Bedrijven als staat

Raar, dacht Julian Assange: ga je in op een verzoek van Google-topman Eric Schmidt om samen uitgebreid te praten over de toekomst van technologie en internet, en dan neemt Schmidt drie companen mee, allemaal hoge pieten van Buitenlandse Zaken.

Voor Assange was die ontmoeting – ‘one part Google, one part Wikileaks, three parts State Departement’ – aanleiding om de banden tussen Google en het hogere echelon van de Amerikaanse overheid in kaart te brengen. Vooral met de afluisterdienst NSA en het ministerie van Buitenlandse Zaken blijken die hecht: er wordt veel samengewerkt, ze leveren elkaar technologie, en de drie zien elkaars personeelsbestand als natuurlijke kweek- en visvijver.

In zijn recente boek ‘When Google met Wikileaks’ toont Assange vrij overtuigend aan dat Google meer dan internetpolitiek bedrijft. Assange vat het zo samen: ‘Wanner een Amerikaanse internetmonopolist haar invloed in de wereld wil behouden, kan zij de politiek niet links laten liggen. De buitenlandstrategie en economische hegemonie van de VS zijn een noodzakelijke voorwaarde geworden om je eigen marktaandeel te behouden en te vergroten.’

Daar is niks mis mee, zou je kunnen zeggen, maar opmerkelijk is dat Schmidt al doende vaak opereert als een voorpost van de regering. Schmidt is feitelijk een tweede minister van Buitenlandse Zaken, maar dan wel een die zich meer kan permitteren dan de echte, en die bovendien nooit door het Amerikaanse Congres ter verantwoording kan worden geroepen.

Maar Assange staart zich blind op Google. Wat hij beschrijft, zie je bij alle multinationals gebeuren: ze fungeren als schaduwregering, ze voeren diplomatieke missies uit, ze leveren ministers en topambtenaren bij de vleet, en bieden weggestemde staatslieden werk.

Naomi Klein zette een intrigerende gedachtenstap. Zij beweert dat, na de stadstaat, de natiestaat en de federale staten, we nu naar een nieuwe regeringsvorm groeien: de bedrijfsstaten. Op veel punten groeit de invloed van internationale firma’s de ‘gewone’ politiek letterlijk boven het hoofd: via handelsverdragen wordt bedrijfsmacht boven die van individuele naties gesteld. Het nieuwe trans-Atlantische verdrag dat nu in de maak is, TTIP, geeft bedrijven zelfs het recht om schadeloos te worden gesteld indien een verandering in nationaal beleid hun belangen schaadt. Daarmee krijgen ze een ijzersterk wapen in handen om nationaal beleid te blokkeren.

Tekenend is dat delen van de rechtspraak worden overgeheveld naar het bedrijfsleven. De entertainmentindustrie hamert er al jaren op dat zijzelf als politie, aanklager, advocaat en rechter moet kunnen optreden, en wil dit deel van de rechtspraak liefst geheel zelf afhandelen. Ook het TTIP voorziet in rechtspraak door multinationals: als een bedrijf een overheid aanklaagt, zou een mediator – aangesteld door multinationals – in alle beslotenheid een bindende uitspraak moeten doen.

De staat wikt, de multinational beschikt.

Opvlieger

Twee weken geleden schreef ik dat al die slimme technologie waarmee we ons huis en onszelf behangen, makkelijk tot grove privacy-schendingen kan leiden. Eind vorige week ondersteunde PinkRoccade die stelling. Het automatiseringsbedrijf kwam met een monter filmpje waarin werd geschetst hoe onze eigen wearables kunnen omslaan in bewakingsapparatuur en met gemeentelijke databanken kunnen worden verbonden.

PinkRoccade voorzag een zonnige toekomst waarin een verhoogde hartslag hebben en gaan zweten terwijl je ’s avonds in een buurt rondloopt die als minder veilig wordt beschouwd, volstaat om de meldkamer van de politie te waarschuwen. De politie kan dan de smart phones van mensen in de buurt uitlezen: zij zijn nu immers verdacht, want potentiële dieven of aanvallers. Komen de verdachten de kant van de zweter-met-het-bonkende-hart op? Dan fluks hun gemeentelijke gegevens oproepen: als ze zelf niet in die buurt wonen, is dat extra verdacht! Hup, daar rijdt de politiewagen uit, die onderweg alvast een bericht stuurt naar de smart phones van de verdachten: jongens, kappen nâh, we hebben jullie in de smiezen!

