Massa geeft macht

Het onverwachte effect van internet is dat organiseren makkelijker wordt. De kosten van informatie verzamelen en mensen bij elkaar halen zijn schrikbarend gedaald: er is geen drukwerk nodig, geen porto, geen sneeuwbaltelefoonlijst, geen ledenadministratie, geen bureaumedewerker. Daarnaast maakt internet verspreide deelname en variëteit in soorten bijdragen mogelijk, zonder dat iemand de regie hoeft te voeren en taken hoeft te plannen of verdelen. Marie begint een artikel, Jan vult het aan, Anna verbetert het en Kees gebruikt het.

Clay Shirky beschrijft het fenomeen in zijn prachtige boek Here comes eveybody: the power of organizing without organisations. Doordat iets doen zo makkelijk is geworden en weinig kost – wat dat ‘iets’ ook moge zijn: een website opzetten voor vogelspotters in Amsterdam, gebruikersrecensies verzamelen van hotels, tv’s of stofzuigers, al je vrienden mailen dat je die avond in café X bent – is het nu ineens verhoudingsgewijs eenvoudig om dingen van de grond te krijgen die eerder te kostbaar zouden zijn geweest. En sommige van die nieuwe, eerder te dure activiteiten blijken een boel op te leveren.

Shirky beschrijft de huidige protesten tegen Scientology niet, die zijn daarvoor te recent, maar ze zouden er vlekkeloos in zijn boek passen. Nadat Scientology een video van het net trachtte te krijgen waarin Tom Cruise in een verward betoog de loftrompet over de sekte steekt, rare lachuitbarstingen afwisselend met priemend kijken, stond Anonymous op en vertelde de sekte per videobrief dat het welletjes was geweest. ‘Duh,’ dacht ik, als oude Scientology-criticus, ‘daar is wel wat meer voor nodig.’

Maar het werkt. Anonymous heeft inmiddels vier maal wereldwijd demonstraties tegen Scientology gehouden in steeds zo’n vijftig steden, en elke keer komen er meer mensen op af. De deelnemers dragen allemaal maskers. Dat maakt hun demonstratie tot een aandachttrekkend spektakel en benadrukt tegelijkertijd hun kritiek dat de sekte critici geregeld het leven zuur maakt. Elke demonstratie wordt uitgebreid gedocumenteerd op Flickr en YouTube. Zo ook vond het filmpje waarin een Scientoloog vorige maand in Amsterdam moedwillig de camera van een Anonymouslid vernielde, overal zijn weg: daardoor werd snel duidelijk wie dat agressieve sektelid was, zodat hem deze week de rekening voor een nieuwe camera gepresenteerd kon worden.

Scientology wordt erg nerveus van Anonymous. Het grappigste is dat Anonymous geen organisatie is: Anonymous is een steeds wisselende groep mensen die op een aantal websites openlijk plannen maken voor demonstraties, zonder zelf te weten wie erop af komen. Iedereen kan op die websites meepraten, iedereen kan meelezen, inclusief Scientology zelf. En aan dat laatste heeft Scientology helemaal niets. Hooguit kunnen ze een tegendemonstratie organiseren (wat ze ook eenmaal heeft geprobeerd), waardoor Anonymous alleen maar meer aandacht van publiek en pers kreeg. Auw.

Als oud-criticus kijk ik verbaasd toe. Er demonstreren nu meer mensen tegen Scientology dan ooit is gebeurd. Anonymous is een lobby aan het opzetten om de belastingvrijstelling van Scientology ongedaan te maken. Anonymous is met zoveel – en zo wisselend – dat er voor de sekte geen beginnen aan is mensen te traceren, laat staan ze te intimideren. En intussen lekken er steeds meer documenten van Scientology uit. Waar ik tien jaar lang heisa en rechtszaken van de sekte moest verduren om twintig pagina’s uit OT3 – het geheimste stuk van de sekte – staat heel OT3 nu al maandenlang op internet, en Scientology kan niets doen.

Anonymous snapt internet. Scientology niet, en dat wordt hun Waterloo.

Veiligheid is niet het hoogste

Lenore Skenazy, een Amerikaanse vrouw met een zoontje van negen, schreef afgelopen week een artikel in de New York Sun over een tochtje dat haar zoon door de stad had gemaakt. Haar kind had al tijdenlang gesmeekt of-ie niet eens alleen naar huis mocht, hij was immers al groot genoeg, vond-ie. Skenazy stemde uiteindelijk in: ze gaf hem een strippenkaart mee, een plattegrond van de metro en een briefje van twintig dollar plus wat munten voor de telefoon.

‘Nee, ik gaf hem geen mobieltje mee. Nee, ik volgde hem niet stiekem op een afstand. Hij kon immers kaartlezen en ik vertrouwde erop dat hij zelf slim genoeg was om de route uit te dokteren. Als hij daar niet in slaagde, vertrouwde ik erop dat hij de weg wel aan een voorbijganger zou vragen. Ik vertrouwde er bovendien op dat die voorbijganger dan niet zou denken: “Jee, ik zou eigenlijk de trein naar huis nemen maar nu denk ik dat ik in plaats daarvan dit schattige jongetje maar eens zal ontvoeren.”‘

Waarom ook niet: haar zoon was immers al negen, zo ingewikkeld was de route nu ook niet, en, zoals ze schrijft, New York is werkelijk geen Bagdad. Er loert geen gevaar op elke hoek. Inderdaad ging alles goed. Haar zoon kwam opgetogen thuis, ‘ecstatic with independence’. Dat was dat, zou je denken.

