Gekochte spelers, gekochte wedstrijden, gekochte stemmen – de sportieve krachtmeting waarop toernooien gebaseerd zouden zijn, lijkt een reliek uit het verleden. Tegenwoordig gaan wedstrijden vaker over geld, investeringen en marktwaarde. De mooie pass, de knappe dribbel, de behendige goal verliezen van de projectontwikkelaars en de gokkers.
De Qatarse vice-voorzitter van de FIFA, Mohammed bin Hammam, blijkt leden van de FIFA miljoenen te hebben toegestopt opdat ze zijn land de organisatie van het WK Voetbal in 2022 zouden toekennen. Dat geld moet weer in zijn zakken terugvloeien, natuurlijk: Bin Hammam is behalve voetbalbobo ook bouwmagnaat, en hij verwacht dat zijn illegale investering zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. De bouw van stadions, hotels, trainingskampen en dergelijke moet hem nog rijker maken dan hij al is. Intussen zijn al honderden Qatarse bouwvakkers die aan Bin Hammams natte droom werken, overleden door erbarmelijke arbeidsomstandigheden.
Over twee weken start het WK voetbal 2014 in Brazilië. Vorig jaar juni protesteerden 2 miljoen Brazilianen tegen de idioot hoge kosten die het WK voor hen met zich meebrengt, terwijl er intussen straf wordt bezuinigd op onderwijs, gezondheidszorg en wat dies meer zij. Ruim veertig favela’s zijn door de politie ‘gepacificeerd’, oftewel bezet. Leuk toch, die sport?
Competities gaan niet meer over de mooiste goals, de kleinste tijd of de hoogste sprong. Ze gaan over het prestige van het gastland dat internationaal een wit voetje wenst te halen en investeerders wil aantrekken, en doen dat helaas vaak over de ruggen van de eigen bevolking. Sport is de schone schijn waarin investeerders en projectontwikkelaars tegenwoordig hun handeltje verpakken.
Waarom moet zowat elke internationale competitie elke vier jaar ergens anders neerstrijken, en moet het gastland in een paar jaar tijd een compleet Olympisch dorp uit de grond rammen? Het is een geldverslindende, nutteloze operatie die de sport zelf niet ten goede komt. Kunnen we niet beter alle verschillende competities over een flink aantal landen verdelen, en vaste thuisplekken voor elk toernooi scheppen?
De Winterspelen houden we voortaan uitsluitend in koude landen (Sotsji heeft godbetere een subtropisch klimaat), en zomerspelen organiseren we nooit meer op een plek waar het geregeld warmer dan 25 graden wordt. Landen waar geen fatsoenlijke verkiezingen worden gehouden, zijn sowieso uitgezonderd van potentieel gastlandschap. Eerst je eigen boeltje op orde hebben voordat je internationaal iets mag organiseren. Zo kan sport wellicht nog eens echt verbroederen.
Voor de verdeling van de toernooien kijken we naar de sporten waarin een land goed is. Brazilië mag de WK Voetbal houden: zij hebben daar nu van lieverlee de modernste infrastructuur voor. En wellicht kan Luxemburg dan de rest van de eeuw het Eurovisie Songfestival doen.