Failliet

De oorlog die Bashar Assad tegen zijn eigen volk voert, duurt al bijna twee jaar. In dat tijdsbestek heeft hij honderdduizenden burgers over de kling gejaagd en zijn land aan flarden gebombardeerd. De onafzienbare stroom vluchtelingen uit Syrië heeft inmiddels zowat alle buurlanden ontwricht. Miljoenen mensen hebben alles moeten achterlaten.

Niet eerder heeft een staatshoofd zijn land zo grondig vernield; niet eerder heeft een regeringsleider zijn eigen bevolking zo systematisch uitgemoord en verdreven.

Maar de grootste schande van al is dat Assad er internationaal mee wegkomt. Assad heeft chemische wapens tegen zijn eigen volk gebruikt, slacht burgers aan de lopende band af, laat journalisten en artsen martelen. Wij doen intussen niet meer dan een beetje ‘bezorgd’ zijn, en zelfs dat gaat niet van harte. Liever kauwen we de leugens van Assad na.

De laatste maanden houden wij in het westen onszelf zoet met de door Assad in het leven geroepen fabel dat hij er de gematigde stroming verdedigt; zonder hem zou het land in handen zou vallen van religieuze extremisten. Maar wanneer dit langgerekte bloedbad de ‘gematigdheid’ moet voorstellen, heeft dat woord toch iedere zinnige betekenis verloren?

Ja, het verzet dreigt thans te worden overheerst door fanaten en jihadisten. Alle andere verzetslieden zijn namelijk allang vermoord, gevangen gezet, of gevlucht. Iedereen die op enige redelijkheid kon bogen, is de afgelopen twee jaar de mond gesnoerd, of is – onder druk van omstandigheden – uiteindelijk onredelijk geworden. Wat rest je anders wanneer je eigen regering jou en de jouwen maand in, maand uit uitmoordt, terwijl de buitenwereld haar ogen onderwijl angstig afwendt?

Het is sowieso een wespennest daar, laat ‘ze’ het maar zelf uitzoeken: voor je het weet hebben we er een tweede Irak bij. Dat zijn zo ongeveer de argumenten waarmee wij onze ogen sluiten voor wat er in Syrië gebeurt. Maar wie daarmee komt aanzetten, vergeet dat Assad datzelfde wespennest onder ons goedkeurend oog heeft geschapen. Wij deden alsof hij een verlicht dictator was, terwijl hij links en rechts Hezbollah en Al Qaida voedde.

Wij steunden de oppositie niet op het moment dat zulks verschil had kunnen uitmaken. Want we wilden Assad niet voor het hoofd stoten. (Net zoals we El Baradei in februari 2011 in Egypte in de kou lieten staan, toen hij als eerste potentiële en seculiere regeringsleider dapper de handschoen opnam en zich openlijk tegen Mubarak keerde.)

We ‘vergeten’ dat onze afzijdigheid betekent dat we ook andere landen – Jordanië, Libanon – laten stikken, en daarmee juist nieuwe brandhaarden helpen stichten. We ‘vergeten’ dat er meer bestaat dan militair ingrijpen alleen: de tegoeden van Assad bevriezen zou al flink helpen, of de vluchtelingen serieus helpen. Maar mogelijk heeft dat consequenties voor onszelf. Dus liever doen we niks.

Oh, en zalig Kerstmis! Vrede op aarde, enzo.

Echte aandacht

Het KWF wilde met de campagne ‘Aandacht, AUB!’ wijzen op de soms gebrekkige psychosociale zorg voor kankerpatiënten,. De campagne bestond uit een ‘luchtige’ serie filmpjes op waarin daadwerkelijk gerapporteerde blunders waren uitvergroot. De verhalen waren echter dermate dik aangezet dat het enige dat van het originele probleem overbleef, ongeremde botheid en grote desinteresse was.

Artsen die aan de lopende band patiënten en uitslagen verwisselen. Artsen die niet luisteren naar hun patiënt. Baliepersoneel dat zich een slag in de rondte klungelt. Verpleegkundigen die meer in roddels, vakantiefoto’s en verjaardagstaart zijn geïnteresseerd dan in hun patiënten.