Maar nee. Toen Skenazy dit verhaal aan een anderen vertelde, kreeg ze vreemde reacties. Ronduit extreme reacties, zelfs. De helft van de mensen die hoorden wat ze haar zoon had laten doen, wilden haar liefst aangeven wegens kindermishandeling. Hoe had ze het in vredesnaam in haar hoofd gehaald haar kind alleen door de stad te laten reizen? Wat had er niet allemaal kunnen gebeuren? Een kind moedwillig blootstellen aan zulk gevaar, was ze nou helemaal bedonderd… Ze was duidelijk niet geschikt om moeder te zijn. Dat kind moest bij haar worden weggehaald en zij uit de ouderlijke macht ontzet.

Het zijn overtrokken reacties. Niettemin kan ik me voorstellen dat in Amsterdam in sommige kringen op eenzelfde manier gereageerd zou worden. Want meer en meer beschermen we kinderen, houden we ze klein en blazen we het gevaar dat ze zou omringen op tot onrealistische proporties, proporties die vervolgens worden aangevoerd als argument om ze nog meer in watten te hullen. De straat wordt tegenwoordig voorgesteld als een gevaarlijke plek vol hangjongeren, gauwdieven, kidnappers en kinderverkrachters.

‘Alsof kinderen achter slot en grendel houden, ze uitrusten met helmpjes en mobieltjes en ze onder permanent toezicht plaatsen de beste manier is om ze op te voeden en voor te bereiden op de wereld,’ verzucht Skenazy in haar artikel. ‘Dat is het niet. Het is alleen maar kleinerend – voor onszelf én voor de kinderen.’

Op de korte termijn werkt het wellicht, die overbescherming. Maar de ellende is dat risico nooit volkomen valt uit te sluiten, hoe hard je ook doet alsof. Op de lange termijn is het zelfs een fnuikende strategie. Wie kinderen nooit een risico laat nemen, onthoudt hen de kans te leren met lastige situaties om te gaan, verhindert dat ze hun repertoire uitbreiden en, het allerbelangrijkste, ontneemt ze de kans hun zelfvertrouwen uit te bouwen en al doende sterker te worden.

Veiligheid is niet ons grootste goed. Leren met het onbekende om te gaan is – niet alleen voor kinderen – wezenlijk.

  • Leonore Skenazy kreeg zoveel reacties dat ze inmiddels een eigen blog is begonnen: Free Range Kids;
  • Foto overgenomen van Flickr, ‘Cam on the Montreal Metro’ door wiklos.

Vousvoyeren

Wanneer het begon herinner ik me niet meer – het zal zich geleidelijk hebben ontwikkeld, eerst nauwelijks merkbaar en nu zo opvallend dat ik het zelf eindelijk doorheb – maar tegenwoordig zeg ik meestal ‘u’ tegen mensen die ik eerder vrijwel zeker zou hebben getutoyeerd., en in dezelfde beweging ‘je’ tegen mensen die ik vroeger met ‘u’ zou hebben aangesproken.

Dat laatste is begrijpelijk. Toen ik twintig was en zij vijftig, was vousvoyeren normaal: de afstand in leeftijd was te groot. Nu ik zelf vijftig ben, zijn oudere mensen relatief minder oud: het verschil tussen twintig en vijftig is immers vele malen groter dan dat tussen vijftig en tachtig. Alleen als ik iemand echt niet ken zal ik nog ‘u’ zeggen. Een enkele keer vousvoyeer ik mensen van gelijke of hogere leeftijd om mijn respect te betuigen, of om nadrukkelijk afstand te houden – bijvoorbeeld als ik iemand echt niet mag of niet vertrouw. Vaker echter is tutoyeren de gelijkmaker. De informele aanspreekvorm dient om aan te geven dat de verschillen tussen ons niet zo groot zijn, tenminste niet in mijn opvatting.

(L., mijn lief, is daarin drastischer. Ze heeft de gewoonte iedereen op haar werk die hoger geplaatst is dan zij, per definitie te tutoyeren, onder het motto: ‘Je mag dan wel meer verdienen dan ik maar daarmee houdt het ook op.’)

So far, so good. Allemaal een teken van ouder worden. Maar wat ik niet helemaal begreep van mezelf was waarom ik het tegenwoordig lastiger vind om jongere mensen met ‘je’ aan te spreken. Tot ik bij de kassa van de supermarkt stond en het mezelf hoorde doen. (Knikkend tegen de kassamevrouw:) ‘Goedemiddag.’ (Geeft bonuskaart:) ‘Alstublieft.’ (Neemt bonnetje aan:) ‘Dank u wel.’ (Weglopend om boodschappen in te pakken:) ‘En een prettige avond.’

Het is niet de onbekendheid die me op ‘u’ doet overstappen, want inmiddels ken ik het meeste winkelpersoneel uiteraard al lang van gezicht, en mijn verse gewoonte wil zich maar niet aanpassen. Er spelen twee motieven, realiseerde ik me na verloop van tijd. Ten eerste wil ik niet dat de kassamevrouw in kwestie denkt dat ik neerbuigend ben of haar niet serieus neem, zuiver omdat ik ouder ben. Dat is precies ook de reden dat ik zowat alle jongere mensen die ik privé niet ken, inmiddels vrijwel vanzelfsprekend vousvoyeer. ‘Ik mag dan wel ouder zijn, maar daarmee houdt het ook op,’ zeg ik eigenlijk met dat ge-u, in een curieus correlaat van L’s radicaal nivellerende gewoonte.

