De boodschapper moet dood

Nog nooit heeft Wikileaks een gelekt document gepubliceerd dat vervalst of verzonnen bleek. De site excelleert in waarheidsvinding: wat is er echt gebeurd, hoe is beleid tot stand gekomen en hoe wordt het uitgevoerd, welke feiten werden ons onthouden, hoe verhouden beeld en realiteit zich?

De oogst is droevig. Wikileaks heeft illegale chemische lozingen door de Trafigura gedocumenteerd, Amerikaanse legerhandleidingen voor het martelen van Iraakse gevangenen gepubliceerd en oorlogsmisdaden aangetoond. Ze hebben laten zien hoe Amerika de ‘voortgang’ van de oorlog in Irak permanent te rooskleurig voorstelt en verdoezelt hoeveel slachtoffers er werkelijk zijn gevallen.

Overheden besteden tegenwoordig tal van taken uit. Een neveneffect daarvan is dat het proces van besluitvorming schimmig wordt en verantwoordelijkheden verwateren: zwarte pieten kunnen altijd weer naar elders worden doorverwezen. Hoe adviezen van buitenaf tot stand zijn gekomen onttrekt zich aan debat en toetsing (en aan de Wet Openbaarheid Bestuur), al staan diezelfde externe rapporten aan de wieg van het overheidsbeleid. Hoe ingehuurde bedrijven zich van uitbestede overheidstaken kwijten is evenmin transparant.

Voorts spelen geheime rapporten en eindeloos gemasseerde informatie een cruciale rol in internationaal beleid. Zulke rapporten neigen ertoe hun eigen premisse te bewijzen: aandikken wat te pas komt en wegretoucheren wat het beeld verstoort. Dat leidt tot een blikvernauwing die een angstbeeld als vaststaand feit opdist. Hoe vaak hebben de Westerse inlichtingendiensten begin dit decennium niet ‘bewezen’ dat Irak over massavernietigingswapens beschikte? De bevinding was vals, maar fungeerde niettemin als vliegwiel voor verstrekkende besluiten.

Openbaarheid van bestuur, inzichtelijkheid van besluitvorming en de bereidheid om kritiek of onwelkome feiten serieus te nemen zijn in het geding, en daarmee ook het democratisch gehalte van onze maatschappij. De stroom documenten die Wikileaks ontvangt, bewijst dat voldoende mensen binnen overheidorganisaties en bedrijven grote moeite hebben met die ontwikkeling. Ze besluiten een radicale stap te zetten. Ze worden klokkenluider: ze lekken feiten en documenten die angstvallig uit de openbaarheid werden gehouden omdat ze niet stroken met de officiële waarheid.

Aan de authenticiteit van het materiaal dat Wikileaks heeft gepubliceerd twijfelt niemand: daarvoor is alles te goed gedocumenteerd. Dat maakt ingrijpen mogelijk en doen alsof je neus bloedt lastig. Op grond van door Wikileaks gepubliceerde informatie heeft de VN vorige maand eindelijk aangedrongen op onderzoek naar martelpraktijken van het Amerikaanse leger. (Sinds afgelopen week weten we, ook door Wikileaks, tevens dat Amerika de VN systematisch bespioneert.)

Nu niet aan de boodschap valt te tornen, moet de boodschapper maar dood. Julian Assange, de oprichter van Wikileaks is afgelopen week op de lijst van meest gezochte criminelen gezet en er is een internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd, waarin hem op voorhand eenzame opsluiting wordt aangezegd. Hoge Amerikaanse politici noemen Assange een terrorist; een Canadese politicoloog riep publiekelijk op hem om zeep te brengen. Een Zwitserse bank bevroor Assanges rekening en maakte en passant bekend wat zijn saldo was; PayPal heeft 60.000 euro, ingezameld voor Assanges steunfonds, bevroren. De advocaten van Wikileaks worden achtervolgd, bespioneerd en geïntimideerd. Assange krijgt honderden doodsbedreigingen per dag en journalisten willen hem hoofdzakelijk uitvragen over zijn seksleven.

