Onverdraaglijk verdrag

Nadat de Parlementaire Werkgroep Auteursrecht kortgeleden haar rapport had uitgebracht, beloofde de regering haar huidige beleid voorlopig te handhaven. Op termijn wordt het auteursrecht aangescherpt – het downloaden van illegale kopieën wordt te zijner tijd verboden, terwijl dat nu mag – maar eerst, zo vond ook de regering, moest de entertainmentindustrie zelf met betere plannen komen om muziek, tv-series en films adequaat te distribueren en het legale aanbod te moderniseren.

Aan die voorgenomen strafbaarstelling van het downloaden van illegale kopieën kleven overigens grote principiële problemen. Hoe wil je zoiets in hemelsnaam handhaven? Dat kan alleen door al het internetgebruik van particulieren nauwgezet te monitoren en controleren, wat nu niet bepaald past in een democratie. De regering beloofde haar voornemen niet meteen uit te voeren. Eerst moest de industrie zelf over de brug komen.

Dat was een leugen. Er blijkt er een nieuw multilateraal handelsverdrag op stapel te staan, de ACTA: een verdrag dat namaak en handelsinbreuk moet beperken. Nederland onderhandelt in het geheim mee. Op aandringen van de muziek- en filmindustrie zijn ook inbreuken op het auteursrecht in de ACTA ondergebracht. Hoe een en ander precies is geformuleerd, was lange tijd onduidelijk: ook de stukken zelf zijn namelijk geheim en de onderhandelingen vinden niet plaats binnen een bestaande structuur (zoals de EU).

Uit wat er inmiddels van de ACTA gelekt is, lijkt de voorgestelde aanpak vele malen strenger te zijn dan wat Nederland of de EU momenteel aan wet- en regelgeving kent. Anders gezegd: als Nederland tekent, geven we onze beleidsvrijheid op en committeren ons aan een verdrag dat tegen onze eigen nationale en Europese afspraken ingaat, en waarvan burgers noch parlement kennis hebben kunnen nemen.

De Amerikanen blijken voorgesteld te hebben om providers via de ACTA medeverantwoordelijk te maken voor de eventuele auteursrechtinbreuken van hun klanten; een principe dat we in Europa nadrukkelijk afgewezen hebben. De enige weg die providers geboden wordt om aan die medeaansprakelijkheid te ontkomen, is een verplichte medewerking aan de claims van de rechthebbenden. Providers zouden mensen direct moeten afsluiten, namen en adressen moeten doorgeven, administratieve boetes moeten opleggen etc. zodra de entertainmentindustrie claimt dat haar rechten worden geschonden.

In een uitstekende brief legden Bits of Freedom en Vrijschrift vorige week uit waarom dat een fundamentele fout is. Zulke dingen horen niet in handelsverdragen te worden geregeld: ‘Het opleggen van administratieve taken aan bedrijven is niet verenigbaar met het recht op een eerlijk proces, zoals gegarandeerd in het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens.’ Bedrijven zijn niet opgericht om rechtbank te spelen, en deze aanpak ontneemt ‘verdachte’ gebruikers hun recht op een advocaat en op beroep. Daar komt bij dat veel claims van de entertainmentindustrie bij de rechter geen stand hielden; wellicht een extra reden waarom zij die stap liever overslaan en zelf rechter willen zijn.

De regering is de ACTA-onderhandelingen ingegaan zonder het parlement daarvan op de hoogte te brengen en stemde daarenboven in met een geheimhoudingsdocument over diezelfde onderhandelingen. ‘Elke democratische legitimering ontbreekt,’ concluderen Bits of Freedom en Vrijschrift terecht.

Dat de entertainmentindustrie weinig oog heeft voor andere rechten dan de hunne, was al langer duidelijk. Dat de regering daarin gretig meegaat en het parlement intussen voorliegt, is onverdraaglijk.

[N.B.: Met mijn oprechte excuses aan Vrijschrift, die ik – heel dom – aanvankelijk Vrijbit noemde. Op mijn website kan ik dat makkelijk aanpassen, in de krant helaas niet.]

