Globalisering: the cult of the amateur

[Aankondiging 21e Globaliseringslezing met Andrew Keen, Karin Spaink en Michael Polman; 8 april 2008 in Felix Meritis te Amsterdam]

Ontwikkelt internet zich tot kennismiddel van de armen of tot een nieuwe vorm van cultuurimperialisme? Als iedereen maar naar believen knipt, plakt en copieert, wie ziet er dan nog toe op bescherming van het auteursrecht of op het principe van hoor en wederhoor? Wat moeten we met al die amateurs die hun meningen verkondigen in blogs? Volgens internet ondernemer en journalist Andrew Keen verdringt de amateurverslaggeving de professionele journalistiek. Hij vreest het ergste voor het voortbestaan van genuanceerde berichtgeving.

De vraag is of men daar in andere delen van de wereld ook zo over denkt. Wat kan het Web 2.0 (user generated content) betekenen voor mensen in ontwikkkelingslanden? En biedt Web 2.0 ons niet juist toegang tot ongecensureerde berichtgeving uit oorlogsgebieden of landen onder die zuchten onder staatscensuur?

Van Andrew Keen verscheen onlangs:The Cult of the Amateur; how todays Internet is Killing our Culture and Assaulting Our Economy, dat nu in Nederlandse vertaling verschijnt als De Apencultuur bij Uitgeverij Meulenhoff. Na de Globaliseringslezing van Andrew Keen gaan publiciste Karin Spaink en internetondernemer en idealist Michael Polman (Antenna) in debat o.l.v. José van Dijck, hoogleraar Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.

Voorafgaand aan de 21e Globaliseringslezing vertoont VPRO/Tegenlicht de documentaire Wiki’s Waarheid: YouTube, MySpace, Facebook, Wikipedia. In de wereld van Web 2.0 produceert de gebruiker de inhoud. Dat betekent nieuwe vrijheden en mogelijkheden voor onontdekt talent en ongehoorde stemmen. Maar waar ligt de grens tussen expert en amateur? Wie overleeft volgens de wetten van het nieuwe ‘digitale Darwinisme’? Wie het hardst schreeuwt, of wie de meeste kwaliteit heeft? Overschatten we de Wisdom of the Crowd?

De 21e Globaliseringslezing op dinsdag 8 april in Felix Meritis, Keizersgracht 324 te Amsterdam.
Aanvang filmvertoning: 19.00 uur
Aanvang lezing en debat: 20.30 uur
Toegang: 12,50 / 9,50 met korting
Reserveren: receptie@felix.meritis.nl / telefonisch 020 – 623 13 11

Anonymous demonstreert opnieuw

Voor de tweede keer heeft Anonymous wereldwijd demonstraties tegen Scientology gehouden. De dag die ze daarvoor kozen was 15 maart, de verjaardag van Hubbard. Voorafgaand aan de demonstratie lanceerde Anonymous een nieuw bericht aan Scientology via YouTube: Anonymous: The Fishman Affidavit & Scientology.

In Amsterdam waren er de eerste keer, in februari, zo’n zestig tot zeventig mensen. Nu waren het er tweemaal zoveel. Niet eerder zijn er in Nederland zoveel mensen bij een demonstratie tegen Scientology geweest… Anonymous pakt het groots aan. Bijna iedereen droeg maskers, het was immers een demonstratie van Anonymous. De maskers waren vriendelijk, er was een mevrouw die schattige Xenuutjes vouwde van ballonnen, veel mensen droegen pakken met een rode stropdas, er waren malle hoedjes en taart en cake (het was immers Hubbards verjaardag) zodat het er feestelijk uitzag en in het geheel niet grimmig. Veel pasanten wilden weten waarvoor die maskers waren wat Anonymi de kans gaf uit te leggen dat Scientology haar critici gewoonlijk niet al te netjes bejegent.

