Wens

Nieuwsuur liet gisteravond zien dat er tienduizend mensen zijn die wachten op een plaats in een verzorgings- of verpleegtehuis, waarvan de helft al meer dan een jaar. Het gaat om mensen met een geldige indicatie: er is vastgesteld dat ze het thuis, óók met hulp, niet langer redden en opgenomen moeten worden.

Van ruim vijfduizend ouderen is de toestand zo beroerd dat instellingen spreken van een ‘schrijnende thuissituatie’. Koken, eten, wassen en aankleden kunnen ze niet langer zelf. Lopen gaat onvast, hun geheugen laat ze veelal in de steek, voor alles zijn ze afhankelijk van hulp. Thuiszorg volstaat dan niet meer: eigenlijk hebben ze vierentwintig uur per dag steun of toezicht nodig.

Maar ze worden niet geplaatst, want er is geen plek. De overheid ziet het probleem niet; zij heeft deze mensen geboekstaafd als ‘wenswachtenden’:, oftewel mensen die het alsnog thuis proberen uit te zingen en liever nog wachten voordat ze naar een tehuis gaan. Buiten dat zo’n verhuizing zelden iemands wens is maar gewoonlijk bittere noodzaak, is de overheid wel erg gul met haar predicaat ‘wens’. Iedereen die aangeeft graag in een specifiek tehuis te worden geplaatst, is volgens hen namelijk een ‘wenswachtende’ en dus niet urgent.

Het dondert niet waarom je voor een specifiek tehuis kiest. Wil je liefst in je eigen stad geplaatst worden, opdat je thuis achterblijvende partner dan tenminste nog een béétje in de buurt is en makkelijker bij je op bezoek kan komen – dan ben je een wenswachtende. Schrijf je je vader of moeder in bij een instelling in je eigen streek, omdat je niet om de dag honderd kilometer heen en weer kunt reizen: je ouder is een wenswachtende.

Aangezien wenswachters niet urgent zijn volgens de overheid, is er zodoende geen enkel probleem. Instellingen worden kalmpjes gekort, leegstaande kamers in verzorgingstehuizen mogen vaak niet worden gevuld en veel instellingen moeten de komende jaren een kwart van hun huidige aantal plaatsen afstoten. En vreemd genoeg is het budget voor deze tak van de zorg vorig jaar niet opgegaan: er is nog 200 miljoen euro over. Tsja, de behoefte aan plaatsen in een verzorgingstehuis is afgenomen, stelt de overheid.

De betrokkenen weten overigens niet dat ze als wenswachters te boek zijn gesteld en dat hun urgentie via een sluikse herdefinitie onderuit is gehaald. Dat vertelt namelijk niemand ze. En zo loopt de wachttijd op: drie maanden, zes maanden, negen maanden, een jaar. Onderwijl blijft iedereen noodgedwongen thuis aanmodderen. Het gevolg: overbelaste partners, kinderen en buren; mensen die vervuilen en vereenzamen; valpartijen thuis; mantelzorgers die overspannen raken of hun betaalde werk moeten opzeggen teneinde paps of mams te kunnen verzorgen.

Wenswachten, het idee! De werkelijkheid delft het onderspit, beleid wordt geschraagd door een taalspitsvondigheid. Onze ouders worden genaaid door een taalgrap.

Geldpest

Wanneer zelfs de gesprekken bij de vrijdagmiddagborrel gedomineerd worden door een baaierd van slecht wereldnieuws, weet je dat er iets aan de hand is. De onrust laat zich, zelfs wanneer je met vrienden en kennissen met een drankje in de hand van de laatste zonnestralen geniet zit, niet langer bezweren. Afgelopen vrijdag vielen we op de stoep van café Saarein collectief over de privatisering.

‘Toen de zorg door de overheid werd beheerd, ging er vast ook wel wat mis,’ zei iemand. ‘De cruciale vraag – en die was al lastig zat – was hoe je met het beschikbare geld de beste zorg aan de meeste mensen kon geven. Maar nu de zorg stukje bij beetje aan bedrijven wordt uitbesteed, verandert het karakter ervan totaal. Het gaat er niet langer om welke mate van zorg we als maatschappij aankunnen. De vraag waarop nu alles wordt afgerekend, is of je er winst mee kunt maken.’

