Het NK voordringen

Wie mag er eerst, wie pas later? Wie wordt er plots tussendoor geschoven? Wie kruipt voor? Wie zakt er stilletjes op de lijst? Wie priemt er een vinger in de lucht, krijtend: ‘Ik ook, ik mag ook eerst?’ Wie wint de afweging tussen zielig genoeg zijn en sociaaleconomisch onmisbaar zijn?

De voorrang voor het smaldeel van de zorg dat zich intensief met coronapatiënten bezighoudt, was goed te billijken. Maar door die ene exceptie ging de rest van het land prompt los: belangenorganisaties kregen door dat wanneer je de onmisbaarheid van je beroepsgroep maar voldoende benadrukte, je kennelijk aanspraak kon maken op privileges. Waarna zowat iedereen ging bedelen om eerder dan de kwetsbare mensen gevaccineerd te mogen worden. Onderwijzend personeel wilde ook, net als de politie en de boa’s, de medewerkers in de kinderopvang, de doktersassistenten, ja zelfs de rijschoolhouders maakten aanspraak om eerder geprikt te mogen worden dan de oude en kwetsbare mensen. En toen wilden de obese middelbare mannen ook nog eerst.

Geen wonder dat de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zo snel kelderden op de lijst. Wie oud is of chronisch makke heeft, kan zich moeilijk op maatschappelijke onmisbaarheid beroepen. Die moet sowieso vaak genoegen nemen met de kruimpjes.

Het levert een schril beeld op: wie zijn maatschappelijk nut maar genoeg weet op te pimpen – rijschoolinstructeurs, god bewaar me – heeft meer rechten. Maar was het doel van de hele operatie niet om de mensen die het meest ziek werden van corona, als eerste in te enten en zo de overstroming van de zorg tegen te gaan?

Intussen mochten de écht oudere mensen die eindelijk aan de beurt waren, zich vervoegen bij een centraal vaccinatiepunt dat soms anderhalf uur rijden verderop was.

Los van deze akelige wedstrijd om voorrang: zo’n gesegmenteerde aanpak remt de zaak alleen maar en leidt tot een logistieke nachtmerrie: meer regels, meer lastige selecties, en per vers geïdentificeerde doelgroep kleinere groepjes die zich stads- en streeksgewijs moeten vervoegen bij een prikpunt een paar uur reizen verderop.

Terwijl er een zoveel slimmere – en jarenlang beproefde – strategie klaarlag: die van de griepprik. De huisartsen roepen elk jaar alle ouderen en alle mensen met, zoals dat tegenwoordig heet, ‘onderliggend lijden’ uit hun praktijk op en geven die in twee dagen tijd een vaccinatie. Klaar. Fluitje van een cent. Het dondert niet of je Down hebt, suikerziekte of copd, of je 80 bent, obees of kankerpatiënt: je huisarts weet je zo te vinden, en zit bovendien dichtbij.

Daarna kun je streeksgewijs en per huisartsenpraktijk de rest inenten, en dan eerst de regio’s waar veel besmettingen rondwaren: want zolang er een tekort is aan vaccins, zet je het schaarse spul in waar dat het nuttigst is.

Dat is, dunkt me, het beste recept voor een efficiënte aanpak.

[Beeld: Pixabay / Vlad Vasnetsov / CC0 –  fragment]

Doe iets aan dat kwetsbare BSN

In 2006 besloot de overheid het sofinummer, bedoeld voor sociale verzekeringen en de belastingdienst, op te waarderen tot een burgerservicenummer. Dat BSN zou je voortaan ‘overheidsbreed’ kunnen gebruiken, ‘met het oog op een meer klantgerichte, geïntegreerde dienstverlening’. Zo geschiedde. Dus tegenwoordig vraagt Jan en alleman je om je BSN, en is dat het snoer geworden waarmee je persoonlijke informatie overal aan elkaar wordt geregen.

Het lastige van die gekoppelde persoonsinformatie is dat die zich ongebreideld voortplant en soms losgekoppeld doorleeft, als een afgehouwen staart waaraan een nieuwe salamander groeit. Dat merken de slachtoffers van de toeslagenaffaire keer op keer: het label ‘fraudeur’ dat de Belastingdienst ooit ten onrechte aan hun BSN heeft gekoppeld, heeft zich over tal van datanetwerken verspreid en leeft daar ongebreideld verder. Steeds stuiten ze op nieuwe instanties bij wie ze als fraudeur te boek staan. Dat label heeft zich overal ingevreten.

