Naar de Noordpool

Er was een groepje Nederlanders dat naar de Noordpool zou lopen. Lang geoefend in barre omstandigheden, eindeloos gepiekerd wat wel en wat niet mee mocht, maanden bezig geweest om sponsors vinden, veel gepraat om problemen voor te zijn. Het zou een reis van ruim twee maanden en dik duizend kilometer worden.

Ondanks alle voorbereidingen ging er natuurlijk van alles mis: ruzies over leiderschap (maar uiteindelijk bleek het qua voortgang geen lor uit te maken of je nu de drieste of de makkelijke route koos), iedereen kreeg ruzie met elkaar (en legde dat weer bij), en een teamlid kreeg zo’n pijnlijke rug dat-ie moest afhaken en jankend op het bevoorradingsvliegtuig stapte.

Ze kwamen steeds dichter bij hun doel. Om hen heen was alles wit en licht: niets dan ijs en sneeuw, en de nachten waren zo kort dat ze in een oogwenk in de dag overvloeiden. Maar de Noordpool was nabij, de plek waar ze jarenlang naartoe hadden gewerkt! Ze hielden vol. Het doel was nabij.

Wat dan volgt, is een hilarisch filmpje van drie zwaarbepakte mannen met een GPS-systeem. ‘89’9”, we zijn er bijna! Nog even!’ roept de een uitgelaten, en even later zegt een ander, ook kijkend op zo’n GPS, zwaar teleurgesteld: ‘Fuck. We zijn er al voorbij. Waar is die pool nou?’ Ze lopen terug, en weer vooruit, naar links en naar rechts, totdat iemand voor de zoveelste keer op zijn GPS kijkt en dan zegt: ‘Hier!’ En toen werden ze alledrie eventjes heel blij maar de omgeving was nog precies hetzelfde als tien meter daarvoor en als tien dagen geleden. Ze hadden de Noordpool bereikt. Maar er was geen klap veranderd. Eigenlijk waren ze licht teleurgesteld maar niemand durfde dat hardop te zeggen.

Want de Noordpool is geen ding. Je kunt hem niet aanraken. De Noordpool is een theoretisch construct, iets waarvan de locatie alleen bepaald kan worden met onhandige en soms onnauwkeurige instrumenten, en als je niet oplet loop je ‘m pal voorbij of zie je de verkeerde plek voor de plaats van bestemming aan. De Noordpool is niet zoiets als de overkant van de rivier – die zie je, die voel je, je hebt eindelijk weer vaste grond onder de voeten. De hemel kleurt niet bij toverslag roze als je er bent, noch staat er een ontvangstcomité met slingers en champagne om de plek te markeren. Alles ziet er precies, maar dan ook precies hetzelfde uit als tien, honderd of drieduizend meter terug of verderop.

Die Noordpool, daarvan kun je de plaats nog meten. Je ziet hem niet maar je apparatuur zegt: ‘hier is-ie’. Dan sta je daar, een beetje verloren eigenlijk, en ook wat verdwaasd. Zolang naartoe gewerkt. Nu heb je je doel bereikt en je ziet niks, je voelt niks. En dan wat?

Lastiger is het als je doelen stelt die onmeetbaar zijn. Respect, man. Wanneer heb je respect gewonnen? Wanneer heb je er genoeg van ontvangen om niks meer te hoeven eisen, om niet meer op je strepen te willen staan? Wanneer sta je op je eigen Noordpool?

Dat is precies wat me zo tegenstaat in debatten over waarden en normen. Vaagheid troef, en niemand weet wanneer je bent waar je zou willen wezen omdat je doel niets dan witheid is.

Tweevoud, drievoud, viervoud

John Stewart had twee weken geleden in zijn onvolprezen politieke programma The Daily Show een item waarin McCains nieuwe plannen – een op voorhand breed aangekondigde ‘stump speech’ waarin nieuwe plannen voor ecconomisch herstel werden aangekondigd – op een bijzondere manier tegen het licht werden gehouden. Volgens Stewart was McCains speech een herhaling van eerdere standpunten. Om die stelling kracht bij te zetten, maakte het team van The Daily Show een knappe videomontage van McCains acceptatierede tijdens de Republikeinse Conventie op … en de bewuste speech van 13 oktober. Dat leidde tot ‘split screen McCain’: twee McCains die twee keer, tegelijkertijd en met dezelfde intonatie, precies hetzelfde zeiden. Split Screen McCain is hier te zien; het item begint op 9:00 en duurt iets meer dan vier minuten. ‘McCain’s supporters will be so angry when they find out he does recycle.’