Stereotype profilering, buurten zwartmaken, ongeoorloofd koppelen van bestanden, passanten op grond van andermans hartslag meteen maar als verdachten aanmerken, systematische privacy-schending: het zat allemaal terloops verstopt in PinkRoccades ideaalbeeld. Voor onze eigen veiligheid is het goed als wij burgers onze privacy volledig opgeven, beweren ze. Dat passanten de rest van hun leven te boek staan als ‘verdacht’, of zelfs als ‘betrapt, maar ternauwernood verijdeld door de politie’, wanneer iemand ’s avonds op straat een opvlieger of een stevige hoestbui heeft, kan PinkRoccade bar weinig schelen.

Het fundamentele probleem met elk monitorsysteem is dat ze afwijkingen van de norm problematisch maken. Onregelmatigheden triggeren een waarschuwing. Onregelmatigheden zijn verdacht. Nu moet je je onschuld gaan bewijzen. Het is een dodelijke omkering van onze rechtstaat.

De overheid heeft het PinkRoccade-model al van harte omarmd. Minister Asscher wil zowat alle gegevens die de overheid, de belastingen, werkgevers, zorgverzekeraars, handelsregisters, woningcorporaties, onderwijsinstanties, pensioenfondsen en nog wat klein grut over burgers hebben, aan elkaar koppelen. De overheid kan aan de hand daarvan een filter opzetten dat signaleert wie er misschien fraudeert.

De inbreuk op privacy van deze maatregel is zo groot, dat de Raad van State mordicus tegen is. Het gaat niet aan om de rechten van alle burgers op zulke immense schaal te schenden teneinde iets op het spoor te komen waarvan je niet eens zeker weet of het wel bestaat. Daarbij komt dat een trigger in zulke systemen, ook indien later onjuist bevonden, de persoon in kwestie nog jarenlang problemen berokkent. Je was immers getriggerd? Je wordt voortaan extra in de gaten gehouden.

Want het systeem is nooit fout. Alleen wij zijn dat. En dat maakt ons verdacht.

Geste

Via hoerenlopers wil men de vrouwenhandel aanpakken. Daarom schrijven de ChristenUnie, de PvdA en de SP – bien étonnés de se trouver ensemble – momenteel aan een gezamenlijk wetsvoorstel: strafbaarstelling van betaalde seks met iemand die wordt gedwongen tot prostitutie. PvdA-kamerlid Marith Rebel: ‘De klant mag niet wegkijken als hij weet dat de prostituee haar werk niet vrijwillig doet. Door de ogen te sluiten werken klanten mee aan mensenhandel en zijn ze eigenlijk medeplichtig.’ De drie partijen hopen dat deze strafbaarstelling hoerenlopers zal aansporen om aangetroffen misstanden voortaan bij de politie te melden.

Als ik die partijen was, zou ik het omgekeerde voorstellen. Van iemand die je zojuist strafbaar hebt verklaard en op wiens hoofd je een boete hebt gezet, kun je niet veel medewerking verwachten. Zet hoerenlopers liever in als tipgever! Als klant zien zij waarschijnlijk meer misstanden dan de politie ooit onder ogen krijgt. Wanneer je het slim aanpakt, kun je met een paar simpele maatregelen al snel een leger van informanten werven.

Alleen moet je niet met boetes gaan zwaaien. Je moet juist tipgeld beloven. Wie een prostituee treft die uitgebuit lijkt te zijn, wordt dringend verzocht dat te melden bij een kliklijn; mocht zo’n tip ertoe leiden dat er metterdaad mensenhandelaars worden opgepakt, dan krijgt de tipgever een paar honderd euro.

Ik hoor de bezwaren al: ‘Dat zorgt voor teveel uitzoekwerk! Dan moeten we allerlei tips gaan natrekken, waarvan de helft vals blijkt, of niet tot een zaak leidt!’ Ja, wanneer je tips krijgt, moet je inderdaad flink gaan rechercheren.

