Jubileum

Afgelopen zaterdag hebben Christiane en ik een groot feest gegeven in Desmet vanwege onze 25-jarig vriendschap. We hadden oude en nieuwe vrienden uitgenodigd, waaronder ook veel mensen die we uit het oog waren verloren. Er waren idioot veel mensen, iedereen mengde wonderwel, we hebben enorm veel gepraat en gelachen, we hebben belachelijk veel cadeautjes gekregen, we zijn daarna buitennissig laat naar bed gegaan (drie uur de volgende middag!).

Chris en ik leerden elkaar kennen toen we alletwee iets nieuws gingen doen. Ze was net begonnen als redacteur bij Van Gennep. Ik was haar eerste auteur, zij mijn eerste redacteur. Inmidels is zij drie uitgeverijen verder en ik tien boeken, en die vriendschap staat als een huis. Onze vriendschap is ook altijd doordesemd geweest van politiek en debat. En van inclusief denken, want daar is Chris een meester in.

Privacy, stalkers en ander vals spul

1. Waarom kom ik op deze pagina terecht als ik via Google zoek naar Tjeerd van Dekken?

Omdat die pagina over hem gaat.

2. Zijn naam staat er niet in en toch komt dat stuk bovendrijven, hoe zit dat?

In september 1994, toen ik de bewuste column schreef, was ik – behalve woedend en tot op het bot toe ontdaan en onthutst – netjes en heb ik de naam van Van Dekken niet genoemd. Toen ik later mijn verzamelde columns op internet zette, nam ik al mijn oude stukken ongewijzigd over; zo ook de bewuste column. Maar inmiddels vond ik dat ik geen enkele reden had om consideratie met deze meneer te tonen en heb ik zijn naam in de tags van het stuk gezet. Daardoor schaarde Google die column sindsdien onder de zoekresultaten voor “Tjeerd van Dekken”.

3. Is alles wat in dat stuk staat werkelijk gebeurd?

Ja. Van Dekken is door KPN tot tweemaal toe betrapt op telefoonstalking; de eerste keer was hij nog mijn vriendje, en het stalken was toen al maanden bezig. De tweede keer dacht-ie KPN te slim af te zijn door me wel steeds te bellen, maar dan gauw neer te leggen zodra ik opnam. Ik heb uiteindelijk een advocaat moeten inzetten om zijn gestalk te laten stoppen.

De column beschrijft maar een fractie van de gebeurtenissen. Wat er bijvoorbeeld niet in staat, is dat Van Dekken het bestaan van de stalker – die hij zelf was – geregeld aangreep om mij extra bang te maken. Hij zou een raar iemand voor mijn raam hebben zien staan, er zwierf iemand rond mijn huis zag-ie, hij werd woest als ik iemand mijn adres of telefoonnummer gaf, ik moest toch heus oppassen et cetera.

Wat er ook niet in staat is dat de dag nadat ik Van Dekken eruit heb gezet, zijn broer mij telefonisch met de dood heeft bedreigd.

4. Waarom staat die pagina zo hoog in Google?

Dat moet je aan Google vragen. Het enige dat ik kan bedenken is dat die pagina verhoudingsgewijs al oud is en daarom hoog scoort.

5. Over oud gesproken: waarom rakel je een zo oude kwestie op door die column online te zetten?

Toen ik erover schreef, was het helemaal geen oude kwestie maar ging het stalken nog steeds door. En ik zet al mijn columns op internet, ongeacht of ze ooit verouderd zullen zijn of niet. Waarom zou ik juist voor deze vent, die me zo heeft belaagd en bedrogen, een uitzondering maken?

6. Ga je die tags met zijn naam er ooit uithalen?

Pas wanneer ik niet langer fysiek ontregeld raak wanneer ik zijn naam tegenkom of aan de gebeurtenis terugdenk, zal ik dat overwegen. (Noot: in 2007 heb ik mijn website omgezet naar een blog, en sindsdien staat de naam ‘Tjeerd van Dekken’ niet langer in de tags van de bewuste column. Daarentegen is dit stuk, waarbij ik zijn naam wel openlijk noem, erbij gekomen. Shit happens.)

7. Volgens Francisco van Jole (Radio Online, 25 september 2007) gooi je met die column de privacy van meneer Van Dekken te grabbel.