Deze week maakte iemand een nog knappere montage, waarin ook Obama Barrack betrapt wordt op allerlei voorgebakken zinnen. Wat is erger dan split screen McCain? Een drievoudige Obama en een viervoudige McCain.

We kunnen het regelen

Wetenschappers die beleid onder de loep nemen: dat leidt vaak tot grote vrolijkheid bij de lezer en tot schrik en acute leesblindheid bij de makers van dat beleid. Zo ook bij het rapport dat een aantal wetenschappers opstelde over de effectiviteit van het kinderpornofilter, dat door de politie wordt opgesteld en door een paar providers wordt gehanteerd.

Een paar maanden geleden toonde ik aan dat het filter niet alleen een ratjetoe was – de ene site werd geblokkeerd, de andere, volkomen vergelijkbare site juist weer niet – maar vooral dat het filter onder valse voorwendselen werd gepropageerd. Alleen sites die geparkeerd stonden in landen waarmee Nederland geen justitiële contacten had, zouden erop belanden, bezwoeren minister en politie het parlement. Ik trof echter uitsluitend sites aan die vanuit Engeland, de VS en Nederland werden ontsloten. Nadat daarover Kamervragen waren gesteld, bleek dat de politie de standplaats van de sites op het kinderpornofilter maar eens in de twee maanden controleerden. Een rare luiheid: het is iedereen die iets van kinderporno afweet, bekend dat zulke sites om de haverklap verhuizen om ongrijpbaar te blijven.

Enfin. Nu is er dus een wetenschappelijk rapport over de kwestie, en de geleerden maken mootjes van het beleid. Je richten op websites heeft niet zoveel zin, want uitwisseling van kinderporno vindt hoofdzakelijk elders plaats: in nieuwsgroepen, via chats, op virtuele harde schijven (ruimte bij een provider die niet algemeen toegankelijk is en die met anderen kan worden gedeeld), en via peer-to-peer programma’s. De procedures en de criteria voor opname op de lijst zijn bepaald niet duidelijk en er wordt niet getoetst. Het onderhoud van de lijst is slecht en traag.

Erger: niemand weet of websites wegfilteren überhaupt helpt en niemand wil het eigenlijk weten. We verwachten dat het effectief is, maar daar is eigenlijk weinig indicatie voor. Nog erger: er is geen wettelijke grondslag voor het huidige convenant tussen politie en enkele providers. Dergelijke afspraken zijn niet rechtsgeldig, ook al heeft het parlement nog zo hard geroepen dat zo’n filter verplicht door alle internetproviders gevoerd zou moeten worden. Nog erger: het Meldpunt Kinderporno weet te vertellen dat klachten over in Nederland gehoste kinderpornosites sinds 2006 zijn verzevenvoudigd.

Hoorde u die knal? Dat was het geluid van een minister onder wiens vloer het fundament werd weggetrokken.

Hirsch Ballin – de minister in kwestie – had vier maanden nodig om te bekomen van zijn kwetsuren en een triplex vloertje te leggen. Het rapport werd gisteren na vier maanden gepubliceerd, en thans wist hij wat hem stond te doen. Particulieren zouden filters moeten instellen om te vermijden dat zij per ongeluk worden geconfronteerd worden met kinderporno, er komt een onafhankelijke stichting die de lijst gaat beheren en controleren, en de politie houdt zich er voortaan buiten. Waarna hij juichend riep: ‘…en die zullen de zo vrijgekomen tijd besteden aan de opsporing van kinderporno!’

Nu is dat laatste een mooi ding, maar dat Hirsch Ballin de politie van een oneigenlijke, ja zelfs onwettelijke taak ontslaat en de KLPD weer haar echte werk laat doen , hadji beter met deemoed dan met vreugdegejoel mogen aankondigen. Intussen zit ik met die in allerlei toonaarden herhaalde opmerking uit het rapport: ‘We kunnen vast wel een acceptabele versie van het kinderpornofilter regelen. Alleen wil niemand weten of dat ook maar een spat helpt.’