Het tweede motief speelt vooral bij mensen in specifieke beroepen: schoonmakers, kassadames, buschauffeurs, garderobepersoneel. Mensen die gewoonlijk voor vanzelfsprekend worden versleten, die vaak snauwerig worden behandeld, en meestal slecht betaald krijgen ook. Tegen hen zeg ik systematisch ‘u’. Het is het enige dat ik kan doen om hun werk prettiger te maken: ze met enige égards behandelen. Vousvoyeren is een vorm van load balancing, de zwaarte verdelen of het onrecht middelen. Beleefdheid is een vorm van alledaagse, kleine politiek, maar veel meer kun je soms niet doen.

Wat mijn gewoonte raar maakt – het was tevens de reden dat ik hem ontdekte – is dat de meeste mensen die ik met ‘u’ aanspreek, gewoon ‘je’ terugzeggen. ‘Alsjeblieft, dankjewel, jij ook,’ antwoorden de kassadames, geheel in de geest van Ikea die jaren geleden afschafte dat klanten met ‘u’ werden aangesproken. Ergens klopt iets niet maar ik vind het best.

Mediawijsheid in perspectief

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Omslag Mediawijsheid in perspectiefDetails:

Met mijn essay Mediamix: uit de vaste kanalen, gevangen in sporen – Raad voor de Cultuur – Den Haag, maart 2008 – ISBN 978-90-718-53272 – 94 pagina’s, gratis

Bestellen:

info@cultuur.nl; downloaden op mediawijsheidinperspectief.nl of als .pdf

Flaptekst:

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Kamervragen GroenLinks over kinderpornofilter

Ook Groen Links heeft vandaag kamervragen gesteld, zo lees ik op hun website:

GroenLinks wil dat Nederlandse kinderpornosite beter bestreden worden. Uit onderzoek van publiciste Karin Spaink (het Parool van vandaag) blijkt dat minimaal vier Nederlandse kinderpornosites niet geweerd zijn, ondanks dat het KLPD dit had kunnen doen. GroenLinks vraagt daarom de verantwoordelijke ministers Hirsch Ballin en Ter Horst om opheldering. Kamerlid Naima Azough vraagt tevens of er extra maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle kinderpornosites uit de lucht gehaald kunnen worden. Zij stelde hierover de volgende vragen:

  1. Bent u bekend met het bericht uit het Parool van 12 februari dat niet is ingegrepen bij Nederlandse kinderpornosites, terwijl de KLPD wist dat deze bestonden?
  2. Kunt u deze conclusies van het onderzoek van Karin Spaink onderschrijven?
  3. Deelt u de mening dat het niet aanpakken van Nederlandse kinderpornosites buitengewoon onwenselijk is en bovendien zeer schadelijk voor de kinderen die hiervan slachtoffer zijn? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?
  4. Welke maatregelen gaat u inzetten om nu en in de toekomst alle Nederlandse kinderpornosites te blokkeren?

Ik ben niet bepaald blij met deze vragen. Nederlandse kinderpornosites zijn heus niet schadelijker voor kinderen dan Franse, Duitse of Amerikaanse. Het punt is dat ze hier staan en dat Justitie er dan vrij makkelijk iets aan kan doen. Verder geen woord over de 138 Nederlandse sites die op de lijst staan die Matti Nikki heeft gecomplileerd, noch over de allerbelabberdste procedure die nu wordt gehanteerd om een site op de lijst te zetten (namelijk: niet toetsbaar, zonder transparante criteria). Het allerergste is wel dat Azough vraagt om het blokkeren en weren van Nederlandse kinderpornosites, in plaats van bepleit dat die krengen uit de lucht worden gehaald en de eigenaars ervan vervolgd.

Zucht. Ik ben nog wel lid van die club. Hadden ze me niet even kunnen bellen? Of is snel vragen indienen belangrijker dan goede vragen inleveren?

Kamervragen SP over kinderpornofilter

Naar aanleiding van mijn stuk over het kinderpornofilter en dat van Addie Schulte in Het Parool van vandaag heeft Kamerlid Ada Gerkens (SP) de volgende kamervragen gesteld:

 

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Justitie over kinderporno op Nederlandse sites:

  1. Wat is uw reactie op het bericht Politie liet kinderporno lopen?
  2. Klopt het dat er op de zwarte lijst van kinderpornosites van de KLPD minimaal 4 Nederlandse sites staan?
  3. Hoeveel sites staan er op deze lijst en hoeveel sites worden vanuit Nederland gehost? Hoe wordt deze lijst samengesteld?
  4. Hoe lang staan de Nederlandse sites al op de zwarte lijst? Hoe zijn deze hierop terecht gekomen?
  5. Klopt het dat er bij twee sites zeker sprake is van kinderporno?
  6. Sluit u uit dat er op deze lijst ook sites staan waar geen kinderporno op staat? Hoe wordt dit gecontroleerd?
  7. Hoe kan het dat deze sites wel bekend zijn bij en onderzocht zijn door de KLPD, maar hier niet tegen opgetreden wordt?
  8. Bent u bereid strafrechtelijke stappen te zetten tegen deze sites en hosting providers? Zo nee, waarom niet?
  9. Hoe gaat u bewerkstelligen dat in de toekomst Nederlandse sites direct aangepakt worden?
  10. Kunt u vertellen hoe het staat met het overleg tussen u en de providers over het blokkeren van kinderpornosites? Is deze berichtgeving voor u aanleiding om toch een justitiële toets in te voeren op de lijst? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Natuurlijk zijn dit vragen die allemaal gesteld hadden moeten worden bij de eerste besprekingen van het kinderpornofilter, maar ja, beter laat dan nooit….

