Wedstrijd

Gekochte spelers, gekochte wedstrijden, gekochte stemmen – de sportieve krachtmeting waarop toernooien gebaseerd zouden zijn, lijkt een reliek uit het verleden. Tegenwoordig gaan wedstrijden vaker over geld, investeringen en marktwaarde. De mooie pass, de knappe dribbel, de behendige goal verliezen van de projectontwikkelaars en de gokkers.

De Qatarse vice-voorzitter van de FIFA, Mohammed bin Hammam, blijkt leden van de FIFA miljoenen te hebben toegestopt opdat ze zijn land de organisatie van het WK Voetbal in 2022 zouden toekennen. Dat geld moet weer in zijn zakken terugvloeien, natuurlijk: Bin Hammam is behalve voetbalbobo ook bouwmagnaat, en hij verwacht dat zijn illegale investering zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. De bouw van stadions, hotels, trainingskampen en dergelijke moet hem nog rijker maken dan hij al is. Intussen zijn al honderden Qatarse bouwvakkers die aan Bin Hammams natte droom werken, overleden door erbarmelijke arbeidsomstandigheden.

Over twee weken start het WK voetbal 2014 in Brazilië. Vorig jaar juni protesteerden 2 miljoen Brazilianen tegen de idioot hoge kosten die het WK voor hen met zich meebrengt, terwijl er intussen straf wordt bezuinigd op onderwijs, gezondheidszorg en wat dies meer zij. Ruim veertig favela’s zijn door de politie ‘gepacificeerd’, oftewel bezet. Leuk toch, die sport?

Competities gaan niet meer over de mooiste goals, de kleinste tijd of de hoogste sprong. Ze gaan over het prestige van het gastland dat internationaal een wit voetje wenst te halen en investeerders wil aantrekken, en doen dat helaas vaak over de ruggen van de eigen bevolking. Sport is de schone schijn waarin investeerders en projectontwikkelaars tegenwoordig hun handeltje verpakken.

Waarom moet zowat elke internationale competitie elke vier jaar ergens anders neerstrijken, en moet het gastland in een paar jaar tijd een compleet Olympisch dorp uit de grond rammen? Het is een geldverslindende, nutteloze operatie die de sport zelf niet ten goede komt. Kunnen we niet beter alle verschillende competities over een flink aantal landen verdelen, en vaste thuisplekken voor elk toernooi scheppen?

De Winterspelen houden we voortaan uitsluitend in koude landen (Sotsji heeft godbetere een subtropisch klimaat), en zomerspelen organiseren we nooit meer op een plek waar het geregeld warmer dan 25 graden wordt. Landen waar geen fatsoenlijke verkiezingen worden gehouden, zijn sowieso uitgezonderd van potentieel gastlandschap. Eerst je eigen boeltje op orde hebben voordat je internationaal iets mag organiseren. Zo kan sport wellicht nog eens echt verbroederen.

Voor de verdeling van de toernooien kijken we naar de sporten waarin een land goed is. Brazilië mag de WK Voetbal houden: zij hebben daar nu van lieverlee de modernste infrastructuur voor. En wellicht kan Luxemburg dan de rest van de eeuw het Eurovisie Songfestival doen.

Theater

Vliegen blijft een gênante vertoning. Daar sta je dan met je eerder zo keurig ingepakte koffertje, waar je inderhaast alles waar mogelijk elektronica in zit, uit hebt geplukt opdat ’t apart door de scanner kan. Je jas moet uit. Je colbertje ook. Je schoenen. Zelfs je broekriem moet af. Mijn kruk moet ook altijd de door scanner heen, en van de zenuwen ga ik dan extra slecht lopen, zodat ik steun zoek bij poortjes. Die gaan juist daardoor subiet loeien.

Welkom bij het theater van de beveiliging.

‘Mogen wij uw tas wat beter bekijken?’ vraagt zo’n meneer dan, en aangezien weigeren niet kan knik je zo vriendelijk mogelijk van ja. Op kousevoeten doe je rits na rits open, onderwijl piekerend wat ditmaal zal sneuvelen. Heb je wellicht 10cc teveel shampoo bij je? Hoeveel milliliter dampvloeistof vindt de beveiliging acceptabel? Snappen ze daar dat mijn roestvrij stalen tubes-met-verwisselbare-batterijen heus geen pijpbommen zijn, maar het gezondere alternatief voor tabak?