Links:

Citaten uit het WODC-rapport:

  • Of er onschuldige internetters zijn die op webpagina’s (daarop zijn de filters gericht) ongewild in aanraking komen met kinderpornografisch materiaal is overigens een goed bewaard geheim.
  • Concrete, meetbare doelstellingen om kinderpornografie op internet te filteren en te blokkeren ontbreken veelal. Veel genoemde doelstellingen zijn: het tegengaan van seksueel misbruik van kinderen, het onaantrekkelijk maken van het commercieel aanbieden van kinderporno en het beschermen van argeloze gebruikers tegen kinderporno op internet. Er zijn geen studies gedaan naar de maatschappelijke effectiviteit van filteren en blokkeren van kinderpornografisch materiaal op internet. Wie onder welke omstandigheden op het filter stuiten en wat dat tot gevolg heeft, is onbekend. De grond voor toepassing van filteren en blokkeren van kinderpornografisch materiaal wordt dan ook voornamelijk gevonden in de verwachting dat de maatregel effectief is.
  • Ook de huidige regering wil een daad stellen in de bestrijding van kinderporno en daarmee gehoor geven aan de morele verontwaardiging in de samenleving. Aangezien er, zoals gezegd, geen onderzoek beschikbaar is naar de effectiviteit van filteren en blokkeren, is de huidige inzet van filters door of namens de Nederlandse overheid niet gebaseerd op onderbouwde kennis omtrent de effectiviteit van deze maatregel.
  • Uit dit onderzoek blijkt dat de inhoud en de wijze van samenstelling van de blacklist van het KLPD op basis waarvan ISP’s kinderpornosites blokkeren een aantal onvolkomenheden bevat. De lijst heeft betrekking op circa 100 websites, terwijl de totale omvang van kinderpornosites die vallen binnen de reikwijdte van art. 240b Sr hier vermoedelijk een veelvoud van is. Bovendien bevat de lijst websites die (inmiddels) niet meer bestaan of die (inmiddels) geen kinderporno meer bevatten. Ook komen sites op de lijst voor die in Nederland worden gehost en wordt een belangrijk deel van de vermelde sites gehost in landen waarmee Nederland een rechtshulpverdrag heeft (vooral de VS). Voor het beheer van de lijst zijn door het KLPD geen procedures vastgelegd en zijn geen toetsbare criteria geformuleerd op basis waarvan tot toevoeging aan de lijst wordt besloten. Het onderhoud van de lijst is onvoldoende frequent.
  • Het KLPD gaat met private partijen convenanten aan ter uitvoering van een veronderstelde publiekrechtelijke taak, namelijk de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde. Aangezien het filteren en blokkeren van internetverkeer een inbreuk maakt op het grondrecht van vertrouwelijke informatie [..] behoeft een dergelijke maatregel een formeelwettelijke grondslag. Zo de wet al in een dergelijke bevoegdheid zou voorzien [..] komt deze niet toe aan de politie en aan het KLPD als onderdeel daarvan. [..] Deze convenanten vormen daarom een onaanvaardbare doorkruising van publiekrechtelijke bevoegdheden en daarmee van publiekrechtelijke waarborgen. Deze convenanten zijn daarom in de Nederlandse rechtsleer niet rechtsgeldig. Vanuit het oogpunt van rechtstatelijkheid is het niet aanvaardbaar dat de overheid zich bedient van instrumenten zonder deugdelijke juridische grondslag ter bereiking van een overigens legitiem doel.

De vraatzucht van Picnic

Picnic heb ik altijd allejezus duur gevonden. In 2006 kostte deelname aan het hele congres al 750 euro, nu – twee jaar later – is dat maar liefst verdubbeld tot 1480 euro. Reden om maar niet te gaan. Bovendien begrijp ik die hoge toegangsprijzen niet: Picnic krijgt buitengewoon veel subsidie (dit jaar 1,6 miljoen euro) en wordt door tal van grote bedrijven gesponsord.

Er gaat zelfs zoveel subsidie naar Picnic toe dat bijna alle andere aanvragen voor ondersteuning van projecten en plannen op het gebied van technologie en media in Amsterdam sneuvelen: Picnic zuigt al het geld naar zich toe. De gemeente subsidieert daarom vrijwel niets meer op dit vlak. Die vraatzucht heb ik altijd naar gevonden.

Deze week werd ik gevraagd of ik op Picnic Clay Shirky zou willen interviewen na afloop van zijn lezing. Leek me erg leuk, zijn boek Here comes everybody: the power of organizing without organizations heb ik met veel plezier gelezen, en ik wist nog wel wat fijne kritische noten om te kraken.