Het was van een grote treurnis. Artsen en verpleegkundigen werden neergezet als een bonte verzameling minkukels, stoethaspels, botterikken, haantjes en klootzakken. De patiënten leken op zielige vloermatten die alles met afgrijzen over zich heen laten komen. Mij lijkt dit niet de weg om een gesprek te openen. Eerst zet je een beroepsgroep publiekelijk te kakken, en vervolgens beweer je dat je een gesprek wilt aangaan?

Mijn ervaring is dat oncologen en verpleegkundigen buitengewoon begaan zijn met hun patiënten, en dat iedereen enorm zijn best doet. Ja, er gaat wel eens iets mis, maar dat komt meestal voort uit chronisch tijdgebrek: desinteresse of botheid is zelden het probleem.

Na veel commotie trok KWF de campagne terug. Een verstandig besluit, maar had het KWF niet eerder kunnen begrijpen dat deze aanpak zonde was van de 450.000 euro die ze erin staken?

Temeer daar er een aantal grote problemen liggen in de psychosociale zorg van kankerpatiënten. Een van de grote vragen – die iedereen bezighoudt, artsen en patiënten incluis – is hoelang je moet blijven doorbehandelen. Moet je aldoor maar nieuwe remedies blijven zoeken en nog weer een chemo of serie bestralingen aanbieden, terwijl duidelijk is dat die weinig uithalen en hooguit een maand of twee verlenging kunnen opleveren?

Wanneer gaat kwaliteit van leven boven het verlengen van het leven? Wanneer wordt levensverlenging een uitputtingsslag? Hoe maak je in hemelsnaam zo’n afweging? En hou je, door steeds naar weer andere interventies te zoeken, uiteindelijk niet het idee in stand dat er, zelfs tegen de keer in, wellicht toch genezing is te vinden? Hoe kunnen artsen en patiënten hun beider besef van machteloosheid tegenover die voortwoekerende kanker anders oplossen dan door steeds weer naar nieuwe technologieën te grijpen?

Dat zijn vragen waar zowat alle artsen en patiënten mee worstelen. Waar nog bijkomt dat artsen vaak denken het niet ‘goed’ te doen wanneer ze niet alles uit de kast halen voor hun patiënt, en patiënten soms bang zijn om een behandeling die ze als te belastend voorkomt, te weigeren.

Dáár zoo het KWF zich eens over moeten buigen. Liefst niet in ‘geestige’ sketches van maximaal één minuut elk.

Hellend vlak

Met een kennis liep ik Centraal Station in, terwijl we druk in gesprek waren gewikkeld. Mooie uitdrukking trouwens, ‘in gesprek gewikkeld’. Ik stel me daarbij dat ene schilderij van Escher voor: twee onthechte hoofden die licht naar elkaar toe neigen. Beide hoofden bestaan uit niets dan een gewelfde, om hun heen geplooide strook verband die op de kruin van de een oversteekt naar de ander. Ze zijn onderling verbonden, hun gedachten met elkaar verbonden.

Er was niks aan de hand, niet verliefd of zo: we waren gewoon in een geanimeerd gesprek gewikkeld. Maar het was een mooi beeld.

De centrale hal van het station bleek weer te zijn veranderd. Gaandeweg vervallen de schotten en stellingen die het interieur jarenlang aan het oog hebben onttrokken, en daarachter blijkt van alles gerestaureerd te zijn. De glorie van het oude gebouw komt steeds beter tot zijn recht.

Centraal Station wordt een mooi, ruim en helder gebouw. Het leek of de zon plotsklaps binnenviel: alles lichtte op.

In de hal braken we het gesprek af: onze wegen scheidden zich. De schaar ging in het verband, we wikkelden onszelf los en gingen elk ons weegs. Ik kocht koffie en een treinkaartje, liep naar het perron en wachtte op de trein, vervuld van goede zin door dat steeds mooier wordende gebouw.

