Kijklust

Onderzoek wijst steevast uit dat bewakingscamera’s criminaliteit niet doen afnemen. Dat we er niettemin zo dol zijn, is te wijten aan twee kapitale, elkaar tegensprekende denkfouten: enerzijds gaan we ervan uit dat mensen volkomen rationeel zijn, anderzijds dat ze zich niet aanpassen.

Geweld op straat is bij uitstek irrationeel: geen aanvaller of hooligan die eerst zijn pakkans berekent voordat-ie los gaat. Dieven zijn wél calculerend, maar geven hun stiel heus niet op vanwege camera’s. Ze zetten een muts of capuchon op, of verleggen hun werkterrein. (De stijging van gewelddadige overvallen in woonhuizen houdt rechtstreeks verband met de betere beveiliging van drukke straten, banken en winkels.)

Cameratoezicht heeft pluspunten. Wanneer mensen weten dat ergens bewakingscamera’s zijn, voelen ze zich vaak veiliger. En soms – hoewel minder vaak dan we denken – vergemakkelijken camerabeelden de opsporing. De vraag is wel of een illusie plus gering rendement de inzet van zoveel geld en menskracht legitimeert.

Dat prangt des te meer omdat cameratoezicht principiële nadelen heeft. Ons beeld van misdaad verschuift erdoor naar lijfelijke criminaliteit, naar spektakelmisdaad. Fraude, oplichting, omkoping, chantage, belastingontduiking – kortom: witteboordencriminaliteit – vang je niet met camera’s; zulke misdaden raken letterlijk uit ons zicht.

Al dat monitoren van ieders gedrag in de publieke ruimte erodeert voorts onze notie van privacy. Stilletjes zijn we gaan geloven dat jezelf in de openbaarheid begeven voldoende reden is om van hogerhand bekeken, gevolgd en getoetst te moeten worden. We zijn gaan geloven dat je onschuldigen collectief mag volgen teneinde potentiële verdachten te vinden.

De kijkers – de instanties die ons gadeslaan – worden daarentegen juist anoniemer. We weten niet wie ons allemaal volgen, noch waarom; we weten niet hoe ons gedrag wordt geïnterpreteerd, noch op grond waarvan. De kijker hoeft nooit verantwoording af te leggen. De bekekene wél, en kan dat alleen doen door zich permanent te laten bekijken.

Ons leven wordt een panopticum. Steeds vaker vragen we ons af: ‘Gedraag ik me wel normaal?’ en zijn bang uit de massa gevist te worden.

De anonieme kijker die ons in de gaten houdt, is bovendien niet neutraal. ‘Verdachte’ bevolkingsgroepen worden vaker bekeken. Op ‘normaal uitziende’ mensen wordt amper gelet. Maar wist u dat vrouwen van nature verdacht zijn? In Korea moeten vrouwen tien maal vaker dan mannen door de bodyscan. De bewakers van Amsterdam CS bespieden met hun camera’s bij voorkeur vrouwen te en volgden graag decolletés.

Inderdaad, vrouwen zijn zelden terrorist. Maar een seksbom is toch ook een bom?

Brits EPD gestopt

Voor u gelezen:

Net als Nederland is Engeland al sinds de jaren negentig bezig met de ontwikkeling van een landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD, in Engeland: het National Electronic Health Record Program). Engeland heeft afgelopen week de handschoen in de ring gegooid. Niet alleen is besloten het project stop te zetten; alles dat tot nu toe is gebouwd, wordt ontmanteld.

Uit de regeringsverklaring:


“The government today announced an acceleration of the dismantling of the National Programme for IT, following the conclusions of a new review by the Cabinet Office’s Major Projects Authority (MPA). The programme was created in 2002 under the last government and the MPA has concluded that it is not fit to provide the modern IT services that the NHS needs.”