Er waren prachtige posters, waaronder een DIY-masker en een ‘Anonymous wants YOU!!’ poster (een vriant op de oude wervingsposters van het Amerikaanse leger). Maar ook een aandoenlijke smeekbede: ‘Become a hero. Plz.’ En er waren minstens twee ex-Scientologyleden die mee demonstreerden. Heel dapper, heel goed. En de sfeer was uitstekend, het voelde een beetje als een goed straatfeest :)

Op YouTube staan inmiddels een paar filmpjes die een goede indruk geven:

Op Flickr staan een paar goede fotocollecties:

Mediawijsheid in perspectief

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Omslag Mediawijsheid in perspectiefDetails:

Met mijn essay Mediamix: uit de vaste kanalen, gevangen in sporen – Raad voor de Cultuur – Den Haag, maart 2008 – ISBN 978-90-718-53272 – 94 pagina’s, gratis

Bestellen:

info@cultuur.nl; downloaden op mediawijsheidinperspectief.nl of als .pdf

Flaptekst:

Welkom op deze site van de Raad voor Cultuur die geheel in het teken staat van mediawijsheid. Deze term werd voor het eerst gebruikt in 2005, in het advies van de Raad met de titel Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Het besef en de urgentie om mediawijs te zijn in een samenleving die tot in haar vezels is doordrongen door media, is de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Vandaar deze site. Op de site, die hoort bij het boek Mediawijsheid in perspectief dat in april 2008 werd gepubliceerd, is alles wat de Raad over mediawijsheid heeft gepubliceerd bijeengebracht. U vindt ruim dertig gesprekken met deskundigen uit alle lagen van de samenleving, een essay van Karin Spaink maar ook foto’s waarin mediawijsheid centraal staat. Uiteraard kunt u hier ook het oorspronkelijke advies uit 2005 terugvinden. De Raad wenst u veel inspiratie toe bij uw bezoek.

Vrolijk nieuws

Trent Reznor aka Nine Inch Nails heeft afgelopen maandag een nieuw album gelanceerd, Ghosts I-IV. Reznor is vorig jaar, net als veel andere grote artiesten, weggeggaan bij zijn platenmaatschappij: hij was dodelijk ongelukkig met de eisen die ze hem stelden. Reznor doet ‘t nu alleen. Ghosts komt derhalve niet in de winkel.

Dat blijkt ook helemaal niet nodig te zijn. Reznor biedt Ghosts via het net aan: gratis, als je wilt, maar je kunt ook betalen. Vijf dollar als je alles wilt downloaden, 10 dollar als je later een cd thuisgestuurd wilt krijgen, 75 dollar voor een pretpakket en 300 dollar voor een deluxe editie. Het loopt storm: de server lag plat, en de deluxe editie was binnen twee dagen uitverkocht. Verder zijn alle nummers onder een Creative Commonslicentie uitgebracht: je mag ze zelf herdistribueren zolang je er maar geen geld mee maakt.

Iemand rekende vandaag uit dat Reznor alleen al vanwege de uitverkochte deluxe-versie (waarvan er 2500 beschikbaar waren) in twee dagen tijd 75.000 dollar heeft opgehaald. Hij heeft inderdaad geen platenmaatschappij meer nodig… Wat meer is: Ghosts is geweldig. Ik draai ‘m al drie dagen. (Ik heb overigens de tien-dollar-versie gekocht.)

(Natuurlijk werkt dit model niet voor iedereen. Reznor is flink bekend, dat scheelt. Maar ook kleinere goden kunnen zich zelfstandig een goed inkomen verwerven: een hechte fanbase van duizend mensen volstaat.)

Ander vrolijk nieuws, maar dan meer van het type keihard uitlachen, komt van de MPAA, de filmindustrie. Die klaagt altijd zo dat piraterij hun zakenmodel onderuit haalt en dat ze grote verliezen lijden door file sharing. Welnu, uit een persbericht van de MPAA blijkt dat de opbrengsten van bioscoopkaartjes nog nooit zo hoog is geweest als in 2007. Hoezo last van piraterij?

