Foutmarge

De Amerikaanse TSA – de Transportation Security Administration – heeft haar werknemers opgeleid om controles op ‘verdacht gedrag’ uit te voeren door op ‘micro uitdrukkingen’ te letten. Getrainde medewerkers zouden in staat zijn om mensen die nerveus zijn, of juist overmatig kalm, uit een rij passagiers te pikken.

Gisteren werd bekend dat ze een foutmarge van 99% hebben. Slechts 1% van de mensen die uit de rij worden gehaald en aan nadere inspectie worden onderworpen, wordt daadwerkelijk gearresteerd, meestal op verdenking van identiteitsfraude; in hoeveel gevallen de arrestaties tot een veroordeling hebben geleid, is niet bekend.


“That’s an awful lot of people being pulled aside and inconvenienced,” said Carnegie Mellon scientist Stephen Fienberg, who studied the TSA program and other counterterrorism efforts. “I think it’s a sham. We have no evidence it works.” [..] Some scientists say the TSA effort is just as likely to flag a nervous traveler as a terrorist.

De TSA is niettemin buitengewoon in z’n nopjes met deze resultaten en zegt in een verklaring het ptogramma juist ‘ongelooflijk effectief’ te vinden:


TSA spokeswoman Ellen Howe said the program has been “incredibly effective” at catching criminals at airports. “It definitely gets at things that other layers of security might miss,” Howe said.

We kunnen het regelen

Wetenschappers die beleid onder de loep nemen: dat leidt vaak tot grote vrolijkheid bij de lezer en tot schrik en acute leesblindheid bij de makers van dat beleid. Zo ook bij het rapport dat een aantal wetenschappers opstelde over de effectiviteit van het kinderpornofilter, dat door de politie wordt opgesteld en door een paar providers wordt gehanteerd.

Een paar maanden geleden toonde ik aan dat het filter niet alleen een ratjetoe was – de ene site werd geblokkeerd, de andere, volkomen vergelijkbare site juist weer niet – maar vooral dat het filter onder valse voorwendselen werd gepropageerd. Alleen sites die geparkeerd stonden in landen waarmee Nederland geen justitiële contacten had, zouden erop belanden, bezwoeren minister en politie het parlement. Ik trof echter uitsluitend sites aan die vanuit Engeland, de VS en Nederland werden ontsloten. Nadat daarover Kamervragen waren gesteld, bleek dat de politie de standplaats van de sites op het kinderpornofilter maar eens in de twee maanden controleerden. Een rare luiheid: het is iedereen die iets van kinderporno afweet, bekend dat zulke sites om de haverklap verhuizen om ongrijpbaar te blijven.

Enfin. Nu is er dus een wetenschappelijk rapport over de kwestie, en de geleerden maken mootjes van het beleid. Je richten op websites heeft niet zoveel zin, want uitwisseling van kinderporno vindt hoofdzakelijk elders plaats: in nieuwsgroepen, via chats, op virtuele harde schijven (ruimte bij een provider die niet algemeen toegankelijk is en die met anderen kan worden gedeeld), en via peer-to-peer programma’s. De procedures en de criteria voor opname op de lijst zijn bepaald niet duidelijk en er wordt niet getoetst. Het onderhoud van de lijst is slecht en traag.

Erger: niemand weet of websites wegfilteren überhaupt helpt en niemand wil het eigenlijk weten. We verwachten dat het effectief is, maar daar is eigenlijk weinig indicatie voor. Nog erger: er is geen wettelijke grondslag voor het huidige convenant tussen politie en enkele providers. Dergelijke afspraken zijn niet rechtsgeldig, ook al heeft het parlement nog zo hard geroepen dat zo’n filter verplicht door alle internetproviders gevoerd zou moeten worden. Nog erger: het Meldpunt Kinderporno weet te vertellen dat klachten over in Nederland gehoste kinderpornosites sinds 2006 zijn verzevenvoudigd.

Hoorde u die knal? Dat was het geluid van een minister onder wiens vloer het fundament werd weggetrokken.

