Geweldig hoe Arjen Lubach een discussie in Nederland heeft weten los te maken over TTIP, het handelsverdrag dat Europa op korte termijn met Amerika wil afsluiten en dat zich nu in de laatste stadia van onderhandelingen bevindt. Milieu- en burgerrechtenorganisaties probeerden al eerder te wijzen op de nadelige gevolgen van het beoogde verdrag, maar tevergeefs.
Het is dan ook een complex verhaal. De kern: buitenlandse bedrijven kunnen nationale wetgeving omzeilen met een beroep op hun eerder gedane investering, dan wel op de wetgeving in hun land van herkomst. De chloorkip – Lubachs favoriete voorbeeld – mag in Europa niet worden verkocht, maar is in Amerika toegestaan. Aangezien zulk chemisch ‘schoongespoeld’ vlees in Amerika is toegestaan, mogen EU-lidstaten volgens de TTIP de chloorkip niet langer de toegang tot hun markten ontzeggen.
Open grenzen voor de chloorkip!
Maar dat is niet het engste aan de TTIP. Als consument kun je immers, ook na invoering van het verdrag, zelfstandig besluiten zulk vlees niet te kopen: ook de TTIP kan niet om een consumentenstaking heen.
Het heetste hangijzer is de provisie dat een buitenlands bedrijf een land kan aanklagen indien hun beleid de investeringen van zo’n bedrijf schaadt. Dat betekent serieus dat internationale bedrijven een land kunnen aanklagen wanneer dat beleid implementeert dat hun investeringen of hun winstverwachting schaadt. Alles wijkt voor winst.
TTIP verzekert dat bedrijven zich gedragen alsof winst maken een mensenrecht is. Worden ze gefnuikt in dat streven, dan kunnen ze een arbitragezaak beginnen – een zaak zonder rechters, zonder beroep, zonder inspraak, en zonder enige transparantie. Maar het zijn wél zaken die de machtsstructuur veranderen, die ons recht en democratie aantasten, en de beleidsvrijheid van alle aangesloten landen drastisch inperken.
Tegenlicht, het onvolprezen onderzoeksprogramma van de VPRO, wijdde zondag een uitzending aan TTIP en sloeg daarbij de spijker op de kop.
Stel dat Nederland TTIP nu al had getekend. Hebben we minister Kamp, die na de aardbeving in Emmen van afgelopen weekend plechtig aan meesterinterviewer Sven Kockelman beloofde dat de veiligheid van de burgers voortaan voorop stond, en dat hij heus de gaskraan verder zou dichtdraaien indien dat nodig was. Heel Nederland blij, en vooral Groningen.
Maar ja, TTIP was inmiddels getekend, hè. En een van de aandeelhouders van de NAM, verantwoordelijk voor de aardgaswinning in het Noorden, is ExxonMobil, een Amerikaans bedrijf. Dus die kan vervolgens de Nederlandse overheid voor een mistig arbitragecomité slepen en vijf of zes miljard euro schadevergoeding eisen. Meer dan de daadwerkelijk gedupeerden ooit zullen krijgen.
Plus dat zo’n onbetwistbare schadevergoeding vervolgens al het geld opsoupeert dat wijzelf heel hard nodig hadden om ons energiebeleid aan te passen. Maar ja, winst boven alles, toch?