Lessen

De Egyptische revolutie heeft ons veel geleerd. Het schouwspel van honderdduizenden mensen die dag in, dat uit de straat opgingen om met gevaar voor eigen leven hun vrijheid en hun burgerrechten op te eisen, was schrijnend mooi – en een fikse terechtwijzing voor al die mensen hier die menen dat ‘ze’, die moslims daar, allemaal zowat half achterlijk zijn.

Dit waren dappere, respectabele, vreedzame, welbespraakte mensen, die uitsluitend democratische eisen stelden: opheffing van de noodtoestand, hervorming van de grondwet, vrije verkiezingen, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en een einde aan de corruptie.

(Daarom ook dat de PVV geen woord heeft gewijd aan de opstand: zowat alles wat de Egyptische demonstranten zeiden en deden, haalde Wilders’ stereotypes en stellingen onderuit. Dit is een opstand die Wilders grondig in het ongelijk stelt.)

We leerden dat wij jarenlang een dictator hebben gesteund onder wiens regime tienduizenden mensen werden gearresteerd zonder ooit een proces te krijgen, waar marteling aan de orde van de dag was, waar de pers werd geïntimideerd en verkiezingen vervalst werden – zonder dat wij ooit een kik gaven. Erger, we noemden Mubarak een ‘bevriend’ staatshoofd en bejegenden hem met eerbetoon.

We leerden dat ons idee van het leger wellicht niet overal opgaat. In Arabische landen is het leger over het algemeen rechtvaardiger dan de politie, die er gewoonlijk corrupt is. Terwijl de politie er aanvankelijk op los sloeg, met busjes op de demonstranten inreed, en zich later undercover bij de huurlingen voegde die met messen en zwaarden door de menigte galoppeerden, heeft het leger steeds haar kalmte bewaard en geweigerd op de bevolking te schieten.

We leerden dat het kortwieken van de communicatie van mensen een dictatoriale ingreep is, en dat het nauwgezet volgen wie met wie communiceert, doodgevaarlijk kan zijn. Als we menen dat Mubarak of Achmedinejad dat niet mogen, waarom vinden we het dan wel goed dat onze eigen overheden zichzelf juist die bevoegdheden willen aanmeten? Waarom is internet filteren, van een kill-switch voorzien en de herkomst van berichten traceren in het westen wél in orde?

We leerden dat Egypte voor een derde bestaat uit jonge mensen die helemaal niet zoveel om religie geven als wij denken, en al helemaal niet fanatiek. Ja, ze bidden en ze geloven, maar dat doen CDA’ers ook. En die zie ik nog niet zo snel een andere religie de ruimte geven voor een dienst (op Tahrir werd anderhalve week geleden de allereerste publieke christelijke mis ooit georganiseerd), laat staan dat ze met gevaar voor eigen leven biddende moslims willen beschermen.

We leerden dat live televisie dagen achtereen boeiend kan zijn, als je tenminste goede verslaggevers hebt en overal ter wereld mensen weet die je kunt uitnodigen voor commentaar en debat. En dat zo’n gesprek dan gerust langer mag duren dan anderhalve minuut – sterker, dat de kwaliteit van een gesprek er fors op vooruit gaat wanneer je er een kwartier of half uur voor uittrekt. We leerden dat de emotie van verslaggevers of geïnterviewden niet het allerbelangrijkste is en er niks ‘door iemand heen’ hoeft te gaan om een gesprek boeiend te maken. We leerden bovenal dat het mogelijk is om gedegen geëngageerde journalistiek te bedrijven.

En we leerden hopen – hopen op de goede afloop. Laten we dat laatste blijven doen. Want de democratie hebben ze hard verdiend, in Egypte.

Valse argumenten

Nettime is een mailinglist waar mensen willen nadenken over media, internet, politiek en alles daartussen en daaromheen. Een paar dagen gelden las ik dit op die mailinglijst:


Na Vrij Nederland’s onthulling van de even weinig verheven als pompeus gerechtvaardigde wijze waarop ‘kwaliteitskrant’ NRC-Handelsblad samen met de commercieele omroep RTL NOS-televisie de loef had afgestoken in de (rat)race naar het NL-relevante gedeelte van de Wikileaks’ Cablegate stash laten de Belgen het weinig flatteus licht schijnen op de gang van zaken bij het parallel verhaal, rond dagblad De Standaard, die ook via het Noorse blad Aftenposten toegang kreeg tot het Wikileaks materiaal [..]