Afgelopen week moest ik op Schiphol voor het eerst door de bodyscan. Aangezien ik weet wat voor absurd gedetailleerde blootbeelden dat ding aan de beveiligers voorschotelt – de befaamde nepreclames over röntgenbrillen uit de jaren zestig zijn nu alsnog bewaarheid geworden – voelde ik me buitengewoon naakt. Je handen voor je borsten en je kruis slaan om nog íets van je waardigheid te behouden, is helaas streng verboden.

Het wrange was: terwijl de naaktscanner een effectiever controle had beloofd, moest iedereen die er doorheen was gegaan, daarna alsnog worden gefouilleerd, en bovendien uitgebreider dan ooit tevoren. Er ontstonden immens lange rijen.

Toen het mijn beurt was, vroeg ik de mevrouw die mij overal betaste hoe dat nou zat. Ze wees naar het gekuiste plaatje van mijn naakte zelf dat ze voor zich had: overal op mijn lichaam waren plekken geel opgelicht, en die moest ze stuk voor stuk nader onderzoeken. In de gauwigheid identificeerde ik de rits van mijn spijkerbroek, de gesp van mijn laarzen, het montuur van mijn bril. Ik geloof dat mijn trouwring en de vullingen in mijn kiezen plots ook zowat in de gevarenzone vielen.

Wat heb je aan geavanceerde apparatuur wanneer die godbetere een rits als potentieel terroristisch wapen aanmerkt? Levert het überhaupt ooit extra veiligheid op wanneer je doodnormale dingen steeds intensiever gaat screenen? Aan hoeveel uiterst gênante controles mag je onschuldige burgers standaard onderwerpen, in de hoop zo ooit eens een snoodaard te vangen?

Ineens zag ik de overeenkomst met die andere ‘preventieve’ controle, die ziekte en sterfte niet voorkomt, maar alleen extra angst veroorzaakt; de controle die allerlei normale processen als ‘verdacht’ bestempelt en die hoofdzakelijk leidt tot overbodig, verminkend ingrijpen: de tweejaarlijkse borstkankercontrole.

Allebei zinloos, en allebei een theater van valse veiligheid.

Kortzichtig

De uitspraken die de directeur van het Longfonds afgelopen zaterdag in het tv-programma Kassa! deed, vond ik schokkend. Michael Rutgers heeft zich vastgebeten in zijn jarenlange strijd tegen het roken en veegt elke andere oplossing dan de zijne van tafel. Alle rokers moeten ophouden met roken, hij wil niks minder.

Elektrisch roken – of beter: dampen, er komt immers geen verbranding of tabak aan te pas – vindt hij onzin. Gevaarlijke onzin zelfs, want het houdt de nicotineverslaving in stand, wat hij vreselijk gevaarlijk acht, en daarnaast zet dampen volgens hem aan tot roken.

Dampen zet niet aan tot roken, Het zet aan tot dámpen, en tot stoppen met roken. Miljoenen mensen die eerder werkelijk alles hebben geprobeerd om te stoppen – van Champix, kauwgom en pleisters tot acupunctuur, Allen Carr en therapie – gaven het roken vrijwel probleemloos op nadat ze eenmaal waren begonnen met dampen. Anderen wisten hun dagelijkse verbruik van ruim een pakje sigaretten zo terug te brengen tot een paar saffies per dag.

Dat is een enorme gezondheidswinst. Dampen biedt een volwaardig, en veel gezonder alternatief voor tabak. Maar niet voor Rutgers: wij zijn volgens hem nog steeds rokers, mensen behept met een verderfelijke gewoonte. Wij moeten derhalve bevochten worden en onze verdampers moeten uit de openbaarheid worden geweerd.