Maar dat is precies het probleem met de huidige aanpak van vrouwenhandel; er wordt te weinig aan opsporing gedaan. In mei van dit jaar meldde Corinne Meijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, dat geen enkele instantie in Nederland zich buigt over het ontmantelen van de _infrastructuur_ van vrouwenhandel. Niemand die geldstromen onderzoekt, niemand die individuele vrouwenhandelaars en dito pooiers als leden van een criminele organisatie durft aan te klagen, niemand die winsten afroomt, laat staan vordert. Erger: niemand die aan de verhandelde vrouwen – voor zover mogelijk – veiligheid, vrijheid en verblijf garandeert.

Het huidige plan, hoe sympathiek de bedoeling ook moge zijn, komt erop neer dat de eindgebruiker verantwoordelijk wordt gehouden voor de hele keten ervoor. Maar eindgebruikers hebben bitter weinig invloed op alles wat zich boven hun hoofd afspeelt. De hypotheekcrisis is niet te wijten aan huizenkopers die ingingen op een leuk aanbod, de bankcrisis niet door een lening die u of ik aangingen.

Hoerenlopers verantwoordelijk stellen voor vrouwenhandel is laag fruit afschieten. Rommelen in de marge terwijl je de structuur ongemoeid laat, en onderwijl trots roepen: kijk eens hoe dapper wij misstanden bestrijden!

Maar vrouwenhandelaars pak je daar niet mee.

Schade

In de voorstellen voor TTIP, het nieuwe Trans-Atlantische Handelsverdrag, heeft de Europese Commissie een clausule opgenomen hoe disputen tussen overheden en buitenlandse investeerders moeten worden opgelost. Die zogeheten State Investor Dispute Settlement (ISDS) komt erop neer dat buitenlandse investeerders het recht krijgen om nationaal beleid dat nadelig voor hen uitpakt, aan te vechten en schadevergoeding te eisen indien hun investeringen in de toekomst kunnen worden geschaad. De uitkomst van zulke disputen wordt niet door de rechter bepaald, maar door een arbitragecommissie die in principe onder toezegging van vertrouwelijkheid werkt.

Duitsland heeft aangekondigd deze clausule te willen blokkeren. Geen wonder: Duitsland kreeg met dergelijke claims te maken toen het in 2011 besloot hun kerncentrales te willen afbouwen. ‘Daar komt niks van in,’ verklaarde de Zweedse multinational Vattenfall, ‘en als jullie het tóch doen, eisen wij schadevergoeding.’ Vattenfall had zich namelijk stevig ingekocht in de Duitse kerncentrales, en het besluit zou dus voor inkomstenderving zorgen. Die toekomstige winst moet de Duitse overheid dan zelf maar ophoesten, meende Vattenfall. Hun claim van 3,5 miljard euro ligt al bijna drie jaar bij de Internationale ISDS arbitragecommissie in Washington.

Onder de nieuwe ISDS-regeling vallen meer van dergelijke claims te verwachten. Hopelijk zal Frankrijk zich ook tegen ISDS uitspreken: het land verzet zich sterk tegen fracking – te weten, het opblazen van de aarde op grote diepte om er schaliegas uit te winnen – en vreest dientengevolge allerlei internationale oliebedrijven op zijn dak te krijgen. Burgerrechtenorganisaties vermoeden dat de entertainmentindustrie zich met ISDS in de hand tegen elke versoepeling van het intellectueel eigendomsrecht zullen verzetten en pogingen om technologische innovaties van derden in wetgeving in te bedden, zullen ondermijnen met schadeclaims. (Eli Lilly deed eerder iets vergelijkbaars met nieuwe medicijnwetgeving in Canada, die de looptijd van patenten verkortte.) Dit alles met een beroep op hun eigen toekomstige inkomensderving.

Winst is kennelijk heilig verklaard.