Ineens werd ik boos. Dit was een mailinglijst waar iedereen pretendeerde verstandig na te denken over media en internet, maar wat ik daar had gezien over WikiLeaks kwam zelden boven dit niveau uit. Zodat ik een antwoord schreef, waarvan ik innig hoop dat anderen het snappen:

Ik snap niet waarom de vraag wie hoe & wanneer de beschikking wist te krijgen over deze cables de inhoud van diezelfde cables kennelijk steeds maar moet overschaduwen – ook op Nettime. Het kan me werkelijk geen lor schelen of RTL eerder was dan de NOS, of omgekeerd. Het kan me ook geen ene lor schelen dat Nederlandse kranten niet bij de eerste groep van vijf geselecteerde dagbladen zaten die in de cables konden grasduinen.

Wat me wél raakt (en zorgen baart) is dat een serieuze bespreking van de inhoud en betekenis van de cables niet van de grond komt. Laat staan dat we hardop nadenken over de vraag hoe transparantie en diplomatie / politiek zich tot elkaar verhouden; hoe groot de afstand tussen formele en informele politiek is geworden en of dat goed of slecht is; welke vrijheid topambtenaren zich (mogen) permitteren; in hoeverre kranten een doorgeefluik voor persberichten zijn geworden; hoe gelekte informatie valt te verifiëren; hoe klokkenluiders kunnen worden beschermd — zoveel vragen, en we hebben het er niet over.

Ook op Nettime is er een voor mij onbegrijpelijke neiging om het belang van de cables te kortwieken en alle daarmee verbonden vragen te reduceren tot:

  • een psychodrama. Is Julian Assange het verdedigen waard? Is hij een held of een dictator? Hoe gaat-ie met vrouwen om, en is-ie wel lief tegen katten? Oh dear… Zelfs als was Julian een eersteklas klootzak: de maatstaf voor het belang van de informatie die WikiLeaks heeft ontbloot, ligt niet besloten in het karakter van de boodschapper. (Verder snap ik ook wel dat er paradigma’s botsen: de openheid en vrije uitwisseling & beschikbaarheid van informatie die hackers zich voorstelden, versus gedoseerd & gericht loslaten van informatie die gebruik is in de diplomatie. Maar laten we het dan dáárover hebben in plaats van Julians karakter te fileren.)
  • valse symmetrie. WikiLeaks wil openheid van bestuur: dan moeten ze zelf ook met de billen bloot, toch? Welnee: iedereen mag de macht in twijfel trekken, iedereen mag – als persoon of als organisatie – geheime besluitvorming publiek maken en netwerken blootleggen. Daar heb je helemaal geen credentials voor nodig: elke burger heeft dat onvervreemdbare recht, en die burger hoeft niet eerst te bewijzen dat hij- of zijzelf op alle vlakken voorbeeldig en volkomen transparant is om dat recht uit te mogen uitoefenen. Sterker: ook een burger die zelf de boel belazert, heeft het recht om de macht in twijfel te trekken. Eisen dat WikiLeaks zelf openheid betracht vooraleer je naar hen wilt luisteren, is daarom bizar. Bovendien verschuif je dan de vraag, Want het ging niet over WikiLeaks – alleen om wat zij doorgaven.
  • een whodunnit. Wie had de cables wanneer, hoe en waarom (zie de mail waarop ik nu reageer). Ik hoop heus dat ik niet hoef uit te leggen dat door zulke vragen de vorm de inhoud volkomen verdrukt. Heus, het maakt me geen sodemieter uit wie ze wanneer had. Wel wil ik erg graag een discussie over wat er in die cables staat, en wat dat betekent.
  • roddels. Berlusconi zegt dat Sarkozy zei dat… Het zal wel, and who cares: diplomaten kletsen soms ook, en theetantes vind je overal. Maar de cables afdoen als een verzameling roddel is dom. Ten eerste zijn er stapels cables die over verdomd serieuze kwesties gaan. Ten tweede: zodra roddel deel uitmaakt van het diplomatieke proces en die roddel de politieke besluitvorming stuurt, is het iets dat ons allemaal terdege aangaat. Juist omdat we hoopten en wensten dat onze vertegenwoordigers politieke problemen op een meer verheven wijze beschreven en besluiten op betere gronden namen.
  • de bevestiging van ‘wat we toch al wisten’ en dat de cables ‘dus’ niks nieuws bevatten. Het probleem met die redenering zit ‘m in dat ‘we’. Ik weet inderdaad al lang dat Bin Laden ooit door de VS is gesponsord, maar voor een ander is dat wellicht groot en onrustbarend nieuws, dat nu bovendien zwart op wit staat. Jij kunt blasé doen over een ambtsbericht over ‘rendition’, maar voor iemand in Spanje die al jarenlang verwikkeld is in een rechtszaak om niet uitgewezen te worden naar de VS op verdenking van terrorisme, is zo’n cable een godsgeschenk. Daarnaast telt, zoals Slavoj Zizek eind januari 2011 in The London Review of Books schreef (en ik parafraseer); ‘Zolang iedereen weet wat er fout ging maar dat nooit publiekelijk is gezegd, kan iedereen die schaamte ontkennen. Maaar zodra die schaamte publiek is gemaakt, heb je te maken met schande – en dat is eeen ander verhaal.’

