Doorschuiven en afwentelen

VVD-leus in 2012Nederland houdt zich vast aan vergane glorie. We prijzen onze liberale opvattingen van leven en laten leven, onze polderpolitiek en compromisbereidheid: liever eindeloos praten dan de hakken in het zand zetten.

Rutte vindt ons zodoende nog steeds een puik land. Maar doorpakken kunnen of durven onze politici niet, wanneer iets tegen de gevestigde orde in gaat: niet bij de aardbevingsschade, niet bij het almaar uitdijende toeslagenschandaal, niet bij de Belastingdienst die tegen alle regels in zwarte lijsten van burgers aanlegt, en al helemaal niet bij de coronacrisis.

Zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet, lijkt het devies: maar juist door dat halfzachte beleid neemt het wantrouwen jegens de overheid toe en ondergraaft de regering haar eigen beleid. Daar komt het inhoudelijke gezwalk nog eens bovenop. Telkenmale wordt het kabinet ‘verrast’ door ontwikkelingen die elk weldenkend mens van mijlenver zag aankomen. En wie krijgt de schuld van de wederom oplaaiende pandemie? De burgers, die niet goed genoeg luisteren of niet weten wat goed voor ze is.

Intussen blijft Rutte roepen hoe geweldig wij zijn, wat vooral een verpakte zelffelicitatie is: want dat vermeende succes schrijft hij uiteraard op eigen conto. Maar Nederland gaat zich permanent te buiten aan doorschuif- en afwentelpolitiek. In doorschuiven zijn we echt heel goed. De ziekenhuizen kunnen de toevloed van coronapatiënten voor de derde keer niet aan? Geen reden om het beleid grondig te herzien: we maken gewoon weer een plan om zieken over te brengen naar Duitsland, daar hebben ze nog wel bedden. (Hier hebben we die al jaren geleden wegbezuinigd: Nederland heeft twee ziekenhuisbedden per duizend inwoners, waar Duitsland er zes per duizend heeft, plus een relatief veel grotere IC-capaciteit.)

De risico’s van de gaswinning, die al decennia bekend zijn, schuiven we af op de Groningers. Zeuren die te veel over langzaam instortende huizen en de ongehoord trage schadeafwikkeling, dan gooien we er een nieuwe overheidscommissie tegenaan: dat zal ze leren. Alles liever dan de NAM te dwingen in de buidel te tasten. De gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben hun geld nog niet terug? Laten we eens rustig bestuderen hoe dat precies moet, slachtoffers schadeloosstellen en compenseren voor het leed dat hen is aangedaan. Daar moeten we wel eerst een rekenmodel voor ontwikkelen, en extra ambtenaren voor inhuren.

Ook de kabinetsformatie is een eindeloos doorschuifspel: de deelnemende partijen hebben nu het record van de langste naoorlogse formatie. Intussen benadrukken ze om het hardst dat een akkoord urgent is. Maar zorgen dat het er komt? Ho maar.

En nu gaat Rutte vergaderen over maatregelen om de klimaatcrisis te beteugelen, een crisis hij permanent heeft gebagatelliseerd. Het probleem doorschuiven naar de volgende generatie ligt hem meer: ‘We moeten immers wel kunnen blijven barbecueën,’ zei hij nog deze zomer.

Als ik een tijdmachine had, zou ik Rutte erin stoppen. Wellicht dat hij dan leert dat regeren vooruitzien is.

[Beeld: VVD-leus in 2012]

Op zorg besparen? Kijk naar de structuur!

De kosten van de gezondheidszorg lopen op. De Volkskrant maakte een rondje langs experts en publiceerde gisteren een overzicht van ‘scherpe keuzes’ die de uitgaven kunnen beteugelen. Het was nogal een ratjetoe: van eerst pijnbestrijding en fysiotherapie proberen voordat je bij artrose een nieuwe knie of heup plaatst, wat toch staande praktijk is, tot huur vragen aan mensen die in een verpleeg- of verzorgingstehuis verblijven (er is nu al een eigen bijdrage: die kan oplopen tot 900 euro per maand voor mensen wier partner nog thuis woont, en tot 2470 euro voor alleenstaanden).