Zelfs zo heilig dat volgens ISDS buitenlandse bedrijven onze nationale milieu- energie-, voedsel- of medicijnwetgeving mogen aanvechten indien zij menen dat dit beleid schade toebrengt aan hun rechten, oftewel afdoet aan hun kansen om winst te maken. Maar is het kenmerk van ondernemen nu niet dat je risico’s neemt, dat je er rekening mee moet houden dat beleid en opinies kunnen veranderen? Je kunt toch niet botweg eisen dat een investering zichzelf altijd uitbetaalt?

(Dat zouden burgers trouwens ook wel willen: dat hun investeringen bij bedrijven zichzelf altijd uitbetalen, Maar daar hoor je investeerders nooit over.)

ISDS maakt overheden conservatief, en stelt het vermeende recht op winst boven democratische besluiten en de rechten van burgers.

Handel in gedrag

Koopt u elk voorjaar verse plantjes voor in de tuin? Volgens de ING willen tuincentra werkelijk dolgraag over die kennis beschikken, opdat ze u voortaan juist in die periode van ‘gerichte en scherpe aanbiedingen’ kunnen voorzien. Om die reden kwam de ING met het lumineuze plan om handel te gaan drijven met het betaalgedrag van haar klanten.

De ING beweert doodleuk dat alle partijen daarbij baat zullen hebben. Zijzelf, omdat ze onze gegevens op die manier ten gelde kunnen maken; de adverteerders, omdat die zodoende beter weten wie ze wanneer en waarmee moeten benaderen; en wijzelf, de klanten, omdat we voortaan alleen maar ‘gerichte’ en ‘gepaste’ aanbiedingen zullen krijgen.

Wat een dom verkoopraatje. Elk tuincentrum weet allang dat zowat iedereen in Nederland die een postzegeltuintje of zelfs maar een enkele balkonbak heeft, in het voorjaar volop bloemig spul inslaat. Daar hebben ze de ING helemaal niet voor nodig, laat staan inzage in uw of mijn specifieke koopgedrag.

Bovendien: wat heb ik er in hemelsnaam aan wanneer de ING op basis van mijn betaalgedrag aan Dirk van den Broek weet te melden dat ik mijn dagelijkse boodschappen vrijwel altijd bij een filiaal van Albert Heijn doe? Dirk van den Broek kan me op die grond weliswaar een reuze concurrerend aanbod doen, in een poging mij als klant van AH af te snoepen, maar bij mij in de buurt is helaas nergens een Dirk te bekennen. (Anders was ik allang vaste klant bij ze geworden, al was het maar omdat ik de huidige hegemonie van Albert Heijn bepaald onprettig vind.)

Wat de ING in het midden laat in haar lofzang op haar eigen innovatie, is de vraag hoe die ‘gerichte aanbiedingen’ nu precies tot ons gaan komen. En dat is toch wel een interessant probleem.

Krijgen we die aanbiedingen rustig per post thuis bezorgd, of – al stukken opdringeriger – elke dag in onze e-mail? Worden we voortaan thuis opgebeld door verzekeringsmaatschappijen die via de ING hebben achterhaald dat we nog geen brand- of levensverzekering hebben? Ontvangen we om de haverklap sms-berichtjes op onze mobiele telefoon zodra we een winkelconcern passeren dat denkt ‘leuke’ aanbieding voor ons in petto te hebben? Gaat de ING ons betaalgedrag verkopen aan adverteerders die op vuilnisbakken en reclamezuilen voor iedereen gepersonifieerde reclames willen brengen?

Hoe publiek wil je je eigen koopgedrag hebben? Wil je daarmee heus elk uur van de dag – en vooral: overal – mee worden geconfronteerd? Wil je op een date advertenties krijgen over McNuggets, of over maandverband dat in de aanbieding is? En wat als je je betaalgedrag via een gezamenlijke rekening deelt met een partner? Voor je het weet struikel je overal over voor hem bedoelde aanbiedingen voor bier of brommers, of over voor haar bedoelde reclames voor lingerie.

Waarom zou een bank überhaupt mogen rondbazuinen wat wij doen of wat wij kopen, waarom zou een bank die kennis mogen verkopen?