Child pornography: fight it or hide it?

[translation of my column for Het Parool: Kinderporno: niet bestrijden maar verstoppen of February 19, 2008.]

Last year October, Dutch Parliament demanded that the Department of Justice would legally bind ISPs to implement a filter that would block sites containing child pornography. ‘Providers can no longer look the other way; they should be forced to take their social responsibility. It is an outrage that they don’t comply voluntarily,’ member of Parliament Van der Staaij said during the debate. (Webwereld, October 4, 2007).

Most child porn sites, the argument holds, are hosted in countries that fail to take action against child pornography; Eastern Europe and Russia are often cited as the culprits. Thus, the only way for ‘proper’ European countries to get rid of such sites is by filtering them.

In the Netherlands, UPC is the only provider who has implemented a child porn filter. UPC subscribers who try to access a filtered site are presented with an ominous warning on their screen: STOP. Your browser tried to access a page that is being used to distribute files that depict the sexual abuse of children. This is illegal under article 240b of the Dutch Criminal Law.

UPC uses a blacklist that has been compiled by the National Police Forces (KLPD). All other providers have refused, arguing that the list has not been reviewed and that the criteria whereby a site gets blacklisted are unclear and not open to any kind of public scrutiny. There is no method to check whether nasty but legal sites are blacklisted as well, or to check that it is only child porn that is being filtered. Furthermore, filtering doesn’t solve the problem; blacklisting merely hides child porn sites, while the objective should be to shut them down and to arrest the people maintaining them. Only when there is a solid procedure to establish which sites should be blacklisted and there really is no other method of intervention – for instance, when such a site resides outside of Europe and the US – will they consider implementing a child porn filter.

Dutch Parliament called this stance ‘reprehensible’. Child pornography is the ultimate crime; thus, it merits strong measures. The KLPD is just as impatient with the ISPs as Parliament is. As their spokesman Kraszweski stated: ‘The ISPs have the power to do something against child porn sites, but they keep coming up with arguments why they shouldn’t. But we’re taking about child pornography, it’s almost a moral obligation to comply.’ (Webwereld, November 7, 2007).

ISPs in other European countries have implemented a child porn filter too. In Finland, for instance. And in Finland it’s also completely unclear what is being filtered. Matti Nikki tried to find out. He clicked his way through an endless series of sites and was thus able to compile a list of more than one thousand blocked sites, and published it.

His list contains 138 Dutch web sites. Uhm, Dutch sites? But isn’t the Netherlands part of Europe? Can’t – no, shouldn’t – Finland do more than just block them? Why don’t they report these sites to the proper Dutch authorities, so that they can take the appropriate measures, close them down and bring their owners and maintainers to court? Or does Finland perhaps maintain a much stricter definition of what establishes child pornography?

This weekend, I examined the first 40 Dutch sites on the Finnish blacklist. There was a lot of nasty stuff. Sometimes, their legal status was difficult to assess: Dutch law states that it is illegal to distribute pictures of children under eighteen engaged in sexual acts or posing in a sexual way; but age is not always easy to ascertain. However, I encountered numerous pictures of children aged ten or twelve in lurid poses, or fucking or sucking. Obviously child porn, obviously illegal, also under Dutch law. Almost all the sites involved are openly hosted at two Dutch providers, Leaseweb and Webazilla; companies that are easy to find and whom you can serve with a legal notice to shut down a site and to hand over information about the site’s owner.

Then, I checked the same sites via a UPC connection. Part of the sites that Finland labels as child porn sites are accessible via UPC, which means that they are not on the Dutch blacklist. `Evidently, the Fins and the Dutch authorities disagree spectacularly on what qualifies as child pornography, which, in turn, is another reason for ISPs to demand to know on the basis of which criteria the lists are compiled. If specialised police squads can’t figure out which sites should and which sites shouldn’t be blocked, how can a provider make a responsible choice?

Using UPC, I ran into ten blocked sites. One of them did no longer exist, one of them is hosted in the UK, four of them are in the US, and four are hosted in the Netherlands: two at Leaseweb, and two at Webazilla. And again, there was this quaint randomness: I could access plenty of sites that did not differ fundamentally from those that are being blocked. This child porn filter is a weird and unfathomable hodgepodge.

England, the US, and the Netherlands. Again: what was the reason to filter these sites? ‘These sites usually cannot be shut down by the police, because they are often hosted in countries that we have no legal liaisons with.’ (Webwereld, March 23, 2007) Since when are Haarlem and Utrecht located in Russia and out of Dutch jurisdiction?