‘Vroeger had je het over zorgverlening,’ pruttelde iemand. ‘Nu is het zorgvermarkting.’

‘Wat mij steekt,’ zei een derde, ‘dat de betalingen aan zulke bedrijven uit collectieve gelden worden betaald, terwijl de winst die ze maken, vervolgens in hun individuele zakken verdwijnt.’

‘Zo werkt privatisering toch altijd?’ schimpte een vierde. ‘Een bedrijf koopt een onderdeel op van de overheidsinfrastructuur die door burgers is bekostigd. Het rendement van onze eigen investering, plus elke zeggenschap erover. zijn we voor altijd kwijt: die infrastructuur is nu in handen van een bedrijf. Maken ze vervolgens winst? Mooi, dat steken ze in eigen zak. Maken ze verlies? Niet getreurd, dan gaan ze failliet en ontslaan ze iedereen. Winst komt ten goede van het bedrijf, verlies wordt afgeschoven op de maatschappij.’

Iemand noemde Piketty, de Franse econoom die in een met lijvige statistieken onderbouwd boek niet alleen aantoonde dat de rijken overal ter wereld in rap tempo rijker worden en de dito armen dito armer, maar vooral dat grote bedrijven overal ter wereld overheden langzaamaan leegzuigen. Ze onttrekken op structurele wijze geld aan de samenleving dat door burgers voor collectieve doeleinden is opgebracht, en potten dat ten eigen gerief op. Zonder daarvoor enige aansprakelijkheid te hoeven dragen. Zonder enige notie van gezamenlijkheid, solidariteit, zorgvuldigheid of duurzaamheid. Alleen winst telt.

We slaakten een collectieve zucht, daar op dat terras.

‘Weet je waarover ik ook zo bezorgd ben,’ zei iemand. ‘Ebola.’

‘Soms denk ik dat een nieuwe wereldepidemie onvermijdelijk is, of zelfs nodig. Wij mensen moeten misschien eens flink worden uitgedund,’ zei ik. ‘Alleen behelst een epidemie per definitie de voortzetting van bestaande ongelijkheid met andere middelen. Al wie arm is, gaat simpelweg eerder aan rondwoedende ziektes dood dan wie rijk is.’

‘Je zou een ziekte willen die precies andersom werkte,’ verzuchtte iemand.

En ineens wisten we het. De geldpest, de hoogste tijd voor de geldpest!

Uitverkoop

Ziekenhuizen moeten voortaan winst aan investeerders kunnen uitkeren, vindt het kabinet: met zo’n regeling zal het ze in de toekomst makkelijker vallen om extern kapitaal te werven, en op die manier de gaten in de zorg op te vangen.

Wat een idioot plan,. Je kunt op je vingers natellen wat er vervolgens gaat gebeuren: ziekenhuizen die worden vermarkt, zorg die ten koste gaat van de winst, en publieke gelden die via de winstdeling worden doorgesluisd naar toch al kapitaalkrachtige privépartijen.

Hoe moeten ziekenhuizen die winst eigenlijk maken, in de optiek van het kabinet? Hun budget wordt de laatste tien jaar immers gaandeweg meer bepaald – lees: beperkt – door de zorgverzekeraars, er blijft voor de ziekenhuizen steeds minder manoeuvreerruimte over. Zou een ziekenhuis geld overhouden aan speciale verrichtingen, dan brengt de zorgverzekeraar de prijst van die verrichtingen meteen naar beneden, en weg is de verhoopte winst.

Intussen worden de zorgverzekeraars schrikbarend rijk. De Groene Amsterdammer becijferde na uitgebreid onderzoek dat de vier grootsten onder hen over een gezamenlijke spaarpot van 9,5 miljard euro beschikken. Die buffer is ruim het dubbele van wat De Nederlandse Bank als eis aan de verzekeraars oplegt. Is het niet vreemd: terwijl iedereen zich bekreunt dat de kosten van de zorg de pan uitrijzen, wordt er stilletjes een gigantische winst gemaakt in de gezondheidszorg. De rijkdom tast zich op bij de verzekeraars, die onderwijl ziekenhuizen opdragen de kosten te beheersen, en die declaraties voor reëel geleverde zorg met boete terugvorderen wanneer een ziekenhuis onverhoopt de weg is kwijtgeraakt in de door de verzekeraars zelf opgelegde bureaucratie.

