Geluk is besmettelijk

Mark Twain zei ooit: ‘The best way to cheer yourself is to try to cheer someone else up.’ Maar ‘t blijkt ook andersom te werken: we worden er zelf gelukkiger van als mensen in onze omgeving gelukkig zijn. Dat blijkt uit een uitvoerige studie die gisteren in de British Journal of Medicine is verschenen. Geluk verspreidt zich kennelijk als een virus, we worden er allemaal door aangestoken, zelfs als de gelukkige niet heel nabij is. Het leukste nieuws: geluk is besmettelijker dan verdriet. Smile!


The study of more than 4,700 people who were followed over 20 years found that people who are happy or become happy boost the chances that someone they know will be happy. The power of happiness, moreover, can span another degree of separation, elevating the mood of that person’s husband, wife, brother, sister, friend or next-door neighbor. [..] One person’s happiness can affect another’s for as much as a year, the researchers found, and while unhappiness can also spread from person to person, the “infectiousness” of that emotion appears to be far weaker.

Previous studies have documented the common experience that one person’s emotions can influence another’s — laughter can trigger guffaws in others; seeing someone smile can momentarily lift one’s spirits. But the new study is the first to find that happiness can spread across groups for an extended period.

When one person in the network became happy, the chances that a friend, sibling, spouse or next-door neighbor would become happy increased between 8 percent and 34 percent, the researchers found. The effect continued through three degrees of separation, although it dropped progressively from about 15 percent to 10 percent to about 6 percent before disappearing.
The Washingtion Post, 5 december 2008

Kaduuk (en geplakt)

Zoals u wellicht heeft gemerkt, was mijn blog de afgelopen dagen enigszins kaduuk: alle reacties kwijt, de tags weg, en nog zo wat meer. De oorzaak: een kapotte database.

Afgelopen nacht is een back-up teruggezet en nu werkt alles weer. Helaas is alles van na 14 november kwijt… Ik zal zometeen mijn eigen stukjes weer terugzetten, maar alle reacties die tussen 14 en 24 november zijn geplaatst, zijn helaas in de grote bittenbak van cyberspace beland.

Luctor et submergo

(Oftewel: ‘ik worstel en duik onder’. Foto van deguppen.nl: snoek in de Vinkeveense plassen.)

Ha! Vanmiddag heb ik mijn PADI brevet gehaald, ik ben nu officieel Open Water Diver. Het heeft moeite gekost maar het is gelukt.

Vorige week deed Nana haar laatste twee buitenduiken en ik mijn eerste twee. Nana slaagde die dag en met mij ging het stukken beter dan de eerste keer: die dag durfde ik wel en bleef ik rustig. Nu ja, meestentijds dan… Bij mijn tweede duik vorige week, toen we laag over de bodem zwommen, merkte ik dat ik met mijn vinnen over de bodem schraapte en pompte ik wat meer lucht in mijn trimvest. En nog een beetje toen dat niet hielp. Nu werkt lucht bijpompen altijd met vertraging en voor ik het wist schoot ik omhoog, er was geen houden meer aan, temeer daar naarmate je hoger komt de lucht in je trimvest uitzet en je dus nog meer drijfkracht krijgt. Aan de oppervlakte pompte ik mijn vest op en wou op de anderen wachten – ze weer achterna duiken heeft geen zin, het zicht in de Vinkeveense plassen was hooguit zes meter dus ik zou ze nooit terugvinden. En al wachtend raakte ik in paniek: ik kreeg weinig lucht, zowel met als zonder automaat, het water golfde steeds in mijn mond, en ik voelde me een rolmops met mijn twee duikpakken aan. In paniek raken is niet goed dus ik besloot naar de kant te gaan, wat lukte. Einde tweede duik maar gelukkig had ik er al bijna een half uur opzitten.

Maar die dag zag ik ook de dingen waarvoor ik het deed. Niet eens die snoekbaars die onbeweeglijk stil vlak voor me hing en me uitgebreid zijn rossige vinnen liet bestuderen. Nee, wat ik het mooiste vond was het moment dat de zon doorbrak en ik vanaf zeven meter diepte omhoog keek naar de waterspiegel en daar ineens een gouden plons licht over het water zag kaatsen. En – ja lach maar – de centimeters lange groene algenfranje die elegant wapperde aan het touw waarlangs we naar beneden gingen, vond ik ook adembenemend en wonderschoon. Ha. Om zulke dingen wil ik kunnen duiken.