Meer lezen:

  • ACTA: Wikipedia (EN)
  • ACTA revealed, European ISPs might have a big problem: EDRi
  • EU-reactie op Amerikaanse voorstellen: .pdf
  • Brief Bits of Freedom en Vrijschrift: .pdf

Update 10 december: Er is een open brief opgesteld, gericht aan onder meer het Europees parlement, waarin gepleit wordt in het ACTA geen afspraken op te nemen die indruisen tegen burgerrechten. NGO’s kunnen de open brief ondertekenen.

Sleazy Snor Spaink

Mijn goede vriendin Anneke zag laatst een foto van een vrouw met een nepsnor en raakte plotseling in de ban. Ze wil zulke foto’s nu sparen en vroeg haar vriendinnen om mee te werken aan haar project en haar zo’n foto van zichzelf te sturen, die ze dan op haar blog zet: WomenWithFakeMustaches.

Ik vond het idee erg geestig en heb vanavond een druipsnor getekend, mijn haar nat gemaakt en achterover gekamd voor de juiste vettige look, met als finishing touch een sigaret bungelend in mijn mondhoek. Vooral die ene met die penose-achtige knipoog (u ziet hem hiernaast) kostte even wat tijd, maar ik ben erg te spreken over het resultaat.

Morgen kun je de hele serie bij Anneke vinden. Ben je een vrouw: schroom niet, doe gerust mee! Pak een wenkbrauw- of kohlpotlood en teken een snor, neem een stuk donker papier en knip er een uit, knutsel iets van wol of wat ook – alles mag, en je komt in goed gezelschap :)

Verkeerd medicijn

Invoering van een landelijk elektronisch patiëntendossier maakt de zorg efficiënter, helpt kosten te besparen en voorkomt medische missers. Of nu ja… dat denkt de overheid. Er zijn immers tal van prachtige rapporten die aantonen dat automatisering in de zorg geweldige voordelen biedt. Vandaar dat minister Klink alle huisartsen en ziekenhuizen wil verplichten tot aansluiting op het landelijke EPD.

Alleen klopt er weinig van het idee. Al die veelbelovende rapporten zijn gebaseerd op verwachtingen, hoop en illusies. Wie de praktijk onderzoekt, zoals Harvard professor David Himmelstein deed, komt helaas tot andere conclusies.

Himmelstein ging na hoe de vierduizend ‘meest gedigitaliseerde’ Amerikaanse ziekenhuizen de afgelopen vier jaar presteerden. Zijn rapport (.pdf) is vernietigend. Automatisering in de zorg kost miljarden, levert systemen op die vooral handig zijn voor de managers terwijl ze het medisch personeel extra rompslomp bezorgen, het veroorzaakt juist méér bureaucratie, en het maakt de zorg geen spat beter, veiliger, goedkoper of efficiënter. Zelfs klinieken die in hoge mate geautomatiseerd zijn ‘presteren niet beter op kwaliteit, kosten en beheerskosten,’ concludeert Himmelstein.

De professor wijst erop dat de gedachte dat automatisering tot efficiency en besparingen zou leiden, bepaald niet nieuw is. We hopen daar al bijna een halve eeuw op. Die droom wordt niettemin zelden bewaarheid. Wie naar zijn eigen werk kijkt, weet dat Himmelstein gelijk heeft. In elk kantoor wordt door automatisering juist meer papier geproduceerd en rondgeschoven, en de totale hoeveelheid administratieve handelingen neemt per jaar gestaag toe in plaats van af. Bovendien blijkt automatisering altijd duurder uit te pakken dan verwacht en minder op te leveren dan gehoopt. In het medisch bedrijf is dat, zo blijkt nu, niet anders.