Snackbar

Al Jazeera liet al urenlang zien hoe Cairo en Alexandrië uitgelaten feest vierden, op Twitter las ik dat in London en New York mensen de straat opzochten om samen te kunnen dansen en elkaar te feliciteren. Was er een Egyptische buurt in Amsterdam waar ik terecht kon? Niet dat ik wist.

Toen Pieter Hilhorst op Twitter precies dezelfde vraag stelde – ‘Waar in Amsterdam vieren Nederlandse Egyptenaren nu feest?’ – antwoordde ik dat uit pure blijdschap serieus had overwogen om naar de Egyptische snackbar twee straten verderop te gaan. Maar ja, dat voelde ook zo stom… Pieter antwoordde binnen een paar minuten dat er bij hem om de hoek óók een Egyptische snackbar zat. Ik hakte de knoop door. ‘We gaan gewoon, en daarna brengen we elkaar verslag uit.’ Zodat ik inderhaast ergens twee plastic rode anjers vandaan viste, daar hard op blies om het stof er vanaf te krijgen, en met de nepbloemen in de Canta sprong.

De snackbar heet ‘De Sfinx’. Binnen zaten twee mensen aan een formica tafeltje; wat ze aten kon ik niet zien. Op de muur naast hun tafeltje stond een tv aan. De eigenaar liep net naar achteren toen ik binnenkwam.

Mat de plastic anjers in mijn hand wachtte ik voor de toonbank tot-ie terugkwam. Ik voelde me razend belachelijk, maar dacht ook: als ik in een nieuw land woonde, zou het me ernstig raken als zij meeleefden met mijn vaderland. Dan voelde ik me geheid minder vreemd en meer opgenomen: want ze bekommerden zich kennelijk om mijn geschiedenis.

Allemaal leuk bedacht, maar eerstens was ik sowieso volkomen belachelijk met die plastic bloemen; tweedens is het dom en vreselijk ijdel om te denken dat ik hoogstpersoonlijk iets aan hem kon of moest goedmaken; en derdens wou ik zelf zo graag iemand omhelzen die snapte dat dit een tijd was om elkaar te omhelzen, dus werd ik sowieso gedreven door egoïsme. Maar vierdens kon al het voorgaande me uiteindelijk geen zak schelen: ik was zo blij, ik was zo opgelucht – dit was bij uitstek het moment om iets te doen dat vast erg raar was.

De snackbareigenaar was klaar met wat-ie achterin de zaak moest doen en liep naar me toe. ‘Ik hoef niks te kopen, ik ben hier alleen maar om….’ Ik gaf hem de plastic anjers. ‘Ik wou u feliciteren, Mubarak is weg, ik heb zó meegeleefd… U bent toch Egyptisch?’

