zijn, zich transgender te noemen in plaats van transseksueel: zij ambiëren juist de ambivalente status en willen per se niet honderd procent man of vrouw zijn. Ze zouden sekse en geslacht willen overstijgen.

In Nederland is inmiddels een belangengroep voor transgenderisten opgericht, de Stichting René(e). Jammer is dat zij op hun beurt een medisch etiket nastreven - ze willen dat de VU transgenderisme als aparte categorie erkent en een officiële status verleent - en zich daarbij tamelijk klaaglijk opstellen. Ze zouden beter de zelfwerkzaamheid kunnen bevorderen. Borstoperaties kunnen overal plaatsvinden, daar heb je geen transteam voor nodig, en hormonen zijn ook buiten de VU om te bekomen. Hoe dachten ze dat transseksuelen het überhaupt zover hebben geschopt dat de operaties die ze ambiëren, thans onderdeel uitmaken van het medisch bedrijf? Door te beginnen via het illegale circuit, natuurlijk...

Wat me overigens schrik inboezemt is dat Louis Gooren in reactie op de wensen van transgenderisten niet veel anders wist te zeggen dan: 'Ik kan me niet in hen verplaatsen,' en dat een grond acht om hen af te wijzen. (41) De gotspe ervan is adembenemend: alsof Gooren zich wél kan verplaatsen in transseksuelen die netjes aan alle definities uit zijn handboeken voldoen. Het is onkunde, en - naar ik vrees - een uiting van conservatief denken over sekse. Iets met het streven naar bi-polariteit, zou je haast vermoeden. Terwijl het interessante van transgenderisten nu juist is dat zij de vigerende definities van sekse en gender niet zonder slag of stoot aanvaarden.

Explosieve transseksuelen

Wat dat laatste betreft valt er veel te leren van transseksuelen. Hun levensgeschiedenissen halen een aantal vaste noties radikaal omver: feministische theorieën, opvattingen over wat homoseksualiteit is, juridische concepten over gezin en relaties.

Om bij de feministische theorie te beginnen: de stelling dat vrouwen tot vrouw worden gemaakt op grond van hun lichaam ligt aan de basis van elke feministische theorie. Maar transseksuelen bewijzen dat die stelling niet altijd opgaat. Er zijn mensen die een mannenlichaam hebben en een vrouwelijke identiteit ontwikkelen - een onmogelijkheid binnen de feministische theorie. Hoe kun je 'ervaren' dat je vrouw bent, wanneer je niet aan de theoretische voorwaarden voldoet die een vrouw tot vrouw maken? En wat is dat eigenlijk, 'ervaren' dat je een vrouw bent? Hoe voelt dat? (42)

De geslachtelijke identiteit van transseksuelen wordt nu juist níet bepaald door hun biologie; hun gender-identiteit blijkt onafhankelijk van hun lichamelijke sekse, of van de noties die de cultuur aan zo'n lichaam verbindt, tot stand te zijn gekomen. Dat lijkt het ultieme bewijs tegen zowel 'biology is destiny' als tegen 'socialization is destiny'.

Inez Orobio de Castro heeft een schitterend proefschrift aan deze kwestie gewijd. (43) Feministen theoretisch de mantel uitvegen op dit gebied was meer dan terecht, maar hilarisch wordt het pas wanneer ze de juridische kant van de zaak beschrijft. In 1982 werd in Nederland een wet aangenomen die het transseksuelen mogelijk maakte om ook legaal van sekse te veranderen. Wie in aanmerking wil komen voor zo'n wettelijke wijziging, dient aan drie voorwaarden te voldoen:


  • De operatie moet onomkeerbaar zijn (onder andere om misbruik te voorkomen (44));
  • Wie getrouwd is moet eerst scheiden, aangezien de wet huwelijken tussen twee mensen van gelijke sekse uitsluit;
  • Reproduktie moet voortaan onmogelijk zijn (wat zoveel wil zeggen als: alles eruit of eraf), zodat er geen kinderen geboren kunnen worden uit ouders van wie de wettelijke sekse afwijkt van de biologische sekse.

