Keuze

Onderzoeksjournalist Michael Moss schreef een boek over de voedingsindustrie. Hij ontdekte dat tegenwoordig aan zowat al ons voedsel extra vet, suiker en zout wordt toegevoegd. We krijgen daardoor meer zout, vet en suiker binnen dan ooit tevoren, en dat in een tijd waarin diezelfde voedingsindustrie ons te pas en te onpas voorhoudt dat hun product ‘light’ is, dan wel ‘een verantwoorde keuze’.

Moss was in Nederland om de vertaling van zijn boek luister bij te zetten en de Volkskrant publiceerde gisteren een interview met hem. Moss legde bereidwillig uit dat de consumptie van suiker, vet en zout ons telkens weer een fysiologische kick levert, een sensatie die subiet effect heeft op het pleziercentrum in ons brein, en die daardoor moeilijk door ons verstand of ons geweten is tegen te gaan.

Het vernuft van de voedingsindustrie, legde Moss uit, is dat zij nauwgezet heeft uitgezocht bij welke hoeveelheden en welke balansen die kick wordt omgezet in hunkering: wanneer willen we alleen maar meer, meer, meer? Hoe schakel je ons inherente verzadigingsmechanisme het beste uit?

De interviewer deed een moedige poging om advocaat van de duivel te spelen. ‘Daar zijn we zelf bij,’ zei hij, ‘uiteindelijk bepaal ik toch zelf of ik een zak chips of een Mars eet?’

Waarna Moss de volgende vernietigende repliek gaf: ‘De voedingsindustrie doet niets liever dan dat benadrukken, want (het idee dat het onze eigen vrije keus is) leidt de aandacht van henzelf af. Het probleem is: het is geen eerlijke strijd. Voedingsbedrijven wenden alle middelen aan om je te verleiden. Wij hebben een natuurlijk mechanisme dat voorkomt dat we teveel eten van één ding. [..] Wetenschappers uit de voedselindustrie hebben hun producten zo ontwikkeld dat ze dit mechanisme kunnen omzeilen.’

Daar sta je dan met je blote tanden.

Niet alleen is de notie van ‘vrije keus’ van het individu – van u en van mij – inderdaad een nogal breekbaar begrip, gezien in het licht van de miljardencampagnes van de voedselindustrie om ons over te halen tot de consumptie van hun goederen. Om nog niet te spreken over hun jarenlange wetenschappelijk onderzoek dat uitsluitend als inzet had hoe ze uw en mijn vrije keuze nu het beste kunnen ondermijnen. Juist dat telkens weer benadrukken dat het uiteindelijk toch onze eigen keus is om troep te eten, is de schaamlap waarachter de voedselindustrie zich verschuilt.

Zodat Michael Moss me iets cruciaals leerde: vrije keus en kapitalisme verhouden zich kennelijk bijzonder slecht. Want door te benadrukken dat elk individu verantwoordelijk is voor zijn eigen keuzes, laten we na om de industrie – die uiteindelijk bepaalt uit welk scala we kunnen kiezen – verantwoordelijk te stellen voor hun keuzes.

En zij zijn het die steeds meer vet, suiker en zout aan ons voedsel zijn gaan toevoegen. Niet wij.

Opstap

Bij monde van Kamerlid Marith Rebel-Volp wil de PvdA het elektrisch roken liefst verbieden. Haar voornaamste reden: e-roken houdt de nicotineverslaving in stand, en is een opstap naar écht roken. En roken is, zoals we weten, funest voor de gezondheid.

De logica van die redenering ontgaat me ten ene male. Omdat roken ongezond is, moet e-roken – wat vele malen minder ongezond is, en tegenwoordig zelfs door longartsen wordt aanbevolen als een verstandiger alternatief – streng worden aangepakt, en moet het bij voorkeur onder de geneesmiddelenwet vallen. Terwijl het spul waarover de PvdA écht bezorgd is, te weten tabak, intussen wel vrij mag blijven worden verkocht?

Het komt neer op pils in de ban doen omdat alcohol gevaarlijk is, terwijl je ondertussen niks doet aan de verkoop van wodka, jenever en cognac. Alsof je stevia en andere zoetmakers verbiedt, omdat suiker ongezond is, terwijl je originele suikerproducten ongemoeid laat.