Hirsch Ballin – de minister in kwestie – had vier maanden nodig om te bekomen van zijn kwetsuren en een triplex vloertje te leggen. Het rapport werd gisteren na vier maanden gepubliceerd, en thans wist hij wat hem stond te doen. Particulieren zouden filters moeten instellen om te vermijden dat zij per ongeluk worden geconfronteerd worden met kinderporno, er komt een onafhankelijke stichting die de lijst gaat beheren en controleren, en de politie houdt zich er voortaan buiten. Waarna hij juichend riep: ‘…en die zullen de zo vrijgekomen tijd besteden aan de opsporing van kinderporno!’

Nu is dat laatste een mooi ding, maar dat Hirsch Ballin de politie van een oneigenlijke, ja zelfs onwettelijke taak ontslaat en de KLPD weer haar echte werk laat doen , hadji beter met deemoed dan met vreugdegejoel mogen aankondigen. Intussen zit ik met die in allerlei toonaarden herhaalde opmerking uit het rapport: ‘We kunnen vast wel een acceptabele versie van het kinderpornofilter regelen. Alleen wil niemand weten of dat ook maar een spat helpt.’

Links:

Citaten uit het WODC-rapport:

  • Of er onschuldige internetters zijn die op webpagina’s (daarop zijn de filters gericht) ongewild in aanraking komen met kinderpornografisch materiaal is overigens een goed bewaard geheim.
  • Concrete, meetbare doelstellingen om kinderpornografie op internet te filteren en te blokkeren ontbreken veelal. Veel genoemde doelstellingen zijn: het tegengaan van seksueel misbruik van kinderen, het onaantrekkelijk maken van het commercieel aanbieden van kinderporno en het beschermen van argeloze gebruikers tegen kinderporno op internet. Er zijn geen studies gedaan naar de maatschappelijke effectiviteit van filteren en blokkeren van kinderpornografisch materiaal op internet. Wie onder welke omstandigheden op het filter stuiten en wat dat tot gevolg heeft, is onbekend. De grond voor toepassing van filteren en blokkeren van kinderpornografisch materiaal wordt dan ook voornamelijk gevonden in de verwachting dat de maatregel effectief is.
  • Ook de huidige regering wil een daad stellen in de bestrijding van kinderporno en daarmee gehoor geven aan de morele verontwaardiging in de samenleving. Aangezien er, zoals gezegd, geen onderzoek beschikbaar is naar de effectiviteit van filteren en blokkeren, is de huidige inzet van filters door of namens de Nederlandse overheid niet gebaseerd op onderbouwde kennis omtrent de effectiviteit van deze maatregel.
  • Uit dit onderzoek blijkt dat de inhoud en de wijze van samenstelling van de blacklist van het KLPD op basis waarvan ISP’s kinderpornosites blokkeren een aantal onvolkomenheden bevat. De lijst heeft betrekking op circa 100 websites, terwijl de totale omvang van kinderpornosites die vallen binnen de reikwijdte van art. 240b Sr hier vermoedelijk een veelvoud van is. Bovendien bevat de lijst websites die (inmiddels) niet meer bestaan of die (inmiddels) geen kinderporno meer bevatten. Ook komen sites op de lijst voor die in Nederland worden gehost en wordt een belangrijk deel van de vermelde sites gehost in landen waarmee Nederland een rechtshulpverdrag heeft (vooral de VS). Voor het beheer van de lijst zijn door het KLPD geen procedures vastgelegd en zijn geen toetsbare criteria geformuleerd op basis waarvan tot toevoeging aan de lijst wordt besloten. Het onderhoud van de lijst is onvoldoende frequent.
  • Het KLPD gaat met private partijen convenanten aan ter uitvoering van een veronderstelde publiekrechtelijke taak, namelijk de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde. Aangezien het filteren en blokkeren van internetverkeer een inbreuk maakt op het grondrecht van vertrouwelijke informatie [..] behoeft een dergelijke maatregel een formeelwettelijke grondslag. Zo de wet al in een dergelijke bevoegdheid zou voorzien [..] komt deze niet toe aan de politie en aan het KLPD als onderdeel daarvan. [..] Deze convenanten vormen daarom een onaanvaardbare doorkruising van publiekrechtelijke bevoegdheden en daarmee van publiekrechtelijke waarborgen. Deze convenanten zijn daarom in de Nederlandse rechtsleer niet rechtsgeldig. Vanuit het oogpunt van rechtstatelijkheid is het niet aanvaardbaar dat de overheid zich bedient van instrumenten zonder deugdelijke juridische grondslag ter bereiking van een overigens legitiem doel.