Vandaag zou ik mijn laatste twee duiken doen. Het wordt inmiddels te koud voor buitenduiken, en de duikleraar was al zo aardig geweest speciaal voor mij een extra dag in te plannen, dus vandaag was het erop of eronder. (Welnee. Als het vandaag niet was gelukt, dan had ik het later gewoon weer geprobeerd. Maar ik wou zo graag mijn brevet halen, en ook: ik wou het heel stoer in Nederlands water halen, dat is lastiger dan in subtropisch water, dus dan kan het daarna alleen maar meevallen.)

Pakken aan, lood om, muts op, trimvest om, handschoen, laarzen, vinnen, masker, automaat – je voorbereiden op een duik is nog een heel karwei – en hop, met de commandosprong het water in. Ik was doodrustig. Geen last van moeilijk ademhalen, geen spoortje paniek. Sjouke, de duikleraar, moest me naar beneden sjorren want dalen wilde niet zo (ik had maar vier kilo lood om, ditmaal) maar eenmaal beneden ging alles goed. Water uit je masker blazen, van automaat wisselen, trimvest aan en uit (alles weer vast krijgen was lastig met die dikke handschoenen aan), zweven, je trimvest met je mond bijvullen, de gecontroleerde noodopstijging. Bingo.

En ik bleef fijn rustig. Dat gebeurt elke keer weer: wat ik vorige keer lastig of niet te doen vond, gaat de volgende keer al heel redelijk. Tegelijkertijd was ik ervan doordrongen dat een deel van mijn rust kwam doordat Sjouke er de hele tijd bij was en op alles lette: ik was de enige leerling, dat voelde buitengewoon veilig. Het enige moment dat ik de paniek voelde opwellen was toen ik mijn masker had afgenomen en weer moest opzetten: ik kreeg ‘m niet goed met die dikke handschoenen, er kwam water in mijn neus en ik kreeg het masker niet leeggeblazen. Sjouke weerhield me ervan om in paniek naar boven te vluchten.

En weer een paar prachtige momenten: een zilver, halfdoorschijnende snoek die roerloos voor een vol algen begroeide kerstboom (!) hing, al die kleine grasjes en algen en frietseltjes op de bodem die je haarscherp kunt zien, en bij de wal: de algen, de sponzen, de mossels, de smaragdkleurige schimmels. De duik was eigenlijk al voorbij toen Sjouke me bij de trap nog een garnaal wou aanwijzen. Die heb ik niet gezien maar vervolgens hebben we tien minuten lang allerlei hoogst onopvallend waterleven op twee meter diepte zitten bestuderen en ik vond het allemaal even prachtig. Volgens mij ga ik veel plezier hebben in het water.

En toen was ik geslaagd. Ook heel erg dankzij Sjouke, die me de introductieles twee maal liet doen, me een extra zwembadduik gaf en me nog ‘s apart mijn laatste twee buitenduiken liet doen. Hij bleef moed houden en me voorzichtig helpen. Een goede leraar. (En dat na ms, halfblind zijn, verlamde armen, kapot evenwicht, een hersenbloeding, kanker en chemo mijn lichaam weer goed genoeg op orde is om te kunnen duiken vind ik een wereldwonder.)

Dus nu plan ik het vervolg. ‘t Idee is om met Nana (mijn buddy) en Thijmen (haar man) in Egypte te gaan duiken. Fijn helder subtropisch water met veel fraais erin. Ik hoop op tien duiken, de eerste vier geheid met instructeur want zonder, daar moet ik nog niet aan denken. En als ik me dan later op mijn gemak voel met gewone duiken en alleen een buddy erbij, ga ik ‘s piekeren over een volgend brevet: Advanced Open Water. Bij Sjouke en Divection, als-ie me tenminste weer hebben wil :)

Onderweg maar huis kocht ik rauwe tonijn en thuis heb ik met de katten mijn brevet gevierd. Zij elk een hap tonijn, ik een hap tonijn. Submergo!