Inderdaad, nicotine is niet gezond. Maar het is niet de nicotine waarvan rokers ziek worden en waaraan ze dood gaan;. Dat is de tabak. Zodra je nicotine kunt ontdoen van zijn oude verpakking en op een veel gezonder manier kunt aanbieden, grijp je die kans toch met beide handen aan?

De PvdA is echter bevreesd dat elektrisch roken – zelf noem ik het liever dampen, juist omdat het zo weinig met het ouderwetse roken te maken heeft – voor jongeren een opstapje vormt naar het roken van tabak. Ze zijn voorts bang dat dampen nicotine opnieuw modieus maakt, dit na al die campagnes om mensen van het roken af te houden.

Heus: er is niks ter wereld dat zoveel mensen van het roken afkrijgt als juist het dampen. Nicotinepleisters, Allen Carr, acupunctuur: het helpt allemaal bitter weinig. Mensen geven goud geld uit om te stoppen met roken, en vallen niettemin steeds terug. Ze willen nicotine, en krijgen die via tabak. Maar via diezelfde tabak kregen ze er onbedoeld een boel extra, zeer schadelijke stoffen bij.

Wat nu als je die nicotine ook kunt leveren zonder al die schadelijke additieven? Wat nu als dampen wél maakt dat mensen acuut, en vrij eenvoudig, kunnen stoppen met roken?

Het overkwam mij. Ik was niet gek, ik wist best dat roken ongezond was. Alleen: ik vond het heerlijk en ik had geen alternatief. Maar na één avond met een verdamper was ik volkomen om; dit was zoveel lekkerder. Zonder dat ik er op uit was – sterker: ik was pertinent niet van plan ermee op te houden – ben ik acuut gestopt met roken. En binnen negen weken heb ik het nicotinegehalte van de sapjes in mijn verdamper radikaal teruggebracht. Niet omdat het moest. Alleen omdat het prettiger was, en omdat ik mijn fix nu op een gezonder manier kon krijgen.

De PvdA maakt zich zorgen over dampen als een doorgangsdrug: ze zijn bang dat je van dampen makkelijk overstapt op tabak. Maar de praktijk leert dat het precies andersom werkt: wie gaat dampen, geeft het roken makkelijk op.

Zelfs wanneer dat helemaal niet de bedoeling was.

 
[Noot: lees hier de Kamervragen van de PvdA over e-roken, en hier het antwoord van Acvoda – het Acticomitée voor Dampers- op de vragen van mw. Rebel-Volp.]

Kwakpas

Amsterdammers boven de 65 kunnen een Stadspas aanvragen, die korting op allerlei evenementen geeft. Ook wie aantoonbaar over weinig geld beschikt, kan voor een Stadspas in aanmerking komen. Die laatste groep krijgt bovendien elke maand bonnen waarmee ze tegen sterk gereduceerd tarief toegang krijgen tot sport, recreatie en cultuur.

Een prachtig initiatief, een stad met sociaaldemocratische roots waardig. Via kortingen verlaag je de drempel en maak je het stadsleven toegankelijker, juist voor mensen die wankelen op de rand van een sociaal en cultureel isolement. Voor wie weinig geld heeft, telt elke cent.

Maar wat in hemelsnaam doet die homeopaat in het aanbod van de Stadspas? In november geeft Trudy van den Berg – ze noemt zichzelf ‘arts voor homeopathie’ – alle Stadspassers korting op hun eerste consult bij haar.

Fluks haar website opgezocht. Daar meldt Trudy dat ze Heel Erg Goed Luistert naar de patiënt, en enorm geïnteresseerd is hoe haar klant z’n eigen klachten ervaart. “Indien nodig volgt aansluitend een lichamelijk onderzoek,” maar ook zonder zulk onderzoek, ja zelfs zonder enige laboratoriumtest, maakt Trudy na afloop een homeopathisch middeltje speciaal voor u. Waarvoor separaat moet worden betaald, zonder Stadspaskorting enzo. En o, u moet natuurlijk nog wel vier tot zeven keer bij haar terugkomen. Tegen normaal tarief. Uiteraard.