Vandaar dat een aantal toeslagenslachtoffers nu een nieuw BSN eist. Ze willen met een schone lei kunnen beginnen, en eindelijk van die administratieve laster verlost zijn. Vandaar dat ze in een rechtszaak tegen de staat wijziging van hun BSN eisen.

Inmiddels kunnen circa 5 miljoen Nederlanders zich in deze zaak als belanghebbende voegen. Hun BSN is gecompromitteerd, doordat de GGD inzake corona met brakke software werkte om testafspraken en de resultaten van bron- en contactonderzoek te documenteren. RTL Nieuws ontdekte dat er grootschalig is gehandeld in miljoenen adresgegevens, telefoonnummers en BSN’s. Zeker in die combinatie zijn dat hoogst aantrekkelijke gegevens voor criminelen: het maakt identiteitsfraude – toch al flink in opkomst – een stuk eenvoudiger.

De schandalige nonchalance van de GGD – het was ze meermalen verteld dat hun systemen onveilig waren, van monitoring was geen sprake – werd verergerd door hun bewaarzucht. Waarom zou je in ’s hemelsnaam een testafspraak of contactonderzoek van twee maanden geleden bewaren? Laat staan oudere afspraken? Totaal onnutte informatie. Maar eenmaal gestolen en in schurkenhanden is het goud waard.

Het zou een mooi verkiezingspunt zijn voor een partij die privacy en digitale veiligheid serieus neemt: geef alle Nederlanders een splinternieuw BSN. Lastig voor de overheid, ja, maar die heeft er zo’n rommeltje van gemaakt dat nu ruim een op de drie volwassen Nederlanders tot in lengte van dagen moet opletten of er met zijn gegevens wordt gefraudeerd.

Op Twitter legde Martijn Leisink het goed uit. ‘Het echte schandaal is dat je je eigen identiteit moet beschermen door een nummer geheim te houden dat je tegelijkertijd volgens de wet te pas en te onpas moet afgeven.’ Een oplossing had hij ook: via je DigID zou iedereen beperkt geldige BSN’s kunnen aanmaken, gebonden aan een instantie, zodat het elders niet werkt.

Voor een overheid die ICT snapt een fluitje van een cent. Maar ja.

[Beeld: fragment / Pixy.org / CC0]

Gruis en watjes

pins and needlesAl drie weken krijg ik leugenachtige berichten doorgestuurd. Het is een snood netwerk dat dit fake news uur na uur rondpompt: mijn eigen lichaam is de afzender. Eerst zei het nieuws dat mijn kruis en zitvlak dood waren – geen wonder, dacht ik nog: ik zit te veel, en sinds ik thuis werk is dat alleen maar erger geworden – maar na een paar dagen schoot die gevoelloosheid in een paar uur tijd achterlangs van mijn bovenbeen via mijn kuit naar mijn voet. Toen was mijn rechterbeen achter van bil tot hak dood.

Ineens realiseerde ik me dat ik al een paar dagen geregeld dacht dat er een steentje in mijn sok zat. Na inspectie bleek mijn sok dan schoon, ook in mijn schoen zat niks. Toen de kou in mijn been zich uitbreidde, liep ik ineens op een combinatie van gruis en piepschuim: zachte kussentjes gelardeerd met scherpe puntjes, terwijl mijn wreef brandde.

Hou me ten goede: alles werkte opperbest, of nou ja: als vanouds, maar het voelde alsof er geen hout van klopte. En juist die discrepantie maakte dat ik ineens nergens een touw aan kon vastknopen. Ik heb eerst een dag in bed gelegen, aldoor op mijn zij of op mijn buik, om te achterhalen of het een fysiek ding was: een beknelde zenuw of zoiets. Dat maakte geen verschil: mijn rechterbeen bleef achter dood. De dag erna heb ik steeds gelopen en gestaan – alweer geen verschil.

What the fuck, dacht ik. Daarna had ik een ingeving: het zal toch niet de ms zijn?

Vreemd genoeg luchtte die gedachte me op. Want ms is een vals doch vertrouwd fenomeen. Mijn eigen lichaam spande tegen me samen en spon een complotje.