De man weigert te erkennen wat elke damper om zich heen ziet gebeuren: rokers die uit nieuwsgierigheid eens een paar hijsjes uit zo’n ding proberen, zijn bijna zonder uitzondering geïntrigeerd, en een substantieel deel van hen stapt over. Niet iedereen houdt dat vol, en zoeken welk apparaat en welk smaakje je het beste bevallen, is soms nog een heel gedoe. Maar zelfs mensen zoals ik, die niet van plan waren om ooit te stoppen met roken, zijn uit eigen beweging volledig overgestapt op dampen.

Dampers zijn daarmee momenteel de grootste propagandisten van het stoppen met roken. Het interessante is dat deze overstappers anders dan Rutgers en consorten wél een goede entree hebben bij rokers. Terwijl elke roker zich schrap zet tegen roken-is-slechtcampagnes en bij voorbaat Oost-Indisch doof wordt, kunnen wij dampers ze makkelijk benaderen. Sterker: zij benaderen óns meestal. ‘Is dat nou wat, zo’n elektrische sigaret? Smaakt het een beetje?’, willen ze weten. ‘Nou en of,’ zeggen wij dan enthousiast, ‘probeer zelf maar even’, en we geven ze ons spul te leen. En hopla, de interesse is gewekt.

In Frankrijk hebben ze wel het licht gezien. Eind vorig jaar publiceerden zo’n honderd longartsen een gezamenlijke open brief, waarin ze hun steun uitspraken voor de e-sigaret, beleidsmakers aanspoorden om het dampen alsjeblieft vrij baan te geven, en rokers smeekten om over te stappen. Frankrijk telt nu ruim een miljoen dampers, er zijn overal dampwinkels, en de tabaksverbruik loopt zienderogen terug.

Maar wat Rutgers betreft, kun je dan net zo goed blijven roken.

 
Noot: Inmiddels heeft het Longfonds besloten om elke discussie over dampen en de elektrische sigaret op hun forum te weren. Je mag het er daar niet over hebben.

Geen bezwaar

Morgen dient in Breda een zaak die kolonel Richard van Harskamp tegen de overheid heeft aangespannen. Defensie trok de verklaring van geen bezwaar van de oud-commandant vorig jaar in, waardoor Van Harskamp nu zijn baan dreigt te verliezen: alleen met zo’n VGB – zeg maar: een bewijs van goed gedrag – kun je in het leger aan de slag.

De achtergrond? Van Harskamp heeft zijn vriendin liefst vier maal mishandeld, wat hem in 2010 op een veroordeling kwam te staan. De kolonel beloofde daarna zowel zijn vriendin als de legerleiding beterschap, naar werd in 2011 niettemin ten tweede male voor een geweldsmisdrijf veroordeeld. Deze keer had hij een baksteen naar het hoofd van de ex van zijn vriendin gegooid. Daarna was de maat vol voor defensie, en volgde intrekking van de verklaring van geen bezwaar.

Terecht, zou je denken. Je wilt geen heethoofd in de legerleiding, al helemaal niet als aanvoerder van de manschappen in Irak en Afghanistan – wat Van Harskamps positie was. Op zo’n plek wil je uitsluitend mensen zien die zichzelf goed kunnen beheersen, en die secuur doorhebben wanneer geweld gerechtvaardigd is. Niet iemand die met bakstenen gaat gooien wanneer iets hem niet zint, laat staan iemand die tot vier maal toe zijn vriendin heeft mishandelt.

De verdediging van Van Harskamp draait om de stelling dat de legerleiding onderschat wat een militair in het buitenland allemaal moet doorstaan, en te weinig begrip heeft dat zulks na thuiskomst makkelijk tot relationele spanningen kan leiden. De beroepsvereniging onderschrijft dat standpunt van harte. ‘Er wordt op deze manier geen recht gedaan. Er wordt niet gekeken naar de privésituatie van de man,’ aldus Ruud Vermeulen, voorzitter van de Nederlandse Officieren Bond.

Dat klinkt akelig veel naar goedpraterij van huiselijk geweld: een commandant heeft zulk zwaar en verantwoordelijk werk, en tsja, dan schiet thuis je hand natuurlijk wel eens uit, he, als zo’n vrouwtje weer eens zit te zeuren. Had die vriendin maar aardiger voor hem moeten zijn, en haar kop moeten houden toen hij dat zei – partners moeten begrip tonen, voor man, volk en vaderland!