Trudy vertrouwt enorm op haar kunnen. “Het gaat erom dat de arts het juiste middel kiest. Als het verkeerde middel wordt gekozen, gebeurt er niets. Als het goede middel gekozen wordt gebeurt er soms een klein wonder.” Is het niet geweldig dat verkeerde middelen he-le-maal niks uithalen, terwijl goedgekozen middelen een wonder veroorzaken? En dat de Stadspas u in contact heeft gebracht met dit mirakel?

Over haar relatie met de reguliere geneeskunde is Trudy helder. “Als homeopathie aanslaat, kunnen de reguliere medicijnen over het algemeen verminderd worden. Dit gebeurt altijd in overleg met de patiënt en zonodig met de arts die de medicijnen heeft voorgeschreven.” Eerst met de behandelend arts overleggen voordat ze hun patiënten overhaalt om hun reguliere – en bitter noodzakelijke – medicatie af te bouwen: nee, daar begint Trudy niet aan. Dat is zo, eh, zo akelig formeel. Het gaat toch om de mens, niet om de klacht?

Jammer voor Trudy, maar homeopathie is uit en te na afgedaan als kletskoek, niets dan kwakzalverij.

Waarom de Stadspas zo’n achterhaalde praktijk sponsort, is me een raadsel. Een praktijk die bovendien niks te maken heeft met het doel van de Stadspas, te weten: het verlagen van de drempel tot cultuur, sport en recreatie. Waarom biedt de Stadspas deze mevrouw een platform om klanten binnen te halen? Nota bene klanten die hun geld aanzienlijk beter kunnen gebruiken?

Volgende maand: de Stadspas geeft korting op een cursus van Scientology.

Architecten in opstand

Vorige week was er een vergadering in Uruguay waar men de toekomst van internet besprak. De deelnemende organisaties – ICANN, IANA, IETF, IAB, W3C, ISOC, de RIRs – zullen de gemiddelde burger weinig zeggen, maar het zijn deze instanties die internet op de been houden. Ze beheren de architectuur van internet, ze geven IP-adressen uit, ze definiëren protocollen.

Zij zorgen ervoor dat systemen op elkaar aansluiten, dat vele kleine netwerkjes samen het grote internet kunnen vormen, en dat computers van overal op de wereld elkaar kunnen vinden. Door hun werk weet uw browser waar hij moet wezen wanneer u iets in de adresbalk typt, en weet uw mailprogramma waar het leuke mailtje voor uw tante naartoe moet.

Door de ontstaansgeschiedenis van internet waren veel van deze organisaties aanvankelijk Amerikaans. Al werd het lidmaatschap ervan geïnternationaliseerd, toch bleven veel van deze instanties op de een of andere manier onder Amerikaanse verantwoordelijkheid vallen. Maar internet was is al een paar decennia geen Amerikaanse aangelegenheid meer.

Een poging om de architecten onder de VN te laten vallen, werd gelukkig afgeslagen: dat zou hun taak te makkelijk tot speelbal van de politiek maken. (Daarnaast staat de VN bepaald niet bekend om haar voortvarendheid.) Terwijl werd gezocht naar een gepaste internationale structuur, accepteerden de architecten dat Amerika tijdelijk de toezichthouder bleef.

Tot in Montevideo.

Daar zeiden ze de VS de wacht aan. Ze willen nú onder het Amerikaans toezicht uit, en pleiten voor een organisatie waarin alle belanghebbenden een gelijkwaardige rol kunnen spelen.

De reden? De ongelimiteerde surveillance door Amerika. ICANN verklaarde na afloop dat de VS met haar aftappraktijken het vertrouwen in internet heeft opgeblazen. Tussen de regels door lees je een harder verwijt: de VS kun je het toezicht op de architectuur van internet niet meer toevertrouwen; bij hen is het recht op vrije toegang tot internet en de bewaking van de open architectuur van internet niet veilig.

Kort daarna had Fadi Chehadi, de voorzitter van ICANN, een ontmoeting met de Braziliaanse president Roussef, en verzocht haar om een actieve rol in het proces van de internationalisering van het internetbeheer te nemen. Pikant detail: Roussef heeft zich de afgelopen maanden fel tegen de NSA-praktijken gekeerd. Met goede reden, overigens: ook zij bleek door de NSA te zijn afgeluisterd, evenals een Braziliaanse oliemaatschappij.