Toen Salman Rushdie zijn leven niet meer zeker was omdat hij gebruikmaakte van zijn recht op vrije meningsuiting en een aantal moslimfundi’s daar niet tegen kon, schaarde heel het westen zich beschermend om Rushdie heen. Nu wordt het leven van Julian Assange bedreigd, door onze eigen politici nota bene. En niet eens om wat hij heeft gezegd – nee, omdat hij ons laat lezen wat zij zeggen en doen.

Ideetje

De AutomatiseringGids meldde vandaag dat Eric Schmidt, een van de CEO’s van Google, zich bewust is van het feit hoe ongelooflijk veel informatie Google over mensen vastlegt. Dat is niet altijd leuk voor de, eh, vastgelegden: je verleden raak je tegenwoordig nooit nooit meer kwijt,dat heeft ineens kennelijk geen vervaldatum meer.

Maar niet getreurd. Schmidt heeft een idee gelanceerd om dat probleem tegen te gaan:


Jongeren zullen in de toekomst het recht moeten krijgen op hun 18e van naam te veranderen, om zo te onstnappen aan mogelijk compromitterende informatie die ze zelf en hun vrienden op het internet hebben gezet.

Geweldige oplossing. ‘Wij hebben zoveel informatie over u vastgelegd dat u daar last van gaat krijgen. Wij raden u aan om uw naam te veranderen. En dan beginnen we gewoon van voor af aan.’ Chapeau, meneer Schmidt!

Kleine beetjes

Flattr is bedacht om mensen die iets moois, slims, interessants of belangrijks hebben gemaakt, daarvoor eenvoudig te kunnen belonen. Van zulke micro-betalingssystemen hebben we er al meer gezien maar deze is slim opgezet, en maakt goede kans het te halen.

Het werkt als volgt: je maakt een account aan en stort wat op je Flattr-rekening (dat kan met Paypal, met een creditkaart en waarschijnlijk ook met Ideal). Daarna zeg je hoeveel geld je maandelijks wil weggeven; het minimum is twee euro per maand. Als je ergens een artikel of filmpje tegenkomt dat je bijzonder vindt, kun je de maker ‘flatteren’ – zeg maar: complimenten door op zijn of haar Flattr-button te klikken. Aan het eind van de maand worden je twee euro’s verdeeld over alle mensen die je hebt geflatterd. Als je die maand niemand hebt gecomplimenteerd, gaat je geld naar een goed doel.

Stel dat ik in een maand tien keer klik, dan krijgt Wikileaks vervolgens 20 cent van mij. Da’s geen bedrag om over naar huis te schrijven. Alleen ben ik natuurlijk niet de enige die Wikileaks heeft geflatterd, en dan kunnen veel kleine beetjes een complimenteus bedrag vormen.

Flattr is ontwikkeld door een voormalig lid van The Pirate Bay. Het wordt al gebruikt door Wikileaks, Taz en Freitag. Een prima systeem, ik wou al lang dat er zo iets was. Dus heb ik meteen een account aangemaakt: u kunt mij nu flatteren, en ik anderen.

Informatie overload

Op een conferentie eerder deze week meldde Eric Schmidt, een van de bazen bij Google, dat we momenteel elke twee dagen evenveel informatie produceren als sinds het begin der tijden tot aan het jaar 2003.

Laat die even op u inwerken.

Denk aan alles wat er in de pakweg afgelopen dertig eeuwen is geschreven aan boeken, pamfletten, brieven, kattebelletjes, beleidsnota’s, dagboeken, rapporten, boodschappenbriefjes, nota’s, jaarverslagen, liefdesbrieven, naslagwerken, en wat al niet. Stel u die immense stapels papier voor. En bedenk dan dat we tegenwoordig elke twee dagen nog eens die omvang produceren (zij het nu meestal digitaaal), in de vorm van blogs, mails, foto’s, sms’jes, tweets, nieuws, Facebookverkeer, Wikileaksdocumenten en godweetwatal.