Geen bezwaar

Morgen dient in Breda een zaak die kolonel Richard van Harskamp tegen de overheid heeft aangespannen. Defensie trok de verklaring van geen bezwaar van de oud-commandant vorig jaar in, waardoor Van Harskamp nu zijn baan dreigt te verliezen: alleen met zo’n VGB – zeg maar: een bewijs van goed gedrag – kun je in het leger aan de slag.

De achtergrond? Van Harskamp heeft zijn vriendin liefst vier maal mishandeld, wat hem in 2010 op een veroordeling kwam te staan. De kolonel beloofde daarna zowel zijn vriendin als de legerleiding beterschap, naar werd in 2011 niettemin ten tweede male voor een geweldsmisdrijf veroordeeld. Deze keer had hij een baksteen naar het hoofd van de ex van zijn vriendin gegooid. Daarna was de maat vol voor defensie, en volgde intrekking van de verklaring van geen bezwaar.

Terecht, zou je denken. Je wilt geen heethoofd in de legerleiding, al helemaal niet als aanvoerder van de manschappen in Irak en Afghanistan – wat Van Harskamps positie was. Op zo’n plek wil je uitsluitend mensen zien die zichzelf goed kunnen beheersen, en die secuur doorhebben wanneer geweld gerechtvaardigd is. Niet iemand die met bakstenen gaat gooien wanneer iets hem niet zint, laat staan iemand die tot vier maal toe zijn vriendin heeft mishandelt.

De verdediging van Van Harskamp draait om de stelling dat de legerleiding onderschat wat een militair in het buitenland allemaal moet doorstaan, en te weinig begrip heeft dat zulks na thuiskomst makkelijk tot relationele spanningen kan leiden. De beroepsvereniging onderschrijft dat standpunt van harte. ‘Er wordt op deze manier geen recht gedaan. Er wordt niet gekeken naar de privésituatie van de man,’ aldus Ruud Vermeulen, voorzitter van de Nederlandse Officieren Bond.

Dat klinkt akelig veel naar goedpraterij van huiselijk geweld: een commandant heeft zulk zwaar en verantwoordelijk werk, en tsja, dan schiet thuis je hand natuurlijk wel eens uit, he, als zo’n vrouwtje weer eens zit te zeuren. Had die vriendin maar aardiger voor hem moeten zijn, en haar kop moeten houden toen hij dat zei – partners moeten begrip tonen, voor man, volk en vaderland!

Dat de nazorg voor uitgezonden militairen bij hun terugkeer regelmatig tekort schiet, is bekend. Maar dat is geen argument om te vergoelijken dat gestreste soldaten hun partners in elkaar slaan. Mij dunkt dat de veroordeling van de kolonel wel degelijk recht deed, te weten recht aan zijn slachtoffers, en dat Defensie coulant genoeg is geweest door Van Harskamp pas na zijn tweede veroordeling de verklaring van geen bezwaar te ontnemen.

De Nederlandse Officieren Bond houdt voet bij stuk en vindt dat de oudcommandant in ere moet worden hersteld. Tientallen officieren zullen daarom morgen in uniform bij het proces verschijnen, en zo hun solidariteit met hun maat uitspreken.

Iets zegt me dat er in Breda geen vrouwelijke officieren zullen demonstreren.

Schijnheil

‘De verontrusting over privacy is reëel,’ zei minister Plasterk vorige week. Hij voegde er quasi-verbaasd aan toe: ‘Het gekke is, als ik op werkbezoek ben, dan tilt men er niet zo aan.’

Vreemd is dat toch, hè. Hamert de politiek er tien jaar op dat wij burgers onze privacy moeten inleveren omwille van onze eigen veiligheid, en dan gaan wij dat gaandeweg nog geloven ook! Plasterk beziet het met kennelijke verwondering.

Maar dat is schijnheil en huichel. Want de AIVD – die onder Plasterks verantwoordelijkheid valt – blijkt op grote schaal internetfora te hacken en daar gegevens van alle bezoekers weg te slurpen. Dat mag helemaal niet, sleepnetacties zijn verboden; de AIVD mag alleen gericht onderzoek doen, en uitsluitend wanneer er een gerede verdenking ligt. Onder Plasterks gezag werden de wet, de privacy en de rapportageregels grof geschonden. Die wetenschap tovert Plasterks schijnheil om in pure hypocrisie.