In welk onzalig hoofd komt dan de gedachte op dat de ziekenhuizen voortaan extern kapitaal moeten aantrekken, dan vast wel winst kunnen gaan maken, en dat zij die verdiensten moeten gaan uitkeren? Hoe valt het idee van winstgevende ziekenhuizen überhaupt te rijmen met het – al eerder onzalig gebleken – idee van de verzekeraars als regisseur van de zorg?

Sommige dingen moet je als overheid simpelweg niet uitbesteden. De stelselherziening in de zorg heeft de positie van verzekerden verslechterd, het zorgpakket uitgekleed en de verzekeraars rijker gemaakt, terwijl de transparantie, de kosten, de korte lijnen en de regie in de zorg er bepaald niet op zijn vooruit gegaan.

Sommige zaken moet je als overheid simpelweg niet uit handen geven. Het energienet verkopen levert een stads- of landsbestuur eenmalig een bom duiten op, maar ’t heeft wel als consequentie dat je je burgers aan de markt uitlevert, en als overheid een gestage inkomstenbron uit handen hebt gegeven.

Dat de zorg geld kan opleveren, bewijzen de zorgverzekeraars. Alleen steken die daarvan een groot deel in eigen zak, of erger: ze speculeren ermee op de beurs. Zo wil je niet met je infrastructuur omgaan.

Schaal

Het wil maar niet beter gaan met Welzorg, de grootste leverancier van hulpmiddelen in Nederland. In veel gemeentes heeft het bedrijf de aanbesteding gewonnen en zijn kleinere bedrijven buitenspel gezet. Maar Welzorg blijkt telkenmale niet te kunnen leveren wat ze beloofd heeft. Sommige gemeentes dreigen nu met boetes of overwegen hun contract met Welzorg te ontbinden.

De klachten zijn tragisch. Mensen die wekenlang met een kapotte rolstoel of scootmobiel zitten, en die – ook al zegt het contract anders – geen tijdelijke vervanging krijgen aangeboden, waardoor ze hun huis niet uit kunnen. Monteurs komen met de verkeerde spullen aanzetten, zijn geregeld niet vertrouwd met de spullen die ze moeten repareren, of voeren maar een deel van de noodzakelijke reparaties uit. Ondeugdelijke spullen die niet worden vervangen, omdat het servicecontract nog niet afloopt.

Sommige monteurs komen in heimelijke opstand. De vrouw van een kennis tobt al tijden met een brakke scootmobiel: ook na ettelijke reparaties doet het ding het nog niet goed. De monteurs moeten verplicht verder tobben met het ding, terwijl zijzelf er ook allang geen heil meer in zien. Twee weken geleden gaf een van de monteurs de vrouw nota bene het advies om het ding total loss te rijden: dan was ze tenminste van dit maandagochtendexemplaar verlost, en kreeg ze hopelijk een wél werkend exemplaar. Maar ja. Tegen een muur aanrijden is ook zo wat, en niet van gevaar ontbloot. Bovendien zit ze dan weer maanden zonder: vervanging van materieel kost veel tijd, bij Welzorg.

Welzorg zelf hult zich momenteel in het boetekleed en heeft de getroffen gemeentes beloofd de klachtenprocedures te zullen verbeteren. (Op klachten via Twitter blijken ze de laatste weken vrij alert te reageren.) Intern vinden reorganisaties plaats.

Maar het is niet de organisatie: het is de schaal. Grote instanties zijn log, hebben veel overhead, verschuiven veel papier. De mensen achter de bureaus komen zelden in aanraking met de klanten, de monteurs die de klanten af moeten, is een strikt werkschema opgelegd. Hun taken zijn van hogerhand versplinterd. ‘Nee, voor het herstellen van uw voetplankje heb ik geen werkopdracht, het spijt me, mevrouw.’ En daar zit mevrouw dan, met haar kapotte voetplankje, een week te wachten op de volgende monteur.