Ik vroeg welk honorarium ze in gedachten hadden. Alleen al aan voorbereiding kost zoiets zeker een dag: Shirky’s boek herlezen, een paar video’s van z’n eerdere lezingen bekijken, andere kritiek opsporen, vragen voorbereiden. Het antwoord:


We bieden helaas geen honorarium. Om eerlijk te zijn, wel aan Shirky, maar verder aan geen van de sprekers in het congres.

Toen brak mijn klomp. Picnic heeft een begroting van 3,6 miljoen, krijgt 1,6 miljoen subsidie, ontvangt handenvol sponsorgeld en de sprekers – die toch de inhoud van het congres maken of breken – worden geen van allen betaald voor hun werk en inspanning (nu ja, op Shirky na, dan)? Wat een gotspe. Tegen de mevrouw van de belichting of tegen de meneer van de catering zeg je toch ook niet: ‘Sorry, maar we hebben besloten niemand uit uw branche te betalen. U moet het maar als reclame voor uw product zien dat wij u hier uitnodigen gratis iets voor ons te komen doen’?

Dus ik ga niet naar Picnic. En sinds dat mailtje van vanmiddag vraag ik me af

  • waar dat al geld dan in hemelsnaam naartoe gaat,
  • waarom optreden op Picnic – dat als een ‘professioneel’ congres wordt neergezet – als vrijwilligerswerk wordt beschouwd,
  • hoe het kan dat het duurste mediacongres in Nederland haar sprekers niet betaalt maar wel enorme toegangsprijzen vraagt,
  • waarom het publiek niet weet dat de sprekers hun optreden uit eigen zak moeten bekostigen,
  • of de organisatie zelf ook voor niks werkt,
  • waarom Picnic a free lunch én subsidie wil.

Dubbele moraal

Het tempo waarmee afgelopen zomer zelfonderzoek naar borstkanker publiekelijk in de prullenbak werd gekieperd, was verbijsterend. De Deen Gøtzsche publiceerde samen met landgenoot Kösters een meta-onderzoek waaruit bleek dat zelfonderzoek niet tot minder sterfte aan borstkanker leidde, wel tot onnodig onderzoek. Vrouwen die geregeld zelfonderzoek doen, belanden vaker bij de huisarts omdat ze iets raars voelen, waarna ze worden doorgestuurd voor mammografieën, puncties en biopten – in veel gevallen onnodig, zoals na afloop blijkt. Onmiddellijk haalden het KWF en Pink Ribbon alle instructiefolders en -filmpjes van hun website en maakten ze kenbaar zelfonderzoek voortaan te zullen ontmoedigen.

Dat was een heel rappe reactie. Ik stond perplex: eerdere metastudies van diezelfde Gøtzsche zijn namelijk systematisch genegeerd. Tot tweemaal toe toonde Gøtzsche aan, toen in samenwerking met Nielsen, dat de tweejaarlijkse mammografie weinig uithaalt. Er worden veel tumoren gemist (ongeveer twintig procent), en er worden veel verdachte plekken gezien die na verder onderzoek – daar heb je die onnodige puncties en biopten weer – onschuldig blijken te zijn. Gøtzsche en Nielsen berekenden dat er weliswaar een lichte daling in mortaliteit was als gevolg van borstkankerscreening, maar die winst was uitermate gering (0,05%). Bovendien heeft die minieme daling een buitengewoon hoge prijs: de kans dat een vrouw door aan het tweejaarlijkse onderzoek mee te doen ten onrechte wordt geopereerd of zelfs bestraald, is maar liefst tien keer zo hoog als de kans dat haar leven erdoor wordt gered.

Met dat onderzoek van Gøtzsche is nooit iets gedaan. Er wordt, ondanks eerdere beloftes, in de folders voor het bevolkingsonderzoek nog steeds niet gewezen op de risico’s ervan. Is dat niet raar? Waarom wordt het ene onderzoek van Gøtzsche met zoveel haast en verve overgenomen, en het andere onder de tafel gemoffeld? Bovendien: waarom maakt iedereen zich zo druk over onnodig onderzoek dat voortkomt uit zelfonderzoek, en besteedt niemand aandacht aan onnodig onderzoek dat voortkomt uit de officiële screening? Is dat geen dubbele moraal?

