Gisteravond was de officiële opening van een grote tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam: Impressionisme – sensatie en inspiratie. Daar is ook werk van mij, uh, mee te maken :)
Zbigniew Wolny benaderde me een paar maanden geleden met een bijzonder verzoek: wilde ik een tekst schrijven bij een schilderij, of beter gezegd: gesprekken bedenken bij een schilderij? Hij zou die opnemen, allerlei omgevingsgeluiden erbij mixen en daarvan een geluidsinstallatie maken. Zodoende maakte hij er een sonic painting van. Afhankelijk van je positie voor het schilderij zou soms het ene, soms het andere gesprek luider opklinken, zodat je als het ware in het schilderij werd opgenomen. Het schilderij zou naar je uitreiken.
Ik vond het een fantastisch idee en deed graag mee. Het schilderij dat de Hermitage voor Zbigniews project had uitgekozen, was Bathing of Court Ladies in the 18th Century van Francois Flameng. Als voorbereiding bekeek ik een fikse stapel documentaires over het hof van Marie-Antoinette en las allerlei fragmenten uit de geschiedenis. Onderstaand mijn gesprekken. Hoofdpersonen: de twee hofdames linksachter de fontein, de twee jonge meisjes zittend rechts, en de liggende naakte vrouw rechtsvoor. [Een grotere versie van de afbeelding vindt u hier.]
Meisjes:
Thérèse (links, opgetogen): Mijn vader zei gisteren dat hij –
Virginie (rechts, onderbreekt haar): Och kijk nu Thérèse, daar komt Isabelle aan! Zij zou vandaag toch de Koningin vergezellen?
Thérèse: Hm. Men zegt dat Marie Antoinette haar niet kan uitstaan.
Hofdames:
Christine (staand): Madame Isabelle! U heeft besloten ons alsnog met uw aanwezigheid te vereren! Men zei dat u verhinderd zou zijn.
Isabelle (in koets): Ma chère Christine! Voor geen prijs zou ik het genoeglijke samenzijn hier missen.
Christine: En de Koningin? Wie heeft nu de eer om haar vandaag gezelschap te houden, als ik u vragen mag?
Isabelle: Hare Majesteit is vandaag helaas niet gedisponeerd.
Meisjes:
Virginie [giechelt]: Niemand kan haar uitstaan. Zelfs haar echtgenoot mijdt haar zo veel als hij kan.
Thérèse: Op mij maakt ze niettemin een prettige indruk, ik begrijp de aversie tegen haar niet goed.
Virginie: Men zegt dat ze heult met de libellisten.
Peinzende vrouw:
Heerlijk, de zon op mijn huid. En even geen kostuum aan, wat een opluchting. [..] Mijn korset knelt me meer dan normaal. [..] Ik zal toch niet zwanger zijn? God verhoede. Dit zijn geen tijden om een kind te krijgen. Het land roert zich, de Koning is besluiteloos, de Koningin verdrietig, en men betwist haar loyaliteit aan La France. ‘La Autrichienne’ noemen ze haar nu.
Hofdames:
Christine: Och, het spijt zeer me dat te horen… De arme, arme Koningin. Zelfs uw verkwikkende verschijning kon haar door zorgen geteisterde gemoed niet verlichten?
Isabelle: Zij liet mij weten dat ze troost hoopte te putten uit het gezelschap van haar kinderen. De gouvernante heeft ze zoeven naar de vertrekken van de Koningin begeleid.
Christine: Wij mogen God danken dat zij een tweede zoon heeft. Nu de Dauphin zo ernstig ziek is, is dat een grote troost voor haar en voor het volk. Wat zou er van Frankrijk worden zonder een troonopvolger?
Meisjes:
Thérèse: De libellisten?
Virginie: De schrijvers van die vuige pamfletten… Maar laat ons in hemelsnaam ons daarover niet bekommeren, politiek is zo’n vulgair onderwerp. Vertel me liever wat je vader zei.
Thérèse [begint te ratelen]: Je raadt het nooit. Ik ga trouwen! Papa nam me gisteren terzijde en vertelde me dat hij een kandidaat op het oog heeft. De onderhandelingen lopen voorspoedig, zei hij, hij verwacht eind deze week het contract te kunnen bezegelen. Stel je voor, Virginie, dan ben ik straks verloofd! Het is Eduard, een volle achterneef van de Koning.
Virginie: O! Dan kun je gelukkig hier in Versailles blijven!