Himmelstein kwam slechts een paar ziekenhuizen op het spoor waar geautomatiseerde gegevensverwerking en elektronische patiëntendossiers wél voor een lichte kwaliteitsverbetering hadden gezorgd. In juist die gevallen had men de zaak anders aangepakt. Ze schaften geen dure kant-en-klare pakketten aan (die daarna gewoonlijk maandenlang getuned en aangepast moesten worden, en die de mensen die ermee moesten werken steeds vertwijfeld naar de handleidingen deed zoeken). Nee: ze lieten maandenlang systeemanalisten in het ziekenhuis meedraaien zodat die konden zien wat handig of nuttig zou zijn. Vervolgens schreef die ploeg programma’s op maat: software die nauw aansloot op de alledaagse medische praktijk. Dat leidde tot gebruiksvriendelijke programmatuur waar het medisch personeel daadwerkelijk iets aan had en dat hun werk vereenvoudigde en verhelderde, in plaats van het complexer en weerbarstiger te maken.

Het is een bekend gegeven: bottom-up werkt aanzienlijk beter dan top-down. Wat uit de praktijk groeit, werkt beter dan wat van bovenaf gedropt wordt.

Om die reden doet minister Klink er verkeerd aan om zo koppig vast te houden aan het landelijke EPD, terwijl artsenorganisaties hem met klem verzoeken in plaats daarvan alsjeblieft wat meer tijd en geld te steken in hun bestaande regionale EPD’s. Die regionale patiëntendossiers zijn immers gegroeid uit bestaande samenwerkingsverbanden, ze sluiten aan op de praktijk en zijn ontwikkeld op basis van de medische behoeftes om informatie te delen en uit te wisselen. Met Himmelsteins rapport in de hand weet je het zeker: Klink schrijft de zorg een verkeerd medicijn voor.

Moderne samenvatting

Een site die ik bijna dagelijks bezoek is AfterEllen.com, waar nieuws over lesbische vrouwen en de media wordt bijgehouden. AfterEllen besteedt daarbij van oudsher vrij veel aandacht aan soaps en series, juist omdat homoseksualiteit daarin zo zelden aan bod kwam; en als er al eens een lesbisch personage is, liep het daarmee vaak verkeerd af. Gelukkig is er na The L Word gaandeweg meer lesbisch kijkplezier op de buis. Zo is er een damesdraad in Grey’s Anatomy ontstaan, en hoewel Callies eerste liefje wel heel abrupt verdween en we zelden iets van passie tussen die twee merkten, is de verhouding tussen Callie en Arizona iets beter ontwikkeld.

AfterEllens ‘recaps’ zijn vermaard. Ze zijn geestig geschreven, met veel culturele referenties, en gelardeerd met goed gekozen stills uit de serie. Sommige recappers zijn zo goed dat je hun stukken ook met plezier leest als je de bewuste serie niet volgt.

Buiten ‘puur’ lesbische personages volgt AfterEllen ook series die een hoog lesbificionado-gehalte hebben. Een daarvan is Gossip Girl: al was het maar omdat zowat de hele serie draait rond de vriendschap tussen Blair en Serena, en die twee zo ongeveer ziek worden als ze onderling ruzie hebben. AfterEllens StuntDouble, die de recaps van Gossip Girl verzorgt, heeft inmiddels een heel moderne vorm ontwikkeld: ze beschrijft elke aflevering in Facebookvorm. Minder makkelijk te volgen dan de normale samenvattingen, maar ronduit hilarisch, slim en inventief. Hats off, StuntDouble!

Weggegooid geld

Webwereld meldt vandaag dat ziekenhuizen niet bijster veel hebben aan ICT en elektronische patiëntendossiers. De Harvard Medical School deed een onderzoek (.pdf) naar het gebruik en het nut van ICT bij de meest ‘digitale’ Amerikaanse ziekenhuizen. Het onderzoek bestreek het reilen en zeilen van 4000 ziekenhuizen in de afgelopen vier jaar, en keek zowel naar elektronische patiëntendossiers als naar minder medische en meer managementgerichte ICT binnen die ziekenhuizen.