Rectificatie: Reznor verdiende in die nog geen twee dagen natuurlijk 750.000 dollar, niet 75.000 dollar. Immers, 2500 (het aantal deluxe versies) maal 300 dollar is 750.000. Spaink toch.

‘Fucking cameras! Fucking media!’

(Voor de vaste lezers hier inmiddels oude kost, maar voor de krant nog steeds de moeite waard.)

Nieuws zingt rond, het fenomeen is bekend. Journalisten die elkaar lukraak overschrijven zonder een enkel feit te controleren blijft echter schrikken. Het verhaal: in Bridgend, een stadje in Wales, is een zelfmoordgolf gaande. Afgelopen jaar hebben zeventien tieners zichzelf van het leven beroofd, allemaal door verhanging. De vraag: wat is er aan de hand? Het antwoord: ze steken elkaar aan.

Intussen buitelen de verslaggevers en cameraploegen over elkaar heen in Bridgend. Netwerk – die avond in handen van de broeders van de EO – maakte het vorige week bijzonder bont. De cameraploeg had ‘s nachts een ambulance gezien en stormde erop af. Hadden ze daar wellicht een verse zelfmoord te pakken? Zie je wel dat er iets raars aan de hand was in Bridgend!

Het was geen zelfmoord. Iemand had teveel coke genomen en was er slecht aan toe. De cameraploeg verdrong zich en wou met omstanders praten. Was het niet toch zelfmoord? Wisten de omstanders dat zeker? Tot een jonge vrouw – misschien een bekende van de zieke – begon te gillen: ‘Fuck off! Take your frigging camera’s away and leave us alone! It’s a coke overdose! Fucking media!!’ De ploeg maakte zich uit de voeten en verschool zich in een café. Ze waren nog boos ook dat ze waren weggestuurd.

Dat er gezocht wordt naar antwoorden is begrijpelijk. Zelfmoord roept altijd vragen op, vragen die des te vreselijker blijven wroeten naarmate de zelfmoordenaar je dichterbij stond. Maar wie een antwoord wil, dient eerst zijn vragen helder voor ogen te hebben. En wie heldere vragen wil, moet nagaan wat er echt aan de hand is, niet een andere journalist overschrijven.

De feiten leren dat er weinig deugt van de nieuwsberichten. Bridgend is geen stadje maar een county: er wonen 132.000 mensen; zo ergens tussen het formaat van Leeuwarden en Groningen in. De zeventien zelfmoordenaars van het afgelopen jaar waren niet alleen tieners: hun leeftijd varieerde van 15 tot 27. Afgelopen jaar was er geen piek maar juist een daling van het aantal zelfmoorden onder jongeren: het jaar ervoor waren het er namelijk 28. De politie vertelt keer op keer dat ze op een enkel geval na geen enkel verband tussen de individuele gevallen kunnen vaststellen, geen contacten via internet noch daarbuiten, maar de media blijven zoeken naar een alomvattend antwoord.

Van die copy-cattheorie geloof ik niets. In dat geval – zeker met de huidige, onwaarachtige mediabelangstelling – zouden de cijfers hoger zijn dan in eerdere jaren, en dat zijn ze gelukkig niet. De netwerktheorie is bizar: zowat álle jongeren zitten tegenwoordig op netwerksites, en de zelfmoordcijfers onder jongeren dalen, ook in Wales, ook in Bridgend. Bovendien stelt die theorie zelfmoord voor als een besmettelijk virus, als iets dat van hand tot hand gaat, iets dat verder gezonde en gelukkige jongeren in het verderf stort.