In de thuiszorg hebben allerlei instanties inmiddels ontdekt dat het werk veel soepeler verloopt wanneer het kleinschaliger wordt georganiseerd. Hulpverleners kennen daardoor hun cliënten beter, en wie hulp krijgt, hoeft niet elke keer alles opnieuw uit te leggen. Hulpverleners die hun cliënten kennen, hebben veranderingen in hun conditie sneller door: ze zien beter wat er mis gaat, en coördineren makkelijker.

Het is tijd dat de gemeentes de kleinere hulpmiddelen- en servicebedrijven weer serieus nemen. Groot inkopen blijkt namelijk duur inkopen te zijn, en het zijn de klanten die er bekaaid vanaf komen.

Wedstrijd

Gekochte spelers, gekochte wedstrijden, gekochte stemmen – de sportieve krachtmeting waarop toernooien gebaseerd zouden zijn, lijkt een reliek uit het verleden. Tegenwoordig gaan wedstrijden vaker over geld, investeringen en marktwaarde. De mooie pass, de knappe dribbel, de behendige goal verliezen van de projectontwikkelaars en de gokkers.

De Qatarse vice-voorzitter van de FIFA, Mohammed bin Hammam, blijkt leden van de FIFA miljoenen te hebben toegestopt opdat ze zijn land de organisatie van het WK Voetbal in 2022 zouden toekennen. Dat geld moet weer in zijn zakken terugvloeien, natuurlijk: Bin Hammam is behalve voetbalbobo ook bouwmagnaat, en hij verwacht dat zijn illegale investering zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. De bouw van stadions, hotels, trainingskampen en dergelijke moet hem nog rijker maken dan hij al is. Intussen zijn al honderden Qatarse bouwvakkers die aan Bin Hammams natte droom werken, overleden door erbarmelijke arbeidsomstandigheden.

Over twee weken start het WK voetbal 2014 in Brazilië. Vorig jaar juni protesteerden 2 miljoen Brazilianen tegen de idioot hoge kosten die het WK voor hen met zich meebrengt, terwijl er intussen straf wordt bezuinigd op onderwijs, gezondheidszorg en wat dies meer zij. Ruim veertig favela’s zijn door de politie ‘gepacificeerd’, oftewel bezet. Leuk toch, die sport?

Competities gaan niet meer over de mooiste goals, de kleinste tijd of de hoogste sprong. Ze gaan over het prestige van het gastland dat internationaal een wit voetje wenst te halen en investeerders wil aantrekken, en doen dat helaas vaak over de ruggen van de eigen bevolking. Sport is de schone schijn waarin investeerders en projectontwikkelaars tegenwoordig hun handeltje verpakken.

Waarom moet zowat elke internationale competitie elke vier jaar ergens anders neerstrijken, en moet het gastland in een paar jaar tijd een compleet Olympisch dorp uit de grond rammen? Het is een geldverslindende, nutteloze operatie die de sport zelf niet ten goede komt. Kunnen we niet beter alle verschillende competities over een flink aantal landen verdelen, en vaste thuisplekken voor elk toernooi scheppen?

De Winterspelen houden we voortaan uitsluitend in koude landen (Sotsji heeft godbetere een subtropisch klimaat), en zomerspelen organiseren we nooit meer op een plek waar het geregeld warmer dan 25 graden wordt. Landen waar geen fatsoenlijke verkiezingen worden gehouden, zijn sowieso uitgezonderd van potentieel gastlandschap. Eerst je eigen boeltje op orde hebben voordat je internationaal iets mag organiseren. Zo kan sport wellicht nog eens echt verbroederen.

Voor de verdeling van de toernooien kijken we naar de sporten waarin een land goed is. Brazilië mag de WK Voetbal houden: zij hebben daar nu van lieverlee de modernste infrastructuur voor. En wellicht kan Luxemburg dan de rest van de eeuw het Eurovisie Songfestival doen.