Radio Online is het eerste grote medium dat aandacht aan dat oude stuk heeft besteed, en heeft zodoende meer gedaan om de hele zaak op te rakelen dan ik. Zoals zoekmachine-deskundige Joris van Hoboken in diezelfde uitzending zei: anderen hebben een eigen verantwoordelijkheid over wat ze doen met de resultaten die zoekmachines hen leveren. Die verantwoordelijkheid voelde Radio Online kennelijk niet, en dan past het ze nu niet direct om in diezelfde uitzending met een bestraffende vinger naar mij te wijzen.

Daarnaast: wanneer ik in twee lange artikelen vertel hoe raar Ronald Eissens van het MDI optreedt (link en link), verwijt niemand me een inbreuk te maken op de privacy van Ronald Eissens, noch dat ik door die column online te laten staan, oude koeien uit de sloot haal. Waarom zou dat met een stuk over een stalker anders zijn?

Wat de meneer in kwestie betreft: als de media hem erover doorzagen, is het beste advies dat ik hem kan geven: Geef toe dat je het gedaan hebt, zeg dat het een kapitale fout was en dat je je er diep over schaamt.

Kom op zeg, de man heeft tegenwoordig nota bene een media-adviesbureau. Les 1 uit het hoofdstuk over mediablunders en reputatiekwesties luidt: draai er niet omheen.

8. In Radio Online zeiden ze dat je geen commentaar wou geven, klopt dat?

Nee, dat is apert niet waar. Ik had met enige aarzeling ingestemd met een interview maar veranderde van mening nadat ik hoorde dat Francisco van Jole het gesprek zou leiden, vroeg toen om een andere interviewer en heb uitgelegd waarom. Later heb ik die toelichting aan de redactie en aan Van Jole zelf gemaild: “Ik heb een tijd geleden al besloten dat, hoewel ik Francisco privé graag mag, ik niet langer door hem geïnterviewd wil worden. Ik hou niet van zijn stijl, ik vind hem niet altijd fair in interviews en de onderwerpen lijden daaronder, en dan wil ik liever geen onderwerp zijn.”

De manier waarop Van Jole het onderwerp aanpakte, bevestigde helaas mijn gelijk. Hij stelde onder meer dat ik – en niet Radio Online – nu Van Dekkens privacy te grabbel gooide, en stelde dat je “niet zomaar zulke dingen over iemand mag beweren.” Het gaat niet om “zomaar” een bewering maar om gestaafde feiten, zoals ook van Jole heel goed weet. Een maand nadat ik had ontdekt dat Van Dekken mijn stalker was, heb ik dat aan Francisco van Jole verteld, nog natrillend van schrik en ontzetting, in De Balie, waar Van Dekken op dat moment een toegangsverbod had vanwege zijn gestalk. Ook zei van Jole in de uitzending dat ik commentaar had geweigerd. Dat is niet waar. Een andere redacteur had ik eerder te woord gestaan, en dat had ik gerust ook in de uitzending willen doen.

9. Je bent voorzitter van de jury van de Big Brother Awards. Is dat niet raar?

Ik zie geen discrepantie. Vertellen wat mij is overkomen en wat iemand mij heeft aangedaan, is mijn recht. Dat Van Dekken daar last van heeft, heeft niets met een privacyschending maar met zijn reputatie te maken – en die heeft hij geschonden, niet ik.

Come out and play (medewerkers gezocht)

Via een kennis kreeg ik dit verzoek:

Coney is een collectief dat interactief en ‘immersive’ theater en spelletjes maakt. Coney heeft een eenvoudig spel ontwikkeld voor ‘Come Out & Play’, een festival in Amsterdam eind september. Ik ben op zoek naar mensen die zin hebben om ons te helpen.

Het spel is gebaseerd op mensen kijken (vanaf een terrasje bijvoorbeeld). De spelers krijgen brieven met clues over de personen die ze zoeken. Ze gaan dan ‘mensen kijken’ tot ze denken een van de karakters gevonden denken te hebben. Ze benaderen hen dan met een eenvoudige voorbereide tekst (in het engels – het is een international festival).