Een beperking is dat de wettelijke sekse-verandering niet met terugwerkende kracht kan worden geëffectueerd, om verwarring over ouderschap te voorkomen. Anders was een FtM mamma na de legale sekse-wijziging namelijk ineens wettelijk vader van het kind en zou dat kind derhalve ineens twéé vaders hebben: de nieuwe, zojuist verbouwde vader en de oude, biologische vader.

So far, so good. De wetgever rustte tevreden achterover: het familierecht (biologische afstamming, wettelijk ouderschap, het heteroseksuele huwelijk) gered en toch was er een mooie plaats ingeruimd voor de transseksueel.

De werkelijkheid is echter lastiger dan de wetgever zich wilde realiseren, en bovendien staat de werkelijkheid niet stil. Neem nu het geval, begint Orobio de Castro fijntjes, dat een vrouw die een kind heeft, een sekse-operatie laat uitvoeren. Zulke dingen komen voor, nietwaar. Daarna laat deze verse meneer zijn sekse wettelijk aanpassen. Aangezien hij nu legaal een man is, mag hij met een vrouw trouwen. Hij doet dat. Vanwege het verbod op een terugwerkende wettelijke status is deze meneer thans wettelijk de man van zijn echtgenote én de moeder van zijn kind. De genetische én de legale moeder van dat kind, let wel. Maar hij en zijn nieuwe echtgenote mogen dat kind niet adopteren van de wetgever, aangezien in dat geval 'de adoptie van het kind zou geschieden door twee vrouwen,' (45) en dat vinden wij niet goed.

Stel nu - en Orobio de Castro gaat er nog eens goed voor zitten - dat de vrouw van deze nieuwbakken man zwanger raakt (bijvoorbeeld via de spermabank) en een kind krijgt. Omdat hij met haar getrouwd is, wordt het kind automatisch geëcht. Zo zit de wet nu eenmaal in elkaar: mannen worden wettelijk vader wanneer hun echtgenote bevalt, of het kind nu genetisch van hen is of niet. Van dit tweede kind is hij dus de wettelijke vader. Hij is derhalve tegelijkertijd wettelijk echtgenoot, wettelijk vader en wettelijk moeder. De wet heeft zichzelf vastgeredeneerd.

We hebben hier dan iemand die uiterlijk, sociaal en wettelijk een man is. Een man die legaal gezien zowel vader als moeder is. Die de genetisch moeder van z'n eerste kind is. Die, wanneer zijn eigen voortplantingsorganen als criterium worden genomen, überhaupt geen sekse heeft.

Het kan nog ingewikkelder. Voortplanting kan tegenwoordig via omwegen, de technologie ontwikkelt zich immers rap. (46) Wanneer de transseksueel die hier als voorbeeld dient, voorafgaand aan de operatie haar eicellen zou laten invriezen, daarna van sekse verandert en trouwt, kunnen hij en zijn vrouw die eitjes laten bevruchten via een donatie van de spermabank en ze bij de echtgenote laten nestelen. (Let op: haar eicellen in de baarmoeder van zijn vrouw.) Dan is deze man zowel de wettelijke vader als de genetische moeder van dit nieuwe kind.

Denk alle betrokkenen er eens bij: want dit alles speelt zich uiteraard niet in een vacuüm af. Haar voormalige man (van wie ze scheidde toen zij een hij werd) is de genetische en wettelijke vader van het eerste kind. Ergens loopt een zaaddonor rond die de genetische vader is van het tweede kind, geboren na de operatie, waarvan onze trans de wettelijke vader is. De trans zelf is inmiddels niet langer de dochter van haar ouders, maar hun zoon. Hij is geen zusje meer, maar een broer. En de genetische en wettelijke moeder van zijn eerste kind.