Hoe het nu verder moet, weet niemand. Maar een ding is duidelijk: de architecten van het internet hebben zich van de VS afgekeerd en zoeken nieuwe bondgenoten. Ze wensen geen politiek toezicht; ze wensen een convenant dat hun raamwerk vastlegt, dat vrijheid van informatie en vrijheid van meningsuiting garandeert, en dat overheidsbemoeienis minimaliseert.

Dat krijg je ervan, wanneer je als overheid internet misbruikt.

Knoop

In de Watergraafsmeer staat de Amsterdam Internet Exchange, een verdeelcentrum voor het internet. Zelf genereert het geen verkeer: ze hosten geen websites en verzorgen geen e-mail

AMS-IX is een gigantische verkeersagent die miljoenen datapakketjes de weg wijst: jij gaat naar links, jij naar rechts, jij rechtdoor. Per seconde verwerkt het centrum tot wel 2,5 terabit; per dag 16 petabyte – getallen waarbij je je eigenlijk niets meer kunt voorstellen. In rangordes spreken is wellicht duidelijker: AMS-IX is het grootste internetverdeelpunt van Europa, en het op een na grootste ter wereld.

AMS-IX wil een divisie in Amerika beginnen. Tot voor kort zou zo’n plan met gejuich zijn onthaald, maar na de afluister- en tapschandalen die Edward Snowden de afgelopen maanden heeft onthuld, lag de zaak anders. De Amerikaanse geheime diensten graaien waar ze kunnen; zou Nederland de gegevens van zijn eigen burgers zo niet op een presenteerblaadje aanbieden?

De zaak ligt gecompliceerder: afluisteren op dat niveau kan niet zomaar. Bij individuele mensen of bedrijven kun je een tap instellen, maar op het exchange-niveau komt de data in brokstukken voorbij, en bovendien niet sequentieel. Je kunt zulke data niet zomaar ‘uitlezen’, temeer daar de brokjes wellicht via meerdere Internet Exchanges naar hun eindbestemming worden gestuurd. Datapakketjes op internet leggen immers geen vaste routes af. De Exchanges dienen er juist om continue en razendsnel de op dat moment kortste weg te berekenen.

Maar probleemloos is een Amerikaanse dependance van AMS-IX ook weer niet. Elk internetbedrijf dat een Amerikaanse poot heeft, is automatisch onderhevig aan de Patriot Act en de Foreign Intelligence and Surveillance Act (FISA). Precies die twee wetten heeft de VS de laatste jaren op grote schaal misbruikt, onder meer door bij bedrijven zoals Google en Facebook de installatie van allerlei achterdeurtjes te eisen. De NSA bleek burgers en buitenlanders te tappen op een schaal en met een tempo dat we eerder voor onmogelijk hadden gehouden.

Vandaar dat de leden van de AMS-IX vorige week moesten stemmen over deze uitbreiding. Bijna driekwart van de leden zijn buitenlandse bedrijven: van Microsoft en Google tot Deutsche Telekom, Telefonica en Korea Telecom. De rest is van origine Nederlands: KPN, XS4all, Zggo, UPC, Leaseweb, Surfnet. Het spande erom: het voorstel werd met 120 stemmen voor, 104 tegen (waaronder, naar verluidt, KPN, Ziggo, XS4all en Surfnet) en 14 onthoudingen aangenomen.

Wat mij bijzonder interesseert – maar AMS-IX weigert helaas daarover mededelingen te doen – is of dit verzet voornamelijk van niet-Amerikaanse bedrijven kwam. Voor Amerikanen maakt het immers niks meer uit: die zijn al op grote schaal gecompromitteerd.

Maar zonde dat AMS-IX geen vuist wilde maken. Waarom niet tegen de VS gezegd: we komen graag, maar jullie moeten eerst iets aan die beroerde wetten van jullie doen?

Verbod op gezond

De EU debatteert op 7 oktober over de e-sigaret. Moet die voortaan onder de tabakswet vallen, onder de medicijnwet, of – per amendement – wellicht onder de ‘gewone’ consumentenwet? De inzet van het debat: de verkoop van e-sigaretten beperken.

Maar dat is raar. De e-sigaret – gebruikers spreken overigens liever over een ‘verdamper’ – is honderd keer gezonder dan ouderwetse sigaretten.