Terwijl ik dacht dat hij zou denken ‘Dat wijf is gek’, gebeurde er iets heel anders. Zijn gezicht brak open, hij werd ineens alleen maar blij en pijn en zorg en opluchting. ‘Dertig jaar, het heeft dertig jaar geduurd… Het heeft zoveel gekost. Eindelijk, eindelijk. Ja, ik kijk ook de hele dag televisie…’ Hij wees naar die muur. ‘Oh god, eindelijk. Het is over. Hij is weg.’

We hebben elkaar wel drie keer omhelsd. We kenden elkaar helemaal niet maar we hadden alletwee tranen in onze ogen. Er kwamen er verse klanten binnen en dus moest hij werken; ik maakte me uit de voeten. Toen ik in de Canta stapte, zwaaide hij naar me met die twee plastic anjers in zijn hand.

Media, modern en oud

Facebook was natuurlijk belangrijk: de pagina ‘We are all Khaled Said’ mobiliseerde jongeren, en vanaf die pagina werd de oproep gedaan om op 25 januari te gaan demonstreren. Weblogs waren belangrijk: al jarenlang bloggen veel Egyptenaren over de politiek. Reporters Sans Frontières meldt al jarenlang dat nergens zoveel burgerjournalistiek wordt bedreven als in Egypte, maar ook: dat nergens zoveel bloggers gevangen zitten als daar. En Twitter was belangrijk: een geweldig medium om informatie snel door te geven.

Maar uiteindelijk is dit ook de revolutie waarin de televisie zich bewees. Zonder Al Jazeera was dit niet gebeurd. Wanneer ze precies begonnen met de verslaggeving van deze opstand weet ik niet; wel weet ik dat ik op 28 januari begon te kijken en sindsdien de zender niet meer heb uitgezet. Dag in, dag uit deed Al Jazeera verslag. Soms herhaalden ze stukken en ‘s nachts ging het ook wel ‘s over iets anders, maar ze hebben twee weken lang bijna fulltime aan de opstand in Egypte gewijd. Verslaggevers ter plekke vertelden wat er gebeurde, soms – voor hun eigen veiligheid – anoniem. En al die tijd waren ze de enigen die via een massamedium de Egyptenaren van minuut tot minuut vertelden wat er in hun eigen land gebeurde.

Steeds weer doken ze nieuwe deskundigen en nieuwe betrokkenen op die hun gedachten lieten gaan over de gebeurtenissen. Van de studio in Qatar schakelden ze over naar Tahrir; van Londen naar Washington; van Alexandrië weer terug naar Cairo. Hun uitzendlicentie in Egypte werd ze ontnomen, hun verslaggevers werden gearresteerd, hun apparatuur werd in beslag genomen, hun kantoor in Cairo werd kort en klein geslagen. Het maakte niet uit. Ze bleven doorgaan. Wel zag je dat al die gezichten steeds vermoeider raakten – dat het ook voor hen een enorme uitputtingsslag was.

Ze waren niet neutraal: aan allles kon je merken dat Al Jazeera dolgraag wilde dat deze revolutie zou slagen. Maar ook al hadden ze partij gekozen, ze bleven daarbinnen strikt professioneel. Zelfs zo professioneel dat toen duidelijk was dat Mubarak was gevallen en de anchorman in de studio voor het eerst naar de persoonlijke verhalen van de verslaggevers ter plekke vroeg, die dat onderwerp bleven omzeilen.

Veel mensen hebben gezegd dat wat de Eerste Golfoorlog voor CNN was, deze revolutie voor Al Jazeera is: een doorbraak als zender, een doorbraak als gerespecteerde bron. Maar wat iedereen vergeet te benoemen is wellicht veel belangrijker: Al jazeera heeft een monument opgericht voor geëngageerde journalistiek.

Al Jazeera: hats off. Jullie hebben het knap gedaan en jullie zijn een voorbeeld voor anderen geworden.