Geen wonder dat we allemaal steeds harder zoeken naar manieren om informatie te filteren. (Omgekeerd maakt die filtering dat we steeds meer informatie tot ons kunnen nemen, en derhalve ook weer meer informatie produceren. (Daar is dit bericht een goed voorbeeld van.))

We produceren momenteel – volgens Google – vijf exabyte per twee dagen. Een exabyte is een 1 met 18 nullen erachter: 1.000.000.000.000.000.000 bytes. Wikipedia heeft een iets lagere schatting, nou ja, wat heet dan nog ‘lager’. Dat meldt namelijk: ‘As of March 2010, the global monthly Internet traffic is estimated to be 21 exabytes.’

Bewaarplicht onrechtmatig uitgevoerd

Van steeds meer kanten komt er kritiek op de bewaarplicht, die als gevolg van een Europese richtlijn uit 2006 door alle lidstaten moest worden geïmplementeerd. De lidstaten hebben een beperkte vrijheid hoe ze de maatregel precies aankleden: hoe lang gegevens worden bewaard, wie ze bewaart, onder welke omstandigheden de bewaarde gegevens mogen worden geraadpleegd etc.

Van meet af aan is er scherpe kritiek geuit op de maatregel. Het geeft geen pas alle Europese burgers als verdachten te behandelen; je schept eerst een hooiberg en daarna ga je een naald zoeken; de maatregel schendt de vrijheid van communicatie; de opslag van deze gegevens schept allerlei nieuwe problemen, zoals beveiliging ervan; aanvankelijk werd gezegd dat de gegevens uitsluitend zouden worden gebruikt voor de opsporing en bestrijding van terrorisme, maar binnen de kortste keren dienden zich nieuwe gegadigden aan: zo willen de Breins van Europa de gegevens graag gebruiken voor het bestrijden van piraterij.

De kritiek op de bewaarplicht neemt toe, en wordt steeds lastiger te weerleggen:

  • In november 2009 oordeelde het Roemeense constitutionele hof dat de bewaarplicht tegen de grondwet indruist (lees hier meer);
  • In maart 2010 velde het Duitse constitutionele hof dezelfde uitspraak (lees hier meer);
  • In mei 2010 werd bekend dat het Europese Hof zich over de bewaarplicht zou gaan buigen, dit na een uitspraak van de hoogste Ierse rechter (lees hier meer);
  • Zowel Euro-commissaris Vivian Reding als haar collega Neelie Kroes hebben aangegeven niet gelukkig te zijn met de bewaarplicht en buitengewoon kritisch te zullen zijn bij de aanstaande evaluatie daarvan.

EFF meldt dat gisteren de Europese privacybewakers die zich hebben verzameld in Article 29 een nieuw en serieus argument hebben aangeleverd om nog ‘s heel scherp te kijken naar de bewaarplicht. Ze hebben heel precies onderzocht hoe de bewaarplicht in de Europese Unie is geïmplementeerd, en kwamen tot de conclusie dat tal van landen er een potje van maken en hun bevoegdheden ver te buiten gaan. Hun rapport staat hier (pdf). Bij deze hun voornaamste bevindingen, ik neem ze gemakshalve in het Engels over:

  • “Service providers were found to retain and hand over data in ways contrary to the provisions of the [data retention] directive.”
  • “There are significant discrepancies regarding the retention periods, which vary from six months to up to ten years, which largely exceeds the allowed maximum of 24 months.”
  • “More data are being retained than is allowed. The data retention directive provides a limited list of data to be retained, all relating to traffic data. The retention of data relating to the content of communication is explicitly prohibited. However, it appears from the inquiry that some of these data are nevertheless retained.”
  • Regarding Internet traffic data: “Several service providers were found to retain URLs of websites, headers of e-mail messages as well as recipients of e-mail messages in “CC”- mode at the destination mail server.
  • Regarding phone traffic data: “it was established that not only the location of the caller is retained at the start of the call, but that his location is being monitored continuously.”
  • “Member states have scarcely provided statistics on the use of data retained under the Directive, which limits the possibilities to verify the usefulness of data retention.”
  • “The provisions of the data retention directive are not respected and the lack of available sensible statistics hinders the assessment of whether the directive has achieved its objectives.”

