De Participatiewet van 2015 moest stimuleren dat meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk komen. Sindsdien hoeven werkgevers mensen die niet 100 procent arbeidsproductief zijn, slechts een deel van het minimumloon te betalen. De rest (maximaal 70 procent) wordt bijbetaald door de gemeente: de zogeheten loonkostensubsidie.
In de Participatiewet is ook afgesproken dat werkgevers tot 2026 in totaal 100.000 extra banen zullen scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking. De overheid zou zelf voor nog eens 25.000 banen voor deze groep zorgen.
Maart 2017. De wet blijkt niet het gewenste resultaat te hebben. De mensen in kwestie komen vaak ver onder hun niveau te werken – geen wonder ook: ze worden in vacatures gepropt waarvoor het minimumloon geldt. Die baan onder hun niveau doet hun werkplezier geen goed, waardoor velen na een jaar weer uitstromen, blijkt uit onderzoek van onder meer het CBS.
Mei 2017. De operatie loopt spaak op bureaucratie en blijkt hoofdzakelijk tijdelijke banen op te leveren: mensen met een arbeidsbeperking die eerder bij een sociale werkvoorziening in dienst waren, worden met behoud van subsidie doorgeschoven naar een ‘echte’ baan, maar raken die kwijt zodra de subsidie ophoudt.
Belangenverenigingen voor mensen met een arbeidshandicap constateren terecht dat er amper ‘duurzame’ banen zijn geschapen. Ze drukken zich vrij diplomatiek uit: ‘Zo zijn nogal wat mensen met een beperking gedetacheerd bij bedrijven, terwijl ze eigenlijk nog in dienst zijn van de sociale werkvoorziening. Hierdoor loopt een werkgever minder risico’s.’ Persoonlijk zou ik eerder zeggen dat de overheid op deze manier werkgevers subsidieert met geld uit de sociale werkvoorziening, maar hee, wie ben ik.
Maart 2018. Het kabinet wil ‘minder regels’ voor mensen met een arbeidsbeperking. Staatssecretaris Van Ark (VVD) hoopt dat zo op de lange termijn liefst 200.000 arbeidsgehandicapten een baan krijgen – terwijl die eerdere 125.000 banen al niet erg wilden lukken – en wil de bureaucratie en lasten voor bedrijven verminderen. Haar plan: laat de loonkostensubsidie vervallen. Arbeidsbeperkte werknemers worden vanaf 2019 alleen door hun werkgever betaald ‘voor dat deel dat ze daadwerkelijk productief zijn. Om hun inkomen alsnog aan te vullen tot het minimumloon, moeten ze zelf via de gemeente een aanvullende uitkering regelen. De verantwoordelijkheid daarvoor verschuift dus van de werkgever naar de werknemer.’
Lang leve de eigen verantwoordelijkheid van de arbeidsbeperkte werknemer. Alles om het bedrijfsleven te ontzien! Klein positief neveneffect: de maatregel levert de overheid een besparing van een half miljard op. De gemeentes hoeven immers geen loonkostensubsidies meer te betalen, en de werknemers in kwestie krijgen geen pensioen over hun aanvullende uitkering. En oh ja: wie een partner met een inkomen heeft of wat spaargeld, krijgt die aanvullende bijstand niet.
Wat een gaaf land toch.
Update 12 april:
Het College voor de Rechten van de Mens kraakt het kabinetsvoornemen om werkgevers toe te staan arbeidsgehandicapten onder het minimumloon te betalen. Volgens het Nederlandse mensenrechteninstituut is het plan in strijd met gelijke behandeling van mensen met een handicap en gaan zij er financieel op achteruit, zonder dat het kabinet daar een rechtvaardiging voor aanvoert.
– Lees verder in het AD van vandaag: “Kabinetsplan arbeidsgehandicapten in strijd met mensenrechten“.
Foto: Jackcast2015 op Flickr