Buitenduik: epic fail

Deze zaterdag deden Nana en ik onze eerste twee buitenduiken met ons klasje: op naar de Vinkeveense Plassen. Ik had zo half en half een gebouwtje verwacht waar we ons konden verkleden en een bootje dat ons naar een diepe plek zou vervoeren, maar nee: het duikgedeelte van de Vinkeveense Plassen is een afgezet stuk bij Eiland 4 (de eilanden in de Vinkeveense Plassen blijken genummerd te zijn) van zo’n honderd vierkante meter, afgezet met boeien. Het water gaat daar tot zo’n 15 meter diep,en er liggen allemaal oefenobjecten: van een oude stadsbus tot kettingen waarlangs je kunt afdalen en een platform op vijf meter diepte waarop je kunt uitrusten.

We kwamen aanrijden over een weggetje en onze duikleraar reed daarna een nog smaller weggetje op met links en rechts parkeerplaatsen. Er stonden naar schatting zo’n tachtig auto’s geparkeerd: allemaal duikers, die allemaal die honderd vierkante meter gingen verkennen of hadden verkend. Ineens had ik visioenen van massasport, van onderwaterse files, van diepwater opstoppingen en botsingen (dat bleek later erg mee te vallen). Maar het was een raar gezicht: al die mensen die op dat kleine afgezette duikparcours afkwamen en die zich langs de kant van de weg stonden om te kleden.

We pakten de spullen uit en kleedden ons naast de auto om. Ik kreeg een lang pak en daaroverheen, voor de warmte, een shortie (da’s een duikpak met korte mouwtjes en halve benen), elk 7 mm dik; daaronder had ik een badpak en een lycra shirt. Het lange pak ging goed, maar toen ik de shortie eroverheen aantrok voelde ik me subiet benauwd. Alles zat net te strak, mijn keel werd afgesnoerd en mijn borstkas zat in een neopreen korset. We zetten onze apparatuur in elkaar en liepen naar de vlonders die langs het eiland zijn bevestigd. Tegen de tijd dat we in het water gingen, bonkte mijn hart van inspanning.

Het werd niks. Mijn automaat (da’s het ding dat je in je mond hebt om door te ademen) was een DIN, die leek zwaarder te ademen (je moest de lucht echt met een harde teug inademen, Nana had er ook last van) en ik kreeg mijn hart en ademhaling niet rustig. Wat de precieze reden was, ik weet het niet, of misschien was het een combinatie. Ik had een zware week gehad met weinig slaap, mijn pakken zaten zo strak dat ik me niet prettig voelde, en ik vond het ook eng daar straks in het open water zo diep te gaan. Toen ik na een minuut of tien nog niet rustig was zei ik tegen de duikleraar dat ik paste: ik kon wel blijven doorploeteren, maar omdat ik dan zo het gevoel zou hebben dat ik de anderen ophield zou ik nooit echt rustig worden, en maar beter van niet. Bovendien is de eerste les van duiken: nooit voorbij je eigen grenzen gaan. So no, alas.

Sjouke bracht me naar de kant. Het uitkrijgen van mijn vinnen was nog een heel gedoe, met handschoenen aan kreeg ik de sluiting niet los en die vinnen niet van mijn duiklaarzen af, en na veel geworstel klom ik bekaf het trapje op.

Na drie kwartier kwam de rest terug. Ik zou het bij de tweede duik, na de pauze, opnieuw proberen, maar weer lukte het me niet. Zodra ik de bodem had bereikt en mijn hoofd wou draaien bleken al mijn bewegingen zo moeizaam te gaan dat ik opnieuw in paniek raakte. Boven wist ik me gelukkig wel te herinneren dat ik mijn vest moest opblazen om goed te kunnen drijven, maar mijn ademhaling was helemaal van slag. Nope, dit ging echt niet. Die twee mislukte pogingen hadden me zo bekaf gemaakt dat ik mijn duikpakken niet eens meer zelf kon uittrekken, ik had er hulp bij nodig. Zodra mijn shortie uit was had ik voor het eerst het gevoel dat ik weer fatsoenlijk kon ademhalen.

Nana heeft het wel gered. Ze vond het niet makkelijk, maar het lukte haar wel. De tweede duik vond ze eigenlijk moeilijker, ook al omdat ze inmiddels ook flink moe was.