Toen ik het kapje van mijn koffie wilde halen en daarvoor een hand tekort kwam, sloeg onverwacht de ergernis toe. Werkelijk: in heel Centraal Station is tegenwoordig niks meer te vinden waarop je iets kunt neerzetten. De prullenbakken hebben scheve bovenkanten, over elk muurtje loopt een reling, ja zelfs de weinige bankjes hebben een helling. Nergens is een plat vlak te vinden waarop je eventjes iets kunt neerzetten. Nergens – behalve de grond.

Probeer jij maar eens te bukken met in je ene hand die hete koffie die je toch ergens moet parkeren, terwijl je tas over de bijbehorende schouder naar voren dreigt te zwiepen zodra je bukt, en met in je andere hand een kruk. Dat lukt niet. Want je was, zoals dat zo zedig heet, slecht ter been. Daarom heb je die kruk juist.

Zodat ik voor de zoveelste keer stond te hannesen en koffie op mijn jas en op de vloer van het perron morste.

Het is klein leed, ik weet het, en het valt in het niet bij zowat al het andere waarover een mens kan struikelen. Maar waarom mogen we van Centraal Station nergens iets neerzetten? Alle eerder aanwezige platte vlakken zijn dusdanig grondig van een helling of ander obstakel voorzien, dat je welhaast gaat vrezen dat er beleid achter zit.

Bankjes zijn er ook steeds minder op de perrons. Geen plek waar je kunt zitten of desnoods met een halve bil op kunt hangen. Zelfs vrijstaande pilaren om tegenaan te leunen worden schaars.

Ik snap de onderliggende beweegreden wel: de NS moet woekeren met ruimte. Maar af en toe ergens een plek voor iets plats – voor koffie, of voor je kont of heup – is heus niet veel gevraagd.

Schijnheil

‘De verontrusting over privacy is reëel,’ zei minister Plasterk vorige week. Hij voegde er quasi-verbaasd aan toe: ‘Het gekke is, als ik op werkbezoek ben, dan tilt men er niet zo aan.’

Vreemd is dat toch, hè. Hamert de politiek er tien jaar op dat wij burgers onze privacy moeten inleveren omwille van onze eigen veiligheid, en dan gaan wij dat gaandeweg nog geloven ook! Plasterk beziet het met kennelijke verwondering.

Maar dat is schijnheil en huichel. Want de AIVD – die onder Plasterks verantwoordelijkheid valt – blijkt op grote schaal internetfora te hacken en daar gegevens van alle bezoekers weg te slurpen. Dat mag helemaal niet, sleepnetacties zijn verboden; de AIVD mag alleen gericht onderzoek doen, en uitsluitend wanneer er een gerede verdenking ligt. Onder Plasterks gezag werden de wet, de privacy en de rapportageregels grof geschonden. Die wetenschap tovert Plasterks schijnheil om in pure hypocrisie.

De illegale praktijken van de AIVD worden niet bestraft, doch met de mantel der liefde bedekt. Er ligt een voorstel dat de bevoegdheden van de inlichtingendiensten regelt, de WIV 2014, waarin sleepnetacties en ongerichte gegevensopslag worden gelegaliseerd. De wet is nog niet door het parlement heen, maar de AIVD heeft de benodigde computersystemen alvast ingekocht. Dan kunnen ze straks lekker snel verder.

Wat iedereen is vergeten: de huidige restricties in de WIV in 2002 werden ingevoerd, omdat de AIVD ook toen op onwettige sleepnetacties was betrapt en Nederland daarvoor een veroordeling van het Europese Hof in Straatsburg aan haar broek had gekregen. En nu introduceert Nederland een wet die ze in 2002 noodgedwongen moest herzien? Plasterk zou er goed aan doen zich dáár eens over te verbazen.

Ondertussen heeft Amsterdam een eigen afluisterschandaaltje. De PvdA en (godbetere) GroenLinks hebben gesprekken opgenomen die op straat gevoerd werden in een campagne. Dit omdat naar hun mening de mensen die stemmen wierven voor een referendum over erfpacht, daarbij ‘misleidende’ informatie zouden hebben gebruikt om handtekeningen te krijgen.

Het gaat GroenLinks en de PvdA hoegenaamd niets aan op grond waarvan mensen zo’n referendum met hun handtekening steunen. Ook een handtekening die volgens de PvdA en GroenLinks op oneigenlijke gronden is gezet, telt gewoon mee. Handtekeningen kopen is taboe, evenals mensen dwingen om te tekenen, en dat is al.