“In a modernised NHS, which puts patients and clinicians in the driving seat for achieving health outcomes amongst the best in the world, it is no longer appropriate for a centralised authority to make decisions on behalf of local organisations. We will continue to work with our existing suppliers to determine the best way to deliver the services upon which the NHS depends in a way which allows the local NHS to exercise choice while delivering best value for money.”

Hoeveel geld er tot nu toe precies in het project is gestoken, is onduidelijk, maar behoudende schattingen komen uit op 12,7 miljard pond, oftewel 14,5 miljard euro. Wow. All that money down the drain…

Polemiekprijs

Op 2 novemer – niet toevallig de sterfdag van Theo van Gogh – organiseert de SLAA voor de tweede keer de Avond van de Polemiek, en reikt een jury de Polemiekprijs uit, een trofee in de vorm van een scalpel.

Ik ben een van de kandidaten! De volledige lijst van deelnemers staat nog niet helemaal vast, maar de volgende namen zijn al wel bekend: Thierry Baudet, Hafid Bouazza, Thomas von der Dunk, Bert Brussen en Annemarie Oster.

De presentatie van de avond is in handen van Theodor Holman. De jury bestaat uit Joeri Albrecht (De Balie), Barbara Beukering (hoofdredacteur Het Parool), Theodor Holman (schrijver en presentator), Anja van Leeuwen (SLAA), Jaffe Vink (de vorige winnaar) en Pierre Vinken (schrijver van een boek over polemieken).

Het duimen kan beginnen vanaf 21 oktboer, dan moeten alle kandidaten / genomineerden een column inleveren die door de jury wordt beoordeeld. Meer details over de Avond van de Polemiek vindt u hier.

Helpende hackers

In een brandbrief hebben de verzamelde Nederlandse hackerorganisaties afgelopen week de overheid hun diensten aangeboden. Het gaat immers vaak ernstig mis met overheids-ICT. Denk aan de stemcomputers, het elektronisch patiëntendossier, de OV-chipkaart en Diginotar. Denk aan de Belastingdienst die toestaat dat via een willekeurig DigID iemands bank- of rekeningnummer kan worden veranderd, waarna de onverlaten valselijk allerlei toeslagen (huur, zorg, kinderopvang) konden incasseren. Denk aan de talloze lekke overheidswebsites.

Terecht schrijven de hackers dat ‘elementaire beveiligingsprincipes’ structureel niet worden toegepast en dat er sprake is van ‘blind vertrouwen in techniek, gestoeld op onvoldoende begrip van de risico’s. Audits en certificeringen zijn papieren tijgers. Er wordt onvoldoende gekeken naar de systemen zelf en blind vertrouwd op verklaringen van bijvoorbeeld de ontwikkelaars.’

Hackers die zulke fouten ontdekken, durven ze vaak niet te melden. Al snel belanden ze dan zelf in de beklaagdenbank, temeer daar sommige instanties alleen al het verrichten van zulk onderzoek als strafbaar beschouwen.

De Tweede Kamer reageerde plezierig snel en adequaat. Binnen een paar dagen vond viervijfde van de Kamer dat hackers die te goeder trouw beveiligingslekken willen aantonen en die openheid nastreven, dezelfde bescherming verdienen als klokkenluiders. Een stap vooruit!

Maar klokkenluiders zijn in Nederland erg slecht af (denk aan de bouwfraude), dus uiteindelijk schiet je er niet veel mee op. Daarnaast kun je pas dataklokkenluider worden nadat de fouten zijn doorgevoerd. Liever wil je voorkomen dat de elementaire ontwerp- en beveiligingsfouten waarmee de overheid nu steeds kampt, het überhaupt tot beleid en praktijk kunnen schoppen.

Ook daar is iets op te bedenken. Waarom laat de overheid – landelijk, provinciaal, gemeentelijk – haar ICT-projecten niet voortaan structureel doorlichten door hackers? Te denken valt aan een gefaseerde test: eenmaal na afloop van de ontwerpfase, voordat de bouw begint, en eenmaal pal voor de oplevering. Via de eerste test kunnen ontwerpfouten vroeg worden gesignaleerd, met de tweede kunnen uitvoeringsfouten worden onderschept voordat ze live gaan.