En wat niemand hardop zei: een kwart van alle nieuwe gevallen van borstkanker, zo’n drieduizend gevallen per jaar, doet zich voor bij vrouwen jonger dan vijftig. Die vallen helemaal nog niet onder het bevolkingsonderzoek. Voor hen is goed opletten en regelmatig zelfonderzoek de enige manier om er op tijd bij te zijn. Als ik netjes op mijn screeningsoproep had gewacht – hij viel drie maanden geleden in de bus, dik twee jaar nadat mijn borst werd afgezet – was ik nu ten dode opgeschreven.

Het KWF en de Borstkankervereniging Nederland wrongen zich in bochten. Janee zelfonderzoek was helaas niet aan te raden, maar je borsten in de gaten houden was niettemin wel erg belangrijk. Hoe nu? In de gaten houden of niet? En hoe dan, als niemand je dat meer leert en alle relevante organisaties al hun instructiemateriaal pardoes verwijderd hebben? Ze prevelden allemaal wat over dat je je borsten moest kennen, iets met onder de douche staan en dat je dan wel ‘s iets voelt. Ah, dus toch zelfonderzoek? Nou nee, zeiden ze, en dan begon de vaagheid en de kramp van voor af aan.

Het verwijderen van instructiemateriaal is een kortzichtige ontkenning van de realiteit. Internet beperkt zich niet tot de sites van het KWF en de BVN; informatie verwijderen helpt tegenwoordig niet meer. Het antwoord op verouderde (of omstreden) informatie is nimmer: weggooien, doch altijd: betere informatie verstrekken.

Wat ik erg vind, is dat alle recente moeite om huisartsen te leren dat ook vrouwen onder de vijftig met knobbels, deuken en andere klachten serieus horen te worden genomen, een ferme klap heeft opgelopen. Gut ja, weer zo’n zelfbevoelster, en zelfonderzoek leidt tot onnodig ingrijpen, dus laten we dat maar niet doen. Ik hoop werkelijk dat artsen beter luisteren naar hun patiënten dan naar het KWF.

20 augustus 2008 / MC, 5 september 2008 / Foto: Libelle zelfonderzoek

Waarheidscommissie

Elke keer dat ik het teruglees word ik bozer, en elke keer ben ik verbaasder dat er geen storm van protest opstak – van links, van rechts, van midden, onder of boven – over deze valse en vuige vergelijking. Er is zelfs amper aan gerefereerd in de pers. Maar het is wel degelijk gezegd en kennelijk is het klimaat ernaar dat niemand opvalt dat dit wel heel buitenissig is.

Duyvendak was net afgetreden en het behaagde onze minister-president om commentaar op de zaak te geven. In reactie op Duyvendaks oproep om ‘een maatschappelijk debat’ te beginnen over de jaren tachtig zei Balkenende dat het ‘goed’ was dat mensen te rade gingen bij zichzelf en verwees in zijn volgende zin naar de waarheidscommissie die in Zuid-Afrika na het opheffen van de apartheid werd ingesteld. Ik citeer het verslag in Elsevier van 18 augustus 2008: ‘Die commissies bieden een oplossing om er met het verleden uit te komen. Maar het was wel een hele andere situatie in Zuid-Afrika”, tekende de premier aan. “Het gaat erom dat zaken niet blijven hangen, die kunnen een last gaan vormen.’

Inderdaad was Zuid-Afrika een heel andere situatie. Daar had de overheid decennialang apartheid verordonneerd en haar eigen onderdanen in meerder- en minderwaardig verdeeld. Daar had de overheid lynchpartijen getolereerd, mensen die vreedzaam verzet pleegden in de gevangenis gemieterd, daar mochten zwarten niet stemmen, daar werden burgerrechten ontkend of afgenomen. In die ene zin waarin hij de huidige situatie ‘heel anders’ noemde, legde Balkenende tegelijkertijd een buitengewoon onsmakelijk verband. Het wordt tijd voor een waarheidscommissie voor links. Links moet verantwoording aflegen, vindt onze premier.

De week erop viel half Nederland over minister Cramer die al dan niet haar handtekening had gezet onder een advertentie die opriep tot coulantheid jegens Bluf!, dat gestolen overheidsstukken had gepubliceerd waaruit bleek dat de overheid haar onderdanen bedonderde. Niet dat de rel ging over het bedonderen. Was dat maar waar. Duyvendak struikelde omdat de manier waarop hij en de zijnen dat bewijs had geleverd, niet door de beugel kon; Cramer dreigt te sneuvelen omdat haar naam onder een oproep staat die aandringt niet overmatig naar de methode maar naar de inhoud van de kwestie te kijken.