Handel in gedrag

Koopt u elk voorjaar verse plantjes voor in de tuin? Volgens de ING willen tuincentra werkelijk dolgraag over die kennis beschikken, opdat ze u voortaan juist in die periode van ‘gerichte en scherpe aanbiedingen’ kunnen voorzien. Om die reden kwam de ING met het lumineuze plan om handel te gaan drijven met het betaalgedrag van haar klanten.

De ING beweert doodleuk dat alle partijen daarbij baat zullen hebben. Zijzelf, omdat ze onze gegevens op die manier ten gelde kunnen maken; de adverteerders, omdat die zodoende beter weten wie ze wanneer en waarmee moeten benaderen; en wijzelf, de klanten, omdat we voortaan alleen maar ‘gerichte’ en ‘gepaste’ aanbiedingen zullen krijgen.

Wat een dom verkoopraatje. Elk tuincentrum weet allang dat zowat iedereen in Nederland die een postzegeltuintje of zelfs maar een enkele balkonbak heeft, in het voorjaar volop bloemig spul inslaat. Daar hebben ze de ING helemaal niet voor nodig, laat staan inzage in uw of mijn specifieke koopgedrag.

Bovendien: wat heb ik er in hemelsnaam aan wanneer de ING op basis van mijn betaalgedrag aan Dirk van den Broek weet te melden dat ik mijn dagelijkse boodschappen vrijwel altijd bij een filiaal van Albert Heijn doe? Dirk van den Broek kan me op die grond weliswaar een reuze concurrerend aanbod doen, in een poging mij als klant van AH af te snoepen, maar bij mij in de buurt is helaas nergens een Dirk te bekennen. (Anders was ik allang vaste klant bij ze geworden, al was het maar omdat ik de huidige hegemonie van Albert Heijn bepaald onprettig vind.)

Wat de ING in het midden laat in haar lofzang op haar eigen innovatie, is de vraag hoe die ‘gerichte aanbiedingen’ nu precies tot ons gaan komen. En dat is toch wel een interessant probleem.

Krijgen we die aanbiedingen rustig per post thuis bezorgd, of – al stukken opdringeriger – elke dag in onze e-mail? Worden we voortaan thuis opgebeld door verzekeringsmaatschappijen die via de ING hebben achterhaald dat we nog geen brand- of levensverzekering hebben? Ontvangen we om de haverklap sms-berichtjes op onze mobiele telefoon zodra we een winkelconcern passeren dat denkt ‘leuke’ aanbieding voor ons in petto te hebben? Gaat de ING ons betaalgedrag verkopen aan adverteerders die op vuilnisbakken en reclamezuilen voor iedereen gepersonifieerde reclames willen brengen?

Hoe publiek wil je je eigen koopgedrag hebben? Wil je daarmee heus elk uur van de dag – en vooral: overal – mee worden geconfronteerd? Wil je op een date advertenties krijgen over McNuggets, of over maandverband dat in de aanbieding is? En wat als je je betaalgedrag via een gezamenlijke rekening deelt met een partner? Voor je het weet struikel je overal over voor hem bedoelde aanbiedingen voor bier of brommers, of over voor haar bedoelde reclames voor lingerie.

Waarom zou een bank überhaupt mogen rondbazuinen wat wij doen of wat wij kopen, waarom zou een bank die kennis mogen verkopen?

EPD

…en toen gebeurde het. Zomaar, zo ongeveer tussen neus en lippen door. En meteen op een immens veel grotere schaal dan iemand ooit tevoren had kunnen bedenken…

Iedereen die een beetje had nagedacht over het elektronisch patiëntendossier (EPD) was hiervoor bevreesd geweest. Wanneer je zoveel data van patiënten verzamelt – wie heeft welke ziekte, welke medicijnen gebruiken die mensen precies, wat is hun sociale en fysieke achtergrond, hoe zit hun leven in elkaar, wat eten ze, wat drinken ze, zijn er mogelijk verbanden tussen hun leefstijl en hun ziektes? – weet je zowat zeker dat er later iemand opstaat die al die data, ooit verzameld voor de meest nobele doelen denkbaar, botweg te gelde wil maken.