Mogelijk lopen ICT-projecten zodoende vertraging op, maar ze worden er robuuster en veiliger van. En het hoeft de overheid niks extra te kosten: in de aanbestedingsregels kan zij vastleggen dat herstel van de ontwerp- en implementatiefouten die hackers in zulke testen aantreffen, voor rekening van de ingehuurde projectpartner komt.

Geheid dat de overheidspartners – grote softwarebedrijven – tegenstribbelen: bedrijfsgeheimen, et cetera. Maar hackers zijn juist zo goed omdat zij hun kennis vanzelfsprekend delen. Het is de hoogste tijd dat de overheid die kennis benut, en zich laat helpen door hackers.

Chinees compliment

Voor u gelezen:

Hoe dodelijk kan een compliment zijn? China gaf gisteren te kennen dat ze de Britse plannen om sociale media aan banden te leggen, van harte verwelkomen. Het staatspersbureau Xinhua sprak over een ‘ommekeer’ in het beleid van de ‘voormalig verdediger van absolute internetvrijheid’. (China juicht meer internetcontrole Londen toe, Nu.nl, 15 augustus 2011.)

Hint voor David Cameron: toen Mubarak in januari van dit jaar internet uitzette in Cairo, vonden de westerse landan dat massaal een érg slecht idee. Wie denkt dat-ie onlusten en rellen voorkomt door mensen het recht op spreken te ontnemen, komt geheid van een koude kermis thuis, nog daargelaten dat zo’n maatregel ook veel onschuldigen treft.

Update 1: Bits of Freedom maakte later een puntenlijstje met prima argumenten tegen dergelijke voornemens: Vijf argumenten tegen een social mediablokkade, Bits of Freedom, 17 augustus 2011.
Update 2: In Webwereld legde Maarten Reijnders al even verstandig uit waarom het platgooien van intrnet – of Blackberry’s, zoals de PvdA’er Diederik Samson voorstelde – een slecht idee is; een heel slecht idee. Maarten Reijnders, Vanmiddag vier uur, onder de kastanjeboom, Webwereld, 18 augustus 2011.

Britse rellen

Voor u gelezen:

Het eerste zinnige stuk dat ik tegenkwam over de rellen in Engeland stond vandaag in The Guardian; de auteur is Hari Kunzru, iemand die ik leerde kennen toen-ie nog voor Wired schreef. Volgens hem gaan deze rellen niet over kleur of klasse, maar over de cultuur van instant gratification en doorgeslagen individualisme. Hij zegt onder meer:


We’ve created a culture where fear and greed roam unchecked at all levels. If we don’t like it, we ought to make a change.[..]
In a society that has abandoned or devalued most forms of mutual assistance in favour of a solipsistic entrepreneurialism, it’s hardly surprising that, faced with the end of the good times, people help themselves. Fear and greed are our ruling passions. That’s true of the kids smashing shop windows to steal trainers. It’s also true of the MPs fiddling their expenses, the police officers taking backhanders, the journalists breaking into phones. [..]
it’s hard not to think we’ve made a culture in which the strong and swift are encouraged to feel they bear no responsibility towards the halt and lame.

Hari Kunzru: These riots reveal some unpalatable home truths, The Guardian, 12 augustus 2011.

Wederopbouw

Mijn ouders waren kinderen toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ze overleefden die oorlog met groot verlies.

Ze leerden wat verraad en lafbekkerij is, hoe valsheid en hypocrisie werken, en wat het belang is van dapperheid en saamhorigheid. Ze leerden ver voor hun tijd dat bevelen opvolgen en je verstand uitschakelen waarschijnlijk betere overlevingskansen bieden dan naar eer en vermogen handelen, maar ook dat overleven niet alles is en dat je geweten zich niet zomaar laat sussen.