We zijn op zoek naar mensen die zo’n personage willen spelen. Het is uiterst eenvoudig, geen acteren vereist. we hebben het afgelopen weekend voor het eerst gedraaid hier in Londen, met allemaal non-acteurs, die het allemaal een hele leuke middag vondon. Je krijgt een voorwerp en een paar subtiele acties dat het personage duiden (b.v. je personage kan een specifiek boek aan het lezen zijn of een kruiswoordraadsel in een specifieke krant aan het oplossen zijn, of (voor een hele fitte deelnemer) aan het stretchen en joggen zijn). De spelers moeten de karakters zien te herkennen.

Het spel is ingeboekt voor zaterdagmiddag 29 September in Centraal Amsterdam (of op Rembrandt Plein of op de Dam), de tijd moet nog bevestigd worden door het festival.

‘Come Out & Play’ is een onderdeel van PICNIC. Het is een festival van spelletjes in de openbare ruimte, wat sowieso erg leuk lijkt te worden. Meer info op www.picnicnetwork.org/set-5953-en.html.

Laat het spy AT xs4all DOT nl weten als je het leuk zou vinden ons te helpen. En stuur dit ook alsjeblieft door. We willen graag een zo divers mogelijke groep; kinderen (met ouders) en mensen-op-leeftijd zeer welkom.

Twee boeken ingeleverd :)

Wat een week… We zijn pas halverwege en ik heb al twee boeken bij twee uitgeverijen ingeleverd. Vanmorgen de definitieve tekst voor het derde deel van The Next Ten Years, een serie boeken die ik voor XS4ALL maak in samenwerking met uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Het derde deel heet ‘Korte verhalen voor de nabije toekomst: leven in technologie’, en bevat negen verhalen van (meest) jonge auteurs waarin toekomstige manieren van communicatie een grote rol spelen. Het boek komt op 7 september uit.

En ik heb net de (voorlopig) laatste hand gelegd aan een boek voor uitgeverij Querido: ‘Open en bloot: borstkanker zonder opsmuk’ en de tekst naar mijn redacteuren opgestuurd. Het zal verschijnen in hun reeks politieke pamfletten en staat gepland voor begin oktober van dit jaar. Weird detail: met titel, tussenkopjes, voetnoten en alles telt het manuscript precies 8888 woorden. Daar heb ik niet op aangestuurd.

‘t Is officieel!

Vanmiddag reed ik kriskrascross door de stad. Bloemen halen voor Moz die morgen terugkomt van vakantie en ze bij hem neerzetten, boodschap doen bij de Hema. Alle ramen van de Canta open, het was aanzienlijk warmer dan ik ‘s morgens had verwacht, mijn t-shirt kleefde aan mijn rug. Wachten op een rood stoplicht in de Linnaeusstraat. En ineens hoorde ik ze: skreetch skreeeeeetch!’ (Als je dat geluid eenmaal kent, hoor je het dwars door alles heen.)

De gierzwaluwen zijn er weer, als altjd net voor Koninginnedag. Nu is het officieel lente!

Voskuil: Het bureau

Ooit heb ik de volledige cassette Het bureau van Voskuil gekregen. De cassette staat hier maar voluptueus te wezen: zeven delen, dertig centimeter dicht bedrukt papier. Meer dan 5000 pagina’s, onuitgepakt, winkelwaarde 90 euro.

Boeken zijn er om gelezen te worden, en dat gaat deze boeken hier niet overkomen. Zijn er wellicht gegadigden onder mijn lezers? Ik geef de boeken weg aan wie hier de liefste, leukste, grappigste of anderszins meest ontroerende reactie geeft. De termijn sluit eind van de maand, en als enige voorwaarde geldt: zelf komen ophalen.

In het hol van de leeuw

Met andere Karin zat ik vanavond aan tafel te praten. Koffie met paaseitjes. In de gang hoorde ik Tweety – de stoere grote zwarte – met iets spelen.

Het geluid ging lang genoeg door om mijn aandacht te trekken. Tweety speelt immers zelden, daar is-ie te statig voor; als-ie zich eens per maand verwaardigt met z’n poot ratsrats tegen iets te meppen is het al veel.

Hoewel: hij deed het ooit eerder toen diezelfde Karin hier was. We lagen op bed een dvd te kijken, andere Karin had haar werkschoenen naast het bed gezet en Tweety raakte ineens geïntrigeerd door de veters. Karin bewoog of lachte en Tweety schrok en rende meteen weg.