Op enig moment verschijnt er iemand op het toneel die simpelweg winst ziet in al die verzamelde patiëntgegevens. Ze maken op basis daarvan een pitch. Ze verleiden daarmee de beheerders van die data. En door te lokken met een tiental miljoen of wat, krijgen ze de databeheerders aan hun kant. Want ja, er blijkt inderdaad een fikse winst te maken met patiëntgegevens – zelfs al is de handel erin niet legaal, zelfs al is de handel in zulke gegevens een flagrante privacyschending.

Engeland blijkt zowat alle patiëntgegevens in de verkoop te hebben gedaan. Via een schemerige deal met de Britse nationale ziektekostenverzekeraars verwierf een computerbedrijf zichzelf eerder dit jaar de ongelimiteerde toegang tot de ziektegeschiedenis van alle verzekerden in Engeland.

Waarom de NHS die deal accepteerde? Dat weet niemand. De kans is groot dat ze dat deden vanwege de marktwerking. Zij hadden wellicht geld nodig om overeind te blijven, en dat rare bedrijf wilde graag iets van ze kopen. Niemand zou toch ooit misbruik maken van patiëntgegevens?

Het leek een veilige deal. Dus vandaar. Of misschien dachten ze gewoon nergens over na.

Nog geen maand later had hadden de opkopers de beschikking over de medische gegevens van alle verzekerde Britten. Daaronder vielen hun ziektegeschiedenissen, hun gedoe met voorbehoedsmiddelen, hun aarzelende gesprekken met de huisarts of ze wellicht teveel dronken, hun angsten over erfelijke kanker. Al hun pijnlijke gesprekken met hun huisartsen.

Dat werd allemaal zonder hun medeweten gedeeld. Dat was allemaal niet meer privé. Adat gebeurde allemaal zonder dat de mensen in kwestie de kans hadden om hun gegevens nadien af te schermen.

De firma die alle Britse patiëntengegevens beheerde, uploadde de hele handel gewooweg naar Google. Omdat het om enorm veel data ging, kostte ze de upload ze minstens twee weken.

Niemand die je erop wijst dat zodra je medische gegevens in een commerciële context worden overgezet, ineens ook alle extra bescherming wegvalt. Zodra je medische data exporteert naar een commerciële omgeving, vervallen alle eerdere – met veel pijn en moeite – ingebouwde beschermingen.

En dan blijk je ineens geen enkel recht meer over te houden.

Koning Koopman

Overheden bepleiten allerlei nobele dingen voor volk en toekomst. Dat staat chic en beschaafd, het getuigt van hooggestemde intenties. En het klinkt prettig ambitieus, ja zelfs een tikkeltje wild: ‘Kijk ons eens durven…? Wij maken ons openlijk hard voor mensenrechten, voor duurzaamheid! Daar staan wij vierkant vóór!’

Maar ja. Zodra diezelfde overheid merkt dat de consequenties van haar opstelling in eigen vlees snijden, is het snel gedaan met die hoogdravendheid. Dan gaan politici ineens wiebelen en slalommen, zijn de mitsen en de maren niet van de lucht.

Neem schone energie. Iedereen weet dat fossiele brandstof op haar laatste benen loopt, en dat kernenergie onze problemen alleen maar afwentelt op latere generaties. Nog dieper in de aarde delven is geen oplossing: de enige duurzame energie komt uit zon, wind en water.

Maar zodra Shell zich daartegen verzet – zulk beleid tast hun monopolie aan – wil Nederland ineens toch graag naar schaliegas boren. Zelfs al weten we dat we de aardbodem daarmee onherstelbare schade toebrengen, dat schaliegas per definitie geen lange-termijnoplossing is, en dat zulke strapatsen vooral de aandacht afleiden van wat we écht nodig hebben, te weten: schone, duurzame energie.

Want stel je toch eens voor dat ons vooruitstrevende, beschaafde beleid aan bestaande belangen zou tornen. Dat het gevestigde partijen geld zou kosten. Dat was niet de bedoeling.