Klacht Raad voor de Journalistiek

Naar aanleiding van mijn column over het falende kinderpornofilter – ondanks alle beloftes van de minister dat er uitsluitend sites op de zwarte lijst zouden belanden die niet via justitiële weg zijn aan te pakken, bleken er in Nederland gehoste sites op de lijst te staan – heeft hosting provider Leaseweb een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek tegen mij, tegen Addie Schulte (de journalist die navraag deed over mijn bevindingen bij de KLPD en de twee providers die websites hostten op de zwarte lijst bleken te staan, te weten Leaseweb en Webazilla) en tegen Het Parool.

De klacht luidt dat beide artikelen feitelijke onjuistheden bevatten (zo zouden Schulte en ik hebben gesuggereerd dat Leaseweb willens en wetens kinderporno host, maar dat zeggen we nergens en dat denken we ook helemaal niet) en dat er geen wederhoor is toegepast. De zaak wordt vrijdag 12 september om 13:30 behandeld.

Update:

We hebben er ongeveer drie kwartier gezeten: eerst een praatje van de ene advocaat, daarna een praatje van de andere advocaat, tenslotte vragen van de leden van de Raad aan de advocaten en aan mij. Op het eind zei de voorzitter dat het ‘een lastige zaak’ was en dat de Raad over vier tot zes weken uitspraak zal doen.

Drop voor de douane

Een paar jaar geleden werd ik tijdens een overstap op een Frans vliegveld door de douane uit de rij gevist. Het kwam belazerd uit: mijn eerste vlucht was met vertraging aangekomen en de afstand tussen de gate van aankomst en die van vertrek was van dien aard dat ik inmiddels op het punt stond mijn aansluiting te missen. En waarom zou de douane in een tussenliggend land me überhaupt moeten controleren? Ik kwam niet uit Frankrijk vandaan en ging niet naar Frankrijk toe. Maar mee moest ik, een provisorisch kamertje in.

Een douanemevrouw beklopte mijn jaszakken achterdochtig en voelde iets. Ze viste het voorwerp eruit, wierp er een snelle blik op en snauwde me toe: ‘C’est interdit, dat mag je niet meenemen!’ Ze hield de boosdoener triomfantelijk voor me op. Ik was zo perplex dat ik haar uitlachte, heel ondiplomatiek maar ik kon haar niet serieus nemen. ‘Doe niet zo mal, dat mag best. Het is een rol drop. Snoep.’

Gelukkig nam ze geen wraak op me voor haar fout en haalde ik mijn aansluitende vlucht nog net. De botte gedecideerdheid, het air waarmee ze een categorische uitspraak deed over iets dat ze niet herkende, staat evenzeer in mijn herinnering gegrift als haar vooringenomen willekeur. Ze wilde iets vinden. Ze moest iemand hebben. Het gaf niet wie, noch waarom. Wat een naar trekje is voor iemand die macht over je heeft, hoe kortstondig die macht ook moge zijn.

Afgelopen week werd bekend dat de Amerikaanse douane de vrije hand heeft gekregen om laptops, mobiele telefoons, mp3-spelers, digitale camera’s, usb-sticks en wat dies meer zij van reizigers te doorzoeken, in beslag te nemen en te kopiëren. Er hoeft daarvoor, zo staat nadrukkelijk in het document, geen enkele vorm van verdenking op iemand te rusten. Willekeurig wie mag eraan worden onderworpen. Het argument waarom een willekeurige douanebeambte al je e-mail mag kopiëren, al je foto’s kan bekijken of je computer zonder tekst of uitleg voor onbepaalde tijd kan confisqueren?

Het eerste motief: terrorismebestrijding. De term begint bijna flauw te worden, de magie van het argument raakt uitgewerkt. Terrorismebestrijding. Tjee. Gaap. Alweer? Mocht de overheid nog niet genoeg? Is het met de terreur sinds 9-11 werkelijk zo uit de hand gelopen dat er elk halfjaar nieuwe, nog draconischer wetten moeten worden uitgevaardigd, en zijn alle reizigers verdacht geworden? Kunnen we maar niet beter helemaal ophouden met reizen? Is ook beter voor het mileu, trouwens.

