Trump was blij, en Juncker al evenzeer: de EU neemt meer soja en vloeibaar gas van de VS af, en in ruil daarvoor ziet Trump voorlopig af van verhoging van de importtarieven op goederen die de EU naar de VS exporteert. Hoera: de vrijhandel gered, waaronder Duitse auto’s, Nederlands staal en aluminium, en Amerikaanse soja.
De werkelijkheid ziet er ietwat anders uit. Juncker beheerst the art of the deal beter, want hij heeft Trump grotelijks genept. Politico.eu schreef terecht: ‘De EU bood aan te doen wat het al wilde doen. In ruil daarvoor beloofde de VS niet te doen wat het tot nu toe heeft nagelaten.’ Neem soja, licht Politico toe: de Europese boeren importeren dat om hun veestapel te voeren, en dankzij de handelsoorlog die Trump met China is begonnen, kopen de Chinezen hun soja nu in Zuid-Amerika. Die soja is prompt duurder geworden, en bijgevolg is Amerikaanse soja voor Europa nu goedkoper. De Europese boeren kochten daar sindsdien sowieso al meer in – daar hoefde Juncker niet aan te pas te komen.
Over het LNG-plan had Energeia/FD een nog scherpere sneer: ‘De Europese Unie die meer LNG zal kopen van de VS? Maar de EU is helemaal geen inkoper van gas en tekent ook geen leveringscontracten.’ Energeia legt vervolgens uit dat Russisch gas nog altijd 25 procent goedkoper is dan Amerikaans LNG, en dat het weinige LNG dat momenteel in Europese havens aankomt, hier vrijwel alleen als overslag belandt, op weg naar andere landen.
De kwestie zette me echter aan het denken over iets anders. Amerikaans LNG bestaat overwegend uit vloeibaar gemaakt schaliegas, het resultaat van fracking. Waarom zouden we überhaupt verheugd moeten zijn over de import van fossiele brandstoffen die op zo’n verfoeilijke manier worden gewonnen? Wie meent nu in hemelsnaam dat we de Groningse aardgaswinning met gerust hart kunnen verruilen voor het winnen van de laatste restjes bij elkaar geschraapt aardgas, via een proces dat drinkwater vervuilt en (alweer) aardbevingen veroorzaakt?
Laatst las ik een stuk over de mallemolen van vrijhandelsverdragen die de EU momenteel sluit: eerst met Japan, nu met Mercosur, een Zuid-Amerikaans handelsblok. Het is een grandioze uitruil, waarbij alle achterliggende industrieën zich permanent verlustigen aan vergezichten van weer nieuwe afzetmarkten voor hun producten en die voor elke denkbare achteruitgang elders compensatie zoeken. In verdrag A verliezen de boeren, dus die moeten we tegemoetkomen in verdrag B; hier winnen de autofabrikanten, dus daar mogen ze best een beetje meer lijden ten gunste van de boeren.
Maar nergens, werkelijk nergens in al die vrijhandelsverdragen en -onderhandelingen komt de gedachte aan bod dat het hoog tijd is om minder goederen en grondstoffen over de aarde heen en weer te slepen. Laat staan dat minder, maar wel duurzamer en zorgvuldiger produceren op de agenda staat.
Vrijhandel gaat steeds meer lijken op een vrijbrief om te blijven vervuilen.
Afbeelding: FuzzyDunlop / Pixabay