Aan een verdamper komt geen verbranding te pas, alleen verhitting. Er zit geen tabak in, geen teer, noch een van de andere circa 400 toevoegingen die roken zo gevaarlijk maken. Wie dampt, verbruikt voornamelijk propyleen gycol, een vloeistof die volop in voedingsmiddelen en medicijnen zit. Ook de toegevoegde smaakstoffen zijn standaardproducten, uit en te na getest, en veilig bevonden.

Ja, in veel dampvloeistoffen zit nicotine. Maar nicotine sec – zonder tabak, zonder verbranding – is ongeveer even schadelijk als cafeïne. En koffie is niet onderhavig aan enige EU-richtlijn. Waarom zou je dampen dan wel aan stringente wetgeving onderwerpen?

Dampen onder de tabakswet laten vallen, is idioot: aan dampen komt immers juist geen tabak te pas. Dampen onder de geneesmiddelenwet laten vallen, is al even mal. Het betekent dat het gezondere alternatief aan strengere regels wordt gebonden dan de ouderwetse, ziekmakende tabak is. Bovendien behelst deze aanpak de dood van alle webwinkels die momenteel dampspullen verkopen. Zij zijn immers geen gecertificeerde apotheek.

Onderwijl zou je, onder de diezelfde voorgestelde richtlijn, tabak wél makkelijk kunnen blijven verkopen. Is dat niet raar?

Hoe meer ik erover las, hoe meer ik dacht dat het verzet tegen dampen een gruwelijk monsterverbond is. Enerzijds Stivoro, die elk nicotinegebruik – ook in de meest onschadelijke vorm ervan – wil uitbannen. Anderzijds de tabaksindustrie, die als de dood is dat het dampen, waarin zijzelf amper aandelen hebben, hun klandizie wegtrekt. Samen pleiten ze om het hardst voor een verbod op het dampen.

Zelf ben ik door de kennismaking met verdampers acuut gestopt met roken. Dat ging per ongeluk; stoppen was niet mijn doel. Uit uit nieuwsgierigheid kocht ik een verdamper, en was nog diezelfde dag om. Dampen bleek aanzienlijk lekkerder te zijn. Na veertig jaar hard core kettingroken vond ik sigaretten van de ene op de andere dag ronduit vies.

En ook: al mijn vrienden werden blij. De niet-rokers, omdat ze van mijn dampen niks merken: geen stank te bekennen. De rokers, omdat ze eindelijk een goed en gezonder alternatief hebben.

In drie weken tijd heb ik al twintig verstokte rokers tot het dampen bekeerd. Want wij rokers – weliswaar verslaafd, maar bepaald niet dom – zijn blij met een gezonder alternatief. Zelf kan ik alleen maar denken: waarom heeft niemand me dit eerder verteld?

We moeten dampen en elektronisch roken niet aan banden leggen, Integendeel: de uitvinder ervan verdient niks minder dan de Nobelprijs.

 

Update 30 sept. 2013:

Begin augustus heeft Igor Burstyn een uitgebreid vergelijkend onderzoek naar de risico’s van dampen gepubliceerd. Voor de damper is er hoegenaamd geen risico, voor de omgeving al helemaal niet. In de woorden van een gerenommeerd onderzoeker, Carl V. Phillip:

This is a game-changer for anyone trying to respond to misinformation about the hazards of e-cigarettes. Before we had an apparently contradictory mess on this topic. Now we have clarity.

I have to say that I am genuinely surprised that the results are quite so definitive, and I assume that will be true of anyone else of was seriously trying to assess the risks, rather than just cheerleading. We were all confident that the risks were minimal, but we could not previously reach a (good news) conclusion as strong as the one in the paper.
– Bron: ‘Breaking News’, 8 augustus 2013

Kapot

Nu is het officieel: de NSA, de Amerikaanse geheime dienst, heeft elke vorm van vertrouwelijke communicatie kapot gemaakt. De nieuwe serie documenten die Edward Snowden vorige week aan The Guardian en The New York Times heeft prijsgegeven, toont aan dat de NSA een kostbaar en al tien jaar lopend project heeft, Bullrun, dat erop is gericht om encryptie te breken of te ontzeilen.