Klein nadeel: je weet nooit of het erger wordt of dat het hierbij blijft; evenmin of het later bijtrekt, of dat je er maar aan moet wennen. Lopen en staan deed zeer, want ook mijn linkerzool raakte in de war en loog keihard dat ik op een mix van watjes en kiezels stond.

Al die valse berichten ontregelen een mens. Je onderwerpt jezelf bijgevolg steeds aan inspectie. Je surveilleert je eigen lichaam permanent: hoe staat het er nu voor, verandert het, zit er echt niets in mijn sok of schoen? En het is raar om overtuigend iets te voelen dat er bewijsbaar niet zit. Hoogst vermoeiend ook, want je kunt je eigen lichaam niet meer geloven en moet je eigen, overtuigende perceptie steeds afschrijven als nepnieuws.

Plus de onrust. Toen ik na een middagdut wakker werd met een halfdode arm, heb ik minutenlang met ingehouden adem zitten afwachten of die werkelijk sliep, of dat ook mijn arm had besloten mee te doen met het valse gekakel. (Hij deed al snel weer normaal.)

Pas gisteren voelde ik dat ik mijn billen weer bijna terug had, en ook mijn rechterdij is aan het ontdooien – dan zal de rest ook wel weer snel ophouden met liegen.

In mijn geval was, had het nepnieuws niet willen wijken, altijd nog een prednisonkuur die ik in het ziekenhuis kon halen. Ik wilde wel dat zoiets er ook voor andere ontvangers van nepnieuws was.

[Beeld: PxHere, CC0, fragment]

Zoek de fraude hogerop

Dump TrumpDe misstanden die boven water zijn gekomen bij de toeslagenaffaire zijn heftig. Mensen werden op grond van hun ‘on-Nederlandse’ achternaam als verdacht bestempeld, en kregen dat zelf niet te horen – zodat ze zich niet konden verdedigen. Ze werden geregeld al als fraudeur aangemerkt indien ze niet alle papieren konden aanleveren die de fiscus van hen vorderde – ongeacht hoe absurd die eis soms ook was. Zo moesten sommige ouders presentielijsten van de kinderopvang overleggen: met wie was hun kindje daar op dag X of Y geweest?

Daarbovenop ging de Belastingdienst zelf zich illegaal gedragen. Toen de dienst op het matje werd geroepen door de controlerende macht, maakten medewerkers dossiers kwijt, logen soms in de rechtbank, of hield stukken voor de Kamer achter.

Aan zulk gedrag ligt niet alleen discriminatie ten grondslag. Het is ook, vrees ik, gemakzucht: het was zo makkelijk om deze ouders het leven zuur te maken, en ze vervolgengs op te jagen. Ze moesten alles terugbetalen, zonder pardon en zonder betalingsregeling, want het waren immers fraudeurs. Dus kwamen er incassokosten bovenop, plus rente, en de kosten van deurwaarders, beslagleggingen en executieverkopen. Een advocaat hadden ze zelden. Een geslagen hond laat zich makkelijk pakken: die kan geen kant meer op.

Het rendement van al deze ‘inspanningen’ was nihil. Er zijn amper ouders veroordeeld, en zijn al die jaren maar drie kinderopvangbureaus gevonden waar de boel niet op orde was. Maar intussen is het rechtsgevoel van duizenden ouders ernstig geschokt, is ook in brede zin het vertrouwen van burgers in de overheid geschonden, en is het fraudebeleid compleet uit de bocht gevlogen.

Alex Brenninkmeijer, die van medio 2005 tot eind 2013 de Nationale Ombudsman was, heeft hiervoor herhaaldelijk gewaarschuwd. Hij bekritiseerde de Haagse Pandbrigade en het Rotterdamse Interventieteam, die geruime tijd ‘huisbezoeken’ aflegden en woningen en bewoners controleerden. Hun criteria? De wijk: alle huizen in een ‘probleemwijk’ werden bezocht. Of: ‘administratieve ongeregeldheden’, die vaak – hoe wrang – het product waren van datavervuiling en van fouten van de gemeente zelf.

De controles werden uitgevoerd zonder specifieke verdenking. De bewoners mochten de teams de toegang weigeren, maar die speculeerden erop dat de bewoners dat niet wisten. Ook daar werd het recht geschonden, werden burgers gekoeioneerd, en liep de fraudebestrijding uit de hand.