Het tweede motief: het tegengaan van auteursrechtschending. Duh. Hoe bewijs je in hemelsnaam dat je de rechtmatige eigenaar bent van je digitale bestanden? Moet je voortaan op reis naar de VS een map meenemen met de aankoopbewijzen van al je ringtones en de originelen van je cd’s als je je laptop of mobieltje niet wilt kwijtraken? En staat de ingreep – je onmisbare gereedschap geruime tijd kwijt, al je privécorrespondentie bezoedeld door andermans ogen – in verhouding met de verdenking dat je ergens misschien een illegaal bestand hebt?

Inmiddels heb ik al van verschillende mensen die voor hun werk naar Amerika moeten reizen, gehoord dat ze een goedkope laptop willen aanschaffen. Een weggooimodel, voor het geval dat. Want met pech tref je een grenscontroleur die een stok zoekt om een reiziger te slaan en die ineens beweert dat drop verboden is. Ondiplomatiek uitlachen helpt dan niet meer.

Links:

Overvallers online

De Amsterdamse politie heeft deze week besloten foto’s en videobeeden van overvallers online te zetten, in de hoop dat derden de boosdoeners wellicht herkennen en zo helpen de pakkans te vergroten. Het is een aanpak waar bekende nadelen aan zitten:

  • Veel foto’s zijn buitengewoon vaag en dus is de kans dat er op die manier iemand wordt herkend, erg klein;
  • Wanneer gezichten wel goed herkenbaar zijn, dreigt eigenrichting: boze burgers die iemand denken te herkennen en zelf dat varkentje wel even willen wassen.
  • First-time offenders staan met pech de rest van hun leven geboekstaafd: internet vergeet immers niet, of slecht.

Vandaag werd ik gewezen op een nadeel dat nieuw voor me was: guilt by association. Want ineens viel ik onder hetzelfde kopje, net zoals alle andere Paroolcolumnisten overigens:

(Met dank aan Reinder voor z’n opmerkzaamheid.)

Verdragsklem

De crux van vrijheid van meningsuiting is niet dat jij mag zeggen wat je wilt, maar dat je andermens recht ondersteunt opinies te ventileren die jijzelf abject vindt. Jezelf rechten toekennen is makkelijk; de werkelijke toets is of je andersdenkenden aan het woord wilt laten. Wat dat betreft heeft Wilders – zijn oproep tot een verbod op de Koran indachtig – bepaald een slecht trackrecord, ook al werpt hij zichzelf nog zo luidkeels op als eerzame underdog die als laatste het fort bewaakt.

Wilders mag van mij zeggen wat hij wil: dat recht is immers ten diepste verbonden met het mijne om te schrijven dat ik zijn brainfarts abject vind. (Wel had ik graag dat de kranten minder kwijlend achter hem aanliepen en niet elke gedachtekronkel van hem tot opiniestuk bombardeerden.)

Om diezelfde reden baart het me grote zorgen dat Jordanië een arrestatiebevel tegen de man heeft uitgevaardigd, een bevel dat krachtens internationale verdragen ook elders uitvoerbaar is. Wilders is Nederlands staatsburger en doet hier iets wat hier mag, en geen enkel ander land heeft dan nog het recht zich daar buiten haar eigen grondgebied tegenaan te bemoeien. Jordanië zou uitsluitend het recht mogen hebben Wilders de toegang tot het land te ontzeggen; de mogelijkheid hem door anderen te laten aanleveren, schendt niet alleen zijn rechten maar in dezelfde manoeuvre die van alle wereldburgers.

Een paar maanden geleden speelde eenzelfde kwestie, ik schreef erover in
januari. Een aantal Nederlanders hing een opsporing via Interpol en uitlevering aan India boven het hoofd. Een Indiaas bedrijf had in Bangalore een zaak aangespannen tegen Schone Kleren, een Nederlandse actiegroep die op haar website verslag deed van wangedrag van dat bedrijf. Volgens de Nederlandse wet deed Schone Kleren niets verkeerd, maar dat maakte Bangalore niet uit. Ook de directeuren van de provider die de website hostte (Antenna) en van de provider die hun internetverbinding leverde (XS4ALL) hing arrestatie boven het hoofd, wat helemaal bizar was: providers worden in Nederland niet aansprakelijk geacht voor wat hun klanten doen, behoudens een aantal nauwgezette uitzonderingen, waar dit geval bepaald niet aan voldeed.