Komend weekend gaat mijn klasje buitenduik 3 en 4 doen, en ik ga 1 en 2 dan opnieuw proberen. Dit keer met een rustiger week ervoor, en ondanks de kou toch maar met één pak aan in plaats van twee. Want dat knakworstgevoel dat ik had was bepaald onprettig: daags na mijn twee mislukte duiken had ik nog steeds een gevoelige keel van de druk die de pakken erop hadden uitgeoefend. Enerzijds vind ik het dapper dat ik ‘nee’ zei – grenzen trekken is ook een kunst – maar anderzijds vind ik het heel jammer dat het me niet is gelukt. Tegelijkertijd troost ik mezelf ermee dat ik mijn eerste introductieles ook verknalde en de tweede toen ineens erg makkelijk vond. Maar dammit, ik had dit graag gedaan.

(foto: Vinkeveense Plassen, courtesy of Scubadiving Amsterdam.)

Blub

Jaren geleden deed ik al ‘s een proefles maar toen wou het van geen kant: mijn lichaam werkte niet mee. Ik geloof dat ik na afloop drie uur heb zittten klappertanden terwijl ik twee dekens om had en daarna twee dagen slecht liep. Inmiddels is de onderlinge verhouding tussen mij en mijn fysiek beter en toen Nana vorige maand zei dat ze wou leren duiken, zei ik: ‘Oh, ik ook! Al heel lang,’ dus nu zijn we diving buddies.

Vanavond hebben we onze derde duik gedaan. Nu ja, ik mijn vierde, want ik heb de introductieles twee keer gedaan omdat ik de eerste keer niet kon ademen. Wat ik helemaal niet doorhad – maar de instructeur meteen zag – was dat ik wel kon inademen maar amper uitblies. Waardoor er uiteraard niks meer bij kon en ik het gevoel had dat mijn borstkas zo ongeveer het maximale volume had maar er toch heus iets niet klopte. Da’s allemaal over, ik kan nu onderwater bubbelen dat het een aard heeft – als ik mezelf eerst even vijf minuten laat wennen.

Heel raar hoe dat gaat. Wat me afgelopen maandag nog in halve paniek bracht, deed ik vanavond met gemak. Zonder lucht negen meter vooruit zwemmen op twee meter diepte, onder water je masker afdoen en terugzetten en het dan leeg blazen, onder water je mondstuk eruit halen en je trimvest zelf opblazen en dan je mondstuk terugzetten, weten dat je negen meter zonder adem moet gaan zwemmen en bij de eerste slag je vin per ongeluk half uittrappen, die weer goed aantrekken en het toch zowat redden, of zomaar ineens flink moeten hoesten onder water – allemaal no problemo. Waar ik ineens wel weer van in paniek raakte was dat mijn mond enorm droog werd en ik daardoor het gevoel had dat ik niet meer kon slikken, en de instructeur juist toen een nieuwe oefening aankondigde – dat was me effies teveel. Omhoog, hoofd boven water, bril af, mondstuk eruit – en pas toen bedacht ik dat ik ook best mijn mondstuk met mijn tong had kunnen afsluiten en wat chloorwater had kunnen slikken.

Ik blijf erg veel moeite hebben met zweven in het water. Ik heb jarenlang mijn best gedaan opnieuw te leren overeind te blijven, maar onderwater moet je heel ander repertoire aan trucjes hebben. Bovendien werkt alles daar met vertraging door. Dus ik moet veel afleren en bijleren. Soms heb ik wat meer tijd nodig dan de anderen. Maar zweven vindt niemand makkelijk en het gaat steeds beter. Ik let inmiddels ook meer op de omgeving, op mijn buddy, en op rustig blijven. Deze keer was ik ook half niet zo moe als afgelopen maandag. Ik spartel minder tegen :)

De gedachte dat we over anderhalve week in open water tien of twaalf meter diep zullen gaan, vind ik trouwens nog steeds doodeng. En ik hoop bij onze buitenduiken op een erg warm pak want ik blijk razendsnel koud te worden. Maar ik geloof dat het me wel gaat lukken dat brevet te halen, desnoods met een extra les ertussen.

(foto: Flickr / CC, Alfonsator.)