Brenninkmeijer wees er toen al op dat de ‘winst’ van deze aanpak minimaal is, maar de schade enorm. Hij makte zich zorgen over politici die ferm wilden overkomen, en een apparaat dat geheel is opgetuigd om de burger te lijf te gaan.

Neem voortaan iemand van je eigen formaat, denk ik dan. Zoek het hogerop. Bij bedrijven wordt voor miljarden witgewassen en belasting gemeden of ontweken; er wordt gerotzooid met btw, met dividenden, en met gedecentraliseerd zorggeld. Laat de Belastingdienst haar aspiraties maar verleggen.

[Beeld: Rokus CornelisZuidas, fragment // Creative Commons Attribution 3.0]

Redenen

Dump TrumpOch, hij heeft al verloren, zeggen sommigen, dan is impeachment overbodig. Een curieus argument: dat over een week de echtscheiding wordt uitgesproken, betekent niet dat je aankomende ex je kort daarvoor straffeloos kan mishandelen.

Er is amper tijd, hij is over een week weg, zeggen sommigen. Tsja. Gewoonlijk gaan er maanden overheen voordat een nieuwe rechter wordt gekandideerd voor het Hooggerechtshof en kan worden benoemd, maar dat proces joegen Trump en zijn Republikeinse posse er niettemin in een paar weken door.

De Democraten krijgen vast te weinig steun voor zo’n besluit, er zullen amper Republikeinen voor afzetting stemmen, zeggen sommigen. Goed – laat het dan maar duidelijk zijn dat zijn partij er geen aanstoot aan neemt dat Trump de uitspraken van tientallen rechters over de stemuitslag aan zijn laars lapt, dat hij zijn aanhang wekenlang voedt met valse verhalen over stemfraude, vervolgens een partijgenoot in Georgia opdraagt om dik 17 duizend stemmen voor hem ‘te vinden’, vervolgens zijn aanhang opjut om het Capitool te bestormen wanneer het Congres en de Senaat de stemuitslag willen bevestigen, terwijl zijn advocaat oproept de kwestie dan maar met geweld te beslechten, en Trump tot slot de plunderaars en opstandelingen – terwijl ze bezig zijn, en sommigen van hen de federale parlementsleden evident willen kidnappen (of erger) – in een speech meedeelt: ‘We love you.

Laat de Republikeinen maar kleur bekennen: op een enkeling na zijn het weekdieren, lafbekken, slippendragers, pluimstrijkers en kwezels. Ze betonen zich vooral machtsbelust: mensen die de democratie desnoods de nek omdraaien zolang zij hun positie voorlopig kunnen behouden. Dwing ze maar te laten zien dat ze geen fatsoen in hun donder meer hebben.

Bovenal: als Trumps handelen in de eerste week van dit jaar geen impeachment verdient, wat is daar dan nog wel voor nodig? Zegt ieder senaats- of congreslid dat Trumps afzetting straks blokkeert, feitelijk niet: ‘Als je eenmaal president bent, is werkelijk alles toegestaan. Hier is je carte blanche’?

Ik heb er weinig fiducie in, overigens. Terwijl het parlement na de bestorming van het Capitool de zitting hervatte die de opstandelingen hadden willen verhinderen, was er een handvol Republikeinse senatoren en congresleden die het stokje overnamen en gewoon doorgingen met obstructie plegen, zodat de zitting uiteindelijk verdaagd moest worden.

Een van de senatoren, Josh Hawley (Missouri), stak zelfs in een kameraadschappelijke begroeting zijn vuist omhoog naar de meute, toen die het Capitool naderde.

Oh, en wanhopige arme mensen die lijden onder de globalisering of de modernisering van het leven waren het niet bepaald, deze opstandelingen. Het waren vooral hogere middenklassers. Er zaten oud-politiechefs en oud-legerlui tussen, een zoon van een rechter, en zelfs een parlementslid uit een van de staten.

Intussen zoemt het van de geruchten over gewapend verzet. Ik houd mijn hart vast.