De uitrol van computersystemen in ziekenhuizen is gebaseerd op de onjuiste diagnose dat het geld bespaart. ICT blijkt echter eerder een financieel en organisatorisch blok aan het been:

  • Er waren enorme bedragen gemoeid met het aanschaffen, installeren en onderhoud van ICT-systemen in de onderzochte ziekenhuizen;
  • Deze kosten worden, anders dan verwacht, niet terugverdiend door besparingen die automatisering met zich zou meebrengen;
  • De meeste software is geschreven voor gebruik door IT-beheerders, en niet door medisch specialisten, verpeegkundigen of laboratoriummedewerkers;
  • De meeste software past niet goed bij de dagelijkse praktijk van het medisch personeel;
  • Artsen zijn veel te veel tijd kwijt met het invoeren van gegevens, wat ten koste van de daadwerkelijke zorg blijkt te gaan.

Het onderzoek stelt dat zelfs klinieken die in hoge mate geautomatiseerd zijn, niet beter presteren op kwaliteit, efficiency en kosten dan andere. De paar ziekenhuizen die door automatisering wel iets beter functioneren, hebben een andere weg gekozen. Ze wilden software op maat en lieten de programma-ontwikkelaars daartoe eerst maandenlang meelopen in het ziekenhuis, zodat de software nauwer aansloot bij de praktijk. Maar die weg kiest men zelden…

Bewaarplicht ongrondwettelijk

Het constitutionele hof in Roemenië heeft in oktober geoordeeld dat de Europese bewaarplicht tegen de grondwet indruist. ISPam.nl meldt dat de Engelse vertaling van de uitspraak nu bekend is.

Het opslaan van de verkeersgegevens van alle burgers is volgens het constitutionele hof een schending van het recht op privacy, op het correspondentiegeheim, op de vrije verplaatsing en op de uitingsvrijheid.

Daarbij worden ook niet alleen van de personen die het initiatief nemen tot het contact, maar ook de ontvangers van de communicatie hun gegevens bewaard. De ontvangers kunnen zich niet beschermen tegen het gevaar van verkeerde conclusies die kunnen worden getrokken door het contact met een derde. Er kan zelfs doelbewust sprake zijn van verdachtmakingen door derden die het contact initiëren.

De hele bevolking wordt door de bewaarplicht bestempeld tot verdachte van terroristische en andere ernstige misdrijven. Als uitsmijter waarschuwt het constitutioneelhof er voor dat dit soort wetgeving er toe kan leiden dat de democratie kan worden opgeblazen, onder het mom van haar te beschermen. Iets waar al verschillende malen voor gewaarschuwd is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Ook in Duitsland loopt er bij het constitutionele hof een procedure tegen de bewaarplicht. In december houdt het hof een hoorzitting en medio 2010 wordt een uitspraak verwacht. In eerste instantie heeft het Duitse constitutionele hof zich kritisch over de bewaarplicht uitgelaten. Het is niet uit te sluiten, dat het net als haar Roemeense collega tot de conclusie komt dat de bewaarplicht in strijd is met de mensenrechten.

Blond

[Column voor Lover.]

‘Ik snap niet dat niet iedere feministe PVV stemt. Ik ben juist vanwege de vrouwenrechten bij de Partij voor de Vrijheid terechtgekomen,’ zei Tweede-Kamerlid Fleur Agema in het septembernummer van Opzij. ‘Vroeger waren vrouwenrechten veilig bij traditionele emancipatiebewegingen als GroenLinks en de PvdA, maar die hebben het laten lopen. Als feministe zou je je keihard moeten verzetten tegen de onderdrukkende gevolgen van de islam.’