De imitatietheorie veegt al die dode jongeren op een hoop en haalt hun individualiteit weg. Die theorie doet of ze allemaal hetzelfde waren, of er geen verschillen zijn, geen persoonlijke histories, geen persoonlijke problemen die onoverkomelijk leken. Hij ontmenselijkt ze. En hij is smakeloos. Stel je voor: je bent al maanden ongelukkig, je denkt aan zelfmoord en je woont in Bridgend. Hoe kun je in hemelsnaam nog de moed vergaren met iemand te praten? De media hebben je gebombardeerd tot na-aper, tot meeloper. Praten is alleen maar moeilijker geworden.

Vooroordelen

Schuin tegenover me lag een vrouw bij te komen. Net als ik was ze kort ervoor geopereerd, net als ik was ze alleen. Aan alle andere bedden zaten echtelieden, vrienden of familie. Zelf had ik het niet nodig gevonden iemand mee te vragen: de ingreep van die dag was een fluitje van een cent, mijn port-a-cath mocht er eindelijk uit. Ik beschouw mezelf inmiddels, na bijna twee decennia ms en twee jaar kanker, als een doorgewinterd patiënt en een van de consequenties daarvan is dat ik bijna alle ziekenhuisbezoeken en controles alleen afdoe. Maar voor haar vond ik het zielig. Lig je daar alleen in je bedje…

Toen ik weg mocht en in een zijkamertje mijn operatiekleding verwisselde voor mijn gewone plunje – loopstok balancerend tegen een kast, arm moeizaam door een mouw wringend want de verse wond onder mijn sleutelbeen trok – kwam ze vlak na mij de kleedkamer binnen. We raakten aan de praat. Ze bleek zojuist haar om-en-nabije twintigste operatie te hebben gehad – ze was, zei ze eerlijk, de tel een beetje kwijt – en haar carrière als patiënt omspande dertig jaar. Ze was stukken meer doorgewinterd dan ik.

Waarom had ik eigenlijk medelijden met haar gehad? Waarom is het zo verleidelijk om te denken dat jijzelf iets makkelijk aan kan, maar dat datzelfde iets voor een ander vast stukken zwaarder zal zijn? Is dat een poging jezelf groter te maken door anderen als kleiner in te schatten?

Het is een mechanisme dat je vaak ziet. ‘Ik kan uiteraard wel met deze informatie omgaan, maar mijn patiënten / kinderen / lotgenoten kunnen dat wellicht niet, mogelijk interpreteren ze die verkeerd of raken ervan in de war, dus is het maar beter deze informatie niet te publiceren / niet te delen.’ Het komt erop neer dat je anderen tot regel maakt terwijl je jezelf tot loffelijke uitzondering bestempelt. Jij kunt het wel aan. Jij bent verstandig. Van anderen valt dat nog maar te bezien.

Artsen zijn om die reden vaak huiverig voor patiënten die op internet informatie over hun ziekte opzoeken. Ik heb dat altijd onzin gevonden. De gemiddelde huisarts weet ondertussen minder over de laatste ontwikkelingen in de aidsbestrijding dan een mondige aidspatiënt. Het aardige van internet is onderwijl dat er evenveel sceptici posten als kwakdenkers. De snelle discussie in de nieuwsgroepen en op webfora zorgt ervoor dat kaf vlot van koren wordt gescheiden; makkelijker bovendien dan in oudere media. In de Privé, in huis-aan-huis blaadjes en in tv-programma’s bestaat de mogelijkheid om in debat te gaan immers niet, en ook daar worden de meest wonderbaarlijke remedies geclaimd.

Betrouwbare – accurate en actuele – informatie aanbieden is zinnig. De behoefte daaraan is groot bij patiënten en hun intimi. Op het net komen steeds meer plaatsen waar zulke informatie wordt geboden. De pagina’s van De Amazones, voor jonge vrouwen met borstkanker, worden toedienden malen per week geconsulteerd. Zulke cijfers zeggen iets over de bereidheid én de behoefte van mensen om zich te laten informeren.