[Beeld: Master Steve Rapport / Wikimedia CC 2.0 // bijgesneden en verkleind]

Liever voorlichting dan plicht

Gisteren heeft het kabinet eindelijk een soortement van rooster bekend gemaakt: wie kan zich wanneer laten inenten, met welk vaccin is dat waarschijnlijk, en waar? Daarmee worden voor het eerst elementaire vragen beantwoord. Maar er mag wel een tandje bij: wie zorg wil dragen dat voldoende mensen zich laten vaccineren, dient allereerst de voorlichting goed op orde te hebben. Daar schort het nu nog zo aan dat OMT-leden gisteren in hun eigen ziekenhuis hoogstpersoonlijk langs alle kwalificerende personeelsleden liepen, om te informeren of zij wellicht vragen hadden.

Sommige vragen zijn simpel: waarom krijgen sommige groepen het Pfizer/BioNTech-vaccin, en krijgen anderen – na de goedkeuring ervan, die deze week ophanden is – dat van Moderna? De logistiek is daarin doorslaggevend: het spul van Pfizer & co dient diepgevroren te worden bewaard, en kun je dus beter distribueren vanuit een ziekenhuis, waar ze over zulke vrieskasten beschikken; daar ga je liever niet de verpleegtehuizen stuk voor stuk mee af.

Nogal wat mensen vragen zich af of het ene vaccin ‘beter’ werkt dan het ander. De twee waar het nu om gaat, ontlopen elkaar amper. Haast geen enkel vaccin beschermt voor de volle 100 procent; vandaar dat groepsimmuniteit van belang wordt. Hoe minder het virus rondzwerft, hoe minder die paar resterende procent ertoe doen. En voor mensen die het vaccin (nog) niet kunnen krijgen, is die groepsimmuniteit zelfs de enige bescherming. Denk aan zwangere vrouwen (bij hen zijn de vaccins nog niet getest; eerst moeten de proeven met zwangere dieren met succes zijn afgerond), baby’s (die worden gewoonlijk pas vanaf de derde maand ingeënt), of mensen wier immuunsysteem platligt, bijvoorbeeld vanwege een chemobehandeling.

Dan zijn er de dooddoeners; die zijn makkelijk te weerleggen. Zoals: dit vaccin is er te snel, dat deugt vast niet. Dat klopt niet: er zijn geen paadjes afgesneden. De vaccins zijn er snel omdat alle procedures vlot achtereen zijn doorlopen, via interim-rapportages, en met voorrang zijn behandeld; bovendien werd voor dit vaccin een procedé gebruikt dat zelf al goed is getest).  Of: de vaccins zijn op weinig mensen getest. Ook dat is niet waar: gewoonlijk worden vaccins op zo’n 5000 mensen getest, nu was dat een veelvoud daarvan: 43.500 (Pfizer), 30.000 (Moderna) en 36.500 (CureVac).

Dan zijn er mensen die bang zijn voor de langetermijneffecten van de vaccins. Maar dat hebben vaccins nu meestel juist niet: ze dienen om je immuunsysteem te trainen op de herkenning een specifiek stofje – in dit geval: het proteïne van die uitsteeksels van de viruscel, spul dat normaal gesproken nooit in je lichaam voorkomt – en wordt daarna keurig afgebroken. Na twee weken heb je niets meer van het vaccin in je lichaam, maar heeft je afweer een uiterst nuttig kunstje geleerd: hoe het virus te lijf te gaan.

De hoogste tijd voor goede voorlichting. En wie nu al aankoerst op vaccinatieplicht, begint aan het verkeerde kant van het debat.

[Beeld: US Secretary of Defense / Flickr / Wikimedia / CC 2.0 Some rights reserved (fragment)]

Zegeningen

Zelden heb ik zo uitgekeken naar het einde van een jaar. Niet dat ik erop reken dat alles volgend jaar beter zal gaan, maar op een beetje beter hoop ik toch wel – al is het maar omdat er vaccins in aantocht zijn, al blijken we in de logistieke operatie die de verstrekking ervan behelst, het sloomste jongetje van de hele klas te zijn. Moge dat de laatste blunder van Hugo de Jonge zijn.

De komende dagen wil ik me bekwamen in de schone kunst van mijn zegeningen tellen. Want heus, die zijn er. Zo is het verpleegtehuis van mijn moeder nog immer coronavrij, en wordt ze er liefdevol behandeld. Mijn vader, die volgende maand 90 wordt, is kwiek en we kunnen samen – dat hebben we afgelopen week bewezen – nog altijd met gemak een Kerstdag vullen met lange gesprekken, een wandeling, een film en een fles Drambuie.