Dat de nazorg voor uitgezonden militairen bij hun terugkeer regelmatig tekort schiet, is bekend. Maar dat is geen argument om te vergoelijken dat gestreste soldaten hun partners in elkaar slaan. Mij dunkt dat de veroordeling van de kolonel wel degelijk recht deed, te weten recht aan zijn slachtoffers, en dat Defensie coulant genoeg is geweest door Van Harskamp pas na zijn tweede veroordeling de verklaring van geen bezwaar te ontnemen.

De Nederlandse Officieren Bond houdt voet bij stuk en vindt dat de oudcommandant in ere moet worden hersteld. Tientallen officieren zullen daarom morgen in uniform bij het proces verschijnen, en zo hun solidariteit met hun maat uitspreken.

Iets zegt me dat er in Breda geen vrouwelijke officieren zullen demonstreren.

Koning Koopman

Overheden bepleiten allerlei nobele dingen voor volk en toekomst. Dat staat chic en beschaafd, het getuigt van hooggestemde intenties. En het klinkt prettig ambitieus, ja zelfs een tikkeltje wild: ‘Kijk ons eens durven…? Wij maken ons openlijk hard voor mensenrechten, voor duurzaamheid! Daar staan wij vierkant vóór!’

Maar ja. Zodra diezelfde overheid merkt dat de consequenties van haar opstelling in eigen vlees snijden, is het snel gedaan met die hoogdravendheid. Dan gaan politici ineens wiebelen en slalommen, zijn de mitsen en de maren niet van de lucht.

Neem schone energie. Iedereen weet dat fossiele brandstof op haar laatste benen loopt, en dat kernenergie onze problemen alleen maar afwentelt op latere generaties. Nog dieper in de aarde delven is geen oplossing: de enige duurzame energie komt uit zon, wind en water.

Maar zodra Shell zich daartegen verzet – zulk beleid tast hun monopolie aan – wil Nederland ineens toch graag naar schaliegas boren. Zelfs al weten we dat we de aardbodem daarmee onherstelbare schade toebrengen, dat schaliegas per definitie geen lange-termijnoplossing is, en dat zulke strapatsen vooral de aandacht afleiden van wat we écht nodig hebben, te weten: schone, duurzame energie.

Want stel je toch eens voor dat ons vooruitstrevende, beschaafde beleid aan bestaande belangen zou tornen. Dat het gevestigde partijen geld zou kosten. Dat was niet de bedoeling.

En zo vallen we telkens terug op hoe de dingen ooit waren, vergeten we al onze nobele intenties, ja zelfs de hang naar dat tikkeltje wilde, en bestendigen we alsnog de status quo. Mooie plannen verworden tot niks dan zoethoudertjes: praatjes voor de vaak.

Rusland criminaliseert homoseksualiteit. Rusland organiseert de Olympische Spelen. Nederland beweert internationaal voor de rechten van homoseksuelen te staan, maar komt intussen opdraven met de grootst denkbare overheidsdelegatie: koning, koningin, minister-president, plus de minister van sport. Dat zich onder onze eigen deelnemende sportlieden ook homoseksuele sporters bevinden, verdoezelen we. Want dat komt even niet handig uit.

Je ziet het steeds weer. We strijden tegen tabak. Geweldig, want dat spul veroorzaakt honderdduizenden doden per jaar, en er is inmiddels een veel gezondere manier om van nicotine te genieten: elektrisch roken, oftewel dampen. Maar dampen tast oude monopolies aan, en de overheid verliest daardoor haar tabaksaccijnzen. Dus wordt dampen in het verdomhoekje gezet, nota bene met een beroep op diezelfde volksgezondheid.

Dat de overheid te vaak naar haar eigen korte-termijnbelang kijkt, is niet zo verrassend. Het is zelfs niet onbegrijpelijk. Maar dat men het dan doet voorkomen alsof de moraal heeft gezegevierd – dát is pas echt onverteerbaar.