India had godlof het Cybercrimeverdrag niet ondertekend. Was dat wel het geval geweest, dan was Nederland verplicht geweest de ondernemers uit te leveren. Maar andere landen, die andere verdragen met India hadden – bijvoorbeeld alle landen van het oude Gemenebest – hebben die verplichting wel. Kortom: de directeuren in kwestie hadden een reisverbod, op risico van uitlevering.

Het kostte XS4ALL en Antenna enorm veel moeite om Economische Zaken en Buitenlandse zaken voor hun probleem te interesseren. Zelfs toen eindelijk op hoogambtelijk niveau was doorgedrongen dat het absurd was dat Nederlandse ondernemers dreigden te worden uitgeleverd voor iets dat a) hier legaal was en b) iets dat zijzelf niet eens deden, weigerde Economische Zaken de kwestie te berde te brengen tijdens al geplande handelsmissie naar India, zodat Beatrix daar vriendelijk handenschuddned rondliep en elke lastige discussie meed. (Wat dat betreft krijgt Wilders helderder en oprechter steun van de regering. En nog klaagt-ie.)

Het gaat niet om Wilders versus Jordanië, meneer Wilders. De kwestie is dat onze eigen overheid in de loop der jaren allerlei verdragen heeft getekend die het mogelijk maken dat wij onze eigen onderdanen moeten uitleveren voor zaken die hier volkomen legaal zijn. In die zin doet het me deugd dat ditmaal een politicus in de klem zit: een koekje van eigen deeg.

Neubauten: van ZNS naar Zerstörte Zelle

Neubauten trad na drie jaar weer op in Nederland. De vorige keer was april 2005 – te lang geleden. Tegelijkertijd had mijn hoofd er eerder niet naar gestaan. Ik was buitengewoon blij ze vanavond weer te zien.

Ik hou al jaren erg van ze. Vooral om de muziek. Anders kun je nog zulke geweldige teksten hebben maar als er niks te luisteren valt kun je beter schrijver worden, of dichter. Blixa heeft vaak teksten die me raken, soms fysiek, soms qua idee. Vroeger was ZNS een van mijn favoriete nummers, deels om de tekst:


Sag auf Wiedersehen
sag auf Wiedersehen
zum Nervensystem

Es tanzt das zet-en-es
tantzt das zet-en-es tanzt
das zet-en-es tanzt
fuhrt den totalen tanz auf

… want dat deed me erg aan multiple sclerose denken. En Negativ Nein, daarvan kan ik nog steeds tranen in mijn ogen krijgen. Met de kanker moest ik geregeld aan Zerstörte Zelle denken. Enfin. Vroeger maakten ze een bak herrie – geweldige herrie, dat wel – en met het vorderen der jaren worden ze steeds harmonieuzer en rustiger. Maar ook vanavond maakten ze muziek met gaffertape, een bak metalen strips, plastic pijpen, een turbine, piepschuim en folie.

En al jaren werken ze buiten de platenmaatschappijen om: via een abonneesysteem kon je hun werk steunen. Abonnees kregen geregeld cd’s in de brievenbus. En na afloop van concerten kun je een ter plekke opgenomen en gebrande cd kopen van dat specifieke concert – ze hebben hun eigen cd-fabriekje bij zich. een buitengewoon slim concept waar ze in de VS nog gedonder mee hebben gehad – het Amerikaanse bedrijf Clear Channel had het systeem waarmee Neubauten al een paar jaar werkte gepatenteerd, zodat de groep hetzij in de US hun eigen procédé niet meer konden toepassen, hetzij een buitenstaander ineens een percentage over hun eigen inkomsten moesten geven. Dat leverde nog een boel gedonder op.

‘Het auteursrecht op de oude leest moet dood,’ zegt Blixa. Ik ben het met hem eens. En die versgekochte, in eigen beheer uitgebrachte cd ga ik zometeen fijn spelen.