Niet dat dat de mensen in kwestie problemen hoeft te berokkenen. Maar de wetgever kan het eenvoudig niet bijbenen. Orobio de Castro: 'De wet baseert zich op registratie: ouderschap is legaal ouderschap indien geregistreerd. Door registratie te weigeren gebruikt de wet haar macht, maar tegelijkertijd blijkt daaruit haar beperking. Gezien de diversiteit in leefstijlen, keuzes en ervaringen die mensen tentoonspreiden, grenst het aan magisch denken wanneer de wetgever weigert iemands feitelijke situatie te documenteren en te denken dat de kous daarmee af is.' (47)

En o ja, een transseksueel die getrouwd is en een sekse-operatie laat uitvoeren, maar géén wettelijke sekse-verandering aanvraagt, kan natuurlijk gewoon getrouwd blijven. Het homohuwelijk is dus allang een feit. Wettelijk wordt weliswaar de fictie opgehouden dat dit nog altijd een heteroseksueel huwelijk is, maar sociaal gezien is het een huwelijk tussen twee mensen van dezelfde sekse.

Had er trouwens al iemand bij stilgestaan wat er wettelijk gezien gebeurt wanneer Jamie Lee Curtis, of een van die andere vele eerder genoemde intersexuelen, trouwt? Misschien moeten degenen die zich tegen het homohuwelijk verzetten op grond van de gedachte dat alleen man en vrouw dat recht toekomt, die wet nu eindelijk eens gaan handhaven. Want duizenden mensen hebben er al de hand mee gelicht.

Gezien dit alles, stelt Orobio de Castro, is er een eenvoudige doch waarlijk revolutionaire oplossing: simpelweg afstappen van de registratie van sekse. Wettelijk gezien gaat die toch nergens over, want de wet kijkt niet naar lichamen maar uitsluitend naar geboortebewijzen - naar papier, derhalve. De wet interesseert het niet welke sekse iemand is toegekend, de wet gaat pas kijken wanneer je je registratie daarvan wilt veranderen.

De enige reden daarvoor is het vasthouden aan inmiddels zwaar verouderde opvattingen over sekse, voortplanting en gezinsverhoudingen, die gebaseerd zijn op vanzelfsprekende heteroseksualiteit plus de gedachte dat mensen mannen dan wel vrouwen moeten zijn, en dat het onderscheid tussen die twee klip en klaar is.

'Wanneer ouderschap niet langer op basis van sekse wordt toegekend en de wet niet langer zou onderscheiden tussen moederschap en vaderschap, en wanneer verantwoordelijkheid (oftewel sociaal ouderschap) in plaats van afstamming het criterium zou zijn om de wettelijke relaties tussen volwassenen en kinderen te regelen; wanneer heteroseksualiteit kortom niet langer de grondslag voor wettelijke arrangementen zou zijn, welk rationeel argument zou dan de registratie van sekse bij de geboorte kunnen rechtvaardigen? Geen enkel.' (48)

Ronduit geniaal. Het lost veel problemen op. Geen gedoe meer met de registratie van kinderen van wie de sekse niet meteen bij de geboorte duidelijk is; laat ze zelf maar zien, later, als ze groot zijn en een mening kunnen hebben. Geen idiote discussies meer over het homohuwelijk, want twee mensen kunnen altijd trouwen. Geen anatomische wettelijke vaders die genetisch moeder zijn. Geen genetische vaders die tegelijk sociale moeders zijn. Geen transseksuelen die hun rijbewijs niet durven laten zien omdat ze dan mot krijgen. Inderdaad: waarom zouden we sekse van overheidswege registreren?

Je wordt te pas, en vooral te onpas, gevraagd te rapporteren wat je sekse is. De premisse is telkens dat je dat ook kúnt: zeggen tot welk van de twee aangegeven seksen je behoort. Doorhalen wat niet van toepassing is - maar een streep door beide zetten, kan en mag niet. Overal doemt die vraag op: wanneer je een Airmiles-pasje aanvraagt, wanneer je een verhuisbericht wilt invullen voor de PTT, wanneer je meedoet aan een onderzoek naar energie-besparing van het GEB en wanneer je een reisje naar Torremolinos bestelt. Zelfs wanneer ik me op Internet bij de een of andere site wil laten registreren om daar hun pagina te kunnen doorzoeken of software te downloaden, willen ze ineens weten of ik man of vrouw ben - terwijl dat er toch werkelijk niet toe doet en er op dat moment bovendien belangrijker vragen te stellen zijn, bijvoorbeeld naar welk type programmatuur mijn belangstelling uitgaat. Waarom ze dat vragen? Uit gewoonte, vermoedelijk, of opdat ze 'mevrouw' voor mijn naam kunnen zetten wanneer ze me een brief of e-mailtje sturen. Maar met een keurige aanhef als 'Geachte klant' of 'Beste K. Spaink' heb ik toch werkelijk geen reden me geschoffeerd te voelen?