Verhuisd (intermezzo)

On the moveMijn blog is, met veel dank aan Paul Wouters, verhuisd van XS4all naar mijn allereigenste site. In de afgelopen maanden heb ik alle berichten en commentaren van mijn oude blog hier geïmporteerd. Aangezien de blogsoftware van XS4all inmiddels zo oud is dat er geen enkel tooltje bestond voor im- of exporteren, moest dat allemaal met de hand, en dat was veel werk. Daarnaast is het plan om alle artikelen van mijn oude website in de blog te integreren; ik ben een eind op streek maar nog niet alles is gedaan.

Wat betreft mijn oude blog: ik had het mezelf makkelijk kunnen maken en alleen mijn eigen berichten kunnen overzetten. Maar dat wou ik niet: een blog leeft juist ook bij gratie van de reacties, en die niet meenemen voelde alsof ik mijn lezers wegsneed. Bovendien waren de commentaren soms heel leerzaam. Maar soms dacht ik ook wel eens: ‘oh dear – waarom doe ik dit in hemelsnaam?’ Want er was bij vlagen veel gekissebis. Ik hoop van harte dat de discussies na deze verse start meer open en onbevangen worden. Dat is immers een vereiste wil iemand ooit een stap verder kunnen komen.

Tot slot: alle commentaar op het uiterlijk en de functionaliteit van deze site is van harte welkom. Mocht je op fouten of problemen stuiten, meld het dan vooral. Mocht je oude artikelen niet kunnen terugvinden: heb geduld, dat komt na verloop van tijd goed.

Vertaler gezocht gevonden

Zojuist kreeg ik een dringend verzoek of ik mijn twee artikelen over Landmark in het Engels kon vertalen. De stukken zijn niet lang en niet lastig, maar ik heb absoluut geen tijd. Is er hier misschien iemand die dat kan & wil doen? Het gaat om www.spaink.net/xl/199908.html en www.spaink.net/xl/199908-reply.htm. Er staat geen enkele vergoeding tegenover maar wel iemands eeuwige dank :)

Update 16 juni: inmiddels heeft iemand zich aangemeld, waarvoor veel dank!

In transit

On the moveIk ben bezig mijn huidige blog (die bij XS4all staat) te migreren. WordPress heeft aanzienlijk meer mogelijkheden en struikelt niet zo vaak over zijn eigen voeten als die oude .TEXT software van XS4ALL doet…

Ik wil echter graag alle reacties op mijn oudere stukjes meenemen: het zou zonde om al die bijdragen, van felle discussies tot lief of leerzaam commentaar, zo maar kwijt te raken, en bovendien zou ik de vaste lezers van mijn blog zomaar beroven van hun weerwoorden. Maar aangezien er geen import-tool is dat fatsoenlijk overweg kan met die oude blog en alles dus handmatig moet, kan het wel effies duren voor ik alles heb overgezet: het gaat om dik 250 artikelen en ruim 3000 reacties. (Vooralsnog heb ik geen betere methode gevonden dan alle commentaren op een stukje in een verzamelbestand te zetten en dat als één groot antwoord te plakken.)

Bovendien wil ik eigenlijk mijn website en mijn blog integreren, en dus op termijn ook alle oude stukken overzetten. Een hele klus, zoals u begrijpt. Ik zal het waarschijnlijk met horten en stoten doen, want er moet natuurlijk ook gewoon gewerkt worden.

On the move, dus. Oh, en commentaar op het uiterlijk van deze blog is uiteraard van harte welkom :)

Het roze lieverdje

Groen Links Amsterdam reikt elke twee jaar Het Roze Lieverdje uit, een prijs voor een Amsterdammer die zijn of haar sporen heeft verdiend in de strijd voor seksuele diversiteit en homo-emancipatie. De prijs wordt uitgereikt op Valentijnsdag 14 februari 2008 om 17.30 uur bij het Lieverdje op het Spui.

De genomineerden zijn Krzysztof Dobrowolski-Onclin, Marjan Sax en yours truly. Meer informatie over de kandidaten staat op deze pagina; daar kan ook iedereen (tot 5 februari) zijn stem uitbrengen.

Het eerste Roze Lieverdje is in 2006 uitgereikt aan pater Jan van Kilsdonk. Dat is – wie het deze keer ook wordt – met recht een mooie voorganger te noemen.