Peinzende vrouw:
Men zegt dat de edelen binnenkort belasting zullen moeten gaan betalen. Alsof wij niet al voldoende kosten hebben, ik kan mijzelf nog amper een nieuwe jurk veroorloven… Als ik zwanger ben, zal ik heus een nieuw kostuum moeten aanschaffen. [is eventjes stil]
Hm! Kijk Madame Stéphanie daar dromerig zitten. Hoor ik het goed? Ze zingt zelfs een melodietje, het is lang geleden dat ik haar in zo’n goede stemming heb gezien. Zou ze eindelijk een minnaar hebben genomen? [..] Jammer dat Louis nooit een minnares heeft. Gebrek aan viriliteit schaadt de Koning. Een slappeling in bed is een slappeling daarbuiten.
Hofdames:
Isabelle: Was meneer uw echtgenoot gisteren ook aanwezig bij de vergadering van de Éstats Généraux? Men zegt dat de Communes besloten hebben om de Assemblée Constituante uit te roepen. Nadat de Koning de vergadering ophief, schijnt men dat bevel te hebben genegeerd.
Christine [afgemeten]: Madame, ik weet hoegenaamd niet wat mijn echtgenoot overdag uitvoert, en hijzelf is godzijdank zo verstandig om tijdens ons souper mijn eetlust niet met politiek gebabbel te bederven. Helaas is niet iedereen even delicaat als hij.
Isabelle [koeltjes]: Mijn oprechte excuses, ma chère. Ik verkeerde in de veronderstelling dat de toekomst van ons land op uw warme belangstelling mocht rekenen.
Meisjes:
Thérèse: Gisteravond passeerde ik hem toen we onze plaatsen innamen bij het grote diner, we waren maar een paar meter van elkaar af. Virginie, ik bezweer je dat hij me een smachtende blik toewierp! Ik kon geen hap meer door mijn keel krijgen.
Virginie: Eduard is een fiere man, recht van rug, en met sterk bloed. Jullie zullen zonder twijfel gelukkig worden…
Thérèse: O, ik ben nu al verliefd!
Peinzende vrouw:
En het hof maar roddelen over de lusten van de Koningin. Alsof haar hoofd naar affaires staat … Ik heb meelij met Marie Antoinette. Niemand vertrouwt haar, en straks sterft het enige dat ze Frankrijk heeft gegeven.
Hofdames:
Christine [vals liefjes]: Madame, de Koning is de toekomst van ons land. En de Dauphin. En u weet opperbest dat hun welzijn mij terdege aan het hart gaat.
Isabelle [idem]: Maar natuurlijk weet ik dat, Madame. U staat wijd en zijd bekend om uw grote hart.
Christine: U vleit mij, Madame.
Isabelle: Geen enkele vleierij doet u recht.
Meisjes:
Virginie: Krijg je een nieuwe jurk voor de verloving? En zal die nog wel op tijd gereed zijn, wanneer het contract mogelijk al deze week wordt gesloten?
Thérèse: Papa vertelde me dat de naaisters al aan het werk zijn gezet. Mama heeft hoogstpersoonlijk het dessin en de snit uitgekozen. Zachtgeel, met brede paniers aan weerszijden. Overmorgen ga ik hem passen! Wil je mee?
Virginie: Overmorgen? Dan kan ik niet… Mijn papa heeft, nu de Éstats Généraux ontbonden zijn, besloten een bezoek aan zijn neef in Italië te brengen. Mama en ik gaan mee. Hemel – ik besef nu pas dat ik dus niet op je verlovingsbal aanwezig kan zijn…
Thérèse: Nee toch! Ik had gehoopt dat je daar de kennismaking met mijn broer kon hernieuwen. Ik weet dat je een oogje op hem hebt.
Peinzende vrouw:
Hoor die meisjes toch… Haar papa wil een neef in Italië bezoeken? Me dunkt dat het niet om een simpele visite gaat. Ik vermoed dat haar papa voorlopig in Italië blijft. Dat zou een verstandig besluit zijn. Had ik maar familie in het buitenland…
Hofdames:
Christine: Kom Madame, ik zal u naar een geschikte plaats begeleiden.
Isabelle: Heel vriendelijk, u bent te goed!
Meisjes:
Virginie: Thérèse, ik ben zo verliefd…
Peinzende vrouw:
Ik hoop werkelijk dat ik niet zwanger ben.