Natuurlijk, er zijn onderzoeken en statistieken waarin het nut heeft om te weten tot welke sekse mensen behoren. Maar het zou zinnig zijn er voortaan niet zo volautomatisch van uit te gaan dát het uitmaakt, sekse, en misschien moeten er meer opties worden aangegeven dan alleen die twee: M/V. Al was het maar om het besef te bevorderen dat er meer bestaat dan die twee varianten alleen.

Bovendien, soms heeft onderzoek juist te lijden doordat sekse zo serieus genomen wordt of als allesbepalend wordt beschouwd, en komen heikele kwesties op die manier slechts met grote moeite boven tafel. Pas toen ook jongens en mannen uit eigener beweging meldden met incest van doen te hebben gehad, drong het tot onderzoekers en hulpverleners door dat ze een groep systematisch over het hoofd hadden gezien. In theorie, behandeling en signalering van incest werden jongens categorisch uitgesloten - niet omdat uit observatie was gebleken dat die ervaring bij jongens niet voorkwam, maar omdat de fixatie op sekse verhinderde dat die observatie überhaupt gemaakt kon worden.

Hetzelfde geldt voor andere vormen van seksueel geweld: onze fixatie op mannen als daders en op vrouwen als slachtoffers verhindert dat tot mensen doordringt dat ook vrouwen seksueel geweld kunnen plegen. Vrouwen verkrachten, vrouwen mishandelen, vrouwen plegen seksuele intimidaties; de slachtoffers zijn soms mannen, meestal vrouwen. (49) Vrouwen doen het aanzienlijk minder vaak dan mannen, dat is een feit, maar ze doen het. En het is hoog tijd dat we dat leren zien.

Laat ons sekse minder serieus nemen. En het is tijd dat niet de overheid de registratie ervan pleegt, maar dat mensen zichzelf mogen benoemen; opdat zijzelf kunnen bepalen of ze man of vrouw zijn, of iets daar tussenin, en iets makkelijker van positie kunnen veranderen als ze dat willen.

En tenslotte lijkt het me een goed plan in kwesties van sekse en geslacht niet langer te redetwisten over natuur versus cultuur, over biologie versus opvoeding. Die twee begrippen zijn recursief en gaan bezwangerd van vooronderstellingen. Er is geen natuur versus cultuur. Er is alleen mixtuur.



Noten:

  1. Annemarie Mol: 'Wie weet wat een vrouw is... Over de verschillen en verhoudingen tussen wetenschappen', in Tijdschrift voor Vrouwenstudies 21 (1985, nummer 1), p. 10-22. (terug)
  2. 'Several articles in the medical literature have reported on this phenomenon. A piece in the Dictionaire de Science Medicale told of a woman sixty-eight year old, who offered her breast to an infant whose mother had recently died, and soon had sufficient secretions of milk to support the child. A story in an 1874 Charleston Medical Journal and Review tells of a woman sixty years of age who offered her breast, in play, to an infant, and was surprised after three weeks of this amusement to find that she began to secrete milk in excess of its young mother.
    Though it may seem strange that a grandmother, or even a woman who has never been pregnant, can produce milk, it is more surprising that there are a few reported cases in the literature of men suckling their infants and even producing milk. There are a handful of stories relating this particular type of 'abnormal lactation'. One story, told in Voyages to the Polar Sea, involved a Chippewa Indian who, on losing his wife in childbirth, put the baby to his own breast, earnestly praying that he might be able to nourish it and eventually producing enough milk to do so. Another story is of the thirty-two-year-old South American peasant whose wife died in childbirth and who reportedly sustained the child with his own milk. A story in the British Medical Journal, published in 1884, reported how a highly emotional man disturbed by his wife\'s suffering in childbirth fell ill, experienced fullness and pain in his breasts, and began to secrete milk. Male patients with liver disease have been known to secrete a milk-like fluid from their breasts. Clearly, the physiological activities of the mammary glands and the mechanisms by which they are controlled are complex.'
    Uit: Milk, Money and Madness. The Culture and Politics of Breastfeeding, Naomi Baumslag and Dia L. Michels, 1995, p. 53. (Met dank aan Annelies Bon) (terug)
  3. Anne Fausto-Sterling, geciteerd in Nancie Hines: 'The Effects of Menopause on Today's Women', in: Progress: Family Systems Research and Therapyi, 1993, Volume 2, (pp. 87-102). Encino, CA; Phillips Graduate Institute; zie www.phillips.org/hines.htm. (terug)
  4. John Hood-Williams: 'Sexing the Athletes', in Sociology of Sport Journal 12 (1995, nummer 3); zie: www.gre.ac.uk/~j.hoodwilliams/index004.htm. (terug)
  5. ISNA (Intersex Society of North America) FAQ (Frequently Asked Questions), zie www.isna.org/FAQ.html; John Hood-Williams: 'Sexing the Athletes', in Sociology of Sport Journal 12 (1995, nummer 3), zie: www.gre.ac.uk/~j.hoodwilliams/index004.htm. (terug)
  6. William O. Breenan: 'What are you? Male, Merm, Herm, Ferm or Female?', in: Baltimore Morning Sun, 17 maart 1996; zie drycas.club.cc.cmu.edu/~julie/whatru.html. (terug)
  7. Vrijwel alle hieronder genoemde 'afwijkingen' worden behandeld in de Intersex FAQ - de lijst met Frequently Asked Questions - van ISNA, de Intersexual Society of North America, te vinden op www.isna.org/FAQ.html. (terug)
  8. Zie voor AIS ook de AIS Support Group, www.medhelp.org/www/ais>. (terug)
  9. Zie voor CAH ook de pagina van de oudervereniging Magic www.magicfoundation.org/cah.html en www.familyinternet.com/peds/scr/000411sc.htm, een meer medisch georiënteerde pagina. (terug)
  10. Zie voor Klinefelter ook www.genetic.org, bedoeld voor ouders en medici, en www.tmoon.com/ks/, een mooi opgezette pagina van de ouders van een kind met Klinefelter. (terug)
  11. CDC Press Releases: Hypospadias Trends in Two US Surveillance Systems, www.cdc.gov/od/oc/media/pressrel/hypospad.htm. Het CDC - Centers for Disease Control en Prevention - is een instantie in de VS die epidemiologisch onderzoek verricht. (terug)
  12. The Turner's Syndrome Society of the US: www.turnersyndrome.org. (terug)
  13. Voor gonadal dysgenesis in het algemeen, zie muscat.gdb.org/bio/con/medl/meshdesc/MESH/meshdesc?mn=C13-371-820-700-842-309-388. Voor een specifieker verhaal, zie Mohammed Qurton: 'Mixed Gonadal Dysgenesis with Structural Anomalies of the Y Chromosome', Annals of Saudi Medicine, 1994 nummer 3; www.kfshrc.edu.sa/annals/143/1435.html. (terug)