Ik heb werk waar ik dol op ben, veel van leer, en goed in ben. Ik krijg er komend jaar zelfs een vaste baan – niet slecht, op mijn leeftijd (over vier jaar krijg ik aow). Ik heb gave collega’s en een baas met wie ik soms duchtig doorzak. Soms voelt hij als mijn tweede broer, maar dan een met wie ik godlof weinig ruzie heb.

Ik kan wat van mijn rijkdom herverdelen, en geld geven aan clubs die ik waardeer of aan vrienden die omhoog zitten.

Maar het eeuwige knagen is dit: hoe kan ik de wereld en de politiek, waarmee het in mijn ogen knap belazerd gaat, een pietsie beter maken? Aardig proberen te zijn helpt – en het is hard nodig – maar iets grondigs veranderen doet het niet. Anders stemmen helpt ook weinig, want er zijn kennelijk te weinig mensen die eenzelfde diagnose stellen als ik doe.

Het is een dilemma dat meer mensen voelen, althans: ook zij geven blijk van een nijpend verschil tussen de beoordeling van hun eigen leven en dat van de samenleving als geheel. Jaar in, jaar uit betonen Nederlanders volgens onderzoeken van het CBS grote tevredenheid over hun eigen leven, maar over de politiek en de maatschappij zijn ze aanzienlijk minder te spreken. Die krijgen steevast lagere rapportcijfers. En dat is niet omdat we ‘nu eenmaal’ graag mopperen, zoals de volksmond wil.

Wat is het dan wel?

Misschien heeft het ermee te maken dat je van jezelf altijd wel weet waar je hebt geschipperd of wanneer je steken hebt laten vallen, en ook – al is het stiekem – weet waarom. Misschien is het omdat je, wanneer je jezelf je eigen fouten aanrekent, zodoende meteen een handelingsperspectief hebt: voortaan doe ik het anders. Misschien is het omdat je denkt dat je je eigen leven wel wat kunt bijsturen, maar de samenleving niet ­– of althans, stukken minder makkelijk.

Maar misschien is het ook omdat systemen – want dat is de politiek, en de samenleving: een systeem – minder makkelijk is te veranderen dan de individuele elementen die tezamen dat systeem in stand houden.

Verandering op grote schaal is moeilijk, ook al is die soms hard nodig, of zelfs urgent. Wat zou helpen: politici die echt luisteren, en die minder vastgeroest zitten. Die het lot van mensen belangrijker vinden dan het vertrouwde systeem.

[Beeld: Pxhere, public domain]

Klaar!

Het was het meest gehoorde en meest oppervlakkige argument van 2020: ‘ik ben er wel klaar mee.’ Waar ik persoonlijk klaar mee ben: zijn mensen die ‘geen zin’ hebben om hun eigen gedrag aan te passen, hoewel ze anderen daarmee grote schade berokkenen. Hun ‘coronamoeheid’ is een van de redenen dat de zorg nu al driekwart jaar overuren maakt en toch alsnog uit zijn voegen barst. Hun onwil om voorzorgsmaatregelen in acht te nemen, bevordert dat mensen die buitengewoon kwetsbaar zijn voor het virus, amper hun huis uit kunnen en vrijwel niemand durven te zien.

Waar ik klaar mee ben is Shell, dat al decennia wist dat het tempo waarmee zij fossiele brandstof erdoorheen jagen, de wereld duur komt te staan en daarmee toch fluitend doorging. Dat Shell zo weinig investeert in groenere alternatieven dat de laatste goedwillende medewerkers het zinkende schip ijlings verlaten. Dat Shell amper belasting betaalt in Nederland, maar toch gecompenseerd wenst te worden voor ‘verliezen’ die het zal lijden door klimaatmaatregelen die het zelf weigert te nemen.

Waar ik klaar mee ben, zijn politici die geen verantwoordelijkheid nemen voor hun wanbeleid en die willens en wetens fors hebben ingezet op de jacht op vermeende fraude door burgers, en hoge ambtenaren van de Belastingdienst die ‘afpakjesavonden’ regisseerden, of die verordonneerden dat dossiers van die burgers moesten ‘verdwijnen’ zodra een advocaat zich ermee ging bemoeien. Waar ik ook klaar mee ben: dat vrijwel niemand het racisme in de toeslagenaffaire benoemt, en dat de onderzoekscommissie juist dat aspect van de drek niet mocht bestuderen.