Dit is geweldige munitie om de bewaarplicht te herzien. Of beter: om ‘m af te schaffen.

De toekomst van auteurs

Nu er meer (en betere) e-readers op de markt komen, beginnen schrijvers zich zorgen te maken. Wat betekent de opkomst van digitale boeken voor hen? Ze zien enerzijds overal uitgevers die de digitale versie van hun boek voor zowat de papieren prijs op de markt brengen, echter zonder dat daar meer royalties tegenover staan. Da’s raar, want er komt geen papier, drukker, binder, transport of opslag aan de vervaardiging of distributie van e-books te pas, wat zal gauw veertig procent in de kosten scheelt. Per e-book wordt derhalve meer winst gemaakt. Iéts daarvan zou toch bij de auteurs terecht horen te komen, in plaats van alleen naar uitgever of e-bookverkoper te gaan?

Veel auteurs zijn anderzijds als de dood dat lezers digitale boeken voortaan onderling zullen uitwisselen, zoals eerder bij muziek is gebeurd. Aan piraterij verdient niemand iets, is de redenering: dan stort de markt in. Om die reden willen de meeste auteurs e-books absoluut beveiligen.

Maar zulke beveiliging is een regelrechte ramp voor gebruikers. Dat je boeken niet van apparaat naar apparaat kunt kopiëren, betekent immers ook dat je je netjes gekochte e-book niet van de ene e-reader naar de andere kunt overzetten (wat Sony’s e-reader kan lezen werkt niet op de iPad, etc.) en dus nooit zeker bent of je eigen digitale bibliotheek over een paar jaar nog wel toegankelijk voor je is. Beveiliging van digitale bestanden komt er in de praktijk neer dat juist de keurige kopers, bij uitstek de mensen die je te vriend wilt houden, gedwarsboomd worden en permanent riskeren hun aanschaf in rook te zien opgaan. Niet doen, dus.

Er zijn zelfs auteurs die vinden dat lezers voor elk soort apparaat waarop iemand hun boek wil lezen – de laptop, de iPad, het mobieltje – maar een nieuwe versie van hun boek moeten kopen. Da’s vreemd hebberig. Een eens gekocht papieren boek mag je toch ook in tuin, trein of bed lezen zonder voor elke leeslocatie telkens opnieuw te hoeven betalen? Met zulke benauwde ideeën werk je piraterij alleen maar in de hand, vrees ik.

Net als met een te hoge prijs. Lezers zijn niet dom: die snappen op hun beurt uiteraard ook dat digitale boeken aanzienlijk goedkoper geproduceerd en gedistribueerd kunnen worden dan papieren boeken. Dan kun je als auteur wel willen dat het vrijkomende bedrag hoofdzakelijk aan jou toevalt, maar dat is weinig realistisch. Als de verkoopprijs van e-books niet significant lager is dan die van papieren boeken, wordt dat prijskaartje subiet als excessief ervaren. En zodra de consument zich verneukt voelt, verschaf je ’m een morele rechtvaardiging voor piraterij. Alweer: niet doen.

De groep auteurs die vorige week in Het Financieele Dagblad hardop nadacht over e-books, meende het ei van Columbus te hebben gevonden: breng e-books uit voor een lage prijs, maar pas een jaar nadat de papieren editie is verschenen. Maar dat betekent alleen dat er een jaar lang geen legale, digitale versie van een boek verkrijgbaar is en je piraten al die tijd vrij spel geeft. En zie die markt daarna nog maar eens terug te winnen.

Hoe het wel moet: daar ben ik ook nog niet uit. Wel weet ik dat e-books alleen een levensvatbare markt worden als ze goed uitwisselbaar, makkelijk vindbaar en redelijk geprijsd zijn.