Failliet

De oorlog die Bashar Assad tegen zijn eigen volk voert, duurt al bijna twee jaar. In dat tijdsbestek heeft hij honderdduizenden burgers over de kling gejaagd en zijn land aan flarden gebombardeerd. De onafzienbare stroom vluchtelingen uit Syrië heeft inmiddels zowat alle buurlanden ontwricht. Miljoenen mensen hebben alles moeten achterlaten.

Niet eerder heeft een staatshoofd zijn land zo grondig vernield; niet eerder heeft een regeringsleider zijn eigen bevolking zo systematisch uitgemoord en verdreven.

Maar de grootste schande van al is dat Assad er internationaal mee wegkomt. Assad heeft chemische wapens tegen zijn eigen volk gebruikt, slacht burgers aan de lopende band af, laat journalisten en artsen martelen. Wij doen intussen niet meer dan een beetje ‘bezorgd’ zijn, en zelfs dat gaat niet van harte. Liever kauwen we de leugens van Assad na.

De laatste maanden houden wij in het westen onszelf zoet met de door Assad in het leven geroepen fabel dat hij er de gematigde stroming verdedigt; zonder hem zou het land in handen zou vallen van religieuze extremisten. Maar wanneer dit langgerekte bloedbad de ‘gematigdheid’ moet voorstellen, heeft dat woord toch iedere zinnige betekenis verloren?

Ja, het verzet dreigt thans te worden overheerst door fanaten en jihadisten. Alle andere verzetslieden zijn namelijk allang vermoord, gevangen gezet, of gevlucht. Iedereen die op enige redelijkheid kon bogen, is de afgelopen twee jaar de mond gesnoerd, of is – onder druk van omstandigheden – uiteindelijk onredelijk geworden. Wat rest je anders wanneer je eigen regering jou en de jouwen maand in, maand uit uitmoordt, terwijl de buitenwereld haar ogen onderwijl angstig afwendt?

Het is sowieso een wespennest daar, laat ‘ze’ het maar zelf uitzoeken: voor je het weet hebben we er een tweede Irak bij. Dat zijn zo ongeveer de argumenten waarmee wij onze ogen sluiten voor wat er in Syrië gebeurt. Maar wie daarmee komt aanzetten, vergeet dat Assad datzelfde wespennest onder ons goedkeurend oog heeft geschapen. Wij deden alsof hij een verlicht dictator was, terwijl hij links en rechts Hezbollah en Al Qaida voedde.

Wij steunden de oppositie niet op het moment dat zulks verschil had kunnen uitmaken. Want we wilden Assad niet voor het hoofd stoten. (Net zoals we El Baradei in februari 2011 in Egypte in de kou lieten staan, toen hij als eerste potentiële en seculiere regeringsleider dapper de handschoen opnam en zich openlijk tegen Mubarak keerde.)

We ‘vergeten’ dat onze afzijdigheid betekent dat we ook andere landen – Jordanië, Libanon – laten stikken, en daarmee juist nieuwe brandhaarden helpen stichten. We ‘vergeten’ dat er meer bestaat dan militair ingrijpen alleen: de tegoeden van Assad bevriezen zou al flink helpen, of de vluchtelingen serieus helpen. Maar mogelijk heeft dat consequenties voor onszelf. Dus liever doen we niks.

Oh, en zalig Kerstmis! Vrede op aarde, enzo.

Schijnheil

‘De verontrusting over privacy is reëel,’ zei minister Plasterk vorige week. Hij voegde er quasi-verbaasd aan toe: ‘Het gekke is, als ik op werkbezoek ben, dan tilt men er niet zo aan.’

Vreemd is dat toch, hè. Hamert de politiek er tien jaar op dat wij burgers onze privacy moeten inleveren omwille van onze eigen veiligheid, en dan gaan wij dat gaandeweg nog geloven ook! Plasterk beziet het met kennelijke verwondering.

