Een week of wat geleden belde ik UPC om de digitale televisie op te zeggen. De meneer van de klantenservice vroeg of-ie mocht weten waarom. ‘Ja hoor. Ik vind tv geen interessant medium meer,’ antwoordde ik.
Je hóórde hem van zijn stoel vallen. Kennelijk zeggen mensen alleen op omdat ze naar een andere leverancier willen overstappen, want deze overweging scheen volledig nieuw voor hem. ‘Ehm. Mag ik u vragen waarom?’ ‘Dat vertelde ik u net,’ zei ik, ‘ik vind de tv niet interessant meer. Ik zet ‘m alleen nog aan om een dvd af te spelen, en daar heb ik UPC niet bij nodig.’ Met moeite hervond hij zijn à propos en legde me de opzegvoorwaarden uit.
De servicemedewerker kan zijn borst natmaken: ik zal bepaald de laatste niet zijn voor wie de tv veranderd is van ontvanger tot een afspeelscherm, een minibioscoopje.
De tv als medium is ouderwets geworden, en te begrensd. Je wordt geacht te kijken wanneer het de omroep schikt en series te volgen in het tempo dat hen behaagt. Daar hebben we steeds minder zin in. Voor veel mensen – nrc.next wijdde er gisteren een mooi artikel aan – vormt het zogeheten ‘uitgestelde kijken’ een prettig alternatief. Met behulp van Uitzending Gemist of een dvd-recorders bepaal je zelf wanneer en in welk tempo je iets ziet, en kun je als je daar zin in hebt een heel seizoen in een enkel weekend proppen.
Andere vreugdes van het uitgesteld kijken werden in het stuk helaas onderbelicht. Je kunt een leuke of onduidelijke scène meteen terugspoelen om die beter te bekijken, en – o heerlijkheid – je kunt de reclames, de plaag van de tv, overslaan.
Maar nadat ikzelf twee jaar geleden een dvd-recorder had aangeschaft, bleek ik daardoor uiteindelijk nog minder tv te kijken. De reden? Het buitenland. En het internet. Wie een goede buitenlandse serie heeft ontdekt, wil niet één of twee jaar wachten tot een Nederlandse zender hem eindelijk programmeert. Die downloadt ’m en bekijkt een aflevering daags nadat die in Amerika of Engeland is uitgezonden. (Inmiddels zijn er zelfs vertaaldiensten op internet ontstaan: allerlei series worden van losse Franse, Spaanse, Duitse of Arabische ondertitels voorzien, die je apart kunt downloaden en die gewoonlijk van hoge kwaliteit zijn.)
De omroepen zullen zich ook daarop moeten bezinnen. Het gaat er tegenwoordig op de keper beschouwd niet alleen om uitgesteld kijken, maar ook meteen kunnen kijken: niet hoeven wachten tot een film of serie eindelijk in jouw land via de reguliere kanalen beschikbaar komt. Daarnaast zal het schaarstemodel waarop de Europese omroepen zijn gebaseerd, komen te vervallen: er hoeven geen zenduren meer te worden verhandeld. Wie niet op de tv past, kan immers via internet uitzenden.
Dat zoiets financiële consequenties heeft, snapt een kind. Reclames worden steeds meer gemeden, omroepverenigingen lopen leeg, de tv wordt verruild voor internet. Al die films en series moeten ergens uit worden bekostigd, maar waarom zou ik omroepbelasting betalen als ik alleen buitenlandse programma’s bekijk?
Kijkers willen gerust betalen, daar getuigen de stijgende cijfers van filmbezoek van (de enorme reclameblokken voor de film en de pauze middenin weggooien bleek erg probaat), en ook de verkoop van dvd’s loopt hard nu ze schappelijk geprijsd zijn en aantrekkelijke extraatjes hebben. Maar wachten: dát willen kijkers niet meer. De enge oplossing is de distributie te veranderen – wereldwijd.