En zo vallen we telkens terug op hoe de dingen ooit waren, vergeten we al onze nobele intenties, ja zelfs de hang naar dat tikkeltje wilde, en bestendigen we alsnog de status quo. Mooie plannen verworden tot niks dan zoethoudertjes: praatjes voor de vaak.

Rusland criminaliseert homoseksualiteit. Rusland organiseert de Olympische Spelen. Nederland beweert internationaal voor de rechten van homoseksuelen te staan, maar komt intussen opdraven met de grootst denkbare overheidsdelegatie: koning, koningin, minister-president, plus de minister van sport. Dat zich onder onze eigen deelnemende sportlieden ook homoseksuele sporters bevinden, verdoezelen we. Want dat komt even niet handig uit.

Je ziet het steeds weer. We strijden tegen tabak. Geweldig, want dat spul veroorzaakt honderdduizenden doden per jaar, en er is inmiddels een veel gezondere manier om van nicotine te genieten: elektrisch roken, oftewel dampen. Maar dampen tast oude monopolies aan, en de overheid verliest daardoor haar tabaksaccijnzen. Dus wordt dampen in het verdomhoekje gezet, nota bene met een beroep op diezelfde volksgezondheid.

Dat de overheid te vaak naar haar eigen korte-termijnbelang kijkt, is niet zo verrassend. Het is zelfs niet onbegrijpelijk. Maar dat men het dan doet voorkomen alsof de moraal heeft gezegevierd – dát is pas echt onverteerbaar.

Duur bedrog

Bijna twee miljoen mensen in de VS hebben te maken gehad met identiteitsfraude op medisch vlak. Anderen gingen onder hun naam naar een arts of ziekenhuis, en lieten zich daar voor allerlei kwalen behandelen. Het resultaat: foute en vervuilde patiëntendossiers, verkeerde behandelingen, en soms zelfs verkeerde diagnoses. Want hoe bedenk je als arts nu dat iemand wellicht een acute blindedarmontsteking heeft, als het ding er volgens iemands EPD al drie jaar uit is?

Een recente studie wees uit dat 15% van de slachtoffers van dergelijke medische fraude later een verkeerde diagnose kreeg, 12% kreeg een verkeerde behandeling, bij 14% werd de juiste behandeling te laat ingezet, en 11% kreeg verkeerde medicijnen voorgeschreven. Mensen staan foutief te boek als drugsverslaafd, krijgen penicilline voorgeschreven terwijl ze er allergisch voor zijn (‘De vorige keer kreeg u dit toch ook!’), of krijgen ineens een geschiedenis van potentieel kindermishandelaar op hun conto geschreven.

Omdat Amerikaanse zorgverzekeringen vaak maar een beperkte dekking hebben, levert deze fraude de slachtoffers ook financieel een fikse schadepost op. Bij elkaar hebben de twee miljoen bedrogenen ongeveer 12 miljard dollar moeten ophoesten voor medische hulp en behandelingen die zijzelf niet hebben gekregen, maar die niettemin wel op hun naam staan geregistreerd.

De meest pijnlijke ontdekking van het onderzoek is dat ruim de helft van deze fraude wordt uitgevoerd door bekenden. Vrienden of familie van het slachtoffer gaan op diens gejatte pasje naar het ziekenhuis en geven zich daar voor hem uit. Een truc die, anders dan hier, meestal werkt omdat Amerikanen in nood eerder naar de Eerste Hulp gaan dan naar een huisarts. En op de Eerste Hulp kent niemand je.

Ontdekken de gedupeerden de fraude, dan blijken ze vaak huiverig om aangifte te doen. Je eigen broer of buurvrouw geef je immers niet zomaar aan. Meestal verandert dat pas wanneer de vals uitgevaardigde rekeningen flink gepeperd raken.

De motieven voor deze fraude? Soms willen mensen niet met hun hebben en houwen in een medisch dossier belanden. Denk aan geslachtsziektes, en aan alcohol- en drugsverslaafden. Zo’n aantekening in je papieren kan je nog lang achtervolgen, en dus wil je ook met gerelateerde klachten niet komen aanzetten. Daar kan ik me een boel bij voorstellen, zeker nu onze persoonlijke gegevens overal opduiken en ons soms hinderlijk achtervolgen.