Stel je toch voor: een politieke partij die illegaal mensen afluistert om te onderzoeken waarom ze voor of tegen iets stemmen. Daarbij: wat is dat, een ‘oneigenlijke’ stem? Wil de PvdA dan al die stemmen inleveren die ze kregen omdat Diederik Samsom tijdens de campagne zo ‘sociaal’ leek? Want dat is toch behoorlijk misleidende informatie gebleken. En GroenLinks mag straks de stemmen inleveren van alle mensen die stiekem een beetje verliefd zijn op Andrée van Es. Want dat is begrijpelijk, maar ook: oneigenlijk.

Deal

Gisteren gaven vertegenwoordigers van het Longfonds, het KWF én Stivoro bij een politiek overleg voor het eerst toe dat ze het zouden toejuichen wanneer rokers overstappen op de e-sigaret. Roken inruilen voor dampen levert, zo erkenden deze notoire tegenstanders nu ruiterlijk, een fikse gezondheidswinst op.

Je mag hopen dat dit voortschrijdende inzicht niet te laat kwam. Alle negatieve berichten die deze instanties jarenlang over het dampen publiceerden, hebben hun sporen nagelaten. Ze hebben de overstap naar een veel veiliger verpakking van nicotine in de weg gestaan, doordat ze rokers de facto bang hebben gemaakt voor een gezonder alternatief.

‘Maar de e-sigaret, die is toch juist extra gevaarlijk?’ vroeg een kettingrookster me gisteren. Ze was oprecht ongerust, maar – met dank aan Stivoro – vooral ongerust over het gezondere alternatief.

Hoe navrant dat het Longfonds, het KWF en Stivoro juist gisteren bakzeil haalden. Een paar uur eerder was het nieuwste EU-voorstel voor de regulering van de e-sigaret uitgelekt. Had het Europees Parlement in oktober nog een heel redelijk eisenpakket samengesteld en de Europese Commissie opdracht gegeven daar een mooie richtlijn van te maken, nu kwam de EC alsnog met een voorstel dat het dampen bijna onmogelijk maakt.

Het uitgelekte voorstel [pdf] wil alle hervulbare e-sigaretten verbieden. Dat maakt zo’n 95% van het huidige aanbod illegaal. Alleen kant-en-klare, slechts eenmaal bruikbare tankjes zouden nog mogen worden verkocht.

Laten dat nou net de belazerdste dampproducten zijn, spul waarbij elke verstokte roker denkt: ‘Nou, als deze misère het alternatief is? Laat maar. Dan blijf ik roken!’ Waarom het betere segment in de dampwereld expliciet verbieden, terwijl het slechtste segment tot het enige wettige alternatief wordt verklaard?

Ik vrees dat het geen toeval is dat de enige dampwaar die het voorstel toestaat, precies dat deel van de markt beslaat dat inmiddels in handen is gevallen van de ouderwetse tabaksproducenten. Waarbij tevens moet worden aangetekend dat een van de drijvende krachten achter dit voorstel Litouwen is, de huidige voorzitter van de EU. Litouwen is namelijk een groothandelaar in tabak.

Het nieuwe voorstel – de Commissie wil het, tegen alle procedures in, liefst begin december al in stemming brengen – bevat daarnaast een totaalverbod op alle reclame voor e-sigaretten. Ook elke andere publicatie die het dampen promoot, wordt verboden, zelfs wanneer die promotie of aanbeveling niet commercieel van aard is. Onder dit voorstel zou zelfs deze column illegaal zijn.

Zodat half gezondheidsminnend Nederland zich gisteren met recht lam schrok. Dit was nu ook weer niet de bedoeling. Op de keper beschouwd zagen ze liever dat wij rokers aan het dampen sloegen.

Deal.

Maar mag ik het KWF, het Longfonds en Stivoro daarom vriendelijk doch zeer dringend verzoeken om zich uit te spreken tegen het aanstaande verbod op de e-sigaret?