Voorts kwam de discussie op levensrekkende medicijnen, vaak op het gebied van kanker. Zulke medicijnen zijn vaak extreem duur en rekken iemands leven meestal slechts met een paar maanden. Intussen staat het de farmaceuten zo ongeveer vrij om ervoor te vragen wat ze willen. Zorg aan sommige patiënten weigeren was de meest heikele optie die genoemd werd.

Wat me opviel, was de beperkte blik: de experts bepaalden zich tot de zorg zelf, op dat ene uitstapje naar de prijsmechanismes achter nieuwe medicijnen na. Maar daaromheen zitten allerlei bedrijfsstructuren en betalingsregelingen, waarvan een deel juist vergemakkelijkt dat het geld er met bakken tegelijk uitgaat.

Zo heeft de versplintering van de thuiszorg en de jeugdzorg die optrad na de decentralisatie in 2015 de opkomst van zorgcowboys in de hand gewerkt: handige jongens en snelle meiden, die soms in hun eentje binnen een paar jaar een miljoenenwinst uit hun zorgbedrijfje naar hun bv weten over te hevelen – en zo de gemeentelijke begrotingen vakkundig in de soep draaien.

Ook de opkomst van tientallen dyslexie-bedrijfjes en paardenknuffelaars zorgde voor een ingrijpende verschuiving: deze verhoudingsgewijs eenvoudige zorg slokt gaandeweg een groter deel van het budget op, wat uiteindelijk ten koste gaat van kinderen met complexe problemen. Zo constateerde Follow the Money vorige maand dat van de tien jeugdzorg-bv’s die de meeste winst maakten, liefst zeven zich bezighielden met dyslexie- en onderwijszorg: laaghangend fruit plukken loont. Instellingen voor complexe jeugdzorg moeten juist steeds vaker op een houtje bijten.

De zorg wordt steeds meer een markt, en dat doet haar geen goed. Inmiddels storten buitenlandse investeringsmaatschappijen zich al op de dementiezorg, je houdt je hart vast. Winstmarges van 10 procent – waarboven een instelling dividend aan haar investeerders mag uitkeren – zijn daar niet ongewoon. Maar dat is allemaal publiek geld dat wegstroomt uit de zorg, en dus doodzonde.

Ook op andere vlakken kan de overheid bepaald meer doen. Een fikse suikertaks instellen, bijvoorbeeld – en niet alleen voor frisdrank. Dat leidt er bewijsbaar toe dat kinderen en volwassenen minder suiker consumeren: goed voor hun tanden en voor hun gewicht, en een grote steun in de strijd tegen diabetes. Dat levert op termijn een enorme besparing op. Laat de vruchten van zo’n suikertaks intussen vooral ten goede komen aan de huidige zorg.

[Beeld:  publicdomainsvectors]

Kaartenhuis

De Ombudsman zei het gisteren voor de zoveelste keer: het gaat fout met het afhandelen van de toeslagenaffaire. De gedupeerden werden getroffen in de periode 2007-2016, en de meesten wachten nu al minstens vijf jaar op de afhandeling van hun klachten. En er zit nog altijd geen schot in: deels omdat er veel meer gedupeerden bleken te zijn dan het ministerie van Financiën had voorzien, deels omdat de afhandeling van klachten erover zo lang duurt dat nu klachten binnenstromen over de afhandeling van de klachten.

Het is om gek van te worden. Het kabinet viel erover, er werd een speciale tegemoetkoming bedacht voor gedupeerden (de ‘Catshuis-regeling’), er werd een nieuwe afdeling bij de Belastingdienst opgezet om de zaak vlot te trekken – en het helpt allemaal amper. De hele boel zakt verder weg in de bureaucratische modder.

Ondertussen zijn de meeste mensen die door toedoen van de overheid met schulden zijn opgezadeld, als wanbetaler zijn geregistreerd, failliet zijn gegaan, hun huis zijn uitgezet, die soms zelfs hun kinderen zijn ontnomen en meer in het algemeen hun leven grondig in de vernieling zagen worden gedraaid, en dit alles meestal op grond van een racistisch geënte verdenking, nog steeds niet gecompenseerd. Ze hebben zelfs niet de toeslagen teruggekregen die onterecht zijn teruggevorderd.