Critics of child porn filters have said it before: the authorities should not focus on blocking such sites, but on shutting them down. Filtering them away is window dressing, mere show. Blacklisting them does not equal doing something about them, and it sure as hell doesn’t stop the abuse of children. It just prevents us from acknowledging it and from understanding that it is still happening.

The actual reality turns out to be even worse. The Dutch child porn filter contains Dutch child porn sites. To state it bluntly: the Dutch KLPD and the department of Justice are clamouring for a law that will oblige ISPs to make their own insufficiency invisible to the general audience.

According to the KLPD, Leaseweb and Webazilla host child pornography. In that case, they had better do something about it and serve Leaseweb and Webazilla with orders to shut down these sites. Surely, the KLPD and the Department of Justice shouldn’t expect ISPs to do their cleaning for them.

Kinderporno: niet bestrijden, maar verstoppen

In oktober vorig jaar riep een kamermeerderheid de minister van Justitie op om providers wettelijk te verplichten kinderpornosites te blokkeren. ‘Providers moeten niet langer wegkijken en dienen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Het is schandelijk dat ze dit niet doen’, zei SGP-kamerlid Van der Staaij in dat debat. (Webwereld, 4 oktober 2007)

Veel kinderpornosites, zo gaat het verhaal, staan in landen waar te weinig tegen kinderporno wordt gedaan: Oost-Europa en Rusland worden meestal als de boosdoeners genoemd. Omdat internet nu eenmaal een internationaal medium is en zulke illegale sites daarom eenvoudig in Nederland zijn te bekijken, is filtering de enige manier om ze te weren.

In Nederland is UPC de enige provider die zo’n kinderpornofilter hanteert. Wie een UPC-verbinding heeft en een dergelijke site wil bezoeken, krijgt een omineuze waarschuwing op zijn scherm: STOP. Uw browser heeft geprobeerd een pagina te benaderen die wordt gebruikt voor de verspreiding van bestanden waarop seksueel misbruik van kinderen is afgebeeld. Dit is strafbaar gesteld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

UPC gebruikt een lijst die is opgesteld door het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Andere providers houden tot nu toe de boot af. Ze stellen dat de lijst niet is getoetst door de rechter en de criteria voor opname op de lijst niet openbaar en niet toetsbaar zijn. Bovendien zet filtering weinig zoden aan de dijk: een site wordt er alleen onzichtbaar van, terwijl de inzet natuurlijk zou moeten zijn om de makers ervan op te pakken. De providers zijn daarnaast bevreesd dat er na verloop van tijd ongewenste, maar niettemin legale sites op dergelijke lijsten zullen verschijnen. Pas wanneer er een fatsoenlijke procedure is om dergelijke sites op illegaliteit te toetsen, en wanneer evident is dat echt niet ingegrepen kan worden – bijvoorbeeld omdat zulke sites zich buiten Europa of de VS bevinden – willen de providers zo’n filter overwegen.

Hun houding wordt door de Tweede Kamer als ronduit verwerpelijk beschreven. Kinderporno is immers zo erg, daar moet je alles tegen doen. Ook de KLPD is bepaald ongelukkig met de weigerachtige houding van de ISPs. KLPD-voorlichter Kraszweski; ‘De providers hebben op dat moment de macht om iets te doen aan sites met kinderporno, maar de providers komen dan steeds met andere principiële bezwaren waarom ze dat niet willen. Maar we hebben het hier over kinderporno en vinden het bijna een morele verplichting om dat wel te doen.’ (Webwereld, 7 november 2007)

Ook andere Europese landen voeren zo’n kinderpornofilter. Finland, bijvoorbeeld. Ook daar is onduidelijk wat er wordt geblokkeerd. Voor de Fin Matti Nikki was dat reden om uit te zoeken welke sites er precies in zijn land worden weggefilterd. Door eindeloos sites op te zoeken kwam hij tot een lijst van ruim duizend geblokkeerde sites.

Op zijn lijst staan 138 Nederlandse websites. Nederlandse websites? Die vallen onder de Europese wetgeving, daar moet Finland toch meer mee kunnen doen dan ze alleen blokkeren? Doorgeven aan de Nederlandse autoriteiten, bijvoorbeeld, zodat die maatregelen kunnen nemen en de bewuste sites uit de lucht kunnen halen en de verantwoordelijken voor de rechter kunnen brengen? Of zou Finland wellicht een veel strengere definitie van kinderporno aanhouden dan Nederland?

Afgelopen weekend heb ik de eerste veertig Nederlandse sites van de Finse lijst uitgebreid bekeken. Er staat veel vunzigs op. De leeftijd van de afgebeelde kinderen is soms op het randje (Nederland legt de grens voor kinderporno bij kinderen onder de achttien), maar geregeld zijn er plaatjes van kinderen van tien of twaalf jaar oud die masturberen, seks hebben of buitengewoon uitdagend poseren. Kinderporno en dus strafbaar, ook volgens de Nederlandse wet. Vrijwel al die sites staan open en bloot bij twee Nederlandse hosting providers: Leaseweb en Webazilla, bedrijven die makkelijk zijn te vinden en die je zo een gerechtelijk bevel onder de neus kunt duwen om de betreffende site te sluiten en de gegevens van de eigenaars aan justitie te overhandigen.