Maar dat is schijnheil en huichel. Want de AIVD – die onder Plasterks verantwoordelijkheid valt – blijkt op grote schaal internetfora te hacken en daar gegevens van alle bezoekers weg te slurpen. Dat mag helemaal niet, sleepnetacties zijn verboden; de AIVD mag alleen gericht onderzoek doen, en uitsluitend wanneer er een gerede verdenking ligt. Onder Plasterks gezag werden de wet, de privacy en de rapportageregels grof geschonden. Die wetenschap tovert Plasterks schijnheil om in pure hypocrisie.

De illegale praktijken van de AIVD worden niet bestraft, doch met de mantel der liefde bedekt. Er ligt een voorstel dat de bevoegdheden van de inlichtingendiensten regelt, de WIV 2014, waarin sleepnetacties en ongerichte gegevensopslag worden gelegaliseerd. De wet is nog niet door het parlement heen, maar de AIVD heeft de benodigde computersystemen alvast ingekocht. Dan kunnen ze straks lekker snel verder.

Wat iedereen is vergeten: de huidige restricties in de WIV in 2002 werden ingevoerd, omdat de AIVD ook toen op onwettige sleepnetacties was betrapt en Nederland daarvoor een veroordeling van het Europese Hof in Straatsburg aan haar broek had gekregen. En nu introduceert Nederland een wet die ze in 2002 noodgedwongen moest herzien? Plasterk zou er goed aan doen zich dáár eens over te verbazen.

Ondertussen heeft Amsterdam een eigen afluisterschandaaltje. De PvdA en (godbetere) GroenLinks hebben gesprekken opgenomen die op straat gevoerd werden in een campagne. Dit omdat naar hun mening de mensen die stemmen wierven voor een referendum over erfpacht, daarbij ‘misleidende’ informatie zouden hebben gebruikt om handtekeningen te krijgen.

Het gaat GroenLinks en de PvdA hoegenaamd niets aan op grond waarvan mensen zo’n referendum met hun handtekening steunen. Ook een handtekening die volgens de PvdA en GroenLinks op oneigenlijke gronden is gezet, telt gewoon mee. Handtekeningen kopen is taboe, evenals mensen dwingen om te tekenen, en dat is al.

Stel je toch voor: een politieke partij die illegaal mensen afluistert om te onderzoeken waarom ze voor of tegen iets stemmen. Daarbij: wat is dat, een ‘oneigenlijke’ stem? Wil de PvdA dan al die stemmen inleveren die ze kregen omdat Diederik Samsom tijdens de campagne zo ‘sociaal’ leek? Want dat is toch behoorlijk misleidende informatie gebleken. En GroenLinks mag straks de stemmen inleveren van alle mensen die stiekem een beetje verliefd zijn op Andrée van Es. Want dat is begrijpelijk, maar ook: oneigenlijk.

Deal

Gisteren gaven vertegenwoordigers van het Longfonds, het KWF én Stivoro bij een politiek overleg voor het eerst toe dat ze het zouden toejuichen wanneer rokers overstappen op de e-sigaret. Roken inruilen voor dampen levert, zo erkenden deze notoire tegenstanders nu ruiterlijk, een fikse gezondheidswinst op.

Je mag hopen dat dit voortschrijdende inzicht niet te laat kwam. Alle negatieve berichten die deze instanties jarenlang over het dampen publiceerden, hebben hun sporen nagelaten. Ze hebben de overstap naar een veel veiliger verpakking van nicotine in de weg gestaan, doordat ze rokers de facto bang hebben gemaakt voor een gezonder alternatief.

‘Maar de e-sigaret, die is toch juist extra gevaarlijk?’ vroeg een kettingrookster me gisteren. Ze was oprecht ongerust, maar – met dank aan Stivoro – vooral ongerust over het gezondere alternatief.

Hoe navrant dat het Longfonds, het KWF en Stivoro juist gisteren bakzeil haalden. Een paar uur eerder was het nieuwste EU-voorstel voor de regulering van de e-sigaret uitgelekt. Had het Europees Parlement in oktober nog een heel redelijk eisenpakket samengesteld en de Europese Commissie opdracht gegeven daar een mooie richtlijn van te maken, nu kwam de EC alsnog met een voorstel dat het dampen bijna onmogelijk maakt.