Twee Mubaraks

[Foto: demonstranten op Tahrir Square houden hun schoenen in de lucht tijdens Mubaraks speecht. Bron: NRC Next beeldblog.]

Mubarak heeft gisteravond een deel van de macht aan zijn vice-president overgedragen. Het probleem is niet zozeer dat-ie er niet bij vertelde welk deel, maar veeleer dat niemand Suleiman überhaupt als oplossing zag. (Behalve Amerika dan, die helaas weer achter de verkeerde man aanloopt.) Suleiman is een vertrouweling van Mubarak, en hij staat al jarenlang aan het hoofd van de inlichtingendiensten en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het martelen van honderden, zo niet duizenden Egyptenaren. In de woorden van iemand op Twitter: ‘Nu hebben we twee Mubaraks!’

Omar Suleiman – Mubarak II – hield daarna ook een toespraak, die erop neer kwam dat iedereen nu maar naar huis moest. Hij lardeerde zijn toespraak opnieuw met dreigementen. Overal proefde je dat-ie van plan was om maatregelen te gaan nemen.

Met zijn speech heeft Mubarak het leger in z’n hemd gezet. Het rommelde de hele dag, er was overleg links en overleg rechts, en na een van die bijeenkomsten meldde een hoge legerofficier publiekelijk dat Mubarak het leger had laten weten dat ‘alle wensen van de demonstranten zullen worden ingewilligd.’ Die belofte deed Mubarak niet gestand, en zijn leugen aan hun adres zal het leger hem niet in dank afnemen.

De demonstranten gaan niet weg. Het is nu vrijdag, een heilige dag. Elke vrijdag sinds 25 januari werden de masssa’s op straat alleen maar groter, en dat zal vandaag ook gebeuren. Temeer daar gisteren esowieso en nationale staking voor vandaag was afgekondigd, en na Mubaraks teleurstellende, bevoogdende speech is niemand van plan naar huis te gaan.

Sommige mensen zijn bang voor een burgeroorlog: een waarbij het leger zich tegen Mubarak / Suleiman keert en Mubarak / Suleiman de politie, de Republiekeinse garde en de harafeesh inzetten. Dan wordt het land gesloopt….

Een paar reacties van Twitter:

  • @ElBaradei – El Baradei: Egypt will explode. Army must save country now.
  • @RawyaRageh – Rawya Rageh: Many now wondering — how come the military made the statement that it’s standing by protesters, then this speech by Mubarak? #Jan25
  • @MohammedY – Mohammed Yahia: I have seen #Mubarak single-handedly let down 1 million ppl right in front of my eyes. I will not forgive for that #Jan25
  • (Ik weet niet meer wie – dus parafraserend) Ouderen zeggen dat we nu voorzichtig moeten zijn. Maar als zij het inderdaad beter weten, hadden we nu niet met dit regime gezeten.
  • We are all Khaled Said: [Tegen het leger:] Are you protecting the people, or protecting (Mubarak) the dog?!

Overzicht

Na Wael Ghonims interview op Dream TV hebben veel nieuwe demonstranten zich aangesloten: dinsdag en woendsdag werd het steeds drukker op Tahrir Square. Inmiddels sluiten ook de vakbonden zich aan bij de opstand, en wordt er door veel mensen gestaakt. Sinds dinsdagavond is er bovendien een sit-in bij het Egyptische parlement. Wat iedereen vreesde die de opstand een warm hart toedraagt, namelijk dat het protest zuiver door een uitputtingsslag langzaam zou wegzakken, gebeurt niet. Integendeel zelfs :)

Voor iedereen die snel wil zien wat de stand van zaken is, is de live blog van The Guardian het handigste hulpmiddel: zodra er iets belangrijks valt te melden, wordt de blog bijgewerkt. Hier is het overzicht van hun Egypt live blogs:

Wael Ghonim

Wael Ghonim is een jonge Egyptenaar die voor Google werkt. Hij blijkt de beheerder te zijn van de Facebookgroep ‘We are all Khaled Said’ (hier is hun Engelstalige zusterpagina). Deze Faceboekgroep eert de nagedachtenis van Khaled Said, die in juli 2010 twee politie-agenten filmde terwijl ze de drugs verdeelden die ze zojuist in beslag hadden genomen. Khaled werd daarna op straat doodgeslagen door twee agenten. De Facebookgroep is een belangrijke motor voor het Egyptische verzet geworden. (Meer over Khaled Said kun je hier vinden – maar pas op, daar zitten erg akelige beelden bij. )

Op 27 januari, een dag nadat het protest in Egypte losbarstte, werd Wael vastgepakt door vier mannen en in een auto gestopt: een kidnapping op klaarlichte dag. Al die tijd heeft hij in detentie gezeten, geblinddoekt, en is hij verhoord. Pas gisteren (maandag 7 februari) werd hij vrijgelaten. Diezelfde avond werd hij geïnterviewd op de Egyptische zender Dream TV. ZIjn interviewer: een vrouw die tijdens de protesten ontslag heeft genomen bij de StaatsTV, omdat ze niets over de opstand mocht rapporteren.

Waed vertelt in dat interview over zijn dromen, zijn angsten en zijn redenen voor protest. Als de interviewster hem beelden laat zien van de mensen die deafgelopen dagen zijn doodgeschoten, stapt Wael huilend uit beeld.

Het is een buitengewoon aangrijped interview. De originele versie – uiteraard in het Arabisch – staat hier (deel 1, 15 minuten; deel 2, bijna 3 minuten). Vooral het tweede deel is hartverscheurend. The Guardian en Al Jazeera live blog hebben vertalingen gepubliceerd. Daaruit citeer ik:

Update: inmidels zijn er vertaalde versies van het interview: deel 1, deel 2 en deel 3.


I am not a hero. I was only used the keyboard, the real heroes are the ones on the ground. Those I can’t name. This is the season where people use the word traitor against each other. I wasn’t abused, I was jailed, kidnapped. I met some really intellectual people in jail, they actually thought that we were traitors, working for others. “If I was a traitor I would have stayed by the swimming pool in my house in the UAE.

‘What are called the ‘Facebook youth’ went out in their tens of thousands on January 25th, talk to them. This is the era where people who have good intentions are considered traitors. [..]

I am proud of what I did. This is not the time to settle scores. Although I have people I want to settle scores with myself. This is not the time to split the pie and enforce ideologies. The secret to the success of the facebook page was use of surveys.

I met with the Minister of Interior today. He was sat like any other citizen. He spoke to me like an equal. I respected that. The youth on the streets made Dr Hossam Badrawi [General Secretary of NDP] drive me to my house today. They transfered me to state security, it’s a kidnapping. On Thursday night, at 1am I was with a friend, a colleague from work. I was taking a taxi, suddenly four people surrounded the car, I yelled “Help me, Help me” I was blindfolded then taken away. I will say this as it is: nothing justifies kidnapping, you can arrest me by the law, I am not a drug dealer or terrorist.

Inside I met people who loved Egypt [State Security people] but their methods & mine are not the same. I pay these guys salaries from my taxes, I have the right to ask the ministers where my money is going, this is our country. I believe that if things get better those (good state security people he met) will serve Egypt well. Don’t stand in our way, we are going to serve Egypt. I saw a film director get slapped, they told him ‘You will die here.’ Why? [..]

I was the admin of the page but others paid for it. We are dreamers [says it in English]. There was no Muslim Brotherhood presence in organising these protests, it was all spontaneous, voluntary. Even when the Muslim Brotherhood decided to take part it was their choice to do so. This belongs to Egyptian youth.

Please everyone, enough rumours. Enough.

I told the Interior Minister – I was upset – I told him I will go in the car with Hossam Badrawi but without an NDP logo. I told them we don’t want any NDP logo on the streets. I cried when I heard that there are people who died, officers and protesters, this is my country. [..]

I can’t claim I know what happened when I was inside. I didn’t know anything until one day before I left. The interrogators wanted to know if outsiders were involved. I convinced them this was a purely Egyptian movement. The treatment was very good, they knew I was a good Egyptian. I was blindfolded for 12 days, I didn’t see their faces. They wanted details, information. ‘Are the people who planned this outsiders?’ We didn’t do anything wrong, this was an appeal.