De illegale praktijken van de AIVD worden niet bestraft, doch met de mantel der liefde bedekt. Er ligt een voorstel dat de bevoegdheden van de inlichtingendiensten regelt, de WIV 2014, waarin sleepnetacties en ongerichte gegevensopslag worden gelegaliseerd. De wet is nog niet door het parlement heen, maar de AIVD heeft de benodigde computersystemen alvast ingekocht. Dan kunnen ze straks lekker snel verder.

Wat iedereen is vergeten: de huidige restricties in de WIV in 2002 werden ingevoerd, omdat de AIVD ook toen op onwettige sleepnetacties was betrapt en Nederland daarvoor een veroordeling van het Europese Hof in Straatsburg aan haar broek had gekregen. En nu introduceert Nederland een wet die ze in 2002 noodgedwongen moest herzien? Plasterk zou er goed aan doen zich dáár eens over te verbazen.

Ondertussen heeft Amsterdam een eigen afluisterschandaaltje. De PvdA en (godbetere) GroenLinks hebben gesprekken opgenomen die op straat gevoerd werden in een campagne. Dit omdat naar hun mening de mensen die stemmen wierven voor een referendum over erfpacht, daarbij ‘misleidende’ informatie zouden hebben gebruikt om handtekeningen te krijgen.

Het gaat GroenLinks en de PvdA hoegenaamd niets aan op grond waarvan mensen zo’n referendum met hun handtekening steunen. Ook een handtekening die volgens de PvdA en GroenLinks op oneigenlijke gronden is gezet, telt gewoon mee. Handtekeningen kopen is taboe, evenals mensen dwingen om te tekenen, en dat is al.

Stel je toch voor: een politieke partij die illegaal mensen afluistert om te onderzoeken waarom ze voor of tegen iets stemmen. Daarbij: wat is dat, een ‘oneigenlijke’ stem? Wil de PvdA dan al die stemmen inleveren die ze kregen omdat Diederik Samsom tijdens de campagne zo ‘sociaal’ leek? Want dat is toch behoorlijk misleidende informatie gebleken. En GroenLinks mag straks de stemmen inleveren van alle mensen die stiekem een beetje verliefd zijn op Andrée van Es. Want dat is begrijpelijk, maar ook: oneigenlijk.

Kapot

Nu is het officieel: de NSA, de Amerikaanse geheime dienst, heeft elke vorm van vertrouwelijke communicatie kapot gemaakt. De nieuwe serie documenten die Edward Snowden vorige week aan The Guardian en The New York Times heeft prijsgegeven, toont aan dat de NSA een kostbaar en al tien jaar lopend project heeft, Bullrun, dat erop is gericht om encryptie te breken of te ontzeilen.

Bullrun is, in de ogen van de NSA en haar Britse evenknie GCHQ, een groot succes. (De Britten schepten er intern zelfs enorm over op.) Grote delen van het versleutelde internetverkeer kunnen beide diensten inmiddels met gemak ontcijferen: haast niets is nog veilig voor ze.

Ze zijn daar vooral in geslaagd door bedrijven die cryptodiensten leveren, te koeioneren. Die hebben, vaak na grote druk van de NSA, geheime achterdeurtjes en zwakheden in hun software ingebouwd. Daardoor zijn bestanden die op zich goed zijn versleuteld, door de NSA alsnog makkelijk te ontcijferen. Sommige bedrijven hebben bijvoorbeeld stiekem ‘master keys’ ingevoerd. Alle sloten die gebruikers van zulke software zelf op hun bestanden hebben aangebracht, zijn met die cryptoloper eenvoudig ongedaan te maken.

Voorts heeft de NSA in allerlei veiligheidsprotocollen diverse regels doorgedrukt die zwakheden introduceerden. Vele veiligheidsexperts vermoedden al langer dat zoiets gaande was, maar door Snowdens klokkenluiderij liggen er nu documenten op tafel die zulks onomstotelijk bewijzen.