Hoe ingewikkeld kun je het maken? De gedupeerden moeten eerst aantonen dat ze gedupeerd zijn, en daarna buigt een onderbemensde afdeling zich over het bewijsmateriaal – en doet dat van geval tot geval. Aangezien er inmiddels zo’n 47 duizend mensen zich hebben gemeld, gaat die klus nog jaren duren. Moeten ze heus zo lang doormodderen?

De Belastingdienst weet toch wie zij zelf op grond van een algoritme op een zwarte lijst heeft gezet? Dat zijn naar schatting zo’n 10 duizend mensen. Betaal hen meteen hun teruggevorderde toeslagen en incassokosten terug, dan hebben zij tenminste weer ademruimte. Een ander – groot – deel bestaat uit mensen bij wie de volledige toeslag, van vaak tienduizenden euro, werd teruggevorderd omdat ze een klein deel van hun eigen bijdrage, vaak maar een paar honderd euro, niet zelf hadden betaald maar anderen dat voor hen deden. Ook die gevallen moet je er makkelijk kunnen uitvissen en tenminste de onterecht teruggeëiste toeslag opnieuw uitbetalen, en wel meteen.

Ja, de kans bestaat dat er daarbij fouten in het voordeel van de dupeerden worden gemaakt. Maar ja, dat is niet hun fout. Al hun eerdere klachten werden genegeerd. Bovendien is het op individuele basis afhandelen van klachten knetterduur: per dossier is de Belastingdienst gemiddeld 50 uur kwijt. Ruimhartig zijn is niet alleen fair, het is waarschijnlijk zelfs goedkoper.

Maar staatsecretaris Van Huffelen – ze lijkt als twee druppels water op de Rode Koningin uit Tim Burtons Alice in Wonderland – weet van geen wijken. Maar Alice wist: ‘Jullie zijn niets dan een kaartenhuis.’ Iemand moet de kaarten anders gaan delen.

[Beeld: Helena Bonham Carter als De Rode Koningin]

Met oorlog breng je geen vrede

Los van alle ellende – voor zover dat kan, tenminste, want de beelden van het vliegveld bij Kabul zijn haast niet om aan te zien: mensen met doodsangst in hun ogen, ouders die in paniek hun kindje doorgeven, in de hoop dat een ander het mee zal nemen, weg het land uit – los van al die ellende dringt een vraag zich op. Wat is in ’s hemelsnaam het nut van oorlog?

Kun je, zoals de Verenigde Staten al sinds de Vietnamoorlog in de jaren ’60 volhouden, inderdaad ‘the hearts and minds’ van de bevolking veroveren nadat je een land eerst bent binnengevallen, en het vervolgens aan gort hebt gebombardeerd? Vietnam, Irak, Afghanistan – overal speelt die vraag.

Kun je als buitenlandse macht ooit nog op goede voet met de bevolking komen te staan, wanneer je die eerst als collateral damage hebt behandeld? Wanneer je met drones argeloze bruiloftsgasten hebt opgeblazen, en de kinderen van een land collectief hebt verweesd? Wanneer je, zoals Nederland in Srebrenica overkwam, in de positie raakt dat je onderdeel wordt van een burgeroorlog en je jezelf machteloos laat gebruiken door de overheersende partij?

Maken zulke oorlogen de taak van de internationale blauwhelmen – die hoofdzakelijk afstand tussen de strijdende partijen pogen te scheppen – niet duizendmaal moeilijker dan die al is?

Steeds meer ga ik geloven dat het enige dat je kunt doen voor een land dat in burgeroorlog verkeert, niet bestaat uit dat land invallen, maar uit lokale initiatieven versterken en waar je maar kunt de nood lenigen. Pleisters plakken, voedsel en schoon water verstrekken, schooltjes oprichten, de lokale pers helpen, ziekenhuizen bouwen, dorpsraden consulteren. En wanneer die schooltjes en ziekenhuizen worden gebombardeerd, met koppig optimisme weer van voor af aan beginnen.

Het werk van Artsen Zonder Grenzen, het Rode Kruis, Reporters Sans Frontières is moeilijk, maar zaait minder wantrouwen en biedt uiteindelijk meer perspectief. Je bouwt geen democratie met legers; die metsel je met geduld, vertrouwen, overtuiging, standvastigheid en betrouwbaar zijn. Tegen dictatoriale regimes en terroristische groeperingen bestaat geen quick fix – alleen stug volhouden, in samenwerking met de bevolking.