Toen de oorlog brak vierden ze – elk apart – uitgelaten feest, Begin jaren vijftig verloofden ze zich en trouwden een paar jaar later. Van een eigen huis was geen sprake. Ze trokken vanzelfsprekend bij een van de ouderparen in en deelden de zolder met eerder getrouwde stellen.

Kort voor mijn geboorte vonden ze een eigen onderkomen. Ze telden achttienduizend gulden neer voor een koopwoning, een bedrag dat hun vermogen ver te boven ging. Maar het was wederopbouw: elke uitgave nu was een investering in de toekomst. Mijn ouders meenden oprecht dat die vooruitgangsgedachte gold: hun aankoop was een investering in hun nazaten. Hun kinderen hadden van meet af aan bezit!

Mijn ouders werden de belichaming van de vooruitgang. Hun durf straalde op iedereen af en werd de nieuwe maat: zo kon het, zo moest het. Zij werden onbedoeld het voorbeeld voor de rest van de familie. Wat henzelf overigens het spreken ontnam. Elke aarzeling of kanttekening hunnerzijds werd omgesmolten tot een nieuwe aansporing, of tot een hypocriete relativering: ’Nou ja, wat wij hebben is ook niet alles…’

Daarnaast: zijzelf geloofden er echt in. Vooruitgang bestond, daar waren zijzelf immers het levend bewijs van? Wie zijn best doet, zal uiteindelijk altijd beloond worden. Ze waren tot alles bereid om die maandelijkse hypotheek te betalen. Zij zouden godverdomme bewijzen dat koppigheid loonde, dat inzet tot resultaat leidt. Zodat ze jarenlang alles op alles hebben gezet. Want ineens leek het of hun wel of niet ‘niet slagen’ een kwestie van karakterzwakte was geworden.

Afgelopen weekend was ik bij mijn ouders. We spraken over de eurocrisis, die ik hen al evenmin kan uitleggen als zij mij. Het enige dat ik nu nog weet is dit. Lieverds, investeren in je toekomst is altijd goed. En jezelf dapperder voordoen dan jezelf bent is ook goed: want daarmee trek je anderen over de streep, daarmee investeer je in ieders toekomst.

Maar verder weet ik het ook niet.

[Foto: De wederopbouw in Nederland: In Tiel wordt de 50.000e woning in gebruik genomen. Bioscoopjournaal, februari 1949.]

Stemmen

Facebook en Twitter maken ons ijdel: je gaat denken dat jij het centrum van de wereld bent. Op blogs bepalen de hardste schreeuwers de toon. Internet verruwt het publieke debat. Voor analyse, achtergrond of reflectie is geen plaats, zulke stukken vinden mensen te lang. Na tien seconden zappen we alweer weg. Juist de malloten en extremisten zijn er actief en kunnen ongecontroleerd hun gang gaan. Degelijke informatie vinden is moeilijk.

Wie de krant leest, krijgt automatisch ook onderwerpen onder ogen die buiten zijn interesse of overtuiging liggen. Internet maakt dat mensen zich in hun eigen denkwereld opsluiten en andere geluiden zonder pardon kunnen wegfilteren. Extremisten kunnen hun ideeën er ongehinderd verspreiden. Als de grootste publiekstrekker een site is met rare filmpjes en foto’s van katten, is dat een teken aan de wand.

Deze kleine greep uit de frases die ik de afgelopen weken tegenkwam, maakt twee dingen duidelijk. Eén: we doen tegenwoordig ineens alsof tv, tijdschriften en kranten stuk voor stuk bakens van wellevendheid, objectieve informatie, diversiteit, respect, open debat, educatie en culturele verheffing zijn. Twee: we vinden het in de grond van ons hart nogal lastig wanneer een medium ‘ongecontroleerd’ wordt gebruikt.