Wanneer ik zulke dingen beweer over de verstandigheid en het evaluatievermogen van tegenwoordige patiënten, zeggen artsen gewoonlijk tegen me: ‘Ja, maar ji­j bent mondig!!’ Ik ben mondig. Dus ik moet mijn mond houden. Hoe paradoxaal, denk ik dan altijd: door me te vertellen dat ik mondig ben, ontkrachten deze artsen wat ik zeg en ontnemen ze me wat ze me zojuist nog toedichtten. Tegelijkertijd beledigen ze andere patiënten met deze uitspraak.

En nu betrapte ik mezelf op precies zoiets. Zij, die mevrouw daar schuin tegenover me, was zielig, ik – want doorgewinterd – niet. Ze bleek een geroutineerde patiënt te zijn dan ik hoop te worden.

21 februari 2008 /MC, 29 februari 2008

Hoe word je een guru?

… door slechte journalistiek.

In Engeland heerst momenteel een hysterie over een vermeende zelfmoordgolf onder jongeren. De Daily Telegraph publiceerde daar afgelopen maandag een stuk over en legt de schuld bij — mij. Ze ‘ontmaskerden’ een ‘netwerk’ van mensen die jongeren de dood in praten: ‘suicide gurus’. En ik ben daar een van. ‘Along with two peculiarly named people, Calle Dybedahl and Karin Spaink, he has been identified as one of the internet’s leading suicide gurus.’ Niet dat ik met een van die overleden mensen heb gesproken, hoor. En niet dat ik de andere twee mensen uit dat ‘netwerk’ ken. Ik doe dat namelijk automagisch, netwerker en guru zijn. Via het internet. Zegt de Daily Telegraph.

Volkskrant-journaliste Heleen van Lier belde me erover op en schreef een niet minder belazerd stuk. ‘Op haar website geeft Spaink een opsomming van 41 manieren om zelfmoord te plegen. [..] Zo schrijft ze bijvoorbeeld…’ Ik schrijf helemaal niets, het betreffende stuk is een oude FAQ die op tientallen plaatsen op het net te vinden is, waarin vooral wordt gewaarschuwd voor domme methodes. En dat had ik mevrouw van Lier ook netjes uitgelegd.

Wat die ‘golf’ aan zelfmoorden in Wales betreft, daar heeft columnist Mick Hume een vlijmscherp stuk over geschreven in The Times: A suicide epidemic? Nonsense. Hume laat zien dat de zelfmoordcijfers onder jongeren niet stijgen maar juist dalen en haalt de lijkschouwer uit de regio aan die zegt dat er geen enkele connectie valt te bespeuren tussen de zelfmoorden die tesamen de ‘golf’ moeten vormen. Hume concludeert dat er van hysterie sprake is, niet van een zelfmoordgolf.

Dat heb ik de Volkskrant allemaal verteld. Maar die vond het leuker me ook tot ‘guru’ te bombarderen.

Update, 21 februari:

Vandaag heeft ook de Vlaamse krant De Morgen een groot stuk over de kwestie, waarin de fouten en insinuaties van de Volkskrant domweg worden herhaald. Maar in datzelfde artikel staat ook deze passage:


Maar bewijs voor een zelfmoordpact via het internet, een van de meest geciteerde theorieën in de pers, is er niet, zo benadrukt de politie. “Enkelen van hen gebruikten dezelfde netwerksite, maar er is geen enkele aanwijzing dat ze elkaar er via de site toe aanzetten om zelfmoord te plegen,” aldus hoofdspeurder Dave Morris. “Ik wil een einde maken aan iedere suggestie in de media dat wij een zelfmoordpact of een verband tussen de zelfmoordenaars via internet onderzoeken. Dit waren allemaal jonge mensen met grote problemen zoals afgesprongen relaties of vriendschappen, en familiale problemen,” zegt Morris.’

Dankuwel meneer Morris. Eindelijk een verstandig geluid.

