Critici beweren vaak dat op sociale media hoofdzakelijk onzin wordt gepost. Publieke conversaties horen een meerwaarde boven het persoonlijke te hebben, vinden ze, en anders hoor je die niet in het openbaar te voeren. Wat een raar criterium. Sinds wanneer stellen we de eis dat onderlinge gesprekken tussen mensen maatschappelijk relevant moeten zijn, zuiver omdat anderen ze ook kunnen volgen? Met dat argument kun je ook zowat alle gesprekken in cafés, op feestjes, in parken en langs sportvelden belachelijk maken.
Sites als Facebook maken de alledaagse conversaties tussen vrienden en kennissen voor anderen zichtbaar. Inderdaad, die gesprekjes zijn niet altijd van hoog niveau. Zulke gesprekken voer je echter niet vanwege het niveau, maar om de onderlinge band te cultiveren: het zijn betrekkingsgesprekken.
Tien jaar geleden was het modieus om af te geven op mobieltjes; mensen zouden ze hoofdzakelijk gebruiken voor onnutte plaatsbepalingen en zinloze aankondigingen: ‘Ik ben nu in de supermarkt’, ‘Ik ben er over vijf minuten’. maar die boutades zijn misplaatst. Wat zulke ogenschijnlijk onbenullige gesprekjes namelijk zeggen is dit: ik denk aan je, ik kom eraan, weet dat ik je niet vergeten ben. Ik ben elders, maar ik ben bij je. Wat zulke telefoongesprekjes au fond doen, is de huiselijke conversatie tussen vrienden, familie of geliefden voortzetten in de buitenwereld. Ineens belandden zulke alledaagse opmerkingen op straat, in het café, in de lift, in de tram.
Ook op Facebook gebeurt dat. De versnipperde conversatie die je eerder uitsluitend thuis voerde – turend in de koelkast: ‘Eh, wat zullen we vanavond eten, schat?’, of wijzend naar de krant: ‘Tsss… heb je dát gelezen?’ – belandt daarmee in de openbaarheid. Buitenstaanders (die thuis natuurlijk precies zulke gesprekken voeren) zijn nu ineens getuige van andermans huiselijke uitwisselingen.
Nu we buitenstaanders horen uitspreken wat we zelf aldoor als intieme, besloten conversatie hadden beschouwd, klinken die woorden onbedoeld triviaal en clichématig, en doen critici ze af als onzin. Maar diezelfde zinnetjes zijn wél die het weefsel van onze intieme banden smeden en versterken. Zulke zinnen verdienen koestering, geen sneer.
Critici kunnen zich beter realiseren dat sociale media zowel persoonlijke als sociale conversaties faciliteren. Want elke analyse waarin die twee op één hoop worden gemieterd, leidt naar een totalitaire opvatting, waarin de waarde van losse opmerkingen worden afgemeten aan hun maatschappelijke merites.
Afgeven op onze persoonlijke levenssfeer is nooit verstandig. Ook niet nu we die meer publiek beleven.