Robuuste rechters

De rechter die in 2013 het grootschalige, ongerichte bijhouden door de NSA van alle telefoongesprekken van de bevolking afwees, maakte gisteren korte metten met de afluisterstaat. Indertijd oordeelde Richard Leon dat zonder aanzien des persoons bijhouden wie wanneer, hoelang en vanaf welke locatie met wie belt, ongrondwettig was – en griezelig Orwelliaans. Niettemin bood hij in zijn uitspraak de NSA alle ruimte om de boel te repareren.

Maar iedereen pleegde obstructie. Individuen uitsluiten van massasurveillance kon écht niet, dat zou het hele systeem ondermijnen, zei de NSA. ‘Er komen binnenkort betere wetten,’ zei de Amerikaanse overheid. ‘Wij hebben toch toestemming gegeven? Dan mag het dus wél!’ zei het Congres.

Deze week – twee jaar later – was rechter Leon het beu. Volkomen beu. Hij vonniste gisteren dat de NSA per direct moet stoppen de metagegevens bij te houden van de telefoongesprekken die de eiser voert. Kan de NSA niet één enkele persoon uitzonderen van haar surveillance? Jammer voor de NSA: dan maar helemaal stoppen met het bijhouden van zulke gegevens van totaal onverdachte burgers. Leon: ‘De regering vraagt mij de facto om goed te keuren dat ze een sleepnet van ongekende proporties over alle burgers uitwerpt.’

Had het Amerikaanse Congres ingestemd met deze grootschalige privacy-inbreuk? Doet er niet toe, sneerde Leon. Immers: het Congres mág helemaal geen toestemming geven voor wetten en praktijken die ongrondwettelijk zijn. ‘Het intrinsieke doel van het grondwettelijke recht op privacy zou volledig worden ondermijnd wanneer dit hof zich neerlegt bij de overtuiging van het Congres dat ieders persoonlijke vrijheid opgeofferd dient te worden in de strijd tegen hedendaags kwaad.’

Leons vonnis boet enigszins aan fermheid in wanneer je weet dat de bewuste afluistermaatregel over drie weken sowieso afloopt, en vervangen wordt door een nieuwe wet. Niettemin zet hij een nieuwe toon: massaal onverdachte mensen volgen, is serieus ongrondwettelijk, en gelegenheidswetgeving doet niets aan dat principe af.

Vorige maand was er hier een vergelijkbare overwinning: de langlopende rechtszaak die de Oostenrijker Max Schrems tegen Facebook voerde, en die nu eindelijk op Europees niveau wordt uitgevochten, leidde tot de uitspraak dat persoonlijke gegevens van Europese burgers niet op Amerikaans grondgebied mogen worden bewaard – waar ze feitelijk vogelvrij zijn, want wij vallen niet onder Amerikaans recht – en een deugdelijke Europese bescherming vereisen.

Als toetje oordeelde de Brusselse rechter gisteren dat Facebook niet langer gegevens mag bijhouden van bezoekers en passanten die zelf geen Facebooklid zijn. Per vandaag moet Facebook daarmee ophouden, op straffe van een boete van een kwart miljoen euro per dag.

Wie zijn rechten lief heeft, moet tegenwoordig bij het gerechtshof zijn – niet bij de politiek. Vandaag vierde ik een feestje voor de rechtstaat. En voor robuuste rechters.

Onrust in de tent

De beheerders van een forum waar ik veel vertoef, vroegen me vorige week hun team te komen versterken. Daags daarna kon ik overal achter de schermen kijken en had ik super powerzz.

Het werk van forumbeheerders beperkt zich gewoonlijk tot spammers vangen, uit de hand gelopen discussies weer op de rails te krijgen, ruziemakers uit elkaar halen, dubbele topics verwijderen, soms een berisping uitdelen, en vooral veel administratief werk. Rustig baantje, uurtje per dag, dacht ik nog, terwijl ik op mijn gemak de beheeropties verkende. Hoe deel je een waarschuwing uit, hoe sluit je een topic, hoe handel je een klacht af?

Vrijdagavond, amper acht uur nadat ik in functie was getreden, werd er van hogerhand een grote update uitgevoerd. De oudere teamleden wisten wel dat-ie eraan zat te komen, maar niet wanneer: de softwaremaker voert die op afstand uit, en is helaas tamelijk laks met waarschuwingen. Hop, forum ineens plat wegens groot onderhoud, en toen de boel de volgende ochtend weer werkte, was werkelijk alles anders. Andere lay-out, andere functies, andere wegwijzers. Veel was verbeterd maar het oogde allemaal volslagen onbekend, en de forumleden waren collectief de weg kwijt.