Update 2:

In de Guardian van dinsdag verscheen een stuk van Philip Irwin, een journalist die in Bridgend woont, en die als Samaritaan werkt. De Samaritans onderhouden een zelfmoord-hotline, de man weet derhalve veel van de kwestie en van zelfmoord in het algemeen af. De cijfers in Bridgend zijn niet hoger dan anders… Er is geen golf. Dit schrijft Irwin:

There is no ‘suicide chain’ in Bridgend

For many, the deaths last week of Kelly Stephenson, 20, and Nathaniel Pritchard, 15, confirmed Bridgend in South Wales as the “suicide capital of Britain”. They brought the tally of suicides in the area to 16 since January 2007. However, after three weeks in the spotlight, Bridgend’s residents would be happy to return to relative obscurity. Few of us recognised the media portrayal of a depressed “little village” whose young people had formed an internet “suicide chain”.

Far from being a village, Bridgend has a population of 39,000, with the town of Pencoed (12,000) effectively a suburb. What’s more, of the seven young people whose deaths were originally linked, only one lived in the town. The other six lived in communities in Bridgend county borough (population 132,000), made up of Bridgend, Maesteg and Porthcawl, and the former mining communities of the Garw, Ogmore and Llynfi valleys.

Although Bridgend MP Madeleine Moon vehemently denies the area is depressed, the valleys have certainly struggled to attract new industries. The claimant count in Bridgend is 9%, the second highest in Wales, with many on incapacity benefit.

The original story focused on seven young people, supposedly connected by social networking sites, who killed themselves within 12 months. Yet police are adamant that no link has been found. The sad fact is that 16 suicides among young people in Bridgend in 12 months is no worse than usual. There were 13 suicides by young people in 2007, and 21 in total. In 2006 the total was 28.

I am a local journalist but for eight years have also been the press spokesman for the Bridgend Samaritans. That time has been a steady drip, drip of sad news. One suicide a month in a good year; one every three weeks in a poor one. Men aged 16-35 are most at risk. The profile has been the same for years – young men from poor areas, often with dismal prospects. That might be the reality, but speculation is more exciting. Had he just been dumped? Was he worried about exams? Was he being bullied?

It is telling that Bridgend hit the headlines only when the 13th victim, Natasha Randall, was linked to one of the boys by a photograph. She was pretty girl who, as every report said, had her “whole life ahead of her”. Until then, it wasn’t much of a story.

Kamervragen GroenLinks over kinderpornofilter

Ook Groen Links heeft vandaag kamervragen gesteld, zo lees ik op hun website:

GroenLinks wil dat Nederlandse kinderpornosite beter bestreden worden. Uit onderzoek van publiciste Karin Spaink (het Parool van vandaag) blijkt dat minimaal vier Nederlandse kinderpornosites niet geweerd zijn, ondanks dat het KLPD dit had kunnen doen. GroenLinks vraagt daarom de verantwoordelijke ministers Hirsch Ballin en Ter Horst om opheldering. Kamerlid Naima Azough vraagt tevens of er extra maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle kinderpornosites uit de lucht gehaald kunnen worden. Zij stelde hierover de volgende vragen:

  1. Bent u bekend met het bericht uit het Parool van 12 februari dat niet is ingegrepen bij Nederlandse kinderpornosites, terwijl de KLPD wist dat deze bestonden?
  2. Kunt u deze conclusies van het onderzoek van Karin Spaink onderschrijven?
  3. Deelt u de mening dat het niet aanpakken van Nederlandse kinderpornosites buitengewoon onwenselijk is en bovendien zeer schadelijk voor de kinderen die hiervan slachtoffer zijn? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?
  4. Welke maatregelen gaat u inzetten om nu en in de toekomst alle Nederlandse kinderpornosites te blokkeren?