Intussen is Nederland al ruim vijf jaar verwikkeld in een oorlog waarvan inmiddels te uit en te na is vastgesteld dat die onder valse voorwendselen is gestart. Een oorlog die een hele regio instabiel heeft gemaakt, die tienduizenden doden heeft veroorzaakt en ook Nederlandse slachtoffers heeft gemaakt. Onder ‘onze’ deelname aan die oorlog staat Balkenendes handtekening.

Me dunkt dat die handtekening bepaald meer discussie verlangt dan die mogelijke krabbel van Cramer. Maar Balkenende weert – daarbij nota bene gesteund door de PvdA – elk onderzoek naar zijn eigen handelen en dat van het kabinet af. Hoe je het, tegen die achtergrond, in je godvergeten hoofd haalt te mekkeren over waarheidscommissies en ondertussen vroom te blijven kijken – daarbij breekt mijn klomp.

Ik heb eerder, in een van de vele debatten over moslims, betoogd dat mensen in een bedenkelijk daglicht zetten bepaald niet helpt om ze te binden aan onze maatschappij; in tegendeel, je veroorzaakt daarmee alleen dat wie gewoonlijk heel redelijk zou zijn, zich afkeert en radicaliseert. Dat is precies wat bij mij is gebeurd, de afgelopen weken. Wie aantoont dat de regering loog, wordt gecriminaliseerd. De regering zelf werpt intussen stenen naar de onthullers.

Deze rechtsorde is de mijne niet meer.

Leugens

De hypocrisie acht ik schrijnend. Dat Duyvendak inbrak in een ministerie is niet netjes, daar zul je me niet over horen. Maar dat die inbraak ingegeven werd door gekonkel van de regering, maakt het plaatje net iets anders. Zoals een kennis me schreef: Duyvendak wordt gekielhaald omdat hij zich toegang verschafte tot informatie waar hij via de WOB wettelijk recht op had en die hij niet kreeg.

Publiekelijk beweerde het kabinet indertijd dat investeringen in kernenergie waren stopgezet. Het parlement had hen dat immers opgedragen en de afgedwongen ‘brede maatschappelijke discussie’ over kernenergie had laten zien dat de bevolking bepaald niet geporteerd was van meer centrales. De regering luisterde braaf – zei de regering. De milieubeweging had goede gronden om aan te nemen dat de zaak in werkelijkheid anders in elkaar stak, en Duyvendaks buit bewees hun vermoedens. Onze bewindslieden trokken zich in de praktijk geen lor aan van hun democratische opdracht: er lagen geheime contracten, er waren geheime investeringen. De regering had ons voorgelogen.

Natuurlijk was het netter geweest als Duyvendak & Co niet alleen hun buit maar ook zichzelf bekend hadden gemaakt. Volgens de gouden regels van de burgerlijke ongehoorzaamheid is openheid immers de eerste vereiste. Tegelijkertijd toont de geschiedenis van klokkenluiders aan dat wie staat voor zijn daden dat gemeenlijk zelf moet bekopen.

De staat heeft wat dat betreft helaas een slechte reputatie opgebouwd. Klokkenluiders die herhaaldelijk door de rechter in het gelijk zijn gesteld en aan wie schadesommen zijn beloofd, worden ook nadien nog getraineerd, gekleineerd, belasterd en bureaucratisch kaltgesteld. Dat maakt de opdracht van openheid wel heel zwaar: het legt de last eenzijdig bij een individuele burger met een overdosis aan moed en langdurige financiële reserves.

Wat de kwestie des te schrijnender maakt, is dat we enerzijds openheid en inzage in methodes en doelen eisen van de actievoerder, van de klokkenluider, van de burgerlijke ongehoorzame, maar anderzijds accepteren dat onze overheid zichzelf steeds meer verschanst achter ondoorzichtige afspraken, gepingpong tussen Den Haag en Brussel, halfhartige WOB- procedures, geheime overleggen en grote termen als ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ of ‘nationale veiligheid’. Of ordinair en glashard liegt.