Mediawijsheid in perspectief

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Omslag Mediawijsheid in perspectiefDetails:

Met mijn essay Mediamix: uit de vaste kanalen, gevangen in sporen – Raad voor de Cultuur – Den Haag, maart 2008 – ISBN 978-90-718-53272 – 94 pagina’s, gratis

Bestellen:

info@cultuur.nl; downloaden op mediawijsheidinperspectief.nl of als .pdf

Flaptekst:

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Kamervragen GroenLinks over kinderpornofilter

Ook Groen Links heeft vandaag kamervragen gesteld, zo lees ik op hun website:

GroenLinks wil dat Nederlandse kinderpornosite beter bestreden worden. Uit onderzoek van publiciste Karin Spaink (het Parool van vandaag) blijkt dat minimaal vier Nederlandse kinderpornosites niet geweerd zijn, ondanks dat het KLPD dit had kunnen doen. GroenLinks vraagt daarom de verantwoordelijke ministers Hirsch Ballin en Ter Horst om opheldering. Kamerlid Naima Azough vraagt tevens of er extra maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle kinderpornosites uit de lucht gehaald kunnen worden. Zij stelde hierover de volgende vragen:

  1. Bent u bekend met het bericht uit het Parool van 12 februari dat niet is ingegrepen bij Nederlandse kinderpornosites, terwijl de KLPD wist dat deze bestonden?
  2. Kunt u deze conclusies van het onderzoek van Karin Spaink onderschrijven?
  3. Deelt u de mening dat het niet aanpakken van Nederlandse kinderpornosites buitengewoon onwenselijk is en bovendien zeer schadelijk voor de kinderen die hiervan slachtoffer zijn? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?
  4. Welke maatregelen gaat u inzetten om nu en in de toekomst alle Nederlandse kinderpornosites te blokkeren?

Ik ben niet bepaald blij met deze vragen. Nederlandse kinderpornosites zijn heus niet schadelijker voor kinderen dan Franse, Duitse of Amerikaanse. Het punt is dat ze hier staan en dat Justitie er dan vrij makkelijk iets aan kan doen. Verder geen woord over de 138 Nederlandse sites die op de lijst staan die Matti Nikki heeft gecomplileerd, noch over de allerbelabberdste procedure die nu wordt gehanteerd om een site op de lijst te zetten (namelijk: niet toetsbaar, zonder transparante criteria). Het allerergste is wel dat Azough vraagt om het blokkeren en weren van Nederlandse kinderpornosites, in plaats van bepleit dat die krengen uit de lucht worden gehaald en de eigenaars ervan vervolgd.

Zucht. Ik ben nog wel lid van die club. Hadden ze me niet even kunnen bellen? Of is snel vragen indienen belangrijker dan goede vragen inleveren?

Kamervragen SP over kinderpornofilter

Naar aanleiding van mijn stuk over het kinderpornofilter en dat van Addie Schulte in Het Parool van vandaag heeft Kamerlid Ada Gerkens (SP) de volgende kamervragen gesteld:

 

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Justitie over kinderporno op Nederlandse sites:

  1. Wat is uw reactie op het bericht Politie liet kinderporno lopen?
  2. Klopt het dat er op de zwarte lijst van kinderpornosites van de KLPD minimaal 4 Nederlandse sites staan?
  3. Hoeveel sites staan er op deze lijst en hoeveel sites worden vanuit Nederland gehost? Hoe wordt deze lijst samengesteld?
  4. Hoe lang staan de Nederlandse sites al op de zwarte lijst? Hoe zijn deze hierop terecht gekomen?
  5. Klopt het dat er bij twee sites zeker sprake is van kinderporno?
  6. Sluit u uit dat er op deze lijst ook sites staan waar geen kinderporno op staat? Hoe wordt dit gecontroleerd?
  7. Hoe kan het dat deze sites wel bekend zijn bij en onderzocht zijn door de KLPD, maar hier niet tegen opgetreden wordt?
  8. Bent u bereid strafrechtelijke stappen te zetten tegen deze sites en hosting providers? Zo nee, waarom niet?
  9. Hoe gaat u bewerkstelligen dat in de toekomst Nederlandse sites direct aangepakt worden?
  10. Kunt u vertellen hoe het staat met het overleg tussen u en de providers over het blokkeren van kinderpornosites? Is deze berichtgeving voor u aanleiding om toch een justitiële toets in te voeren op de lijst? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Natuurlijk zijn dit vragen die allemaal gesteld hadden moeten worden bij de eerste besprekingen van het kinderpornofilter, maar ja, beter laat dan nooit….