Of tenminste: dat was het plan, maar zijn nagel zat nog in een veter en toen holderdebolderde die werkschoen achter hem aan zodat Tweety nog harder schrok waardoor de schoen nog harder achter hem aan bonkte. Dat moet een traumatische avond voor hem zijn geweest. (Ik hoop van harte dat-ie ons niet heeft horen schateren. Dat zou immers nog traumatischer zijn geweest.)

Toen ik ging kijken bleek Tweety onder Kees te zitten hengelen. Kees is de robotstofzuiger die standplaats heeft in de hal. Ik tilde Kees op om het propje te bevrijden dat onder hem moest liggen en zag een grijze tampon liggen. Grijze draad aan een grijze langwerpige cylinder.

Plots schoot de tampon weg en drukte zich plat tegen een plint. Verhip, een muisje – binnengekomen door de tuindeur die vandaag open stond. Heeft zo’n diertje geen neus? Ruikt die sufferd niet dat hier katten wonen? Ik durfde hem niet goed met mijn handen op te pakken, voor je het weet druk je zo’n beestje fijn, en het plan was juist om hem van de ondergang te redden, niet om die te bespoedigen.

Tegen de tijd dat ik een theedoek had gevonden was Meneer Tampon al onder de deur van de berging weggekropen. Met andere Karin heb ik de halve berging leeggehaald, maar Meneer Tampon liet zich niet meer zien. Die had zich vast onzichtbaar weggedrukt achter de kast.

Dus nu heb ik een schoteltje met kattebrokjes en een stukje appel op een schaaltje in de berging staan. Tweety loopt steeds weer naar Kees om met zijn poot onder diens buik te hengelen. Zojuist bedacht ik dat Meneer Tampon ook vocht nodig heeft dus nu staat er ook een schoteltje water voor hem in de berging. En dinsdag-woensdag-donderdag de tuindeur maar weer open, weer of geen weer.

Update 1:

Eén uur ‘s nachts. Zojuist kwam Tweety verdacht bewegend de slaapkamer in na wat gestommel. Jawel zag ik: Tampon in zijn bek. Ik durfde Tweety niet in zijn nek te grijpen uit zorg dat-ie van schrik zou doorbijten. Op de een of andere manier liet-ie Tampon los en na wat schermutselingen wist ik die – zo zacht mogelijk – in mijn hand te vatten.

Tampon, in doodsnood immers, wurmde zich meteen tussen mijn vingers door en klom op mijn mouw omhoog, sprong toen op de vloer en dook onder het bed – alwaaronder veel troep en alwaarnaast twee kastjes met ruimte tussen kast en muur dus vinden ho maar. Wel trof ik in de hal en bij de slaapkamerdeur twee druppels bloed. Als dat maar goed afloopt.

Ik denk dat dit een onrustige nacht gaat worden. Inmiddels heb ik een breed glas naast me staan. Als ik Tweety zometeen weer met Tampon zie sjouwen en Tampon los komt, kan ik dat glas over hem heen zetten en er een blaadje onderschuiven, dan hoef ik tenminste niet te knijpen om Tampon te vangen. (Hopen dat-ie dan geen hartverlamming krijgt van schik, het dier zal toch al peentjes zweten.) Hoe leg je zo’n beestje uit dat je het beste met hem voor hebt?

Update 2:

Om drie uur – ik lig te slapen – word ik wakker van Tweety die bij de verwarming zit te hannesen. Ik kijk en zie verder niks. Tweety gaat bij het nachtkastje zitten en tuurt omhoog, loopt terug naar het gordijn en springt via de verwarming weer op de vensterbank. Ik draai me om en probeer verder te slapen. Dat lukt uiteraard niet. Ik ben blij dat die vergadering morgenvroeg niet doorgaat want erg helder ga ik niet wezen, straks. Na twintig minuten knip ik het licht weer aan. Dan maar een boek.

Tweety zit achter het gordijn op de vensterbank en staart geconcentreerd omhoog. Ik kijk ook ‘s goed en zie helemaal boven, tegen het plafond, iets duns en donkers. Dat zou toch geen staart…? Ik open het gordijn een stukje en zie aan de andere kant van het gordijn een snuitje verschijnen. Tampon! Kind, kom in mijn armen!

