De rechter die in 2013 het grootschalige, ongerichte bijhouden door de NSA van alle telefoongesprekken van de bevolking afwees, maakte gisteren korte metten met de afluisterstaat. Indertijd oordeelde Richard Leon dat zonder aanzien des persoons bijhouden wie wanneer, hoelang en vanaf welke locatie met wie belt, ongrondwettig was – en griezelig Orwelliaans. Niettemin bood hij in zijn uitspraak de NSA alle ruimte om de boel te repareren.
Maar iedereen pleegde obstructie. Individuen uitsluiten van massasurveillance kon écht niet, dat zou het hele systeem ondermijnen, zei de NSA. ‘Er komen binnenkort betere wetten,’ zei de Amerikaanse overheid. ‘Wij hebben toch toestemming gegeven? Dan mag het dus wél!’ zei het Congres.
Deze week – twee jaar later – was rechter Leon het beu. Volkomen beu. Hij vonniste gisteren dat de NSA per direct moet stoppen de metagegevens bij te houden van de telefoongesprekken die de eiser voert. Kan de NSA niet één enkele persoon uitzonderen van haar surveillance? Jammer voor de NSA: dan maar helemaal stoppen met het bijhouden van zulke gegevens van totaal onverdachte burgers. Leon: ‘De regering vraagt mij de facto om goed te keuren dat ze een sleepnet van ongekende proporties over alle burgers uitwerpt.’
Had het Amerikaanse Congres ingestemd met deze grootschalige privacy-inbreuk? Doet er niet toe, sneerde Leon. Immers: het Congres mág helemaal geen toestemming geven voor wetten en praktijken die ongrondwettelijk zijn. ‘Het intrinsieke doel van het grondwettelijke recht op privacy zou volledig worden ondermijnd wanneer dit hof zich neerlegt bij de overtuiging van het Congres dat ieders persoonlijke vrijheid opgeofferd dient te worden in de strijd tegen hedendaags kwaad.’
Leons vonnis boet enigszins aan fermheid in wanneer je weet dat de bewuste afluistermaatregel over drie weken sowieso afloopt, en vervangen wordt door een nieuwe wet. Niettemin zet hij een nieuwe toon: massaal onverdachte mensen volgen, is serieus ongrondwettelijk, en gelegenheidswetgeving doet niets aan dat principe af.
Vorige maand was er hier een vergelijkbare overwinning: de langlopende rechtszaak die de Oostenrijker Max Schrems tegen Facebook voerde, en die nu eindelijk op Europees niveau wordt uitgevochten, leidde tot de uitspraak dat persoonlijke gegevens van Europese burgers niet op Amerikaans grondgebied mogen worden bewaard – waar ze feitelijk vogelvrij zijn, want wij vallen niet onder Amerikaans recht – en een deugdelijke Europese bescherming vereisen.
Als toetje oordeelde de Brusselse rechter gisteren dat Facebook niet langer gegevens mag bijhouden van bezoekers en passanten die zelf geen Facebooklid zijn. Per vandaag moet Facebook daarmee ophouden, op straffe van een boete van een kwart miljoen euro per dag.
Wie zijn rechten lief heeft, moet tegenwoordig bij het gerechtshof zijn – niet bij de politiek. Vandaag vierde ik een feestje voor de rechtstaat. En voor robuuste rechters.