Voor abonnees

Het heeft even geduurd, maar Wie is U? – deel 5 uit de serie The Next Ten Years, waarvan ik hoofdredacteur ben – is eindelijk te krijgen via de webwinkel van Xs4all.

Abonnees van XS4all kunnen het boekje daar gratis bestellen.(Niet-abonnees kunnen het voor 5 euro bij de reguliere boekhandel of bij Bol.com kopen.) In de webwinkel van Xs4all zijn ook drie oudere delen te koop, elk voor 3,50 per stuk: Een wereld te winnen (deel 2, over gaming), Korte verhalen voor de nabije toekomst (deel 3, fictie over nog tuit te vinden communicatiemiddelen), en Beter internet (deel 4, interviews over Web 2.0).

Ik ben erg trots op mijn lange essay over de sociale geschiedenis van de telefoon, waarmee de bundel opent. Zo’n stuk bestond nog nergens…. Het beschrijft de veranderingen in de rol en het gebruik van de telefoon. Van de bakelieten telefoon die vroeger op een koude gang hing, naar de telefoon die decentraal in huis werd (in elke kamer één), tot de telefoon als draagbare houder van al je sociale netwerken. Read & enjoy :)

Maatschappelijk middenveld

De laatste maanden is er veel geschreven over het gebrekkige privacybeleid van Facebook. Onder die druk past het bedrijf z’n aanpak gaandeweg aan: het gaat de goede kant op, zij het traag. Maar er is meer aan de hand dan privacy alleen.

We realiseren ons te weinig dat uit al die persoonlijke contacten die tegenwoordig ten overstaan van derden worden onderhouden, inmiddels een nieuw publiek middenveld oprijst. Vroeger wist je niet wie lid was van Amnesty, tenzij het gesprek daar toevallig op kwam. Op sociale sites als Faceboiok wordt je lidmaatschap van zo’n instantie of je adhesie aan een initiatief ogenblikkelijk – du moment dat je het doet en doordat je het doet – aan je hele netwerk doorgegeven.

Dat is nieuw. We hebben niet eerder meegemaakt dat iets steunen synoniem is aan het propageren en doorgeven ervan. Je ideeën en affiniteiten zijn ineens instant zichtbaar. Daarmee zijn ze automatisch potentieel onderwerp van gesprek of debat.

Facebook verwijderde eind 2008 honderden foto’s van vrouwen die hun kind de borst gaven en dreigde met het intrekken van de betreffende accounts; er zou op de foto’s ‘te veel borst’ te zien zijn. (Uiteraard leidde dat tot de oprichting van een Facebook-actiegroep, getiteld ‘Hey Facebook, breastfeeding is not obscene’, die in korte tijd dik honderdduizend leden verzamelde en veel pers kreeg.)

Die gebeurtenis, hoe futiel wellicht ook, illustreert een nieuw probleem: sociale websites hebben commerciële eigenaren die de publieke discussies en het getoonde materiaal ‘netjes’ willen houden en die de site als geheel aantrekkelijk willen houden voor adverteerders. Ons nieuwe sociale middenveld ontwikkelt zich binnen de parameters van de commercie, en bovendien op een platform waarin geen rekening wordt gehouden met couleur locale of regionale verschillen. In Nederland zou geen enkel bedrijf aanstoot nemen aan moeders die hun kind de borst geven; in Amerika ligt dat kennelijk anders.

Mag je een Facebookgroep beginnen die de geneugten van cannabis bezingt, of er een abortuspil promoten? Hoe lang blijft een loftuiting aan het adres van Osama Bin Laden op Hyves staan? Kun je via LinkedIn een boek aanprijzen dat de merites van allerlei zelfmoordmethoden beschrijft?

Welke discussies en groepen op zulke sites zijn toegestaan is volkomen onduidelijk. We weten alleen dat de bedrijven erachter hun grenzen nauwer trekken dan de diverse grondwetten doen. En dat het als Europeaan verdomde lastig procederen is tegen een Amerikaans miljardenbedrijf dat je eruit heeft geknikkerd wegens een hun onwelvoeglijke uitlating.