Diezelfde sites heb ik daarna via een UPC-verbinding bekeken. Een deel van de sites die Finland als kinderporno beschouwt, is via UPC gewoon te bekijken en staat dus niet op de KLPD-lijst. Kennelijk is er zelfs tussen Europese politiediensten onderling geen overeenstemming over wat wel en wat niet als kinderporno moet worden beschouwd – een constatering die de ISPs in Nederland die weigeren om de KLPD-lijst blindelings te hanteren, gelijk geeft. Als de politiediensten zelf al ruziën wat wel of niet moet worden geblokkeerd, hoe kan een provider dan de goede keuzes maken?

Via UPC stuitte ik op tien geblokkeerde sites. Eén ervan bestond helemaal niet meer, eentje bevindt zich in Engeland, vier staan op servers in de VS, en vier staan in Nederland; twee bij Leaseweb, twee bij Webazilla. Opmerkelijk was – alweer – de willekeur. Sites die niet fundamenteel afweken van door UPC geblokkeerde sites, kon ik, ook via UPC, gewoon zien. Dat kinderpornofilter is een vreemd ratjetoe.

Engeland, Amerika en Nederland. Wat was ook alweer het argument om dergelijke sites te filteren? ‘De sites zelf kunnen veelal niet door de politie worden afgesloten, omdat ze zich vaak bevinden in landen waar geen justitiële contacten mee zijn.’ (Webwereld, 23 maart 2007) Sinds wanneer liggen in Haarlem en Utrecht in Oost-Europa of Rusland?

Critici van het kinderpornofilter hebben het al eerder gezegd: de inspanning van de KLPD zou er niet op gericht moeten zijn om zulke sites uit het zicht te halen, maar om ze te sluiten. Een kinderpornofilter voeren is etalagepolitiek. Dat je troep niet langer kunt zien, betekent niet dat-ie weg is, en het blokkeren van sites helpt geen zier tegen kindermisbruik.

De werkelijkheid blijkt helaas een graadje erger. Het Nederlandse kinderpornofilter bevat Nederlandse kinderpornosites. Anders gesteld: de KLPD en de minister van Justitie willen de ISPs in Nederland verplichten de onmacht van de KLPD en justitie te maskeren.

Volgens de KLPD huisvesten Leaseweb en Webazilla kinderporno. In dat geval dient justitie in te grijpen: die sites uit de lucht te halen en de eigenaars te vervolgen. In geen geval horen ze UPC in te zetten om de sporen van hun onmacht weg te poetsen.

(Met dank aan Joris van Hoboken)
 

Reacties

Parool-journalist Addie Schulte heeft gisteren de betrokkenen om commentaar gevraagd. Bij deze zijn artikel over de kwestie.

» Politie laat kinderporno lopen

AMSTERDAM – Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) heeft Nederlandse kinderpornosites ongemoeid gelaten, terwijl ze van het bestaan ervan op de hoogte was. Dat blijkt uit onderzoek van Parool-columniste en publiciste Karin Spaink. Het KLPD hanteert een zwarte lijst van kinderpornosites. Die lijst wordt ter beschikking gesteld aan internetproviders die daarmee kunnen verhinderen dat hun klanten deze sites bezoeken. Twee providers gebruiken deze lijst.

Volgens woordvoerder Ed Kraszewski van het KLPD staan er alleen buitenlandse kinderpornosites op de lijst. ‘Nederlandse sites kunnen we aanpakken.’ Als een kinderpornosite bij een Nederlands bedrijf is ondergebracht, werken internetbedrijven mee om die zo snel mogelijk te verwijderen, aldus Kraszewski.

Hoewel de lijst geheim is, is Spaink er via een omweg achter gekomen dat op de lijst van het KLPD zeker vier Nederlandse sites staan. Deze sites zijn ondergebracht bij twee zogeheten hosting providers, bedrijven die websites toegankelijk maken. Het gaat om Webazilla uit Utrecht en Leaseweb uit Haarlem. Op de sites zijn jonge meisjes en jongens te zien in allerlei poses, van Wehkamp-achtige foto’s tot seksuele handelingen. Het KLPD oordeelt dat het bij twee van deze sites zeker om kinderporno gaat, bij de twee andere wordt dat onderzocht.

Volgens Kraszewski waren de sites bekend onder andere namen, waardoor onduidelijk bleef dat ze ook bijNederlandse bedrijven onderdak hadden gevonden. ‘We beschikten over andere adresgegevens,’ aldus Kraszewski. ‘Dit soort sites duiken steeds onder andere namen.’ ‘We zijn een zeer grote hostingprovider, dan ontkom je hier niet aan,’ zegt directielid Laurens Rosenthal van Leaseweb. ‘Maar deze mensen zijn in staat om in vijf minuten een nieuwe site de wereld in te slingeren.’

 
Vervolg (18 april 2008)

Leaseweb heeft deze week maatregelen genomen om zelf na te gaan of er kinderporno bij hun klanten staat. Inmiddels heeft de provider vijf dubieuze sites verzocht hun biezen te pakken, blijkens een persbericht dat het ANP gisteren publiceerde. Zelf denk ik dat daar de oplossing niet ligt: de KLPD moet kinderpornosites actiever monitoren en meteen ingrijpen als een dergelijke site naar Nederland of een ander Europees land verhuist: collega-diensten in andere landen waarschuwen, gegevens over de eigenaars opvragen bij de provider, betalingen traceren en de makers zien op te pakken. Providers zijn geen politie-agenten en niemand verwacht van hen dat ze een dergelijke rol op zich nemen. Sterker, in veel gevallen is dat ongewenst.