Niet dat je internationaal met lege handen hoeft te staan. Ook sancties kunnen werken, net als fondsen intrekken, beslag leggen op de rekeningen van oorlogsfinanciers en regimes uitsluiten van internationale gremia. Maar daar win je weinig mee – je voorkomt hooguit erger. De lokale democratie versterken is het enige dat werkelijk perspectief biedt.

Maar dat betekent ook dat je strenger moet zijn tegen regismes die nu nog overwegend als ‘friendly’ worden beschouwd. Van Jair Bolsonaro en Vladimir Poetin tot Recep Tayyip Erdoğan en Viktor Orbán – wees strenger tegen hen, al was het maar omdat het weinig helpt om daar toe te staan wat je elders verwerpelijk zegt te vinden.

De slogan uit de jaren zestig – make peace, not war – was zo dom nog niet.

[Beeld: Wikimedia]

De elementen

De klimaatverandering – die in de hoofden van veel mensen pas over vele jaren effect zal hebben – doet zich nu al stevig voelen, ook in ons veilig gewaande Europa. De schade van de overstromingen van afgelopen maand bedragen alleen al in Duitsland zo’n 30 miljard. In België zijn door de overstromingen negenduizend gezinnen dakloos geworden, duizenden andere hebben de komende maanden geen water, gas of elektriciteit, en de helft van het Waalse spoornet functioneert voorlopig niet.

In Zuid-Europa en Turkije kampen ze met vuur dat zich niet laat blussen Tienduizenden mensen zijn geëvacueerd, duizenden huizen afgefikt, honderdduizenden dieren levend verbrand, enorme lappen grond totaal verwoest. Ook gingen er zo tonnen CO2 extra in de lucht. Dat terwijl de uitstoot ervan in ons gewone doen al stijgt, hoe hard we ook roepen dat we die willen bedwingen.

In grote gebieden heerst droogte. Oogsten mislukken, de grondwaterspiegel daalt, de grond klinkt in en zorgt voor verzakkingen en schade aan huizen. Het zeewater warmt op; vissen en schelpdieren sterven massaal.

En de ene ‘natuurramp’ haalt de andere uit; door de droogte vat de boel makkelijker vuur, door de branden wordt de CO2-uitstoot hoger, door de CO2-uitstoot warmt de aarde sneller op, bij warme lucht zijn regenbuien heftiger en langduriger. We scheppen een angstig makende spiraal.

Het is een peuleschil, afgezet tegen wat ons te wachten staat als we niet verduveld snel bij zinnen komen. Het kan nog – het kan nog net. Niet dat we de schade die al is aangericht ongedaan kunnen maken. We kunnen haar wel stoppen, of afremmen, en zo onszelf wat tijd kopen. Maar de stikstof die we al hebben uitgestoten: nee, die krijgen we niet meer uit de atmosfeer. Zeker niet nu zelfs de Amazone meer uitstoot dan ze kan opnemen.

Op de tegenwerping dat klimaatmaatregelen zo duur zijn, is maar één antwoord: ze niet nemen, dat is pas duur – en kost nu al levens. Zie Duitsland: wat hadden ze daar niet kunnen doen met een investering van 30 miljard in schone energie, zuiniger verbruik en vergroening, duurzaam vervoer, biologisch boeren, watermanagement, de transitie van gas en kolen naar zon en wind? Nu is dat geld hard nodig om gaten te dichten en leed te stelpen: nu gebruik je het achteraf, omdat het kwaad al is geschied, niet om ellende te voorkomen.

Mogen we alsjeblieft een gevoel van urgentie krijgen. Laat ons alsjeblieft onze kinderen beschermen. Hef fikse belasting op alle vervuiling. Laat ons een verbod instellen op kolen, gas snel uitfaseren, en op alle daken van alle huizen, fabrieken en kantoren zonnepanelen leggen. Schaf de KLM af, en hijs de NS op haar troon: wie op vakantie wil, kan met de trein. Reserveer vliegtuigen voor het blussen van branden en voor urgent vervoer. Belast de vlees- en mestproductie, en stop monocultuur in de landbouw. En vooral: doe meer.

Want de aarde trekt ons gedrag niet meer.