Net zoals ik klaar ben met het verschijnsel dat burgers in de schuldsanering belanden doordat de overheid dure incassobureaus op ze afstuurt, wetende dat er niets te halen valt, zodat hun schulden almaar blijven oplopen. Net zoals ik klaar ben met een overheid die momenteel meer geld uitgeeft aan consultants die de ellende mogen bestuderen die zijzelf heeft uitgericht, terwijl haast geen enkele van de gedupeerden die al jaren onder de toeslagenaffaire lijden, schadeloos is gesteld.

En breek me de bek niet open van de fraudejacht zelf: al wie een uitkering heeft, wordt op de huid gezeten, maar bedrijven – of banken – die de kluit willens en wetens belazeren, komen er doorgaans genadig van af. Voor hen is hun ‘reputatieschade’ ineens voldoende straf. Of erger: hun vorm van fraude wordt op onze eigen Zuidas gefaciliteerd.

Waar ik wel klaar mee ben, is een overheid die om de haverklap een dure – en soms liegende – Rijksadvocaat inschakelt, maar het burgers steeds moeilijker maakt om te procederen, en die zowat de hele sociale advocatuur de nek heeft omgedraaid.

Weet je – als je ergens ‘klaar’ mee bent, hoef je een ander nog geen schade te berokkenen. Laat je stem horen. Steun anderen. Stem anders. Ga überhaupt stemmen. En realiseer je dat ergens ‘klaar’ mee zijn, het lamste argument ooit is: alsof je de feiten naast je kunt leggen, waarbij egoïsme hoogtij viert.

In, spin, de lockdown in

logo Red TeamHad het Red Team het toch weer bij het rechte eind: halve maatregelen leiden tot hinkelbeleid. In, spin, de lockdown in, uit, spuit, de lockdown uit. Beter had het kabinet krachtig kunnen ingrijpen toen het eind september radicaal misging. Nu hebben we een softe lockdown van tweeëneenhalve maand achter de rug, en moeten we er alsnog keihard aan geloven.

De schade – zowel economisch als psychologisch – is daardoor nu groter dan zij anders was geweest. Het zorgpersoneel is ziek en volkomen overspannen, veel ondernemers zijn wanhopig, de horeca staat op omvallen, jongeren vliegen tegen de muur op, muzikanten en kleinkunstenaars zijn radeloos.

Maar vooral: er is weer geen plan. Een lockdown is slechts een noodstop. Maar tenzij je de rustpauze die je zo hoopt te verkrijgen benut om ander beleid in te zetten, koers je daarna gewoon op de volgende lockdown af. In, spin, de bocht weer in.

Na de eerste lockdown, in juli, hadden we het TTI-beleid op orde moeten hebben: test, trace (contactonderzoek) en isolate (quarantaine). Maar grootschalig testen hebben we, alle overheidsbeloften ten spijt, pas vier maanden later, in oktober, geregeld. Fatsoenlijk contactonderzoek is nog altijd ver te zoeken: deels omdat de aantallen besmettingen daarvoor te hoog zijn, deels omdat de GGD’s er niet tegen zijn opgewassen (en nu alleen maar meer taken krijgen toebedeeld). Van maatregelen voor quarantaine is al helemaal geen sprake: niemand die reizigers controleert die via Schiphol binnenkomen, niemand die nagaat of besmette mensen inderdaad thuisblijven, en er zijn geen maatregelen die zulk noodzakelijk thuisblijven faciliteren.

Wil de komende lockdown meer doen dan de besmettingscijfers tijdelijk naar beneden halen, dan moet de overheid deze vijf weken gebruiken om een degelijk plan te trekken.

Er moet een solide TTI-beleid komen: test, trace, isolate. Zorg dat mensen zich dichtbij huis kunnen laten testen. Zorg dat testen snel en vaak kan, en dat uitslagen maximaal een dag later beschikbaar zijn: alleen dan heeft het traceren (en waarschuwen) van contacten nut. Zorg dat mensen die in contact zijn geweest met iemand die besmet is, zonder repercussies thuis kunnen blijven: geef hen tijdens hun quarantaine betaald verlof, op basis van een rijksuitkering (zodat de lasten ervan niet op de werkgever rusten, en die hen niet kan pressen om door te werken). Zorg dat deze rijksvergoeding ook mensen geldt die in de gig-economy werken.