Herinnert iemand zich nog hoe minister Donner de bezwaren van de Tweede Kamer over de bewaarplicht tot twee maal toe aan zijn laars lapte, en in Brussel en Straatsburg heel iets anders zei dan waartoe de Kamer hem had verordonneerd? Herinnert iemand zich nog hoe de regering ons voorloog over de stemcomputers die zoveel goedkoper en efficiënter zouden zijn dan het rode potlood? Hoe komt het dat Nederland nu het Europese verdrag steunt terwijl we in een referendum nog ‘nee’ zeiden? Heeft iemand de Nederlandse regering ooit tot openheid over hun steun aan de valse voorwendselen begonnen oorlog in Irak weten te dwingen? Heeft iemand Zalm tot de orde geroepen toen hij, Balkenende vervangend, eind 2004 de Pakistaanse president Musharraf publiekelijk feliciteerde wegens de liquidatie van een tegenstander in plaats van hem voor de rechter te brengen? Horen we Nederland protesteren, nu Amerika vorige week heeft aangekondigd – nadat een militair tribunaal eindelijk een oordeel heeft uitgesproken over Bin Ladens chauffeur en de man tot 5,5 jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld – die uitspraak niet te zullen honoreren en de man levenslang te willen vasthouden?

Spreek me dan niet van recht, openheid en eerlijkheid.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Webwereld meldt vandaag dat staatssecretaris Huizinga van mening is dat de Radboud Universiteit, die de afgelopen maanden op verschillende manieren heeft aangetoond dat de OV-chipkaart buitengewoon onveilig is, voortaan haar mond moet houden over zulke zaken:


Staatssecretaris Tineke Huizinga reageerde dinsdag in een reactie op vragen van GroenLinks dat zij de universiteit op haar maatschappelijke verantwoordelijkheid wil wijzen. Ze is bang dat derden misbruik kunnen maken van de gepubliceerde gegevens. (..) Jacobs en Teepe (de betrokken onderzoekers, KS) hebben te horen gekregen dat vanwege de gevoeligheid is besloten tot “een strakkere regie”.

Wat nu? De NS mag een onveilige kaart ontwikkelen, de overheid mag op invoering ervan aandringen, maar wijzen op de onveiligheid van de gebruikte techniek zou moeten worden voorkomen onder het mom van ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’? Duh.

Hoe word je een guru?

… door slechte journalistiek.

In Engeland heerst momenteel een hysterie over een vermeende zelfmoordgolf onder jongeren. De Daily Telegraph publiceerde daar afgelopen maandag een stuk over en legt de schuld bij — mij. Ze ‘ontmaskerden’ een ‘netwerk’ van mensen die jongeren de dood in praten: ‘suicide gurus’. En ik ben daar een van. ‘Along with two peculiarly named people, Calle Dybedahl and Karin Spaink, he has been identified as one of the internet’s leading suicide gurus.’ Niet dat ik met een van die overleden mensen heb gesproken, hoor. En niet dat ik de andere twee mensen uit dat ‘netwerk’ ken. Ik doe dat namelijk automagisch, netwerker en guru zijn. Via het internet. Zegt de Daily Telegraph.

Volkskrant-journaliste Heleen van Lier belde me erover op en schreef een niet minder belazerd stuk. ‘Op haar website geeft Spaink een opsomming van 41 manieren om zelfmoord te plegen. [..] Zo schrijft ze bijvoorbeeld…’ Ik schrijf helemaal niets, het betreffende stuk is een oude FAQ die op tientallen plaatsen op het net te vinden is, waarin vooral wordt gewaarschuwd voor domme methodes. En dat had ik mevrouw van Lier ook netjes uitgelegd.

Wat die ‘golf’ aan zelfmoorden in Wales betreft, daar heeft columnist Mick Hume een vlijmscherp stuk over geschreven in The Times: A suicide epidemic? Nonsense. Hume laat zien dat de zelfmoordcijfers onder jongeren niet stijgen maar juist dalen en haalt de lijkschouwer uit de regio aan die zegt dat er geen enkele connectie valt te bespeuren tussen de zelfmoorden die tesamen de ‘golf’ moeten vormen. Hume concludeert dat er van hysterie sprake is, niet van een zelfmoordgolf.

Dat heb ik de Volkskrant allemaal verteld. Maar die vond het leuker me ook tot ‘guru’ te bombarderen.