Ik ben niet bepaald blij met deze vragen. Nederlandse kinderpornosites zijn heus niet schadelijker voor kinderen dan Franse, Duitse of Amerikaanse. Het punt is dat ze hier staan en dat Justitie er dan vrij makkelijk iets aan kan doen. Verder geen woord over de 138 Nederlandse sites die op de lijst staan die Matti Nikki heeft gecomplileerd, noch over de allerbelabberdste procedure die nu wordt gehanteerd om een site op de lijst te zetten (namelijk: niet toetsbaar, zonder transparante criteria). Het allerergste is wel dat Azough vraagt om het blokkeren en weren van Nederlandse kinderpornosites, in plaats van bepleit dat die krengen uit de lucht worden gehaald en de eigenaars ervan vervolgd.

Zucht. Ik ben nog wel lid van die club. Hadden ze me niet even kunnen bellen? Of is snel vragen indienen belangrijker dan goede vragen inleveren?

Kamervragen SP over kinderpornofilter

Naar aanleiding van mijn stuk over het kinderpornofilter en dat van Addie Schulte in Het Parool van vandaag heeft Kamerlid Ada Gerkens (SP) de volgende kamervragen gesteld:

 

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Justitie over kinderporno op Nederlandse sites:

  1. Wat is uw reactie op het bericht Politie liet kinderporno lopen?
  2. Klopt het dat er op de zwarte lijst van kinderpornosites van de KLPD minimaal 4 Nederlandse sites staan?
  3. Hoeveel sites staan er op deze lijst en hoeveel sites worden vanuit Nederland gehost? Hoe wordt deze lijst samengesteld?
  4. Hoe lang staan de Nederlandse sites al op de zwarte lijst? Hoe zijn deze hierop terecht gekomen?
  5. Klopt het dat er bij twee sites zeker sprake is van kinderporno?
  6. Sluit u uit dat er op deze lijst ook sites staan waar geen kinderporno op staat? Hoe wordt dit gecontroleerd?
  7. Hoe kan het dat deze sites wel bekend zijn bij en onderzocht zijn door de KLPD, maar hier niet tegen opgetreden wordt?
  8. Bent u bereid strafrechtelijke stappen te zetten tegen deze sites en hosting providers? Zo nee, waarom niet?
  9. Hoe gaat u bewerkstelligen dat in de toekomst Nederlandse sites direct aangepakt worden?
  10. Kunt u vertellen hoe het staat met het overleg tussen u en de providers over het blokkeren van kinderpornosites? Is deze berichtgeving voor u aanleiding om toch een justitiële toets in te voeren op de lijst? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Natuurlijk zijn dit vragen die allemaal gesteld hadden moeten worden bij de eerste besprekingen van het kinderpornofilter, maar ja, beter laat dan nooit….

Child pornography: fight it or hide it?

[translation of my column for Het Parool: Kinderporno: niet bestrijden maar verstoppen of February 19, 2008.]

Last year October, Dutch Parliament demanded that the Department of Justice would legally bind ISPs to implement a filter that would block sites containing child pornography. ‘Providers can no longer look the other way; they should be forced to take their social responsibility. It is an outrage that they don’t comply voluntarily,’ member of Parliament Van der Staaij said during the debate. (Webwereld, October 4, 2007).

Most child porn sites, the argument holds, are hosted in countries that fail to take action against child pornography; Eastern Europe and Russia are often cited as the culprits. Thus, the only way for ‘proper’ European countries to get rid of such sites is by filtering them.

In the Netherlands, UPC is the only provider who has implemented a child porn filter. UPC subscribers who try to access a filtered site are presented with an ominous warning on their screen: STOP. Your browser tried to access a page that is being used to distribute files that depict the sexual abuse of children. This is illegal under article 240b of the Dutch Criminal Law.

UPC uses a blacklist that has been compiled by the National Police Forces (KLPD). All other providers have refused, arguing that the list has not been reviewed and that the criteria whereby a site gets blacklisted are unclear and not open to any kind of public scrutiny. There is no method to check whether nasty but legal sites are blacklisted as well, or to check that it is only child porn that is being filtered. Furthermore, filtering doesn’t solve the problem; blacklisting merely hides child porn sites, while the objective should be to shut them down and to arrest the people maintaining them. Only when there is a solid procedure to establish which sites should be blacklisted and there really is no other method of intervention – for instance, when such a site resides outside of Europe and the US – will they consider implementing a child porn filter.