Kiloknallers

Prostitutie is flink aan banden gelegd. De tippelzones zijn gesloten, veel ramen op en rond de Wallen zijn dicht, raamverhuurders moeten intakegesprekken houden met de sekswerkers om te bepalen of zij uit vrije wil handelen. De vrouwen zelf is een registratieplicht opgelegd, en er dreigt een taaltoets.

Alles gebeurt met nobele doelstellingen: in de prostitutie vindt nogal wat uitbuiting plaats. Zeker bij de Oost-Europese vrouwen die hier werken, is geregeld sprake van vrouwenhandel. De vrouwen worden onder valse voorwendselen hier naartoe gelokt, hun paspoort wordt ze afgenomen, ze worden gechanteerd dat hun thuisfront wordt ingelicht over hun huidige werk, vluchten gaat haast niet, en hun inkomsten gaan regelrecht naar hun uitbuiters.

Maar sluiting van ramen of gedoogzones en nog meer regulering is niet de weg om deze groep bij te staan. Daarmee maak je het vooral de vrouwen moeilijk die prostitutie als tijdelijke job of als bijbaantje hebben: wanneer de baten voor hen niet langer opwegen tegen de kosten, hangen ze hun G-string in de wilgen. Ze moeten steeds meer betalen voor een raam en hebben weinig zin om zich als prostituee te registreren, want dan zitten ze de rest van hun leven, in al hun transacties met de overheid, aan dat stigma vast. Je jaagt dus bij uitstek die vrouwen uit het vak voor wie prostitutie nu wél een vrijwillige keuze was.

De overheid heeft de afgelopen jaren het aanbod zodoende danig beperkt, en heeft daarbij en passant het beste deel van de sekswerkers vrijwel uitgerangeerd. De vraag blijft echter in stand, en die blijkt akelig slecht te beïnvloeden.

Zodat de navrante situatie is ontstaan dat de overheid eigenhandig schaarste heeft gecreëerd en daarmee de markt blokkeert. En, zoals bij elke opgelegde schaarste, zijn het de hele en halve criminelen die in het gat springen. Mannen die geregeld een vrachtwagen vrouwen naar Nederland halen om ze hier tot prostitutie te dwingen, of beter gezegd: ze voor een habbekrats op dagelijkse basis door de klanten te laten verkrachten.

Mensenhandelaars zijn de kiloknalllers van de prostitutie.

De nieuwe prostitutie onttrekt zich aan het oog van de buitenwereld: de vrouwen worden per auto tussen klanten en hun gevangenis gereden; ze wonen in buitenwijken in illegale bordelen; er zijn stiekeme afwerkplekken ontstaan, verstopt in keurige woonwijkjes. Momenteel is er commotie over Nieuw-West, waar een deel wat van deze georganiseerde mensenhandel- annex prostitutie naartoe is verhuisd.

De vrouwen worden met man en macht uit het zicht van de overheid worden gehouden; kónden ze maar naar de Wallen. Daar hadden ze elkaar wellicht nog een handje kunnen helpen, en daar houden de sekswerkers elkaar tenminste een beetje in het oog.

Kiloknallers bestrijd je niet door prostitutie te verbieden, dat lukt je toch niet. Je kunt beter de verkoop van goed vlees ruimhartig gedogen.

Keuze

Onderzoeksjournalist Michael Moss schreef een boek over de voedingsindustrie. Hij ontdekte dat tegenwoordig aan zowat al ons voedsel extra vet, suiker en zout wordt toegevoegd. We krijgen daardoor meer zout, vet en suiker binnen dan ooit tevoren, en dat in een tijd waarin diezelfde voedingsindustrie ons te pas en te onpas voorhoudt dat hun product ‘light’ is, dan wel ‘een verantwoorde keuze’.

Moss was in Nederland om de vertaling van zijn boek luister bij te zetten en de Volkskrant publiceerde gisteren een interview met hem. Moss legde bereidwillig uit dat de consumptie van suiker, vet en zout ons telkens weer een fysiologische kick levert, een sensatie die subiet effect heeft op het pleziercentrum in ons brein, en die daardoor moeilijk door ons verstand of ons geweten is tegen te gaan.