  14. ISNA Intersex FAQ, www.isna.org/FAQ.html. (terug)
  15. Anne Fausto-Sterling schat dat het om 1 tot 4 procent van de bevolking gaat. Myths of Gender. Biological Theories about men and women, Basic Books, New York 1992. (terug)
  16. Diagnose vindt lang niet altijd plaats, of soms ontdekken de mensen in kwestie pas later wat er aan de hand is: tijdens de puberteit (bijvoorbeeld doordat hun menstruatie uitblijft of wanneer ze onverwacht borsten ontwikkelen), of als volwassene, wanneer ze een vruchtbaarheidsonderzoek hebben laten uitvoeren omdat ze er niet in slagen een kind te maken. (terug)
  17. Prof. Cohen, geciteerd in Gerbrand Feenstra: 'Het is een, eh...', in: de Volkskrant, september 1994. (terug)
  18. Suzanne Kessler: 'The Medical Construction of Gender: Case Management of Intersexed Infants', in: Signs: Journal of Women in Culture and Society 16 (1990, nummer 1), p. 3-26. (terug)
  19. ISNA: www.isna.org; GMSSN: home.t-online.de/home/Boedeker_Spreitzer_GbR/is_homep.htm; Intersex Voices: www.qis.net/~triea. (terug)
  20. Een van de conclusies van ISNA luidt: 'For most of us, this management model has led to profoundly harmful sorts of medical intervention and to neglect of badly needed emotional support. Our intersexuality - our status as individuals who are neither typical males nor typical females - is not beneficially altered by such treatment. Instead, it is pushed out of the view of parents and care providers. This 'conspiracy of silence' - the policy of pretending that our intersexuality has been medically eliminated - in fact simply exacerbates the predicament of the intersexual adolescent or young adult who knows that s/he is different, whose genitals have often been mutilated by 'reconstructive' surgery, whose sexual functioning has been severely impaired, and whose treatment history has made clear that acknowledgment or discussion of our intersexuality violates a cultural and a family taboo.' www.isna.org/recommendations.html. (terug)
  21. Kim Klausner: 'Intersexuals: Exploding the Binary Sex System', in: Sojourner januari 1997, p 7-8. (terug)
  22. Leslie Feinberg: Stone Butch Blues, Firebrand Books, Ithaca NY 1993. (terug)
  23. Aphrodite Jones: All S/He wanted, Pocket Books / Simon & Schuster, New York 1996. (terug)
  24. Wendy Chapkis: Beauty Secrets. Women and the Politics of Appearance, The Women's Press, London 1988. (terug)
  25. De vrouwen van de Albanese Klementi konden, als ze zworen dat ze niet zouden trouwen, worden opgenomen bij de mannenclan: ze aten dan met de mannen, kleedden zich als mannen, droegen wapens en deden mannenwerk. Leslie Feinberg, Transgender Warriors, p. 33. (terug)
  26. Leslie Feinberg, Transgender Warriors, p. 37. (terug)
  27. Hans den Hartog Jager & Jhim Lamoree: 'Maartje en Mensje', in: IHP/De Tijd, 25 september 1992. (terug)
  28. In Glen or Glenda (1953). Edward Wood jr. regisseerde de film en speelde onder het pseudoniem Daniel Davis tevens beide titelrollen. Wood heeft de reputatie de slechtste Amerikaanse filmmaker aller tijden te zijn; niettemin is Glen or Glenda slim gemaakt en bij vlagen ontroerend. Soms ook pathetisch, ja. (terug)
  29. Naar de film The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert (1994), geregisseerd door Stephan Elliott. (terug)
  30. Geregisseerd door Jennie Livingston (1990). (terug)
  31. Het verlies van een penis die met de man-naar-vrouw operatie gepaard gaat, kan met hulpmiddelen zoals een dildo of vibrator worden ondervangen; veel vrouw-naar-man transseksuelen houden hun vagina. Verder is in langer durende verhoudingen geslachtelijk verkeer vaak minder belangrijk geworden. (terug)
  32. Leslie Feinberg: Transgender Warriors. Making History from Joan of Arc to RuPaul, Beacon Press, Boston 1996. (terug)
  33. De discrepantie tussen beide getallen - 1700 Nederlanders zijn geopereerd en 5 op de 100.000 Nederlanders wordt als trans gediagnostiseerd - komt voort uit de inhaalmanoeuvre die gepleegd is: de operaties van oudere transseksuelen, voor wie eerder alleen minder bevredigende oplossing voorhanden waren. (terug)