Wanneer Agema wordt geprest uit te leggen wat er nu zo feministisch is aan de PVV, komt ze niet verder dan fulmineren tegen de islam en zeggen dat haar partij de zorg minstens even hard steunt als de SP dat doet. Geen woord over herverdeling van arbeid, zorg of macht. Geen woord over seksuele autonomie of seksueel geweld. Geen woord over gelijke rechten, loopbaan- of voorkeursbeleid. Geen obligaat gemurmel over herwaardering of herinterpretatie van ‘vrouwelijke’ waarden of capaciteiten. Zelfs een kontlikkende verwijzing naar Hirsi Ali kan er niet van af. Feminisme wordt binnen het vertoog van de PVV gereduceerd tot het xenofobisch verdedigen van kleinburgerlijke waarden: alsof zonder de islam de vrouwenzaak in kannen en kruiken was.

Als het niet zo triest was, zo je onder tafel rollen van het lachen: het feminisme als een kwestie die we met gerust hart aan meneer Wilders kunnen overlaten. Het is de wrangste grap van het decennium.

Wilders, die vrouwen aan de lopende band beledigt; Wilders, die vrouwen afschildert als sullige slachtoffers; Wilders, die weigert te zien hoe patriarchaal westerse religies zijn; Wilders, die het met zijn epitaaf ‘voddenkoppen’ presteert om de vermeende objecten van zijn zorg een venijnige veeg uit de pan te geven; Wilders, die vrouwenrechten alleen noemt waar het over kinderen, zorg en opvoeding gaat; Wilders, die binnen zijn partij het enige haantje wenst te zijn; Wilders, die een broertje dood heeft aan diversiteit en debat – bij díe Wilders zouden onze belangen veilig zijn? Ik vrees dat het enige waarvoor feministen Wilders ooit een pluim in zijn gat kunnen steken, is dat-ie de term ‘dom blondje’ sekseneutraal heeft gemaakt.

Bij eerdere nieuwrechtse partijen kon ik me – zij het met uiterst pijnlijk hart – nog enigszins voorstellen waarom zij aanhang trokken onder homoseksuelen of modieus feministisch angehauchte vrouwen. Fortuijn en Verdonk waren immers elk een verpersoonlijking van een volledig nieuw politiek personage: de presidentiële relnicht, respectievelijk de vrouw die het roer ambieerde. Wat je verder ook van hun standpunten mocht vinden, hun stijl en ambities boden een spektakel dat dwars tegen genderstereotypen inging en daarmee een focus voor genoegdoening bood; zo ongeveer als twintig jaar terug veel conservatieve vrouwen hun hart ophaalden aan Thatcher. Ha. Zij leerde die mannen tenminste een lesje! En via haar voelden ze zich een beetje sterker, een beetje meer gelegitimeerd, zonder dat ze zelf ooit meer hoefden te doen dan een passieve stem uitbrengen.

Maar zelfs een dergelijke persoonlijke identificatie, hoe rancuneus en au fond reactionair ook, kan Wilders niet bieden. Welke feminist, welke queer, welke genderbender – or, for that matter, welke wereldburger – kan zich ooit plaatsvervangend optrekken aan Wilders en zijn patriarchaal provincialisme?

Wilders staat, zo vrees ik, voor heel iets anders. Hij past perfect in de trend naar newspeak die we momenteel beleven. Veiligheid is vrijheid. Uitschelden is debat. Rechten ontnemen is een recht. Pluriformiteit bescherm je door uitstoting. Slachtoffers zijn schuldig. Eenwording is emancipatie.

Blond is het nieuwe bruin.

Steun Het nieuwe rijk!

Gisteren zijn in een aantal grote steden folders verspreid door Het Nieuwe Rijk. Het is een actie tegen de centrale opslag van de vingerafdrukken van alle Nederlanders. Het comité is buitengewoon ongerust over de toenemende privacy-schendingen door de overheid, en doet dat door middel van een – uitstekend geslaagde – parodie: ‘Laat je BSN op je arm tatoueren! Handig voor u als burger, handig voor ons als overheid!’

Binnenlandse Zaken is boos over de actie en beweert aangifte te hebben gedaan tegen de verspreiders van de folder. Op grond waarvan is geheel niet duidelijk…

De actie wordt publiekelijk gesteund door een aantal mensen, en ik ben trots dat ik daarbij hoor. Op de website kun je de folder plus een toelichting daarop vinden; er staat tevens een petitie die je kunt tekenen. Doen!