Bullrun is, in de ogen van de NSA en haar Britse evenknie GCHQ, een groot succes. (De Britten schepten er intern zelfs enorm over op.) Grote delen van het versleutelde internetverkeer kunnen beide diensten inmiddels met gemak ontcijferen: haast niets is nog veilig voor ze.

Ze zijn daar vooral in geslaagd door bedrijven die cryptodiensten leveren, te koeioneren. Die hebben, vaak na grote druk van de NSA, geheime achterdeurtjes en zwakheden in hun software ingebouwd. Daardoor zijn bestanden die op zich goed zijn versleuteld, door de NSA alsnog makkelijk te ontcijferen. Sommige bedrijven hebben bijvoorbeeld stiekem ‘master keys’ ingevoerd. Alle sloten die gebruikers van zulke software zelf op hun bestanden hebben aangebracht, zijn met die cryptoloper eenvoudig ongedaan te maken.

Voorts heeft de NSA in allerlei veiligheidsprotocollen diverse regels doorgedrukt die zwakheden introduceerden. Vele veiligheidsexperts vermoedden al langer dat zoiets gaande was, maar door Snowdens klokkenluiderij liggen er nu documenten op tafel die zulks onomstotelijk bewijzen.

De impact is enorm: geen enkele communicatie, geen enkel bestand kunnen we nu nog als ‘beveiligd’ aanmerken. Voor wie die achterdeur eenmaal kent – en voor al wie die achterdeur zelf ontdekt – ligt alles open en bloot.

De versleuteling die we gebruiken wanneer we via internet banktransacties uitvoeren. De encryptie op alle medische en financiële bestanden. De beveiligde communicatie tussen huisartsen en ziekenhuizen. De versleutelde communicatie van alle diplomatieke korpsen. De beveiligde communicatie van regeringen, hun kabinetsleden en presidenten. De gecrypte toekomststrategie, nieuwe projecten en geheime onderhandelingen van zowat elk bedrijf.

Snowdens eerdere onthullingen toonden aan dat de NSA en het GCHQ samen zowat al het internetverkeer kunnen onderscheppen en opslaan. Sinds vorige week weten we dat beide diensten inmiddels ook vrijwel al het versleutelde verkeer kunnen ontcijferen.

Amerika blijkt alles te kunnen afluisteren, en doet dat metterdaad – ook buitenlands verkeer. Niets is nog heilig: geen persoon, geen bedrijf, geen transactie, geen cloud, geen overheid.

Snowdens onthullingen laten zien dat privacy een cruciaal mechanisme is, een onontbeerlijk politiek recht dat het individu overstijgt. Wanneer de persoonlijke sfeer van burgers niet langer wordt erkend en beschermd, blijken ook bedrijven en overheden hun recht op discretie en op autonomie en passant verloren te zijn.

Inzamelen

Alweer zien we de onttakeling van een organisatie die kankeractivisme voorstond. Nadat eerder Pink Ribbon, LiveStrong en Alpe d’HuZes door het slijk moesten, viel vorige week Inspire2Live in duigen.

Het verhaal verandert niet. Een goedbedoelende organisatie zet acties op om onderzoek naar kanker te financieren. Koop een roze lintje of een gele armband, koop ons blad, schaf een roze stofzuiger aan! Ga gesponsord rennen of fietsen, verzamel geld voor het goede doel!

We doen massaal mee. Het geeft een fijn gevoel dat we hoogstpersoonlijk meehelpen om te ‘strijden’ tegen kanker’. Niet eerder was je zo heldhaftig en sociaal terwijl je simpelweg iets kocht, of je sportschoenen onderbond.

LiveStrong ging ten onder aan malversaties. Voorman Lance Armstrong bleek in doping gedompeld te zijn en misbruikte de kas van LiveStrong om zijn rechtszaken te bekostigen.

Inspire2Live – opgericht vanuit Alpe d’HuZes, die beloofde volkomen strijkstokvrij te zijn – probeerde via een coup de moederstichting in handen te krijgen, en gaf twee bestuursleden lucratieve opdrachten ter waarde van bijna een half miljoen.

Pink Ribbon gaf tot half 2010 geen cent uit aan wetenschappelijk onderzoek naar kanker. De schamele 15% van hun totale inkomsten die naar onderzoek ging, belandde bij sociaal-maatschappelijke studies. Maar dat geld was nooit bedoeld voor studies naar het ‘omgaan’ met kanker, of naar de effecten van psychosociale zorg. Het was ingezameld om kanker te bestrijden; voor studies naar preventie, behandeling en genezing.