Ik ook, natuurlijk. Maar ik was inmiddels wél forumbeheerder, en dus: verantwoordelijk.

Het ongeluk wilde dat de rest van het forumbeheer dat weekend onbereikbaar was. De een had een burn-out, de tweede relatieproblemen, de derde zat in een grote verbouwing, de vierde had twee ernstig zieke familieleden, en de vijfde zat voor zijn werk op een booreiland. De personele krapte was juist de reden dat ze versterking hadden gezocht.

Het regende klachten. ‘Als de vorige versie niet wordt teruggezet, ga ik weg!’ dreigde de een. ‘Wat een botte ingreep, wat een machtsmisbruik,’ verweet een tweede. ‘Ik voel me hier niet langer thuis,’ piepte een derde. ‘Als ik dít doe, gebeurt er ineens dát, en dat hóórt niet,’ kreet de vierde.

Wat te doen?

Het enige dat ik kon doen. Overal antwoord op geven, publiekelijk de problemen inventariseren, mezelf door de nieuwe interface heen werken, oplossen wat ik kon en die verbeteringen openbaar bijhouden in nette lijstjes, vertellen wat snel gefixt kon worden en wat langer zou gaan duren. En vooral: heel, heel aardig zijn.

Na een dag klonken er andere stemmen. ‘Geef het tijd,’ zei de een. ‘Oh kijk wat een leuke nieuwe functie ik net heb ontdekt,’ zei een tweede. ‘Ik ken die software wel, heb je tips nodig?’ vroeg een derde. ‘Het begint te wennen,’ constateerde een vierde. ‘Het werkt eigenlijk best goed,’ gaf nummer vijf toe, terwijl nummer zes druk bezig was om nummer zeven met een forumprobleem te helpen. Gaandeweg gingen meer leden over tot de orde van de dag: berichtjes op het forum plaatsen en vooral veel onderling discussiëren.

Ineens werd ik een stuk optimistischer over het vluchtelingendebat.

Felipe op de BBA2015

Bij de Big Brother Awards 2015 sprak ik onderstaand in memoriam uit voor vriend en internetpionier Felipe Rodriguez.

Meteen na mijn speech kondigde Hans de Zwart, de directeur van Bits of Freedom, aan dat de positive prijs die regelmatig tijdens de BBA wordt uitgereikt, wordt hernoemd: die heet nu niet langer de Winston Award, maar de Felipe Rodriguez Award. Een prachtige geste.

***

In Memoriam Felipe Rodriguez

Zonder hem geen XS4all. Zonder hem geen DDS. Zonder hem geen Meldpunt Kinderporno. En zonder hem geen Bits of Freedom.

Eerder deze maand overleed Felipe Rodriguez. Hij was pas 46 en was al een jaar of zes uit het publieke leven verdwenen, maar had op zijn veertigste al een CV dat menig tachtigjarige jaloers zou maken.

Felipe was een van de vele Nederlandse hackers die sinds eind jaren tachtig op bulletin boards rondhingen. Hij had zijn eigen BBS, Utopia, en via een bevriende sysadmin bij de Universiteit van Amsterdam hadden hij en zijn maten toegang tot internet. Op een nacht ontdekte hij, zoals zijn vriend Rop Gonggrijp het uitdrukte, dat alcohol en internet vaak niet goed samengaan. Het gevolg: Utopia en HackTic verloren hun gedoogde toegang tot internet.

Zoals alle hackers was Felipe inventief. Op de achterkant van een bierviltje becijferde hij dat als ze nu een bedrijfje werden en zélf een huurlijn naar NLnet inkochten en die verbinding met 500 mensen deelden, ze quitte zouden spelen. Felipe legde het geld op tafel, bestelde de huurlijn, servers en modems, en zo ontstond XS4all: de eerste publieke internet provider in Nederland, betaald uit de opbrengst van Felipes Spaanse restaurant. XS4all, de enige provider ter wereld die haar beginkapitaal vond in pulpo, paella en patatas bravas.

Tijdens een lange avond op Hacking at the End of the Universe, in 1993, verzonnen Felipe en Marleen Stikker samen De Digitale Stad, een gratis ISP gemodelleerd naar het concept van een stad, compleet met gemeentehuis, postkantoor, kiosk, huizen, pleinen, cafés en rosse buurt. Het werd een model dat overal ter wereld werd gekopieerd.