Meer lezen? Dat kan:

  • NRC weblog: Het nieuwe rijk
  • Webwereld: Ministerie pakt nepfolder vingerafdrukdatabase aan
  • Security.nl: Het Nieuwe Rijk niet bang voor aangifte Bijleveld
  • Solv: Het nieuwe rijk gaat verder dan u denkt
  • Bright: Rel rond actie tegen databank vingerafdrukken
  • NRC.next: Aangifte Bijleveld tegen tatoeagefolder
  • NRC.next: Ministerie waarschuwt voor folder over tatoeëren BSN
  • Security.nl: Folder Het Nieuwe Rijk in Nederland verspreid
  • Volkskrant: Tatoeagefolder is actie tegen vingerafdrukkendatabase
  • NRC Handelsblad: Nooit meer BSN vergeten
  • De Pers: Staatssecretaris vindt folderactie ‘smakeloos’
  • Trouw: Actiegroep tegen nieuw paspoort

Network deceit

For years, it was unclear how the networking site Facebook makes profit. The amount of daily traffic a site generates weighs heavily in deciding the monetary worth of a web site, but invariably, there comes a time when actual revenue starts counting and mere ‘hits’ are no longer sufficient. How does Facebook earn its money?

Advertisements that visitors can click on Facebook won’t do the trick: their range is far too generic. You’re never presented with ads that bear a connection to the topics you write about. Their selection is based on your gender, your age and your relationship status. Thus, I am bombarded with ads about remedies for menopausal complaints (which I neither have nor care about), and my male friends are mostly offered dating sites (which they distrust). So Facebook won’t get rich off of that. Selling profiles or search-strategies, like Google does, is also not applicable.

Nonetheless, Facebook is making it big. Last month it became clear exactly how.

Facebook offers all sorts of extra applications, many of them games and quizzes. The most popular ones are Mafia Wars and Farmville: tens of millions of people are so into them that they log in every few hours to harvest their strawberries or to ensure that the gangster war they’re involved in, is decided in their favor.

When you sign up for such a game, you’ll get a free starter kit. Your co-playing Facebook friends can show you the lay of the land and supply you with extra weapons, ammo or seeds and help you to become a better gangster or farmer. Soon, the starter level will no longer suffice. You can only progress in two ways: either by playing the game more intensively, or by spending money on it. Of course, no one wants to resort to using their credit cards or their Paypal account: spending time on a game is ok, spending money isn’t. No problem: you can earn virtual money and use that for your game. Win points by taking an IQ-test, order a funny ringtone, get a trial issue of a magazine, download that hilarious video to your cell phone. All you have to do is text code so-and-so to such-and-such number. Click. Hooray! One level up.

Except – without realizing it – you’ve stepped into a trap. Suddenly you’ve got an annual subscription because you never sent back that trial issue, it turns out you’ve dialed an expensive pay-per-minute line or it turns out by sending that text message you’ve authorized a charge to your credit card. People have reported to have been conned for hundreds of Euros. And Facebook gets a percentage of those ‘sales’.

The deceit lasted for months. Proper companies advertising on Facebook slowly understood the method and withdrew, so that – in the words of the man who first published about the scam [1] [2] – the more honest companies gradually disappeared and only the scum remains: companies who truly couldn’t care less that they make their money through deceit. The longer the con lasted, the more ingenious the tricks and ruses became.

You’re a fool if you allow yourself to be bamboozled, you say? Perhaps. But blaming the victim doesn’t absolve the companies that conduct the scam of their responsibility. Should a scammer be forgiven merely because his victim wasn’t sufficiently distrustful? Besides that, the approach is a tad too familiar: give people their first few of fixes for free and wait until they’re hooked: only then you’ll show them the price tag that you’ve kept hidden all the time.