» LeaseWeb grijpt zelf in bij kinderporno

AMSTERDAM (ANP) – LeaseWeb, het grootste hostingbedrijf van websites in Nederland, gaat tijdelijk zelf actie ondernemen tegen de verspreiding van kinderporno op het internet. Het bedrijf heeft deze week vijf dubieuze maar niet strafbare sites te verstaan gegeven zich terug te trekken, zegt LeaseWeb-directeur Con Zwinkels donderdag.

Het is voor het eerst dat LeaseWeb via een interne beoordelingscommissie zelfstandig sites beoordeelt en daarop actie onderneemt. Zwinkels: ‘Volgens Europese richtlijnen is dit verboden. Zonder juridische onderbouwing mogen we eigenlijk geen websites van internet halen. Feitelijk komt dit neer op internetcensuur, vergelijkbaar met landen als Birma, China en Cuba, maar wij zien ons ertoe genoodzaakt vanwege toenemende druk vanuit de media en Meldpunt Kinderporno. Het is kiezen tussen twee kwaden.’

Tot dusver deed het bedrijf, dat op zijn servers ruimte biedt aan meer dan twee miljoen websites uit binnen- en buitenland, dit in samenspraak met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Momenteel krijgt LeaseWeb zo’n twee tot drie meldingen per week van kinderporno. ‘Daarop wordt in overleg met de KLPD altijd direct actie ondernomen, maar niet alle twijfelachtige sites met afbeeldingen van kinderen kunnen door het KLPD worden aangepakt omdat het ontbreekt aan een adequate juridische basis’, aldus Zwinkels.

Eind deze maand gaat LeaseWeb om tafel met het Meldpunt Kinderporno, dat meldingen omtrent kinderpornografisch materiaal registreert. Het bedrijf beraadt zich op structurele stappen die nog verder gaan dan de maatregelen die justitie en politie momenteel nemen om kinderporno op het internet te bestrijden. Zwinkels zegt dringend behoefte te hebben aan meer informatie van het Meldpunt, ten einde maatregelen te kunnen nemen. ‘Maak inzichtelijk waar het om gaat, geef ons een lijst. Als wij niet horen wat er mis is, kunnen we ook geen actie ondernemen.’ Het huidige protocol bij het bedrijf is dat sites die evident strafbaar materiaal verspreiden door LeaseWeb zelf op zwart gezet worden. De politie wordt daarover ingelicht. Vaak gaat het echter om twijfelachtig materiaal – niet ieder plaatje of filmpje van blote kinderen, hoe smakeloos soms ook, valt binnen de strafbare categorie. In dergelijke gevallen legt LeaseWeb een en ander voor aan de specialisten van het KLPD.

‘Iedereen is het erover eens dat dit verschijnsel bestreden moet worden’, zegt Zwinkels. ‘Wij hebben er ons altijd verre van gehouden om zelf te beoordelen, dat is een taak van Justitie en het KLPD. Gezien de zwaarte van het onderwerp en de ermee gepaard gaande emoties hebben we in elk geval tijdelijk besloten dat wel te doen.’ Zwinkels wijst erop dat de definitieve oplossing gezocht moet worden in (internationaal geldende) wetgeving, die zijns inziens op dit moment hiaten vertoont. ‘Pas als minister Hirsch Ballin hierin zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, zullen wij onze interne beoordelingscommissie binnen LeaseWeb weer kunnen ontbinden.’

Zwarte lijsten van professionele aanbieders van kinderporno zijn moeilijk actueel te houden, schreef minister Ernst Hirsch Ballin eerder deze week in een brief over cybercrime aan de Tweede Kamer. Om ongrijpbaar te blijven, wisselen de aanbieders veelvuldig van hostingprovider, wereldwijd. Volgens de bewindsman kan dit verklaren waarom bij Nederlandse hostingbedrijven sites met kinderporno terug te vinden zijn. Hirsch Ballin maakte deze week tevens bekend dat hij een aantal internetproviders bereid heeft gevonden sites met kinderporno te blokkeren aan de hand van webfilters. Tot dusver deed alleen provider UPC dat.

Roken is goed voor de gezondheidszorg

[Overgenomen uit Het Parool van vandaag:]

‘Rokers goedkoper dan gezonde mensen’

Door te voorkomen dat mensen zwaarlijvig worden of gaan roken kunnen levens worden gered, maar geld levert het niet op. Dat hebben onderzoekers van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vastgesteld. Gezonde mensen die lang leven zijn duurder dan ongezonde mensen die niet zo oud worden, zo blijkt uit het onderzoek. Doorgaans wordt aangenomen dat het voorkomen van bijvoorbeeld obesitas overheden miljoenen oplevert.

‘Het was een kleine verrassing’, zegt de leider van het onderzoek, Pieter van Baal, die als econoom aan het RIVM verbonden is. ‘Maar het is ook logisch. Als je langer leeft, kost je de gezondheidszorg meer.’

Dunne en gezonde mensen kosten de gezondheidszorg in hun volwassen leven volgens de onderzoekers dan ook meer dan dikke mensen en rokers. Van Baal en zijn collega’s brachten de medische kosten die drie groepen van duizend mensen in hun hele leven maken in kaart aan de hand van een door hen ontworpen model: een gezond levende groep (dunne niet-rokers), een groep zwaarlijvigen en een groep rokers. Het model is gebaseerd op de ziektekostencijfers en de kosten van ziektepreventie in Nederland uit 2003.