Het vernuft van de voedingsindustrie, legde Moss uit, is dat zij nauwgezet heeft uitgezocht bij welke hoeveelheden en welke balansen die kick wordt omgezet in hunkering: wanneer willen we alleen maar meer, meer, meer? Hoe schakel je ons inherente verzadigingsmechanisme het beste uit?

De interviewer deed een moedige poging om advocaat van de duivel te spelen. ‘Daar zijn we zelf bij,’ zei hij, ‘uiteindelijk bepaal ik toch zelf of ik een zak chips of een Mars eet?’

Waarna Moss de volgende vernietigende repliek gaf: ‘De voedingsindustrie doet niets liever dan dat benadrukken, want (het idee dat het onze eigen vrije keus is) leidt de aandacht van henzelf af. Het probleem is: het is geen eerlijke strijd. Voedingsbedrijven wenden alle middelen aan om je te verleiden. Wij hebben een natuurlijk mechanisme dat voorkomt dat we teveel eten van één ding. [..] Wetenschappers uit de voedselindustrie hebben hun producten zo ontwikkeld dat ze dit mechanisme kunnen omzeilen.’

Daar sta je dan met je blote tanden.

Niet alleen is de notie van ‘vrije keus’ van het individu – van u en van mij – inderdaad een nogal breekbaar begrip, gezien in het licht van de miljardencampagnes van de voedselindustrie om ons over te halen tot de consumptie van hun goederen. Om nog niet te spreken over hun jarenlange wetenschappelijk onderzoek dat uitsluitend als inzet had hoe ze uw en mijn vrije keuze nu het beste kunnen ondermijnen. Juist dat telkens weer benadrukken dat het uiteindelijk toch onze eigen keus is om troep te eten, is de schaamlap waarachter de voedselindustrie zich verschuilt.

Zodat Michael Moss me iets cruciaals leerde: vrije keus en kapitalisme verhouden zich kennelijk bijzonder slecht. Want door te benadrukken dat elk individu verantwoordelijk is voor zijn eigen keuzes, laten we na om de industrie – die uiteindelijk bepaalt uit welk scala we kunnen kiezen – verantwoordelijk te stellen voor hun keuzes.

En zij zijn het die steeds meer vet, suiker en zout aan ons voedsel zijn gaan toevoegen. Niet wij.

Opstap

Bij monde van Kamerlid Marith Rebel-Volp wil de PvdA het elektrisch roken liefst verbieden. Haar voornaamste reden: e-roken houdt de nicotineverslaving in stand, en is een opstap naar écht roken. En roken is, zoals we weten, funest voor de gezondheid.

De logica van die redenering ontgaat me ten ene male. Omdat roken ongezond is, moet e-roken – wat vele malen minder ongezond is, en tegenwoordig zelfs door longartsen wordt aanbevolen als een verstandiger alternatief – streng worden aangepakt, en moet het bij voorkeur onder de geneesmiddelenwet vallen. Terwijl het spul waarover de PvdA écht bezorgd is, te weten tabak, intussen wel vrij mag blijven worden verkocht?

Het komt neer op pils in de ban doen omdat alcohol gevaarlijk is, terwijl je ondertussen niks doet aan de verkoop van wodka, jenever en cognac. Alsof je stevia en andere zoetmakers verbiedt, omdat suiker ongezond is, terwijl je originele suikerproducten ongemoeid laat.

Inderdaad, nicotine is niet gezond. Maar het is niet de nicotine waarvan rokers ziek worden en waaraan ze dood gaan;. Dat is de tabak. Zodra je nicotine kunt ontdoen van zijn oude verpakking en op een veel gezonder manier kunt aanbieden, grijp je die kans toch met beide handen aan?

De PvdA is echter bevreesd dat elektrisch roken – zelf noem ik het liever dampen, juist omdat het zo weinig met het ouderwetse roken te maken heeft – voor jongeren een opstapje vormt naar het roken van tabak. Ze zijn voorts bang dat dampen nicotine opnieuw modieus maakt, dit na al die campagnes om mensen van het roken af te houden.