Dutch Parliament called this stance ‘reprehensible’. Child pornography is the ultimate crime; thus, it merits strong measures. The KLPD is just as impatient with the ISPs as Parliament is. As their spokesman Kraszweski stated: ‘The ISPs have the power to do something against child porn sites, but they keep coming up with arguments why they shouldn’t. But we’re taking about child pornography, it’s almost a moral obligation to comply.’ (Webwereld, November 7, 2007).

ISPs in other European countries have implemented a child porn filter too. In Finland, for instance. And in Finland it’s also completely unclear what is being filtered. Matti Nikki tried to find out. He clicked his way through an endless series of sites and was thus able to compile a list of more than one thousand blocked sites, and published it.

His list contains 138 Dutch web sites. Uhm, Dutch sites? But isn’t the Netherlands part of Europe? Can’t – no, shouldn’t – Finland do more than just block them? Why don’t they report these sites to the proper Dutch authorities, so that they can take the appropriate measures, close them down and bring their owners and maintainers to court? Or does Finland perhaps maintain a much stricter definition of what establishes child pornography?

This weekend, I examined the first 40 Dutch sites on the Finnish blacklist. There was a lot of nasty stuff. Sometimes, their legal status was difficult to assess: Dutch law states that it is illegal to distribute pictures of children under eighteen engaged in sexual acts or posing in a sexual way; but age is not always easy to ascertain. However, I encountered numerous pictures of children aged ten or twelve in lurid poses, or fucking or sucking. Obviously child porn, obviously illegal, also under Dutch law. Almost all the sites involved are openly hosted at two Dutch providers, Leaseweb and Webazilla; companies that are easy to find and whom you can serve with a legal notice to shut down a site and to hand over information about the site’s owner.

Then, I checked the same sites via a UPC connection. Part of the sites that Finland labels as child porn sites are accessible via UPC, which means that they are not on the Dutch blacklist. `Evidently, the Fins and the Dutch authorities disagree spectacularly on what qualifies as child pornography, which, in turn, is another reason for ISPs to demand to know on the basis of which criteria the lists are compiled. If specialised police squads can’t figure out which sites should and which sites shouldn’t be blocked, how can a provider make a responsible choice?

Using UPC, I ran into ten blocked sites. One of them did no longer exist, one of them is hosted in the UK, four of them are in the US, and four are hosted in the Netherlands: two at Leaseweb, and two at Webazilla. And again, there was this quaint randomness: I could access plenty of sites that did not differ fundamentally from those that are being blocked. This child porn filter is a weird and unfathomable hodgepodge.

England, the US, and the Netherlands. Again: what was the reason to filter these sites? ‘These sites usually cannot be shut down by the police, because they are often hosted in countries that we have no legal liaisons with.’ (Webwereld, March 23, 2007) Since when are Haarlem and Utrecht located in Russia and out of Dutch jurisdiction?

Critics of child porn filters have said it before: the authorities should not focus on blocking such sites, but on shutting them down. Filtering them away is window dressing, mere show. Blacklisting them does not equal doing something about them, and it sure as hell doesn’t stop the abuse of children. It just prevents us from acknowledging it and from understanding that it is still happening.

The actual reality turns out to be even worse. The Dutch child porn filter contains Dutch child porn sites. To state it bluntly: the Dutch KLPD and the department of Justice are clamouring for a law that will oblige ISPs to make their own insufficiency invisible to the general audience.

According to the KLPD, Leaseweb and Webazilla host child pornography. In that case, they had better do something about it and serve Leaseweb and Webazilla with orders to shut down these sites. Surely, the KLPD and the Department of Justice shouldn’t expect ISPs to do their cleaning for them.