Update, 21 februari:

Vandaag heeft ook de Vlaamse krant De Morgen een groot stuk over de kwestie, waarin de fouten en insinuaties van de Volkskrant domweg worden herhaald. Maar in datzelfde artikel staat ook deze passage:


Maar bewijs voor een zelfmoordpact via het internet, een van de meest geciteerde theorieën in de pers, is er niet, zo benadrukt de politie. “Enkelen van hen gebruikten dezelfde netwerksite, maar er is geen enkele aanwijzing dat ze elkaar er via de site toe aanzetten om zelfmoord te plegen,” aldus hoofdspeurder Dave Morris. “Ik wil een einde maken aan iedere suggestie in de media dat wij een zelfmoordpact of een verband tussen de zelfmoordenaars via internet onderzoeken. Dit waren allemaal jonge mensen met grote problemen zoals afgesprongen relaties of vriendschappen, en familiale problemen,” zegt Morris.’

Dankuwel meneer Morris. Eindelijk een verstandig geluid.

Update 2:

In de Guardian van dinsdag verscheen een stuk van Philip Irwin, een journalist die in Bridgend woont, en die als Samaritaan werkt. De Samaritans onderhouden een zelfmoord-hotline, de man weet derhalve veel van de kwestie en van zelfmoord in het algemeen af. De cijfers in Bridgend zijn niet hoger dan anders… Er is geen golf. Dit schrijft Irwin:

There is no ‘suicide chain’ in Bridgend

For many, the deaths last week of Kelly Stephenson, 20, and Nathaniel Pritchard, 15, confirmed Bridgend in South Wales as the “suicide capital of Britain”. They brought the tally of suicides in the area to 16 since January 2007. However, after three weeks in the spotlight, Bridgend’s residents would be happy to return to relative obscurity. Few of us recognised the media portrayal of a depressed “little village” whose young people had formed an internet “suicide chain”.

Far from being a village, Bridgend has a population of 39,000, with the town of Pencoed (12,000) effectively a suburb. What’s more, of the seven young people whose deaths were originally linked, only one lived in the town. The other six lived in communities in Bridgend county borough (population 132,000), made up of Bridgend, Maesteg and Porthcawl, and the former mining communities of the Garw, Ogmore and Llynfi valleys.

Although Bridgend MP Madeleine Moon vehemently denies the area is depressed, the valleys have certainly struggled to attract new industries. The claimant count in Bridgend is 9%, the second highest in Wales, with many on incapacity benefit.

The original story focused on seven young people, supposedly connected by social networking sites, who killed themselves within 12 months. Yet police are adamant that no link has been found. The sad fact is that 16 suicides among young people in Bridgend in 12 months is no worse than usual. There were 13 suicides by young people in 2007, and 21 in total. In 2006 the total was 28.

I am a local journalist but for eight years have also been the press spokesman for the Bridgend Samaritans. That time has been a steady drip, drip of sad news. One suicide a month in a good year; one every three weeks in a poor one. Men aged 16-35 are most at risk. The profile has been the same for years – young men from poor areas, often with dismal prospects. That might be the reality, but speculation is more exciting. Had he just been dumped? Was he worried about exams? Was he being bullied?

It is telling that Bridgend hit the headlines only when the 13th victim, Natasha Randall, was linked to one of the boys by a photograph. She was pretty girl who, as every report said, had her “whole life ahead of her”. Until then, it wasn’t much of a story.

Amnesty: unsubscribe me

Amnesty International heeft een campagne opgezet tegen de war on terror: ‘unsubscribe’ oftewel: ik wil hier niet aan meedoen, dit steun ik niet.

Om de campagne kracht bij te zetten brengt Amnesty drie korte films uit, waarin ondervragingsmethodes die volgens de CIA geen marteling zijn, in beeld worden gebracht. In het eerste filmpje staat iemand vrijwillig zes uur lang in een moeilijke pose. Zijn getril, gekreun, gebibber, gehuil en zijn spanning zijn echt. ‘Stel je voor,’ zegt Amnesty, ‘dat dit je onvrijwillig overkomt? Nadat je bent ontvoerd en gevangen gezet? Is dit echt geen marteling? Ondersteun je dit, of wil je unsubscriben?’

De eerste film is net vrijgegeven en hij is niet prettig. Hij is zelfs heel akelig. Maar dit is geen marteling. Zegt de CIA. Zegt de VS. Zegt daarom ook Nederland. Please. Unsubscribe. And join Amnesty.

» Het filmpje staat hier: www.unsubscribe-me.org/waitingfortheguards.php
» Meer inormatie over de campagne: www.unsubscribe-me.org
» Lid worden: www.amnesty.nl/steun_formulier/word_lid_formulier