Toespraak

[Mijn toespraak vanmiddag bij de manifestatie op de Dam voor Egypte. Op de foto: Tahrir Square, 4 februari: christenen die moslims beschermen tijdens hun middaggebed.]

Dit is geen islamitische revolutie. Ja, de Muslim Brotherhood doet ook mee, maar niet georganiseerd. Ze zijn er gewoon als individu, net als honderdduizenden andere Egyptenaren die hun buik vol hebben van dertig jaar dictatorschap en van dertig jaar leven onder de noodtoestand: zonder persvrijheid, zonder vrije verkiezingen, zonder vrijheid van demonstratie en zonder vrije communicatie.

Dit is geen islamitische revolutie. Ik kijk al zeven dagen onafgebroken naar Al Jazeera, en nog geen enkele keer heb ik iemand Allahuh akhbar horen roepen. Wel zie ik christenen die een kring vormen rond moslims om hen tijdens hun gebed te beschermen, net als eerder moslims de Koptische kerken in Egypte beschermden nadat er een door een aanslag was getroffen. Gisteren liepen op Tahrir twee religieuze hoogwaardigheidsbekleders rond, een moslim en een katholiek: hand in hand, beiden in vol ornaat. En ze zeiden dat er meer was dat hen onderling bond dan hen scheidde.

Dit is geen instant opstand, ontstaan in het kielzog van Tunesië. In Egypte broeit het al jaren: de 6 aprilbeweging uit 2008 is daarvan een voorbeeld. Alleen heeft niemand eerder het cordon van angst dat een dictatuur over haar onderdanen legt, lang genoeg weten te doorbreken. Dat is wat Tunesië heeft gedaan: moed geven, hoop bieden.

Dit is geen Facebook- of Twitterrevolutie. Moderne media zijn weliswaar een uitstekend medium om het nieuws naar buiten te brengen, maar Egyptische jongeren zijn al jarenlang aan het bloggen over wat ze doen, wat zij vinden en wat hen daardoor is overkomen: arrestatie, intimidatie en mishandeling. Dit is een opstand van mensen die eindelijk de middelen, de moed en de massa hebben gevonden om te zeggen: dit niet. Kefaya. Erhal!

Wat het wel is, is dit: een opstand van mensen die nu eindelijk gehoord willen worden. Een opstand van mensen die consequent vreedzaam willen blijven, ook al werden ze geconfronteerd met de harafeesh – huurlingen van het regime die met kamelen, paarden, messen en molotovcocktails de aanval openden.

Dit is een opstand van mensen die uitsluitend democratische eisen stellen: weg met de dictator, weg met de angst. Geen marteling meer, geen staat van beleg meer. We willen persvrijheid, we willen een echte grondwet, we willen vrije verkiezingen en een politie die niet corrupt is. We willen werk, we willen een vrij leven, en we willen kunnen zeggen wat we willen.

Het is ook een opstand die onze westerse stereotypen verscheurt. Egypte is geen ‘achterlijk’ land, geen land vol analfabeten, geen land dat achter de mullahs wil aanhobbelen. Egypte is een land dat vrijheid boven religie stelt, een natie wier burgers met gevaar voor eigen leven streven naar een volkomen vreedzame revolutie.

Dit is helaas ook een opstand die Amerika in haar hemd heeft gezet. Amerika zegt de democratie te willen exporteren, maar blijkt daarin plotseling akelig selectief te zijn. Revoltes in landen met regimes die haar niet bevallen, werden gretig ondersteund (denk aan de groene revolutie van 2009 in Iran), maar nu het om een Amerikaanse bondgenoot ging, drong Amerika aan op ‘stabiliteit’. Natuurlijk geeft een land dat zich van haar regime wil bevrijden, haar stabiliteit op – dat is de crux van een revolutie. Mubarak gaat immers uit zichzelf niet weg, dat bewijst hij ook nu. Het is zijn eindeloze aanblijven, zijn zucht naar behoud van de macht die de chaos veroorzaakt – zijn harafeesh, zijn jacht op journalisten, zijn blokkades van banken en benzinestations, zijn verzet om zijn volk ruimte te geven en hun rechten te honoreren.