Het uitgelekte voorstel [pdf] wil alle hervulbare e-sigaretten verbieden. Dat maakt zo’n 95% van het huidige aanbod illegaal. Alleen kant-en-klare, slechts eenmaal bruikbare tankjes zouden nog mogen worden verkocht.

Laten dat nou net de belazerdste dampproducten zijn, spul waarbij elke verstokte roker denkt: ‘Nou, als deze misère het alternatief is? Laat maar. Dan blijf ik roken!’ Waarom het betere segment in de dampwereld expliciet verbieden, terwijl het slechtste segment tot het enige wettige alternatief wordt verklaard?

Ik vrees dat het geen toeval is dat de enige dampwaar die het voorstel toestaat, precies dat deel van de markt beslaat dat inmiddels in handen is gevallen van de ouderwetse tabaksproducenten. Waarbij tevens moet worden aangetekend dat een van de drijvende krachten achter dit voorstel Litouwen is, de huidige voorzitter van de EU. Litouwen is namelijk een groothandelaar in tabak.

Het nieuwe voorstel – de Commissie wil het, tegen alle procedures in, liefst begin december al in stemming brengen – bevat daarnaast een totaalverbod op alle reclame voor e-sigaretten. Ook elke andere publicatie die het dampen promoot, wordt verboden, zelfs wanneer die promotie of aanbeveling niet commercieel van aard is. Onder dit voorstel zou zelfs deze column illegaal zijn.

Zodat half gezondheidsminnend Nederland zich gisteren met recht lam schrok. Dit was nu ook weer niet de bedoeling. Op de keper beschouwd zagen ze liever dat wij rokers aan het dampen sloegen.

Deal.

Maar mag ik het KWF, het Longfonds en Stivoro daarom vriendelijk doch zeer dringend verzoeken om zich uit te spreken tegen het aanstaande verbod op de e-sigaret?

Kiloknallers

Prostitutie is flink aan banden gelegd. De tippelzones zijn gesloten, veel ramen op en rond de Wallen zijn dicht, raamverhuurders moeten intakegesprekken houden met de sekswerkers om te bepalen of zij uit vrije wil handelen. De vrouwen zelf is een registratieplicht opgelegd, en er dreigt een taaltoets.

Alles gebeurt met nobele doelstellingen: in de prostitutie vindt nogal wat uitbuiting plaats. Zeker bij de Oost-Europese vrouwen die hier werken, is geregeld sprake van vrouwenhandel. De vrouwen worden onder valse voorwendselen hier naartoe gelokt, hun paspoort wordt ze afgenomen, ze worden gechanteerd dat hun thuisfront wordt ingelicht over hun huidige werk, vluchten gaat haast niet, en hun inkomsten gaan regelrecht naar hun uitbuiters.

Maar sluiting van ramen of gedoogzones en nog meer regulering is niet de weg om deze groep bij te staan. Daarmee maak je het vooral de vrouwen moeilijk die prostitutie als tijdelijke job of als bijbaantje hebben: wanneer de baten voor hen niet langer opwegen tegen de kosten, hangen ze hun G-string in de wilgen. Ze moeten steeds meer betalen voor een raam en hebben weinig zin om zich als prostituee te registreren, want dan zitten ze de rest van hun leven, in al hun transacties met de overheid, aan dat stigma vast. Je jaagt dus bij uitstek die vrouwen uit het vak voor wie prostitutie nu wél een vrijwillige keuze was.

De overheid heeft de afgelopen jaren het aanbod zodoende danig beperkt, en heeft daarbij en passant het beste deel van de sekswerkers vrijwel uitgerangeerd. De vraag blijft echter in stand, en die blijkt akelig slecht te beïnvloeden.

Zodat de navrante situatie is ontstaan dat de overheid eigenhandig schaarste heeft gecreëerd en daarmee de markt blokkeert. En, zoals bij elke opgelegde schaarste, zijn het de hele en halve criminelen die in het gat springen. Mannen die geregeld een vrachtwagen vrouwen naar Nederland halen om ze hier tot prostitutie te dwingen, of beter gezegd: ze voor een habbekrats op dagelijkse basis door de klanten te laten verkrachten.

Mensenhandelaars zijn de kiloknalllers van de prostitutie.