Heus: er is niks ter wereld dat zoveel mensen van het roken afkrijgt als juist het dampen. Nicotinepleisters, Allen Carr, acupunctuur: het helpt allemaal bitter weinig. Mensen geven goud geld uit om te stoppen met roken, en vallen niettemin steeds terug. Ze willen nicotine, en krijgen die via tabak. Maar via diezelfde tabak kregen ze er onbedoeld een boel extra, zeer schadelijke stoffen bij.

Wat nu als je die nicotine ook kunt leveren zonder al die schadelijke additieven? Wat nu als dampen wél maakt dat mensen acuut, en vrij eenvoudig, kunnen stoppen met roken?

Het overkwam mij. Ik was niet gek, ik wist best dat roken ongezond was. Alleen: ik vond het heerlijk en ik had geen alternatief. Maar na één avond met een verdamper was ik volkomen om; dit was zoveel lekkerder. Zonder dat ik er op uit was – sterker: ik was pertinent niet van plan ermee op te houden – ben ik acuut gestopt met roken. En binnen negen weken heb ik het nicotinegehalte van de sapjes in mijn verdamper radikaal teruggebracht. Niet omdat het moest. Alleen omdat het prettiger was, en omdat ik mijn fix nu op een gezonder manier kon krijgen.

De PvdA maakt zich zorgen over dampen als een doorgangsdrug: ze zijn bang dat je van dampen makkelijk overstapt op tabak. Maar de praktijk leert dat het precies andersom werkt: wie gaat dampen, geeft het roken makkelijk op.

Zelfs wanneer dat helemaal niet de bedoeling was.

 
[Noot: lees hier de Kamervragen van de PvdA over e-roken, en hier het antwoord van Acvoda – het Acticomitée voor Dampers- op de vragen van mw. Rebel-Volp.]

Kwakpas

Amsterdammers boven de 65 kunnen een Stadspas aanvragen, die korting op allerlei evenementen geeft. Ook wie aantoonbaar over weinig geld beschikt, kan voor een Stadspas in aanmerking komen. Die laatste groep krijgt bovendien elke maand bonnen waarmee ze tegen sterk gereduceerd tarief toegang krijgen tot sport, recreatie en cultuur.

Een prachtig initiatief, een stad met sociaaldemocratische roots waardig. Via kortingen verlaag je de drempel en maak je het stadsleven toegankelijker, juist voor mensen die wankelen op de rand van een sociaal en cultureel isolement. Voor wie weinig geld heeft, telt elke cent.

Maar wat in hemelsnaam doet die homeopaat in het aanbod van de Stadspas? In november geeft Trudy van den Berg – ze noemt zichzelf ‘arts voor homeopathie’ – alle Stadspassers korting op hun eerste consult bij haar.

Fluks haar website opgezocht. Daar meldt Trudy dat ze Heel Erg Goed Luistert naar de patiënt, en enorm geïnteresseerd is hoe haar klant z’n eigen klachten ervaart. “Indien nodig volgt aansluitend een lichamelijk onderzoek,” maar ook zonder zulk onderzoek, ja zelfs zonder enige laboratoriumtest, maakt Trudy na afloop een homeopathisch middeltje speciaal voor u. Waarvoor separaat moet worden betaald, zonder Stadspaskorting enzo. En o, u moet natuurlijk nog wel vier tot zeven keer bij haar terugkomen. Tegen normaal tarief. Uiteraard.

Trudy vertrouwt enorm op haar kunnen. “Het gaat erom dat de arts het juiste middel kiest. Als het verkeerde middel wordt gekozen, gebeurt er niets. Als het goede middel gekozen wordt gebeurt er soms een klein wonder.” Is het niet geweldig dat verkeerde middelen he-le-maal niks uithalen, terwijl goedgekozen middelen een wonder veroorzaken? En dat de Stadspas u in contact heeft gebracht met dit mirakel?

Over haar relatie met de reguliere geneeskunde is Trudy helder. “Als homeopathie aanslaat, kunnen de reguliere medicijnen over het algemeen verminderd worden. Dit gebeurt altijd in overleg met de patiënt en zonodig met de arts die de medicijnen heeft voorgeschreven.” Eerst met de behandelend arts overleggen voordat ze hun patiënten overhaalt om hun reguliere – en bitter noodzakelijke – medicatie af te bouwen: nee, daar begint Trudy niet aan. Dat is zo, eh, zo akelig formeel. Het gaat toch om de mens, niet om de klacht?