[Beeld: via Maarten Reijnders, op Twitter]

Wie het eerst boven is

De nieuwsberichten stonden terecht op dezelfde pagina in mijn ochtendkrant. Samen vormden ze het wrangste commentaar op de huidige wereld dat je je maar kunt voorstellen. Rechtsboven meldde de krant het besluit van de G20 om een wereldwijde winstbelasting voor multinationals in te stellen. Dat moest hun weergaloze belastingontduiking en vernuftige geschuif met bv’s ietwat tegengaan, en voorkomen dat het mega-grootkapitaal ’s werelds overheden en werknemers nog verder leegzoog.

Shell betaalt, zoals u weet, amper belasting in Nederland, maar eist wel op hoge toon investeringen, genoegdoeningen, compensaties en subsidies van de staat. En de gemiddelde Amazon-werknemer, die amper een minimumloon krijgt – en soms ook geen plaspauzes, zodat-ie in een fles moet pissen – betaalt verhoudingsgewijs meer belasting dan de baas van het bedrijf.

Daaronder stond een stuk over wat drie van de rijkste mannen ter wereld met hun achtergehouden geld doen: een wedstrijdje space race spelen. Wie het eerste boven is. Elon Musk (van PayPal en Tesla), Richard Branson (Virgin Records en Virgin Airlines) en Jeff Bezos (Amazon) streden om de eer, en dit weekend bleek dat Branson had gewonnen: hij was buiten de dampkring geweest en had vier minuten gewichtsloos in de cabine van zijn Unity kunnen zweven.

Branson wil te zijner tijd toeristenvluchten buiten de dampkring aanbieden, hij heeft al 600 kaartjes verkocht, à raison van 200 tot 250 duizend dollar. Musk plant intussen commerciële vluchten rond de aarde en om de maan. In een tijd dat we collectief moeten minderen met vliegen om als soort te kunnen overleven, is dit conspicuous consumerism gekruisd met toxic masculinity. Ik koop, ik koop, ik koop wat jij niet kunt, en wat alles wat voor jou overblijft, maak ik lekker kapot.

Dan liever de ex van Bezos, die na hun scheiding haar aandeel in hun werk opeiste en van de rechter in juni 2019 de lieve som van 38 miljard dollar kreeg toegewezen, pakweg een kwart van hun gezamenlijke vermogen (MacKenzie Scott is inmiddels naar schatting 57 miljard euro waard). Scott beloofde minstens de helft van haar vermogen weg te geven, en ging met verve aan de slag. In anderhalf jaar tijd heeft ze een slordige 10 miljard dollar gedoneerd aan voedselbanken en aantal organisaties die racisme bestrijden, gelijke rechten voor minderheden, vrouwen en LBTHQI’ers voorstaan, en die gezondheid en klimaatbeheersing promoten. Ze ‘probeert geld weg te geven dat is vergaard binnen een systeem dat dringend verandering behoeft’.

Het is prachtig dat Scott dat doet. Maar ook: ze kan het lijden, met zulk kapitaal achter de hand (en geheid dat ze de giften dubbel en dwars van de belasting kan aftrekken).

Maar dat de rijken steeds rijker worden en kapitaal zich – net als armoede – exponentieel uitbreidt, dat voorkom je er niet mee. Daar zijn eerlijker belastingen voor nodig.

Het is tijd om die drie mannen hun speeltjes af te pakken.

[Beeld: Sustainable Economies Law Center op Flickr]

Tijd voor nieuwe verkiezingen?

Die formatie duurt maar, en schiet geen sikkepit op. Alle eerder bedachte coalities worden alleen maar onmogelijker nu het CDA – dat sinds dik 40 zetels onder Balkenende is teruggevallen naar 14 zetels nu – implodeert onder alle schandalen en het gif er tegen de plinten klotst.

Belangrijker is dat het demissionaire kabinet er in toenemende mate een zooi van maakt. De voorzitter van de Algemene Rekenkamer hield vorige maand een donderspeech nadat bleek dat, ondanks zijn eerdere waarschuwingen, een aantal departementen de boel in het geheel niet op orde had. Hij constateerde dat het kabinet in 2020 voor 9,1 miljard aan verplichtingen en 4,3 miljard aan uitgaven niet kon verantwoorden. VWS had, zo meldde de Rekenkamer, zelfs moeite met het opstellen van een jaarrekening.