Nee, er is geen structuur voor wat er hierna moet komen. Hoe kan dat ook? Dat is immers waar elke dictator uit alle macht voor zorgt: dat niemand anders draagvlak krijgt, dat niemand anders zich kan organiseren, dat er geen enkel alternatief voorhanden lijkt. Een dictator wil alle beschikbare ruimte innemen en plooit alles – werkelijk alles – naar zijn heerschappij. Dat er geen helder alternatief is, is nu juist het gevolg van Mubaraks regime. Verlangen dat de oppositie een kant en klare oplossing weet te bieden, is eisen dat zij in een week tijd herstellen wat hen dertig jaar lang met geweld uit handen is geslagen.

Intussen verbaas ik me erover hoe vasthoudend en ontroerend die eindelijk losgebarsten vrijheidsdrang is. Mensen die grappen maken, die poëtisch politiek zijn. Mensen die een plein waarop dag in, dag uit honderdduizenden mensen demonstreren, weten te organiseren en schoon te houden. Die elkaar voeden, steunen en verzorgen. Die aanvallers insluiten en niet keihard terugmeppen. Die musea en bibliotheken beschermen.

El Masr – jullie verdienen alles wat je nastreeft. Dat hebben jullie ten overstaan van de hele wereld prachtig en overtuigend bewezen.

El Masr – ya habibi.

Demo dam

Vandaag, zaterdag 5 februari, van 16:00 tot 17:00, is er op de Dam in Amsterdam een demonstratie voor Egypte. De organisatie is in handen van de Nederlandse tak van de Egyptische 6 Aprilbeweging en de SP. De 6 aprilbeweging, begonen in 2008, pleit voor beëindiging van de jarenlange noodtoestand in Egypte; voor persvrijheid; voor onafhankelijke rechters, voor vrije verkiezingen, met buitenlandse waarnemers en voor een nieuwe grondwet. Mohamed El Baradei is een van de meest vooraanstaande leden van de 6 Aprilbeweging.

Kom ook! Want hoewel ik niet geloof dat het in the grand scheme of things ook maar ene zak uitmaakt of wij daar nu staat of niet, is het voor het moraal van de demonstranten in Egypte buitengewoon goed om te weten dat overal ter wereld mensen hun moed prijzen en hun doelen ondersteunen – dat we met hen meeleven, al is het van ver.

Vandaar ook dat het me een eer is dat ik straks tijdens die manifestatie mag spreken.

Departure day?

Mubaraks huurlingen zijn gisteren doorgegaan met aanvallen op de demonstranten; er zijn doden, en honderden gewonden. Het leger duwde de huurlingen soms wat weg maar heeft nog steeds niet echt ingegrepen. Tahrir Square is desondanks nog steeds in handen van de democraten. Zij hebben vandaag tot D-Day benoemd: The day of departure, de dag van Mubaraks vertrek. Tahrir Square loopt opnieuw vol.

Gisteren zijn minstens 24 buitenlandse journalisten in Egypte aangehouden (en daarna meestal weer vrijgelaten, na veel gedreig en inbeslagname van hun apparatuur). En minstens 21 andere journalisten zijn door Mubaraks huurlingen aangevallen en gewond geraakt, waarvan sommigen ernstig. Veel journalisten zijn inmiddels het land uitgezet. (Update: een Egyptische journalist is inmiddels overleden, een Zweede journalist ligt nog in het ziekenhuis.)

Amerika’s taalgebruik wordt stelliger. The New York Times meldde vannacht dat de VS onderhandelt over Mubaraks vertrek, en dan Omar Suleiman als vervanger ziet. Suleiman? De man die duizenden Egyptenaren heeft laten martelen? De man die aan het hoofd van het rendition programma stond? (Rendition: de VS die gevangenen naar het buitenland overbracht om ze daar te martelen, in de hoop bekentenissen los te peuteren. De VS deed dat ‘s buitenlands om zodoende hun eigen wetgeving te kunnen ontduiken.) Lees hier, hier, en hier.