De onderzoekers stelden vast dat zwaarlijvigen in de leeftijd van 20 tot 56 de overheid het meeste geld kosten aan medische zorg. Maar omdat zowel rokers als zwaarlijvigen eerder doodgaan dan gezonde mensen, kosten zij de staat uiteindelijk minder geld.

Gezonde mensen worden gemiddeld 84 jaar, rokers 77 en dikke mensen 80. Rokers en zwaarlijvigen krijgen vaker een hartkwaal dan gezonde mensen. Kanker komt bij de drie groepen evenveel voor, als longkanker buiten beschouwing wordt gelaten. Suikerziekte komt het meest voor bij zwaarlijvigen en gezonde mensen krijgen het vaakst een beroerte. Uiteindelijk kosten dunne, gezonde mensen het meest: gerekend vanaf hun 20ste jaar 281.206 euro. De ziekte- en zorgkosten van zwaarlijvige mensen bedragen 250.185,45 euro en die van rokers 219.839 euro.

In het onderzoek, dat is betaald door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is geen rekening gehouden met mogelijke bijkomende kosten door roken en zwaarlijvigheid, zoals kosten door verminderde productiviteit en sociale kosten. ‘We zeggen niet dat overheden niet langer moeten proberen zwaarlijvigheid te voorkomen’, zegt Van Baal, ‘maar ze zouden dat om de juiste redenen moeten doen.’ (AP)

Internationaal onrecht

Een handvol Nederlanders hangt uitlevering aan India boven het hoofd om een website die, naar Nederlands recht, volkomen legaal is. Ze doen niets verkeerd volgens onze wetten, en toch is er een kans dat onze overheid ze oppakt en uitlevert aan een vreemde mogendheid. Inmiddels zijn de arrestatiebevelen bevroren, maar er loopt al bijna aan jaar een juridische procedure tegen ze in India om iets wat ze hier doen en wat hier mag. De kans dat ze in India worden veroordeeld, is groot.

De Stichting Schone Kleren probeert door middel van rapportages over arbeidsomstandigheden Westerse kledingfabrikanten te bewegen hun leveranciers met meer zorg te kiezen. Een van de bedrijven waarop ze hun pijlen richten is Fibre and Fabrics International (FFI) in Bangalore. FFI is al verschillende keren in aanvaring gekomen met Indiase belangengroepen, en heeft een deel daarvan monddood weten te maken. SKK publiceerde op haar website over de kwestie.

FFI daagde de SKK vervolgens voor de rechtbank te Bangalore en eist tien miljoen euro schadevergoeding. Niet alleen de SKK zelf maar ook haar provider (Antenna), en de leverancier van de internetverbinding van SKK (XS4ALL) werden in India gedaagd. De aanklacht: smaad, criminele samenzwering, xenofobie en cybercrime.

In Nederland – waar de ten laste gelegde feiten worden ‘gepleegd’ – zou FFI niet ver komen met haar klacht. We kennen vrijheid van meningsuiting, providers hoeven websites volgens de Nederlandse wet alleen te verwijderen als ze onmiskenbaar onrechtmatig zijn, en wie een adsl-verbinding levert wordt hier niet als medeplichtige aan wat ook gezien. Maar nu diezelfde mensen voor dezelfde ‘feiten’ in India zijn gedaagd, ligt hun zaak helaas anders.

Maar hoezo? Waarom zou Nederland haar eigen onderdanen überhaupt uitleveren aan vreemde mogendheden over zaken die in Nederland helemaal niet strafbaar zijn? Waarom zou Nederland haar eigen burgers willen afvoeren naar het buitenland en hen willen laten onderwerpen aan vreemd recht voor iets dat ze hier in Nederland doen?

Vooral die mogelijke uitlevering is problematisch. De enige reden waarom Nederland daartoe niet is overgegaan, is dat India het Cybercrimeverdrag niet heeft ondertekend; was dat wel het geval geweest, dan was uitlevering vrijwel onontkoombaar geweest.

Dat andere landen andere wetten en andere regels hebben: soit, dat is hun recht. In Texas mag je geen voorlichting geven over dildo’s en vibrators; in Nederland wel. In de Verenigde Arabische Emiraten mag je geen uitgebreide voorlichting geven over homoseksualiteit; hier wel. In Australië mag je op websites niet vertellen hoe je zelfmoord kunt plegen; hier wel. In Pakistan mag je geen pornografie op het web zetten; hier wel. Moet Nederland dan werkelijk burgers gaan uitleveren naar zulke landen als iemand daar bezwaar maakt en een rechtszaak begint tegen een Nederlandse website?

Als een land specifieke informatie niet wil horen of zien – op internet, op radio of tv, op cd’s, in boeken of kranten – moet het zelf maatregelen nemen om te voorkomen dat het hun land bereikt, maar zou het nooit het recht mogen hebben om mensen te dagen die legaal in eigen land zulke informatie verspreiden – laat staan dat zo’n land om hun uitlevering kan verzoeken. Wat betreft de providers: die verspreiden feitelijk helemaal niets in of naar India, ze verspreiden de website van SKK alleen in Nederland, en het zijn heus de Indiase providers die de verzoeken tot raadpleging van de SKK-website in India doorgeven.