Ik pak een krukje en de glazen vaas die ik inmiddels heb klaarstaan en probeer, onder grote belangstelling van Tweety, Tampon in de vaas te manoeuvreren. No way. Als ik die staart nou te pakken kon krijgen…. die knijp je immers niet zo snel fijn.

Tampon kruipt tussen de plooien door en verschijnt tien centimeter verderop weer. Ik hannes met vaas en evenwicht. Tampon klautert naar beneden, even hoop ik dat-ie zo de vaas in rent maar nee. Tweety springt, ik flikker bijna om, en we vangen alletwee bot.

Tampon in de gordijnen

Inmiddels heeft Tampon zich weer verstopt en Tweety blijft scharrelen tussen alle schoenen die voor het gordijn staan of zit supergeconcentreerd te staren. Daar heeft-ie Tampon voor het laatst gezien dus daar moet-ie ook weer vandaan komen, denkt Tweety. Voor het eerst twijfel ik aan Tweety’s slimheid maar ‘t komt nu wel goed uit.

Ik ga maar een boek lezen.

Update 3:

Bijna vier uur. Ik hoor iets bewegen en volg Tweety’s blik: Tampon doet een poging langs de zijkant van de gordijnen naar beneden te klimmen. Ik sta klaar met de vaas, hou die onder Tampon en geef ‘m met mijn andere hand een duwtje. Fuck. Tampon flikkert naast de vaas en op de grond. Nergens meer te zien. Auw, dat was een fikse val, dik anderhalve meter. Sorry Tampon.

Vijf minuten later duikt Tweety ergens bovenop, ik stuif weer uit bed en zie Tweety in de hoek naast het gordijn zoeken en Tampon een meter verderop tussen de schoenen lopen.

Ik doe weer een vruchteloze poging hem te vangen en heb dan de eerste slimme ingeving van de nacht: die kat de slaapkamer uit. Tweety laat zich met moeite wegwerken en hengelt daarna tien minuten met zijn poot onder de slaapkamerdeur door, ondertussen klaaglijk mauwend. Ik haal alle schoenen weg maar zie geen Tampon.

Het is nu kwart over vier. Zei ik al dat het een lange nacht ging worden?

Update 4:

We got him! Nu ja, ik dan, wat gezien de situatie ook verreweg de beste oplossing was. Ik had nog maar net bedacht dat ik de muis maar Daniël moest noemen om zijn overleving in de leeuwenkuil te bevorderen, of ik hoorde gekrabbel op de gordijnen. Daniël Tampon was weer op weg naar beneden. Toen ik gewapend met vaas naderde verdween-ie in de plooien, nergens meer te zien, ook niet nadat ik de plooien stuk voor stuk voorzichtig opende.

Sigaret. Roken. Kijken naar het gordijn. Denken dat ik nu wel erg op Tweety lijk met dat wachten op een muis en dat geconcentreerde staren van me.

Tien minuten later hoor ik weer gekrabbel. Ik kijk achter het gordijn en jawel, bij het plafond zie ik een staartje. Kruk, vaas, klim omhoog, pak staart. Er zit meer kracht in zo’n diertje dan ik dacht en hij klauwt zich omhoog, ik hou zijn staart stevig vast maar durf niet te hard te trekken, het diertje is al zo gepijnigd vanavond. Hij zit nu helemaal bovenin en wringt zich in een bocht, ik slaag erin de vaas om hem heen te zetten en laat zijn staart los. Plop. Daniël Tampon belandt op de bodem.

Tampon in de gordijnen

Hij moet nog een paar seconden wachten op de vrijheid. Ik durf zijn verwondingen niet te inspecteren maar Daniël oogt – zeker gezien de omstandigheden – buitengewoon levendig. Die haalt het! Gauw een boek op de vaas, voor je het weet springt-ie eruit, en nog even een foto anders gelooft niemand me.

Ik doe de slaapkamerdeur open, Tweety stormt naar binnen, ik schuif onschuldig fluitend langs hem heen en doe de keukendeur open. Een paar meter verderop schud ik de vaas leeg. Mission accomplished. Muis gered.

Tweety zit nu naast het gordijn en drentelt soms wat tussen de schoenen. Hij is een stuk kalmer nu, minder gespitst, zou-d-ie ruiken dat Daniël Tampon gevlogen is? Nog een kop thee en dan ga ik proberen een paar uurtjes te slapen. Het is twintig over vijf.