Karin Spaink, Het Parool (Dutch newspaper), November 24, 2009
Translation: Dirk van Sloten

Netwerkbedrog

Hoe de netwerksite Facebook aan geld kwam, was lang onduidelijk. Op internet weegt de hoeveelheid dagelijkse bezoekers zwaar bij het bepalen van de waarde van een site, maar op zeker moment moet er daadwerkelijk omzet worden gegenereerd en volstaan hits niet meer. Waarmee maakt Facebook geld?

Van advertenties waarop bezoekers kunnen klikken, moeten ze het niet hebben: die zijn veel te grofmazig. Je krijgt er nooit reclames voorgeschoteld die verband houden met de onderwerpen waarover je schrijft. De selectie is gebaseerd op je sekse, je leeftijd en je relatiestatus. Zodoende word ik doodgegooid met advertenties over overgangskwaaltjes (die ik haat) en krijgen mijn mannelijke vrienden bijna uitsluitend datingsites aangeprezen (die ze wantrouwen). Dus daar wordt Facebook niet rijk van. Profielen of zoekstrategieën verkopen, zoals Google doet, is ook al niet aan de orde.

Niettemin loopt Facebook binnen. Vorige maand werd duidelijk hoe dat precies in z’n werk gaat.

Onder de vlag van Facebook draaien allerlei applicaties, waaronder spelletjes. De meest populaire zijn Mafia Wars en Farmville: tientallen miljoenen mensen spelen ze en zijn daar inmiddels zo aan gehecht dat ze om de paar uur inloggen om hun aardbeien op tijd te oogsten of een gangsteroorlog tot een goed einde te brengen.

Wanneer je je bij zo’n spel aanmeldt, krijgt je een beginnerspakket. Je meespelende Facebookvrienden kunnen je wegwijs maken en je van extra wapens, munitie of zaden voorzien, opdat je een betere gangster of boer wordt, maar alras voldoet het beginnersniveau niet meer. Je kunt alleen hogerop komen door het spel intensiever te spelen dan wel er geld in te steken. Natuurlijk wil niemand zijn creditcard of zijn Paypal-account daarvoor aanspreken: een spelletje mag gerust tijd kosten, maar geen geld. Geeft niks, je kunt ook virtueel geld verdienen en dat vervolgens voor je spel gebruiken. Verdien punten door een IQ-test te doen, een leuke ringtone te bestellen, een proefnummer van een tijdschrift aan te vragen, dit leuke filmpje op je mobieltje te krijgen, of getal dit-en-dat naar nummer zus-en-zo te sms’en. Klik. Klaar. Hoera! Niveau omhoog.

Alleen trap je zonder dat je het doorhebt in een val. Ineens zit je vast aan een jaarabonnement omdat je het proefnummer niet hebt teruggestuurd, schijn je een stervensduur betaalnummer te hebben gebeld of blijk je met je sms’je toestemming te hebben gegeven om een bedrag van je creditcard af te halen. Wie onvoorzichtig was, werd voor honderden euro’s opgelicht. En Facebook krijgt een percentage van die omzet.

Het bedrog heeft maandenlang geduurd. Nette bedrijven die op Facebook adverteerden, hoorden er via-via van en trokken zich terug, zodat – in de woorden van de man die er als eerste publiekelijk over schreef [1] [2] – de nettere bedrijven zich gaandeweg uit dit soort opzetjes terugtrekken en het schuim achterblijft: de bedrijven die het niet werkelijk geen zier kan schelen dat ze hun geld verdienen met oplichting. Hoe langer het bedrog duurt, hoe doortrapter de instinkers.

Dom van die mensen die zich lieten inpakken, kun je zeggen. Maar dat is te makkelijk. Dat ontslaat namelijk die bedrijven niet van hun eigen medeplichtigheid, hun verantwoordelijkheid voor hun misleiding. Daarnaast is de aanpak net wat te bekend: geef mensen eerst een paar keer een gratis fix en wacht dan tot ze verslaafd zijn: pas dan hang je het prijskaartje eraan dat je al die tijd achter de hand hield.