  34. Cijfers afkomstig uit A. Bakker, PJM. van Kesteren, LJG. Gooren en PD. Bezemer: 'The prevalence of transsexualism in the Netherlands', in: Acta Psychiatr. Scand. 1993: 87, p. 237-238. (terug)
  35. Deze definitie van transseksualiteit is algemeen geaccepteerd. Overgenomen uit A. Bakker, PJM. van Kesteren, LJG. Gooren en PD. Bezemer: 'The prevalence of transsexualism in the Netherlands', in: Acta Psychiatr. Scand. 1993: 87, p. 237-238; vertaling van mij. (terug)
  36. Martijn Antonio: Mannen onder elkaar. Vrouw-naar-man transseksuelen over relaties en seksualiteit, scriptie sociologie UvA 1995. (terug)
  37. Het bewuste boek is Harry Benjamin: The Transsexual Phenomenon uit 1966. De anekdote wordt onder meer vermeld in Sandy Stone: The 'Empire' Strikes back. A Posttranssexual Manifesto, 1987/1993. Zie www.actlab.utexas.edu/~sandy/empire-strikes-back. (terug)
  38. Tegenwoordig komt op steeds meer papieren M of V te staan. Een goede vriendin schreef me: 'Toen ik pas in de verbouwing zat, had ik natuurlijk nog een paspoort met een oude foto (baard, dreadlocks) erop - maar zonder 'm' of 'v'. Op mijn nieuwe paspoort klopte de foto wel, maar toen stond die gehate 'm' er ineens bij: omdat dat moest van Europa.' (terug)
  39. Op 25 februari 1997 zette de Rotterdamse rechtbank om die reden een betrekkelijk korte gevangenisstraf om in sociale dienstverlening. 'Transseksueel hoeft niet naar gevangenis voor mannen', NRC Handelsblad, 26 februari 1997. (terug)
  40. Mededeling van Gooren in een gesprek in 1992. (terug)
  41. Mededeling van Gooren tijdens een openbaar college over transseksualiteit, VU, 28 november 1996. Inmiddels schijnt hij zijn opstelling te hebben genuanceerd. (terug)
  42. Hoe het komt dat mensen gaandeweg tot de overtuiging komen dat hun gevoel dat er ergens iets mis is, verband houdt met hun sekse en zo stellig weten dat ze in het 'verkeerde' lichaam - of althans: in de 'verkeerde' sekse - zijn geboren, is onopgehelderd, en hoogst intrigerend. Waarom denkt nu nooit eens iemand dat hij of zij in de verkeerde kleur is geboren, zoals Arjan Ederveen suggereerde in een aflevering van 30 minuten? Ederveen trok een pijnlijke parallel met transseksualiteit door een Groningse boer te spelen die ervan overtuigd was dat hij 'eigenlijk' bosneger was en zich derhalve liet ombouwen. Hij doorliep daarbij een hulpverlenersparcours dat als twee druppels water op dat van de genderteams leek, inclusief de real-life test. (terug)
  43. Inez Orobio de Castro: Made to Order. Sex/Gender in a Transsexual Perspective, Het Spinhuis, Amsterdam 1993. (terug)
  44. De Tweede Kamer was tamelijk benauwd voor fraude op dit vlak; wat moeten ze zich in het hoofd hebben gehaald? Er was een parlementariër die bloedserieus suggereerde dat mannen een sekse-operatie zouden kunnen laten uitvoeren om uit militaire dienst te blijven. Welke man zou alleen daarom in hemelsnaam zijn geslachtsorganen laten verwijderen, of borsten laten groeien? (terug)
  45. Tweede Kamer der Staten Generaal: Nadere regelingen ten behoeve van transseksuelen nr. 3, 1981-1982, p. 26; geciteerd in Made to Order, p. 78. (terug)
  46. Het familierecht heeft het, los van transseksualiteit, sowieso zwaar te verduren als gevolg van nieuwe voortplantingstechnieken waardoor 'ouderschap' in verschillende facetten is opgebroken. Er zullen in de nabije toekomst problemen ontstaan over wettelijk moederschap wanneer een vrouw een kind baart na een eicel-donatie door een andere vrouw, net zoals draagmoederschap de wetgever momenteel al hoofdbrekens kost. De vraag zal opkomen wat belangrijker wordt geacht: wie zwanger is en baart, wie genetisch materiaal heeft aangeleverd, of wie daadwerkelijk opvoedt. (terug)
  47. Made to Order, p. 80. (terug)
  48. Made to Order, p. 84. (terug)
  49. Zie Dames als daders. Mishandeling, incest en ander grof vuil, elders in dit boek. (terug)

Copyright Karin Spaink.
Deze tekst wordt uitsluitend
voor persoonlijk gebruik aangeboden.