Intussen tastte het geld zich op. Medio 2010 had Pink Ribbon bijna zeven miljoen op de plank liggen, wachtend op een doel.

Evenzo Alpe d’HuZes. Sinds 2006 hebben enthousiaste deelnemers liefst 75 miljoen euro bij elkaar gefietst, en 37 miljoen daarvan – dat is de helft! – ligt te verstoffen.

De organisaties verdedigen hun slapende, almaar aanwassende gelden met een beroep op procedures. Het kost tijd om onderzoeksvoorstellen degelijk te beoordelen, zeggen ze. Maar onderzoekers vertellen dat ze niet langer aanvragen indienen bij Alpe d’HuZes. Meestal krijgen ze namelijk nul op rekest: de criteria zijn te nauw, en wetenschappelijk weinig innovatief.

Dramatische publieksacties leveren kennelijk niks op. Wat te doen?

Organiseer gerust sponsorlopen en fietspartijen, maar eis als deelnemer dat opbrengsten rechtstreeks naar het KWF vloeien. Zij zijn uitgerust om te bepalen welk onderzoek zinnig is, kunnen studies coördineren en een grensoverschrijdende aanpak financieren.

Omgekeerd dient het KWF strenger te zijn over al dat goedbedoelde activisme. Hun samenwerking met Pink Ribbon en Alpe d’HuZes verhindert momenteel dat daartoe ingezameld geld daadwerkelijk bij onderzoekers belandt. Dat kan niet de bedoeling zijn…

En wilt u persoonlijk iets doen? Wees dan gewoon lief voor een kankerpatiënt. Haal boodschappen, maak hun huis aan kant, en vooral: zeur niet tegen ze over ‘strijden’ tegen kanker.

Verdacht

Het grootscheeps afluisteren van burgers door de NSA en andere geheime diensten blijkt door wetgeving te worden geschraagd. Tot op zekere hoogte is dat geruststellend. Hoe onthutsend ons gebrek aan privacy ook is: de inlichtingendiensten verleggen niet op eigen houtje hun wettelijke grenzen. Ze voeren slechts eerder vastgesteld beleid uit.

Maar pas door de documenten die Edward Snowden heeft gelekt, wordt duidelijk wat dat beleid de facto inhoudt. Pas nu gaat ons dagen hoe makkelijk iemand als ‘verdachte’ wordt aangemerkt. Pas nu wordt duidelijk dat, teneinde eventuele ‘verdachten’ uit de massa te filteren, wij allen – verdacht of niet – permanent in de gaten worden gehouden.

Onder de huidige terrorismewetgeving hebben westerse overheden feitelijk carte blanche gekregen. Hun bevoegdheden zijn opgerekt, onze rechten zijn geminimaliseerd.

De geruststelling van onze over-en-weerse regeringen is altijd dat de inlichtingendiensten heus stevig wordt gecontroleerd. Uit een van Snowdens recent gelekte documenten bleek echter dat alleen al het Washingtonse filiaal van de NSA in het afgelopen jaar liefst 2700 keer in de fout was gegaan: bevoegdheden waren overtreden, papierwerk was niet in orde, de verkeerde mensen waren gevolgd.

Wettelijk is de NSA verplicht het Amerikaanse parlement inzage te geven in zulke evaluaties. Dat deden ze niet. Erger, ze logen erover. Eerst beweerden ze dat ze nooit iemands privacy hadden geschonden zonder wettelijke grondslag; later gaven ze toe dat ze dat soms wel hadden gedaan, maar dat zulke fouten ‘incidenteel’ waren. (Maar hoe incidenteel zijn zulke fouten wanneer één filiaal er al bijna drieduizend per jaar maakt?) Op de vraag waarom ze de – bij wet verordonneerde – evaluaties nooit bij het parlement waren ingeleverd, had de NSA überhaupt geen antwoord.