De nieuwe prostitutie onttrekt zich aan het oog van de buitenwereld: de vrouwen worden per auto tussen klanten en hun gevangenis gereden; ze wonen in buitenwijken in illegale bordelen; er zijn stiekeme afwerkplekken ontstaan, verstopt in keurige woonwijkjes. Momenteel is er commotie over Nieuw-West, waar een deel wat van deze georganiseerde mensenhandel- annex prostitutie naartoe is verhuisd.

De vrouwen worden met man en macht uit het zicht van de overheid worden gehouden; kónden ze maar naar de Wallen. Daar hadden ze elkaar wellicht nog een handje kunnen helpen, en daar houden de sekswerkers elkaar tenminste een beetje in het oog.

Kiloknallers bestrijd je niet door prostitutie te verbieden, dat lukt je toch niet. Je kunt beter de verkoop van goed vlees ruimhartig gedogen.

Keuze

Onderzoeksjournalist Michael Moss schreef een boek over de voedingsindustrie. Hij ontdekte dat tegenwoordig aan zowat al ons voedsel extra vet, suiker en zout wordt toegevoegd. We krijgen daardoor meer zout, vet en suiker binnen dan ooit tevoren, en dat in een tijd waarin diezelfde voedingsindustrie ons te pas en te onpas voorhoudt dat hun product ‘light’ is, dan wel ‘een verantwoorde keuze’.

Moss was in Nederland om de vertaling van zijn boek luister bij te zetten en de Volkskrant publiceerde gisteren een interview met hem. Moss legde bereidwillig uit dat de consumptie van suiker, vet en zout ons telkens weer een fysiologische kick levert, een sensatie die subiet effect heeft op het pleziercentrum in ons brein, en die daardoor moeilijk door ons verstand of ons geweten is tegen te gaan.

Het vernuft van de voedingsindustrie, legde Moss uit, is dat zij nauwgezet heeft uitgezocht bij welke hoeveelheden en welke balansen die kick wordt omgezet in hunkering: wanneer willen we alleen maar meer, meer, meer? Hoe schakel je ons inherente verzadigingsmechanisme het beste uit?

De interviewer deed een moedige poging om advocaat van de duivel te spelen. ‘Daar zijn we zelf bij,’ zei hij, ‘uiteindelijk bepaal ik toch zelf of ik een zak chips of een Mars eet?’

Waarna Moss de volgende vernietigende repliek gaf: ‘De voedingsindustrie doet niets liever dan dat benadrukken, want (het idee dat het onze eigen vrije keus is) leidt de aandacht van henzelf af. Het probleem is: het is geen eerlijke strijd. Voedingsbedrijven wenden alle middelen aan om je te verleiden. Wij hebben een natuurlijk mechanisme dat voorkomt dat we teveel eten van één ding. [..] Wetenschappers uit de voedselindustrie hebben hun producten zo ontwikkeld dat ze dit mechanisme kunnen omzeilen.’

Daar sta je dan met je blote tanden.

Niet alleen is de notie van ‘vrije keus’ van het individu – van u en van mij – inderdaad een nogal breekbaar begrip, gezien in het licht van de miljardencampagnes van de voedselindustrie om ons over te halen tot de consumptie van hun goederen. Om nog niet te spreken over hun jarenlange wetenschappelijk onderzoek dat uitsluitend als inzet had hoe ze uw en mijn vrije keuze nu het beste kunnen ondermijnen. Juist dat telkens weer benadrukken dat het uiteindelijk toch onze eigen keus is om troep te eten, is de schaamlap waarachter de voedselindustrie zich verschuilt.

Zodat Michael Moss me iets cruciaals leerde: vrije keus en kapitalisme verhouden zich kennelijk bijzonder slecht. Want door te benadrukken dat elk individu verantwoordelijk is voor zijn eigen keuzes, laten we na om de industrie – die uiteindelijk bepaalt uit welk scala we kunnen kiezen – verantwoordelijk te stellen voor hun keuzes.

En zij zijn het die steeds meer vet, suiker en zout aan ons voedsel zijn gaan toevoegen. Niet wij.