Jammer voor Trudy, maar homeopathie is uit en te na afgedaan als kletskoek, niets dan kwakzalverij.

Waarom de Stadspas zo’n achterhaalde praktijk sponsort, is me een raadsel. Een praktijk die bovendien niks te maken heeft met het doel van de Stadspas, te weten: het verlagen van de drempel tot cultuur, sport en recreatie. Waarom biedt de Stadspas deze mevrouw een platform om klanten binnen te halen? Nota bene klanten die hun geld aanzienlijk beter kunnen gebruiken?

Volgende maand: de Stadspas geeft korting op een cursus van Scientology.

Duur bedrog

Bijna twee miljoen mensen in de VS hebben te maken gehad met identiteitsfraude op medisch vlak. Anderen gingen onder hun naam naar een arts of ziekenhuis, en lieten zich daar voor allerlei kwalen behandelen. Het resultaat: foute en vervuilde patiëntendossiers, verkeerde behandelingen, en soms zelfs verkeerde diagnoses. Want hoe bedenk je als arts nu dat iemand wellicht een acute blindedarmontsteking heeft, als het ding er volgens iemands EPD al drie jaar uit is?

Een recente studie wees uit dat 15% van de slachtoffers van dergelijke medische fraude later een verkeerde diagnose kreeg, 12% kreeg een verkeerde behandeling, bij 14% werd de juiste behandeling te laat ingezet, en 11% kreeg verkeerde medicijnen voorgeschreven. Mensen staan foutief te boek als drugsverslaafd, krijgen penicilline voorgeschreven terwijl ze er allergisch voor zijn (‘De vorige keer kreeg u dit toch ook!’), of krijgen ineens een geschiedenis van potentieel kindermishandelaar op hun conto geschreven.

Omdat Amerikaanse zorgverzekeringen vaak maar een beperkte dekking hebben, levert deze fraude de slachtoffers ook financieel een fikse schadepost op. Bij elkaar hebben de twee miljoen bedrogenen ongeveer 12 miljard dollar moeten ophoesten voor medische hulp en behandelingen die zijzelf niet hebben gekregen, maar die niettemin wel op hun naam staan geregistreerd.

De meest pijnlijke ontdekking van het onderzoek is dat ruim de helft van deze fraude wordt uitgevoerd door bekenden. Vrienden of familie van het slachtoffer gaan op diens gejatte pasje naar het ziekenhuis en geven zich daar voor hem uit. Een truc die, anders dan hier, meestal werkt omdat Amerikanen in nood eerder naar de Eerste Hulp gaan dan naar een huisarts. En op de Eerste Hulp kent niemand je.

Ontdekken de gedupeerden de fraude, dan blijken ze vaak huiverig om aangifte te doen. Je eigen broer of buurvrouw geef je immers niet zomaar aan. Meestal verandert dat pas wanneer de vals uitgevaardigde rekeningen flink gepeperd raken.

De motieven voor deze fraude? Soms willen mensen niet met hun hebben en houwen in een medisch dossier belanden. Denk aan geslachtsziektes, en aan alcohol- en drugsverslaafden. Zo’n aantekening in je papieren kan je nog lang achtervolgen, en dus wil je ook met gerelateerde klachten niet komen aanzetten. Daar kan ik me een boel bij voorstellen, zeker nu onze persoonlijke gegevens overal opduiken en ons soms hinderlijk achtervolgen.

Maar meestal wordt de fraude geboren uit geldgebrek. Miljoenen hardwerkende Amerikanen hebben geen enkele zorgverzekering, want die is onbetaalbaar voor ze; wie wel verzekerd is, heeft vaak een beperkte dekking. Uit die ellende komt, zo leren we nu, medische fraude en identiteitsdiefstal voort.

Er is veel, heel veel, te zeggen voor een verplichte basisverzekering voor iedereen. Al was het maar omdat die mensen tegen zichzelf en tegen elkaar beschermt.