Voorts had de regering het budgetrecht van de Kamer geschonden door grote verplichtingen aan te gaan zonder de Kamer daarover – zoals het hoort – op voorhand te informeren. (Dat had minister Hoekstra al eerder geflikt, toen hij achter de rug van de Kamer om aandelen Air France kocht, waarvoor hij in 2020 al op z’n kop kreeg van diezelfde Rekenkamer: het is een wetsovertreding.)

Alleen al de laatste maanden zijn daar een aantal schandvlekken bijgekomen: VWS trok circa 1 miljard uit voor ‘Testen voor toegang’ zonder een aanbesteding te doen (wat verplicht is). Het negeerde de bestaande teststraten daarbij, zodat er nu circa 76 nieuwe teststraten zijn bijgebouwd waar amper iemand komt, terwijl de uitbaters niettemin een gegarandeerde omzet krijgen. Ook worden aangenomen moties genegeerd. En dan laat ik de CDA-prominent nog ongenoemd die nutteloze mondkapjes mocht leveren en die deal met minstens 20 miljoen winst afsloot.

Daarnaast kampen we met een demissionair premier die zijn geheugen nog steeds kwijt is en een departement dat op een berg verloren gewaande brieven en memo’s zit. En als kers op de taart zijn de slachtoffers van de toeslagenaffaire nog altijd niet geholpen en stikken ze in hun schulden. Intussen denkt Rutte goede sier te maken met afgekloven ideeën over macht en tegenmacht.

Het vertrouwen in de politiek daalt zienderogen, en dat valt dit kabinet aan te rekenen. En het erge is: dingen afbreken gaat altijd stukken sneller dan ze weer in elkaar metselen.

Als het Kaag menens was, met haar campagne over een eerlijker politiek, pleit ze nu voor nieuwe verkiezingen: doormodderen begint intussen gevaarlijk te worden, en maakt meer kapot dan ons lief is – temeer daar de huidige regeringspartijen zich laten gijzelen door de hoop op een plaatsje in een nieuw kabinet.

En laat de Kamer in hemelsnaam haar eigen macht ter hand nemen en dit kabinet het vuur aan de schenen leggen: ook demissionaire ministers kunnen tot aftreden worden verplicht; ongeacht of ze Hoekstra of De Jonge heten. En weet: een demissionair kabinet kan verkiezingen uitschrijven – of daartoe door de Kamer worden gedwongen.

[Beeld (fragment): Zairon op Wikimedia, CC0]

Onze bureaucratie is failliet

Onze bureaucratie woekert maar door.

We hebben zo’n 25 GGD’en in Nederland, elk met een eigen registratiesysteem, wat nogal lastig bleek te zijn toen medewerkers van callcenters er afspraken voor coronatesten en de uitkomsten daarvan in moesten registreren. Ze waren veel tijd kwijt met het uitzoeken hoe elke GGD de gegevens gebruikte. Ook bleek het systeem lek.

We hebben tegenwoordig circa 19 manieren om vast te leggen of iemand al tegen corona is gevaccineerd, en zo ja, waarmee en wanneer. Terwijl we ongeveer weten hoeveel mensen er in Nederland zijn gevaccineerd, is er op centraal niveau geen enkel zicht wie dat zijn, zodat het plan voor een coronapaspoort in duigen viel. Daarop kwam men op het idee het oude vaccinatieboekje te gebruiken, maar sommige regio’s waren daar aanvankelijk dan weer op tegen.

Bij de Jeugdbescherming zijn grote wachtlijsten. Hoeveel kinderen en gezinnen daar in totaal wachten totdat ze iemand krijgen toegewezen, weet niemand: er is geen centrale registratie, en elke regionale jeugdbeschermingsorganisatie pakt de wachtlijstenregistratie anders aan.

Tegelijkertijd wordt het beleid noch de uitvoering ervan beter van al die bureaucratie. In tegendeel.

Voor het aanvragen van zorg voor zulke kinderen heeft elke gemeente weer andere systemen ingericht. Ik leerde afgelopen weekend dat jeugdbeschermers onderling appgroepjes hebben waarin ze elkaar helpen uitzoeken voor welke hulp in welke gemeente ze welk aanvraagformulier moeten gebruiken. Overal moet dat namelijk anders. Het kost ze handenvol tijd – en ze hebben maar twee uur per week, per gezin. Dan is hun budget op.