Maar meestal wordt de fraude geboren uit geldgebrek. Miljoenen hardwerkende Amerikanen hebben geen enkele zorgverzekering, want die is onbetaalbaar voor ze; wie wel verzekerd is, heeft vaak een beperkte dekking. Uit die ellende komt, zo leren we nu, medische fraude en identiteitsdiefstal voort.

Er is veel, heel veel, te zeggen voor een verplichte basisverzekering voor iedereen. Al was het maar omdat die mensen tegen zichzelf en tegen elkaar beschermt.

Inzamelen

Alweer zien we de onttakeling van een organisatie die kankeractivisme voorstond. Nadat eerder Pink Ribbon, LiveStrong en Alpe d’HuZes door het slijk moesten, viel vorige week Inspire2Live in duigen.

Het verhaal verandert niet. Een goedbedoelende organisatie zet acties op om onderzoek naar kanker te financieren. Koop een roze lintje of een gele armband, koop ons blad, schaf een roze stofzuiger aan! Ga gesponsord rennen of fietsen, verzamel geld voor het goede doel!

We doen massaal mee. Het geeft een fijn gevoel dat we hoogstpersoonlijk meehelpen om te ‘strijden’ tegen kanker’. Niet eerder was je zo heldhaftig en sociaal terwijl je simpelweg iets kocht, of je sportschoenen onderbond.

LiveStrong ging ten onder aan malversaties. Voorman Lance Armstrong bleek in doping gedompeld te zijn en misbruikte de kas van LiveStrong om zijn rechtszaken te bekostigen.

Inspire2Live – opgericht vanuit Alpe d’HuZes, die beloofde volkomen strijkstokvrij te zijn – probeerde via een coup de moederstichting in handen te krijgen, en gaf twee bestuursleden lucratieve opdrachten ter waarde van bijna een half miljoen.

Pink Ribbon gaf tot half 2010 geen cent uit aan wetenschappelijk onderzoek naar kanker. De schamele 15% van hun totale inkomsten die naar onderzoek ging, belandde bij sociaal-maatschappelijke studies. Maar dat geld was nooit bedoeld voor studies naar het ‘omgaan’ met kanker, of naar de effecten van psychosociale zorg. Het was ingezameld om kanker te bestrijden; voor studies naar preventie, behandeling en genezing.

Intussen tastte het geld zich op. Medio 2010 had Pink Ribbon bijna zeven miljoen op de plank liggen, wachtend op een doel.

Evenzo Alpe d’HuZes. Sinds 2006 hebben enthousiaste deelnemers liefst 75 miljoen euro bij elkaar gefietst, en 37 miljoen daarvan – dat is de helft! – ligt te verstoffen.

De organisaties verdedigen hun slapende, almaar aanwassende gelden met een beroep op procedures. Het kost tijd om onderzoeksvoorstellen degelijk te beoordelen, zeggen ze. Maar onderzoekers vertellen dat ze niet langer aanvragen indienen bij Alpe d’HuZes. Meestal krijgen ze namelijk nul op rekest: de criteria zijn te nauw, en wetenschappelijk weinig innovatief.

Dramatische publieksacties leveren kennelijk niks op. Wat te doen?

Organiseer gerust sponsorlopen en fietspartijen, maar eis als deelnemer dat opbrengsten rechtstreeks naar het KWF vloeien. Zij zijn uitgerust om te bepalen welk onderzoek zinnig is, kunnen studies coördineren en een grensoverschrijdende aanpak financieren.

Omgekeerd dient het KWF strenger te zijn over al dat goedbedoelde activisme. Hun samenwerking met Pink Ribbon en Alpe d’HuZes verhindert momenteel dat daartoe ingezameld geld daadwerkelijk bij onderzoekers belandt. Dat kan niet de bedoeling zijn…

En wilt u persoonlijk iets doen? Wees dan gewoon lief voor een kankerpatiënt. Haal boodschappen, maak hun huis aan kant, en vooral: zeur niet tegen ze over ‘strijden’ tegen kanker.