Terwijl de inlichtingendiensten hun eigen falen en fouten trachtten te verbergen – en daarmee zelf de wet schenden op grond waarvan ze kunnen opereren – blijven onze overheden sussend hun mantra fluisteren: ‘Wie niets te verbergen heeft, is niet verdacht.’ Ik zou gráág willen dat onze overheden die uitspraak eerst & vooral op zichzelf en hun eigen diensten toepassen…

Maar het omgekeerde gebeurt. Westerse overheden slaan inmiddels totaal op hol wanneer iemand hen onwelgevallige feiten opdiept. Inmiddels worden terrorismewetgeving en daarmee verbonden afluisterpraktijken losgelaten op journalisten die kritisch nieuws verspreiden. In de VS, maar ook in Nederland, worden journalisten die nieuws van klokkenluiders verspreidden, geregeld van overheidswege afgeluisterd.

Afgelopen weekend werd David Miranda op doorreis van Berlijn naar Brazilië in Engeland opgepakt. Zijn laptop en mobieltje werden in beslag genomen. Hij werd negen uur ondervraagd, op verdenking van terrorisme.

De reden? Miranda is de vriend van Glenn Greenwald, de journalist die het materiaal van klokkenluider Edward Snowden had prijsgegeven.

Kweekvlees

De vleesdraadjes die de afgelopen maanden in Maastrichtse laboratoriumschaaltjes werden opgekweekt, en die na hun oogst tot een authentieke hamburger werden geperst, blijken prima te smaken. Allicht: de draadjes zijn opgekweekt uit stamcellen van het spierweefsel van heuse koeien. Het is het meest pure vlees dat je je kunt voorstellen.

Aan de smaak moet nog wel een beetje worden gesleuteld; volgens de proefpersonen was het kweekvlees aan de droge kant. Allicht: het was zuiver spierweefsel, zonder een greintje vet erin. Onderzoeker Mark Post gaat, om de smaak van zijn kweekvlees te vervolmaken, de komende maanden experimenteren met een combinatie van spier- en vetcellen. Hij stelde voorts andere soorten kweekvlees in het verschiet. Nu hij het procedé eenmaal onder de knie heeft, kan hij in principe ook paarden-, kippen- of lamsvlees kweken.

Het is een briljant idee. De kweekburger is nu nog razend duur – dit allereerste exemplaar heeft een paar ton gekost – maar zodra kweekvlees op industriële schaal kan worden geproduceerd, zal de prijs binnen een paar jaar die van normaal vlees evenaren.

Voor het milieu is kweekvlees in elk geval beter. Veeteelt is een uiterst inefficiënte voedselvoorziening: er moet aanzienlijk meer eten in dan eruit komt, en de uitstoot van methaan in die sector is schrikbarend. Om over het leed van al die gefokte varkens, koeien en kippen maar niet te spreken: ze leven in krappe behuizingen, ze worden volgespoten met antibiotica, ze kunnen vaak niet meer op hun poten staan van ellende.

Dus ja, doe mij voortaan graag kweekvlees.

Geheid zullen sommige mensen kweekvlees ‘onnatuurlijk’ vinden. Maar die hebben nooit de inhoud van een Big Mac laten ontleden, hebben nooit de onsmakelijke smurrie van slachtafval gezien waar frikadellen en andere soorten snackvlees uit worden vervaardigd. Dit nog los van de compleet onnatuurlijke – en onhoudbare – manier waarop wij vee en kippen tegenwoordig dwingen te leven.

Hebben er trouwens al vegetariërs gereageerd? Hoe staat Wakker Dier tegenover deze ontwikkeling? Dat vind ik al veel interessanter vragen. Want anders dan sojavlees en vegaburgers, is kweekvlees een degelijke, waarschijnlijk heel milieuvriendelijke, vleesvariant, en kan die ‘gewone’ vleeseters makkelijker over de streep krijgen.

En andere optimisten ten spijt: aan de insecten zie ik onszelf i het westen voorlopig nog niet collectief te buiten gaan. Wanneer je een beetje scheel kijkt, heeft een sprinkhaan inderdaad een boel weg van een garnaal, maar er zit verdomde weinig vlees aan. Gebakken of gefrituurde sprinkhaan lijkt me eerder een alternatief voor chips of iets dergelijks: heel krokant, maar zonder substantieel volume. Een bordje meelwormen klinkt ook niet bijster aantrekkelijk, en een portie spinnen al helemaal – die hebben teveel haren op hun poten.

Kweekvlees heeft de toekomst. Kom maar op met die Googleburger!