Gemeenten klagen dat ze te veel geld kwijt zijn aan de jeugdzorg, maar weten niet te vertellen welke bedragen ze aan welk zorgbedrijf hebben betaald; daar hebben ze geen goede overzichten van.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het afgelopen jaar 5,1 miljard uitgegeven die het niet kan verantwoorden: er zijn gewoonweg geen bonnetjes van. Soms is niet eens duidelijk of er wel iets is geleverd boor het betaalde geld. Dat probleem komt niet alleen door corona: het speelt al twintig jaar bij VWS, legde de president van de Algemene Rekenkamer afgelopen weekend in NRC Handelsblad uit. 5,1 miljard: dat komt aardig in de buurt van de begroting van heel Amsterdam.

En intussen is de bureaucratie leidend geworden voor hoe burgers worden bejegend. We lijden onder die bureaucratie, vooral wie minder geld heeft of minder goede connecties. Mensen worden er makkelijk op afgerekend wanneer ze een overheidsformulier verkeerd invullen. Of ze worden vanwege een algoritmische beslissing verdacht gemaakt, en vervolgens plant het label dat ze fraudeurs zouden zijn zich ongecontroleerd voort, door alle systemen heen – zelfs in die mate dat de overheid niet meer weet hoe die valselijk beschuldigde mensen nog van dat onheuse label kunnen worden afgeholpen.

Iets meer centrale regie, iets minder bureaucratie – het zou geen slecht idee zijn.

[Beeld (fragment): Mariann Szöke / Pixabay]

Rutte is het oog van de orkaan

Een op de vijf Nederlandse gezinnen zit in de schulden. Vast werk voor jongeren is tegenwoordig eerder uitzondering dan regel. De dakloosheid is groot. De prijs van koopwoningen blijft maar stijgen, terwijl huurhuizen schaarser en duurder worden. We kunnen de mest niet meer kwijt. Dieren worden verminkt, gemaltraiteerd en dan opgedist. We stoten meer stikstof uit dan de ons omringende landen.

De overheid jaagt op mensen die ze vanwege hun achternaam of postcode als potentiële uitkeringsfraudeurs bestempelen, en behandelt die soms als schuldig zonder ze kans op weerwoord te geven.

De winsten van grootbedrijven stijgen, maar de lonen van hun werknemers allang niet meer. Overwinsten worden niet aangepakt, integendeel: multinationals krijgen dealtjes van de Belastingdienst, en Nederland prijkt hoog op de lijsten van landen die witwasconstructies op bestelling leveren. Bedrijven die gas oppompen in de noordelijke provincies worden schadeloos gesteld voor hun toekomstige inkomstenderving, maar de mensen die in Groningen, Drenthe en Friesland al jaren met kapotte huizen zitten, moeten geduld hebben.

Intussen kampen we – net als andere landen – met een pandemie, een klimaatcrisis, de ineenstorting van de biodiversiteit, gif in de grond, het water en de lucht, met complotdenkers die op hol slaan, en met extreme religies die het op de persvrijheid en de persoonlijke keuzes van andersdenkenden hebben voorzien.

Er is iets heel erg fout met de prioriteiten die de Nederlandse regeringen van de afgelopen jaren hebben gesteld – en Rutte is het oog van die orkaan. Hij is de man die anderen laat struikelen, of ze eigenhandig voor de bus gooit, als zijn beleid fout uitpakt, hij is de man die met dichtgetimmerde regeerakkoorden de Kamer buitenspel wil zetten. Hij is de premier die de doctrine verzon dat stukken die de overheid slecht uitkomen, voor de rest der natie mogen worden verdonkeremaand – omdat ambtenaren er tegenwoordig vooral zijn om bewindslieden uit de wind te houden, in plaats van burgers te dienen en problemen met rondom staand beleid te rapporteren (en die te helpen oplossen).

Anders dan Rutte beweert, is ons land niet zo ‘gaaf’ meer. Er is geen loon naar werken. Er is een probleem met racisme en vrouwenhaat, met homohaat en vreemdelingenhaat. We zijn goed geworden in blaming the victim. We zijn slecht in transparantie, in openheid van zaken geven en burgers kennen in beleid dat hen en hun toekomst aangaat. We eisen volledige transparantie van burgers, terwijl de overheid zelf zich afschermt van kritiek en zichzelf oncontroleerbaarder maakt.