We snakken naar regie. We hunkeren naar iets of iemand dat het schorremorrie enigszins in de gaten houdt en hen zo nodig de mond snoert. We willen iemand die de boel beoordeelt en piketpaaltjes neerzet om zin van onzin en goed van kwaad te scheiden. Nee, niet voor onszelf hoor! Je weet best dat wíj ons niet zo makkelijk op sleeptouw laten nemen. Wij kunnen schiften. Maar juist op internet zitten zoveel kwetsbare en beïnvloedbare mensen – denk eens aan jongeren! – die minder robuust zijn dan wij. Die kun je toch niet zomaar uitleveren aan de meute?

Stilletjes vergeten we dat oudere massamedia niet zaligmakend waren. Ja, ze voeren regie. Ze kadreren de wereld: ze selecteren en filteren, kiezen context en invalshoek. Soms is dat heerlijk. Maar ’t is ook een model dat burgers reduceert tot passieve ontvangers, die alleen als consument nog invloed kunnen uitoefenen.

De grootste verandering die internet heeft veroorzaakt is dat iedereen nu kan terugpraten en gesprekken kan vinden die eerder werden weggefilterd. Wat we vroeger thuis terugzeiden tegen de televisie is nu onderdeel van het publieke discours geworden.

Nee, niet al die nieuwe stemmen vind ik even fijn. Maar ja. Van midddag-tv moest ik ook al niks hebben.

Operatie geslaagd

Tot nu toe verloopt alles volgens plan: na jarenlange gedegen voorbereiding kan Breivik eindelijk achterover leunen en rustig de stormen van zijn terreur oogsten. De bomaanslag is geslaagd, de massamoord is goed verlopen!

Zijn naam is op ieders lippen. Zijn secuur georkestreerde staatsieportretten staan in alle kranten. Zijn filmpje wordt massaal gedownload en zijn manifest – een moderne knip- en plakwerkkruising tussen Mein Kampf en Terrorism for Dummies zal maandenlang worden bestudeerd en tot vervelens toe worden aangehaald door een bonte verzameling van medestanders, tegenstanders, sensatiezoekers, wetenschappers en journalisten. Het komende half jaar zullen er minstens vier biografieën over hem verschijnen.

De schuldvraag zal ter tafel komen. Er zal worden gedebatteerd of-ie al dan niet gek, een psychopaat, een narcist is. Links zal zeggen dat dit is waar PVV-haatpraat toe leidt. Extreem-rechtsen zullen zeggen dat links dit door haar politiek over zichzelf heeft afgeroepen.

Er zullen mensen zijn die beweren dat dit plan rechtstreeks is afgeleid van de stadsguerrilla van de Baader-Meinhofgruppe, en mensen die zeggen dat het juist een directe navolging is van de praktijken van Al Quaida. Er zullen mensen wijzen op de overeenkomsten van Breiviks ideeën met die van moslimfundamentalisten – slechts één cultuur en één geloof, een sterke staat en veel patriarchaat – en mensen die juist wijzen op de verschillen.

Een slimmerik zal beginnen over de hedendaagse Facebookcultuur, waarin iedereen zijn eigen marketeer moet zijn – schreef Breivik niet dat je er vooral voor moet zorgen er goed uit te zien wanneer je wordt opgepakt? – en zal erop wijzen dat internet het mogelijk maakt onszelf uitsluitend met gelijkgestemden te omringen, wat een gevaarlijke tunnelvisie kan veroorzaken.

Politici zullen opperen dat internet beter gesurveilleerd moet worden. Mensen zullen zich afvragen hoe het kan dat niemand in zijn omgeving merkte dat hij zulke dramatische plannen had, die hij methodisch uitwerkte. We zullen aandringen op het opstellen van verfijndere, of juist uitgebreidere, maar hoe dan ook hoofdzakelijk méér risicoprofielen.