De impact is enorm: geen enkele communicatie, geen enkel bestand kunnen we nu nog als ‘beveiligd’ aanmerken. Voor wie die achterdeur eenmaal kent – en voor al wie die achterdeur zelf ontdekt – ligt alles open en bloot.

De versleuteling die we gebruiken wanneer we via internet banktransacties uitvoeren. De encryptie op alle medische en financiële bestanden. De beveiligde communicatie tussen huisartsen en ziekenhuizen. De versleutelde communicatie van alle diplomatieke korpsen. De beveiligde communicatie van regeringen, hun kabinetsleden en presidenten. De gecrypte toekomststrategie, nieuwe projecten en geheime onderhandelingen van zowat elk bedrijf.

Snowdens eerdere onthullingen toonden aan dat de NSA en het GCHQ samen zowat al het internetverkeer kunnen onderscheppen en opslaan. Sinds vorige week weten we dat beide diensten inmiddels ook vrijwel al het versleutelde verkeer kunnen ontcijferen.

Amerika blijkt alles te kunnen afluisteren, en doet dat metterdaad – ook buitenlands verkeer. Niets is nog heilig: geen persoon, geen bedrijf, geen transactie, geen cloud, geen overheid.

Snowdens onthullingen laten zien dat privacy een cruciaal mechanisme is, een onontbeerlijk politiek recht dat het individu overstijgt. Wanneer de persoonlijke sfeer van burgers niet langer wordt erkend en beschermd, blijken ook bedrijven en overheden hun recht op discretie en op autonomie en passant verloren te zijn.

Verdacht

Het grootscheeps afluisteren van burgers door de NSA en andere geheime diensten blijkt door wetgeving te worden geschraagd. Tot op zekere hoogte is dat geruststellend. Hoe onthutsend ons gebrek aan privacy ook is: de inlichtingendiensten verleggen niet op eigen houtje hun wettelijke grenzen. Ze voeren slechts eerder vastgesteld beleid uit.

Maar pas door de documenten die Edward Snowden heeft gelekt, wordt duidelijk wat dat beleid de facto inhoudt. Pas nu gaat ons dagen hoe makkelijk iemand als ‘verdachte’ wordt aangemerkt. Pas nu wordt duidelijk dat, teneinde eventuele ‘verdachten’ uit de massa te filteren, wij allen – verdacht of niet – permanent in de gaten worden gehouden.

Onder de huidige terrorismewetgeving hebben westerse overheden feitelijk carte blanche gekregen. Hun bevoegdheden zijn opgerekt, onze rechten zijn geminimaliseerd.

De geruststelling van onze over-en-weerse regeringen is altijd dat de inlichtingendiensten heus stevig wordt gecontroleerd. Uit een van Snowdens recent gelekte documenten bleek echter dat alleen al het Washingtonse filiaal van de NSA in het afgelopen jaar liefst 2700 keer in de fout was gegaan: bevoegdheden waren overtreden, papierwerk was niet in orde, de verkeerde mensen waren gevolgd.

Wettelijk is de NSA verplicht het Amerikaanse parlement inzage te geven in zulke evaluaties. Dat deden ze niet. Erger, ze logen erover. Eerst beweerden ze dat ze nooit iemands privacy hadden geschonden zonder wettelijke grondslag; later gaven ze toe dat ze dat soms wel hadden gedaan, maar dat zulke fouten ‘incidenteel’ waren. (Maar hoe incidenteel zijn zulke fouten wanneer één filiaal er al bijna drieduizend per jaar maakt?) Op de vraag waarom ze de – bij wet verordonneerde – evaluaties nooit bij het parlement waren ingeleverd, had de NSA überhaupt geen antwoord.

Terwijl de inlichtingendiensten hun eigen falen en fouten trachtten te verbergen – en daarmee zelf de wet schenden op grond waarvan ze kunnen opereren – blijven onze overheden sussend hun mantra fluisteren: ‘Wie niets te verbergen heeft, is niet verdacht.’ Ik zou gráág willen dat onze overheden die uitspraak eerst & vooral op zichzelf en hun eigen diensten toepassen…

Maar het omgekeerde gebeurt. Westerse overheden slaan inmiddels totaal op hol wanneer iemand hen onwelgevallige feiten opdiept. Inmiddels worden terrorismewetgeving en daarmee verbonden afluisterpraktijken losgelaten op journalisten die kritisch nieuws verspreiden. In de VS, maar ook in Nederland, worden journalisten die nieuws van klokkenluiders verspreidden, geregeld van overheidswege afgeluisterd.