Natuurlijk, een cafébaas kon je ook zijn etablissement uitzetten als je gedrag hem niet zinde. Maar dan kon je vrijwel zeker elders een café vinden waar jij en je ideeën wel werden getolereerd. Tegenwoordig zitten we allemaal in uithoeken van een paar wereldomspannende cafés.

Wie dan de toegang wordt ontzegd, zoals een goede vriend laatst gebeurde, is ineens onthand. Hij werd Facebook afgeknikkerd en ondanks dringende mails wou niemand hem zeggen waarom. Dat wringt. Temeer daar je in diezelfde beweging ook afgesneden bent van de gesprekken met en tussen je vrienden, van aankondigingen en uitnodigingen, en van de correspondenties die je er hebt gevoerd. Alles en iedereen is in één klap weg: je netwerk is pardoes onbereikbaar.

Anders gesteld: wat betekent ons recht op vrije meningsuiting als niemand ons nog kan horen? Of als onze grondwettelijke rechten worden begrensd door wat commercieel acceptabel is?

Wees geen ezel

Het Ministerie van Justitie organiseerde dinsdagmiddag een expertmeeting over e-books. Juristen, vertegenwoordigers van uitgeverijen, auteurs en bibliotheken en allerlei rechtenorganisaties gaven acte de présence. Ik was de enige uitgenodigde auteur, en was gevraagd een korte voordracht te houden. Mijn advies: leer van de fouten die de muziekindustrie heeft gemaakt. E-books moeten gevrijwaard blijven van technologieën die het de consument onmogelijk maken om hun boek op verschillende apparaten te lezen. Bovendien moeten e-books beduidend goedkoper zijn dan papieren boeken. Hieronder mijn bijdrage aan het debat. Dit stuk is tevens gepubliceerd bij De Nieuwe Reporter. Voor een eerder stuk over e-books, zie mijn Parool-column Blijf van mijn boeken af!, d.d. 13 maart 2010.

1. Nieuwe technologieën maken het eenvoudiger om auteursrechtelijk beschermd materiaal te distribueren. Zulk materiaal is immers niet langer gebonden aan een vaste drager: muziek hoeft niet op een cd uitgeleverd te worden, een boek niet op papier.

2. De verveelvoudiging en distributie van digitaal materiaal is goedkoop. Er komt geen papier of drukkerij aan te pas; boeken, dvd’s en cd’s hoeven niet meer te worden opgeslagen en naar fysieke distributiepunten te worden vervoerd. De rechthebbenden hoeven maar één volmaakt exemplaar te maken en kunnen dat eindeloos blijven kopiëren en verkopen. Elke kopie is gelijk aan het origineel.

3. De tussenhandel vereenvoudigt zich aanzienlijk. Met een paar centrale verkooppunten – iTunes, Bol.com, Videoland, mogelijk de bibliotheken – plus verkoop vanaf de bron (de auteurs en de uitgevers zelf) kun je in principe de hele markt bestrijken.

4. De taak van de uitgeverij – het begeleiden van auteurs, teksten redigeren, boeken opmaken – blijft bij het oude. Ze hoeven echter voortaan niet meer te concurreren om plankruimte bij de boekhandels. Want:

5. Internetwinkels hebben, anders dan de gewone detailhandel, geen beperkt vloeroppervlak. Het enige dat hun collectie limiteert, is het aantal uitgeverijen met wie ze verkooplicenties hebben kunnen sluiten.

6. (Het hoeft geen betoog dat er al doende nogal wat banen teloor gaan: van drukkers en vrachtwagenchauffeurs tot vertegenwoordigers en winkelpersoneel.)

7. Consumenten kunnen thuis hun muziek, boeken en films kopen. Wat ooit bij zo’n internetwinkel in het assortiment is opgenomen, blijft altijd beschikbaar. E-books raken nooit uitverkocht en zelfs als de omloopsnelheid van een e-book laag is, kan het werk zonder enige moeite voorhanden blijven. Er zijn geen winkeldochters meer en niks hoeft ooit verramsjt te worden. Er zijn geen sluitingstijden, geen leveringstijden en geen rijen voor de kassa.