Maar Breivik is tevreden. Zijn ideeën staan in de schijnwerpers van de internationale pers, zijn manifest staat bovenaan in Google, en via zijn rechtszaak kan hij zijn ideologie verder uitdragen. Voor hem waren z’n vuursalvo’s het begin van een publiciteitscampagne annex een macaber ‘makkers ontwaakt!’ Hij rekent op veel navolging. Maar hij gaf het startschot, hij is de eerste held.

Op de foto’s van zijn voorgeleiding zie je Breivik voldaan glimlachen.

Update / Checklist:
X – Is Breivik gek? Ja: BNR, 26 juli / Nee: de Volkskrant, 28 juli
X – We moeten internet beter controleren! Nu/nl, 28 juli
X – Dit is waar de PVV toe leidt: Spitsnieuws, 26 juli
X – Wilders kan er ook niks aan doen: Joost Niemöller, 28 juli
X – De islam draagt schuld aan Breivik: Afshin Ellian, NRC 26 juli
X – Breivik is verwant aan Baader-Meinhof: Hoeiboei, 26 juli

Boete voor lekken

De Europese Commissie piekert over een betere richtlijn voor datalekken. Telecombedrijven die de gegevens van hun klanten per ongeluk blootgeven, zijn nu verplicht om hun clientèle daarvan op de hoogte te stellen.

Daarbij maakt het niet uit of die gegevens zijn vrijgekomen door een hack of door slordig beheer. Zulke gegevens horen immers terdege beschermd te worden, en mocht die bescherming hebben gefaald, dan hebben de getroffen klanten op z’n minst het recht dat zo snel mogelijk te weten. Het zijn per slot van rekening hún gegevens die onbedoeld rondslingeren.

De huidige richtlijn – niet veel meer dan een notificatieplicht – helpt weinig: hij is te beperkt, te soepel en te laks. Alleen telecombedrijven vallen onder de richtlijn, ze hebben liefst een week om hun klanten te waarschuwen, en er zijn amper repercussies. Wie zich er enigszins in verdiept weet dat datalekken tegenwoordig aan de orde van de dag zijn, en dat ze behoorlijk ingrijpend kunnen zijn. Honderdduizenden patiëntendossiers hier. Tienduizenden creditcards daar. Een half miljoen accounts elders. Persoonsgegevens verliezen (of hacken) is een internationale sport geworden.

Vandaar dat Neelie Smit-Kroes – Steelie Neelie noemen de Engelsen haar – de bewuste Europese richtlijn wil herzien, waarvoor dank! Haar collega Viviane Reding haakte meteen fors in: ook online betaalsystemen, videogames, webwinkels en sociale media horen onder de richtlijn te vallen.

Terecht, want zulke gegevens zijn kostbaarder dan telecomgegevens. Chic is het niet, maar uiteindelijk kan het mij niet bar veel schelen wanneer KPN een bestand laat slingeren met mijn telefoonnummer erin. Maar als de ING of een one click to pay webwinkel mijn inloggegevens kwijtraakt, hoor ik dat echter juist graag. En wel per ommegaande!

Wat mist in de voorstellen is een boetebepaling. Bedrijven en instanties die slordig zijn met andermans gegevens, krijgen alleen een notificatieplicht opgelegd: ze moeten ons melden dat ze hebben gefaald. Nu kosten ook zulke meldingen geld – er is wel uitgerekend dat klanten informeren over een datalek al snel oploopt tot vijf euro per klant – maar dat helpt weinig.

Ik ben voor stevige boetes. Voor elk ontdekt datalek wordt een ferme boete in rekening gebracht, gebaseerd op hoe privé of misbruikbaar de gelekte gegevens zijn, vermenigvuldigd met het potentieel aantal getroffenen.

Alleen dan zullen bedrijven en instanties zich realiseren hoeveel onze gegevens werkelijk waard zijn. En hopelijk stelt die prijs grenzen aan hun tomeloze verzameldrift.