En nee, weten dat er nu vaccins voorhanden zijn, is geen ‘beleid’. Voorlopig zijn er te weinig doses voorhanden om iedereen in te enten. Voordat voldoende mensen zijn gevaccineerd om groepsimmuniteit te bereiken, zijn we een jaar verder. Derhalve zullen we het komende jaar nog steeds opflakkerende virushaarden hebben, die allemaal, stuk voor stuk, uitgestampt moeten worden. Plus: niemand weet nog hoe lang de nieuwe vaccins effect hebben. Met pech beschermen ze ons maar een jaar.

[Beeld: logo Red Team]

Intimidatie

Vervloekt zij de mensen die ministers en parlementsleden op straat belagen, omdat ze het niet eens zijn met hun beleid. Die hen de vrije doorgang belemmeren, of hen lukraak beschuldigen van massaal kindermisbruik (wat serieuze pogingen om misbruik van kinderen bloot te leggen overigens in diskrediet brengt).

Vervloekt zijn de viruswaanzinnigen, die medewerkers van verpleegtehuizen en zorgcentra de dood toewensten.

Vervloekt zij de mensen die afgelopen week de schilderingen op het gebouw van The Black Archives in Amsterdam vernielden door er de stupide leus ‘Roetveegpiet is genocide’ overheen te kladden. (Is er ooit – ergens, waar of wanneer dan ook – iemand gestorven vanwege de verschijning of het handelen van een roetveegpiet? En toch kom je aanzetten met genocide, de moedwillige en doelgerichte uitroeiing van een complete bevolkingsgroep?)

Vervloekt zij de boeren die met tractors de snelwegen blokkeerden en de deuren van provinciehuizen ramden, omdat ze meenden dat hun belang zo zwaar woog dat ze het recht hadden om alle wetten, regels en fatsoen, inclusief elk ander belang, aan hun laars te lappen. Fuck de rechtsstaat, leve ons!

Vervloekt zij de brullende boeren. Stoer lullen over ‘valse berekeningen’ die moesten worden ‘gerectificeerd’ zolang ze op een tractor prijken met banden waaronder ze alles dreigen te vermalen, maar die, zodra ze in een debat over stikstofuitstoot een wetenschapper treffen die ze kalmpjes corrigeert, met de staart tussen de benen afdruipen. Oeps, foutje.

Vervloekt zij de mensen die de leden van het OMT dusdanig intimideren en hinderen, dat een deel van hen nu persoonlijke beveiliging nodig heeft. Viroloog Marion Koopmans – nota bene het OMT-lid dat de discussie met critici het meest frequent aangaat – kreeg plaatjes van een strop toegestuurd, met daarbij de mededeling ‘nog even’.

Vervloekt al wie zegt dat hij niet wordt gehoord, terwijl hij onderwijl anderen de mond snoert. Vervloekt al wie de pers en de wetenschap zwartmaakt wanneer die niet naar hun pijpen dansen. Vervloekt al wie dreigt en intimideert om zijn zin erdoor te drammen. Vervloekt al wie dreigt wanneer een ander iets anders denkt.

Zulk gedrag smoort elk debat, maakt discussie onmogelijk, breekt alle begrip af, verhindert beter nadenken, blokkeert elk slim compromis, drijft conflicten op de spits, en vervreemdt mensen van elkaar.

Heb meelij met de kluns die me al maanden idiote mailtjes stuurt vanwege mijn columns over corona, en die zichzelf onderwijl zo opzweept dat-ie nu is aanbeland bij dreigementen over de aanstaande ‘bijltjesdag’ die mijn deel zal zijn, en die mij recent vergeleek met een moffenhoer.

En vervloekt de lafbek die afgelopen week uit kennelijke woede mijn Canta, die voor mijn woning staat geparkeerd, molesteerde en alle vier de banden ervan lek stak. Stiekem uit wraak iemands gehandicaptenautootje onklaar maken: wat een ongelooflijke schlemiel ben je dan.

[Beeld: fragment van trollenmuur, foto HopeKaye, CC0]