8. (Er zijn ook geen ‘drukken’ meer. De boekenwereld zal andere manieren moeten verzinnen om de populariteit van boeken aan te duiden.)

9. Van de prijsverlaging door het digitaal uitleveren van muziek heeft de koper tot op heden helaas niets gemerkt. Een iTunes-album kost evenveel als een analoge cd in de winkel. Er wordt dus meer winst per verkocht exemplaar gemaakt. Niets van die grotere winst is naar de makers (de muzikanten) gegaan: die is door de industrie opgestreken. Dat heeft veel kwaad bloed gezet bij muzikanten – en bij hun fans.

10. Dezelfde eindeloze kopieerbaarheid die de fondslijsten van uitgeverijen zo onuitputtelijk kan maken en die de verveelvoudiging, distributie en verkoop van e-books spotgoedkoop maakt, is voor de makers en uitgevers behalve een bron van winst ook een bron van zorg. Want wat belet een klant om een eenmaal gekocht werk zelf te kopiëren en aan anderen uit te delen?

11. De film- en muziekindustrie heeft daarom geprobeerd hun producten te beschermen met kopieerbeveiligingen (DRM). Dat heeft desastreus uitgepakt. Kopers konden hun aanschaf later niet meer overhevelen naar nieuwe apparatuur, wie emigreerde verloor door de dvd-regiocodes ineens de toegang tot zijn eigen dvd-collectie, wie legaal muziek via een internetdienst had gekocht kon die ineens niet meer beluisteren nadat die dienst over de kop was gegaan: dan wou de vergrendeling immers niet meer los. DRM heeft buitengewoon veel kwaad bloed bij consumenten gezet: juist wie netjes kocht, werd gestraft.

12. Ook met e-books gebeurt dat. Toen Amazon ontdekte dat ze geen verkooplicentie had voor de e-versie van George Orwells 1984, trok ze onaangekondigd de DRM van de verkochte exemplaren in. De kopers hadden niets fout gedaan maar konden ineens hun keurig gekochte e-book niet meer lezen.

13. (Waarom juist wie een legale dvd koopt, moet worden lastiggevallen met allerlei reclame en schermen vol rechtengedoe waar je bovendien niet met fast forward doorheen kunt en die je dus verplicht moet uitzitten, snap ik werkelijk niet. Illegaal verspreide films hebben die soesa niet. Die bestaan gewoon uit de film en verder niks. Precies wat ik wil, en ook gerust zou kopen als ik het even snel in een internetwinkel kon ophalen als via bittorrent kan.)

14. De jacht van de muziekindustrie op illegaal verspreide muziek heeft, zeker in combinatie met de belazerde contracten die in die sector aan makers worden opgedrongen, die industrie tot een gehate sector gemaakt. En me dunkt: ze hebben het ernaar gemaakt dat de muziekindustrie terugpesten een internationale sport is geworden.

  • Een rechtszaak beginnen en tonnen eisen wegens een liedje van Prince op de achtergrond van een YouTube-filmpje van je dansende kleuter?
  • Mensen die een YouTubefilmpje opnemen op hun blog rekeningen willen presenteren alsof ze café-uitbaters zijn?
  • Een rootkit installeren op de computer van mensen die een legale cd afspeelden, zoals Sony BMG deed?
  • Dreigen ieders internetverkeer te willen afluisteren, zoals Brein insinueert?
  • Zeggen dat een kopietje van een legaal gekocht muziekje op je mp3-speler zetten eigenlijk diefstal is, zoals een internationale platenbaas laatst zei?

