De Coöperatie Laatste Wil heeft een poeder gevonden dat vrij verhandeld wordt en waarmee je makkelijk je leven kunt beëindigen: meng twee gram ervan met wat water, drink dat op, en binnen een half uur ben je dood. Het proces is onomkeerbaar. Het poeder wordt gewoonlijk als conserveringsmiddel gebruikt en doet je bloeddruk zo snel zakken dat je in coma raakt; ik vermoed dat je bloed erdoor stolt.
Terecht kondigde de CLW aan dat de pil van Drion nu eindelijk binnen handbereik ligt: een handzaam, effectief en verhoudingsgewijs vriendelijk middel om je leven te beëindigen.
De naam en besteladressen van het middel wil de organisatie alleen bekendmaken aan mensen die al geruime tijd lid zijn: dit om overhaast gebruik te voorkomen. Informatie geven over deugdelijke middelen voor zelfdoding en waar die te koop zijn, is niet strafbaar: veel boeken en brochures bieden zulke informatie al.
Het knelpunt is de verdeling. Kennelijk wordt het poeder minimaal per kilo verkocht, terwijl je voor dit doel maar twee gram nodig hebt. Vandaar dat de CLW tobt met de distributie. Het lijkt logisch om het poeder gezamenlijk in te kopen en het dan in afgepaste porties door te verkopen. Maar wie dat organiseert, distribueert dodelijke middelen en riskeert zodoende vervolging wegens hulp bij zelfdoding, en daar is het Openbaar Ministerie nogal alert op.
Allicht dat de CLW die distributie niet op zich wil nemen: ze zouden binnen de kortste keren in het beklaagdenbankje belanden. Nu er een goede oplossing voor de laatstewilpil is gevonden, is de nieuwe hamvraag: hoe kun je het risico op vervolging beperken?
De organisatie denkt zelf aan groepjes mensen die het spul samen inkopen en onderling verdelen. Maar op die manier is er voor de wet evident iemand aansprakelijk, te weten degene die de aanschaf deed, en – indien daar anderen bij betrokken zijn – tevens de mensen die de feitelijke distributie regelden. Dat lijkt me geen verstandige aanpak.
Waar ik op uitkwam, was anoniem uitdelen. Een aantal mensen koopt elk een kilo van het poeder en verdeelt die hoeveelheid in de benodigde porties. De CLW stimuleert haar leden vervolgens om regionale ontmoetingen te houden. Een paar inkopers gaan naar zo’n bijeenkomst, en een van hen laat daar wat potjes met poeder achter, dat leden desgewenst kunnen meenemen – maar niemand weet precies wie het spul nu achterliet.
Die aanpak voorkomt dat er een rechtstreeks verband tussen ‘helper’ en dode kan worden vastgesteld, terwijl het OM juist dat nodig heeft om tot vervolging te kunnen overgaan. In het slechtste geval kan het OM proberen de CLW en haar leden in hun geheel als criminele organisatie aan te merken, maar aangezien die aanpak zelfs bij notoire motorbendes heeft gefaald, lijkt dat me een onwaarschijnlijk traject.
Sinds hun aankondiging heeft de CLW haar ledenaantal verdubbeld. Dat zie ik een willekeurige motorbende nog niet doen.