Nu hebben we alweer een rel, ditmaal over Pieter Omtzigt; en weer is het een symptoom. Die rel is alleen van belang omdat Omtzigt staat voor alles wat Rutte onder het tapijt wil vegen, en vice versa: omdat Rutte voor alles staat dat Omtzigt aan het licht wil brengen.

Van Rutte zegt men wel dat hij van teflon is; alles glijdt van hem af. Maar teflon is onafbreekbaar gif, en dringt in alles door. Is een tefalpan eenmaal beschadigd, dan moet je hem subiet weggooien.

[Beeld: fragment van Arno Mikkor (EU2017EE) / Wikimedia / CC0]

Partij kiezen

De hoeveelheid politieke debatten die ik de laatste weken heb gezien en de aantallen kieswijzers die ik heb ingevuld, zijn haast niet bij te houden. Het stomme is: ik weet allang waar ik zo ongeveer op wil stemmen. Waarom vul ik die kieswijzers dan nog steeds in? Waarom leg ik mezelf en mijn overtuigingen langs de maat van allerlei willekeurige kieswijzers, die hun onderliggende keuzes zelden duidelijk maken?

Wil ik oprecht van mijn stuk worden gebracht, en ineens, out of the blue, met een eerder niet overwogen optie worden geconfronteerd? Zoek ik naar een deus ex machina? Of vul ik die stemwijzers in omdat ik hunker naar een externe, quasi-objectieve bevestiging dat wat ik allang dacht inderdaad de meest verstandige keuze is, mijn politieke overtuigingen in acht nemend? Terwijl ik dat doe, realiseer ik me dat dit alles zelfbedrog is.

Want laat dit duidelijk zijn: elke partij die nu nog steeds niet erkent dat ook in Nederland de kloof tussen arm en rijk, tussen bedrijven en werknemers, tussen woningbezitters en huurders, tussen vast werk en de flex economy de afgelopen jaren vrijwel onoverkomelijk is geworden, is domweg af. Onder de kabinetten-Rutte is het aantal daklozen hoger geworden dan ooit, leven ineens tienduizenden mensen met ‘tijdelijke’ huurcontracten, en is het netto-minimumloon niet gestegen – maar de lasten voor deze mensen wel. Ook is de fraudejacht op minvermogenden ingezet.

Ondertussen verdient de top van het bedrijfsleven goud geld. Al zes jaar geleden, in 2015, constateerde AH-vakkenvuller Soufian Afkir dat hij per uur 5,96 euro verdiende, terwijl AH-topman Dick Boer tezelfdertijd 1634 euro per uur beurde. Dat afgrijselijke verschil is sindsdien alleen maar groter geworden. Maar Albert Heijn – dat het uiterste heeft gevraagd van zijn medewerkers tijdens de coronacrisis – weigert om het minimumloon voor zijn werknemers te verhogen. Wel krijgt het upper management van AH dit jaar opnieuw de maximale bonus.

Zeur niet zo over je politieke keuze. Priegel niet dat je preferente partij het in alles met jou eens moet zijn voordat je hen je hen je stem wilt geven. Stel in ’s hemelsnaam jezelf niet zo centraal.

Een politieke partij is geen levenspartner. Van je lief – en van je ouders – accepteer je feilen, quirks, en rare tics, en toch houd je ontegenzeggelijk van ze. Waarom moet een politieke partij dan op alle punten scoren voordat die in aanmerking komt voor je stem? Je trouwt er toch niet mee? Waarom niet gekozen voor een club die een eind in je richting komt?

Kies voor de maatschappij die je wilt. Mag het grootkapitaal de weg bepalen? Moet de vervuiler betalen? Waarom zouden de sterkste schouders niet de meeste lasten dragen, temeer nu ze er alles aan doen om die verantwoordelijkheid te ontwijken? Wil je alles inzetten op de absurde jacht op bijstandsfraude, of zorgen dat de miljarden kostende witwasserij en belastingontwijking eindelijk worden aangepakt?

[Beeld: Bart op Flickr, Some rights reserved]