15. De boekensector heeft een aanzienlijk betere reputatie. Behoud die. En leer van de fouten van de muziekindustrie.

16. Ga bij e-books alsjeblieft niet met DRM of apparaatgebonden formaten werken, zeker niet nu volkomen onduidelijk is welke e-readers het onderspit zullen delven en welke de toekomst hebben: want dan maakt elke stap in de technologie de eerdere collectie van de consument kapot. Bovendien wil je een aangeschaft e-book op je computer, je e-reader, je tablet en op je telefoon kunnen lezen. Een boek kun je immers ook in de tuin, in de slaapkamer, op de wc en in de trein lezen zonder voor elke locatie een nieuw exemplaar te hoeven aanschaffen.

17. Maak e-books goedkoper dan papieren boeken. Ze maken kost immers ook minder, en consumenten zijn niet gek. Auteurs ook niet, trouwens. Niks 80% van de prijs van een gedrukt boek, zoals C-Shed voorstelt. Juist als e-books duur zijn, zullen ze een dankbare prooi voor piraterij worden. Een e-book kan vijf tot zeven euro kosten, niet meer.

18. Leer van de muzikanten die zelf de verspreiding van hun muziek ter hand hebben genomen en daarbij nieuwe vormen van verkoop en van klantenbinding hebben ontwikkeld. Bouw adressenbestanden op van fans. Ontwerp e-books-plus – zoals ook analoge boeken in prijsklassen bestaan, van gebonden boeken en paperbacks tot pockets. Verzin extra’s: e-books met materiaal van de auteur (interviews, verhalen over de totstandkoming van het boek), gepersonaliseerd gesigneerde e-books, websites met extra materiaal en achtergronden, alleen met een code te begaan.

19. In de muziek geldt al lang dat bands het meeste verdienen aan optredens en fanware. Pas dat model op de auteurs toe: laat ze vaker live voorlezen, maak T-shirts, verkoop posters, organiseer literaire bijeenkomsten en festivals. Werk samen met uw auteurs.

20. Vergeet nooit dat consumenten ook burgers zijn. Mensen met rechten. Misschien dat we voor onze veiligheid een deel van die burgerrechten willen opgeven – hoewel ik persoonlijk denk dat dat een valse ruil is – maar wie denkt dat burgers hun rechten willen opgeven omwille van een oud distributiemodel, komt geheid van een koude kermis thuis: die rekent buiten de inventiviteit van diezelfde burgers. Daarom: neem ook de lezers serieus.

Britannia rules

In Engeland is zojuist een coalitieregering aangetreden van de Conservatieven en de LibDems. Vice-premier Nick Clegg hield afgelopen woensdag zijn eerste grote toespraak en kondigde een indrukwekkende reeks initiatieven aan. Dat hij de kieswet wil herzien was te verwachten: de LibDems lijden al lang onder het districtenstelsel, waarbij alleen de stemmen tellen die naar de grootste partij gaan.

Onverwacht kondigde Clegg tevens een serie plannen aan om, zoals de Volkskrant hem samenvat, “de erfenis van Labour te ontmantelen op het gebied van burgerlijke vrijheden en overheidsbemoeienis. Volgens zowel Conservatieven als LibDems is het land veranderd in een Big Brother-staat.” De lijst die op de schop gaat is imposant:

  • Labours miljardenplan om een identiteitskaart voor alle Britten in te voeren, gaat in de prullenbak;
  • De aanleg van een centrale database voor alle Britten is van de baan;
  • De databank waarin alle Britse kinderen zouden worden opgenomen (vergelijkbaar met ons EKD), gaat niet door;
  • Er komt geen nieuwe generatie biometrisch paspoorten;
  • Onschuldige Britten hoeven niet langer te vrezen dat hun dna voor onbepaalde tijd wordt opgeslagen in een databank;
  • Er komen restricties aan het bewaren van internetgegevens van burgers (de bewaarplicht);
  • De miljoenen beveiligingscamera’s worden beter gereguleerd.

Wow. Dat is geweldig: Engeland geeft burgers (een deel) van hun rechten terug en beperkt de surveillancestaat. ik wou wel dat wij zulke LibDems hadden…

Uit dit rijtje valt tevens op te maken dat minder surveillance en meer burgerrechten een fikse bezuiniging opleveren. Ideetje voor onze politieke partijen?