Afgelopen weekend werd David Miranda op doorreis van Berlijn naar Brazilië in Engeland opgepakt. Zijn laptop en mobieltje werden in beslag genomen. Hij werd negen uur ondervraagd, op verdenking van terrorisme.

De reden? Miranda is de vriend van Glenn Greenwald, de journalist die het materiaal van klokkenluider Edward Snowden had prijsgegeven.

Registratie

Wilt u een pornoblaadje inkijken of een seksvideootje huren? Dan moet u zich eerst laten registeren. Tenminste: zo wil de Britse regering het voortaan regelen voor online porno. Op elk internetaccount komt standaard een filter dat alle porno blokkeert; wie alsnog porno op z’n computer of z’n mobieltje wil kunnen zien, moet zich bij zijn provider aanmelden.

Een vreemd onderscheid: voor consumptie van digitale porno moet je je eerst registreren, voor video’s of tijdschriften hoeft dat niet. En mág de overheid burgers wel verplichten zich eerst te registeren voordat ze materiaal kunnen inzien dat niet verboden is? En wat zijn de risico’s van een dergelijke database? (Ik wil wedden dat iedereen die daarin is opgenomen, binnen de kortste keren chantabel wordt, en door de politie voortaan makkelijker als verdachte wordt gezien, uitsluitend op grond van diezelfde registratie.)

Hoe wil de Britse overheid porno eigenlijk definiëren? Mag bloot wel, maar komen afbeeldingen met seksuele handelingen niet door het filter? Is een licht expliciete liefdesscène toegestaan? Komen sommige speelfilms ook onder het filter te vallen?

Hoe de Britten de censuur willen vormgeven, is onduidelijk? Mogelijk denken ze aan lijsten van te blokkeren websites, waarbij elke provider die lijst weg filtert voor alle niet-geregistreerde abonnees.

Dergelijke lijsten worden voor kinderporno al langere tijd bijgehouden, maar dat is een bewezen krakkemikkige aanpak. De bewuste sites veranderen om de haverklap van naam en van IP-adres, en veel sites die worden geblokkeerd, voldoen uiteindelijk niet aan de criteria om ze te censureren. Wanneer het bijhouden van zo’n relatief kleine hoeveelheid en verhoudingsgewijs goed te definiëren sites al een hoofdpijndossier is, lijkt het evident dat een veel breder algemeen pornofilter een lachertje wordt.

Het alternatief is om elk plaatje dat door een gebruiker wordt opgevraagd, te analyseren voordat het daadwerkelijk wordt afgeleverd. Dat vergt een vergaande controle: iedereen die heeft aangegeven géén porno te willen zien, onderwerpt zichzelf dan noodgedwongen aan deep packet inspection, waarbij de inhoud van werkelijk al zijn digitale communicatie minutieus wordt gecontroleerd. Ik vraag me af wat instanties die over burgerrechten en privacy gaan, van zo’n aanpak vinden.

Premier Cameron verpakt zijn pakket maatregelen met bezorgdheid over de jeugd. Internet – en porno – leert de bloem der natie verkeerde dingen over seks, en daar moet een eind aan komen.

Als ik Cameron een tip mag geven: misbruik is fout, maar is allang verboden. Om die notie te handhaven, hebben we geen censuur nodig. Wie jongeren (en volwassenen) wil uitrusten om weerbaar te zijn en betere keuzes te maken rondom seks, moet zorgen voor vrijheid, voorlichting, keuzes, en hulp voor wanneer het alsnog fout is gegaan.

Met censuur schiet je niks op. Met hameren op onschendbare vrijheden wél.

Update, 23 juli 2013:
De EFF legt de regering Cameron vriendeijk uit waarom fitering niet werkt: Why theUK’s filtering by fiat won’t work, and won’t help.