Felipe blonk uit in tactisch, nuchter nadenken. Waren er conflicten of ruzies, dan was hij altijd de eerste om mensen de hand te reiken: hij nodigde tegenstanders uit voor een kop koffie of voor een maaltijd in zijn restaurant Centra. Hij was een meester in de-escaleren, hij krabde alle eelt en ideologie van meningsverschillen af.

Presten politici om censuur van internet – terroristen! kinderporno! – dan kalmeerde hij ze. Censuur helpt niet, je schaadt altijd meer dan je redt, en bovendien verlies je zo het zicht op wat er gebeurt. Beter was het om goede procedures voor meldingen van overlast en misdaad te scheppen, rechercheurs op te leiden, sporenonderzoek te doen en gebruikers op te voeden.

En Felipe realiseerde zich al vroeg dat internet alleen sterk kan blijven wanneer niet alleen bedrijven en aanbieders zich organiseren. Ook de gebruikers van internet hebben hun eigen organisatie nodig: het verdedigen van digitale burgerrechten kun je qualitate qua niet overlaten aan ISP’s. Alleen wanneer ook de belangen van burgers worden vertegenwoordigd, kun je hopen op een waarlijk robuust internet.

Dat was het begin van Bits of Freedom. De eerste jaren was het heel hard werken, met weinig geld. En elke keer dat Bits of Freedom weer eens dreigde om te vallen, gaf Felipe gul.

Felipe was het hart van ons internet. Zonder hem geen XS4all, geen DDS, geen Meldpunt Kinderporno. En zonder hem geen Bits of Freedom.

Felipe: het was een eer je te hebben gekend.

Stoptober

e Britse overheid heeft na veel onderzoek geconcludeerd dat de e-sigaret minstens 95% minder schadelijk is dan roken. Ze propageren de e-sig nu: het is een effectieve methode om te stoppen met roken, en een veel veiliger alternatief. Amerikaans onderzoek wijst erop dat de e-sigaret voor jongeren, anders dan men vreesde, geen opstapje is naar roken. De e-sigaret weerhoudt jongeren daar juist van: in streken waar dampwaar slecht verkrijgbaar is, gaan meer jongeren roken dan in streken waar dampen makkelijk is. België, dat zeer vijandig jegens de elektronische sigaret was, heeft het beleid vorige week radicaal omgegooid en is nu een groot voorstander.

Waarom? Omdat dampen werkt. Het is zoveel lekkerder dan roken, en heeft amper risico’s. Mensen die zijn overgestapt, krijgen hun smaak- en geurzin terug, blijken alras schonere longen te hebben en een betere conditie. Voor omstanders is dampen veilig: in uitgeademde damp zitten, anders dan in uitgeblazen rook, geen schadelijke stoffen.

Antirookclubs en gezondheidsorganisaties hebben zich lang tegen het dampen gekeerd, maar de laatste maanden zijn ze hun standpunt gaan herijken. Derek Yach bekleedde jarenlang een hoge functie bij de World Health Organization en was verantwoordelijk voor hun tabaksbeleid. In februari van dit jaar publiceerde hij een essay waarin hij zijn medestrijders opriep in hemelsnaam hun afwijzende standpunt over het dampen te herzien: ‘de e-sigaret redt levens’. Niet de nicotine is gevaarlijk, maar de tabak, en bij dampen laat je juist die achterwege.

The Guardian had vorige week een lang artikel van Olivia Maynard over de e-sigaret. Ze constateerde dat het dampen vrijwel zonder risico’s is, en het meest probate middel blijkt te zijn om van het roken af te komen – aanzienlijk effectiever dan eerder bepleitte methodes, zoals pleisters, kauwgum of pillen. Ze wijst bovendien op een volkomen nieuw fenomeen: ex-rokers die rokers helpen om van de tabak af te komen. Voor het eerst wordt het stoppen met roken vrijelijk gepropageerd door ex-rokers zelf, worden rokers aangestoken door ex-rokers. Er ontstaat zelfs een subcultuur van dampers die elkaar helpen om het beste uit hun e-sigaret te halen, en die rokers bijstaan als ze willen overstappen.

Het meest interessante: de schrijfster van het artikel werkt voor Cancer Research UK, vanouds een tabakbestrijder.

Nederland blijft echter benepen doen. De Alliantie Nederland Rookvrij, waarin het KWF en het Longfonds deelnemen, is binnenskamers inmiddels een voorstander van de e-sigaret, maar schuwt nog steeds elk publiek pleidooi voor het dampen. In de Stoptobercampagne – ‘stop met roken in oktober’ – wordt de e-sigaret ook dit jaar volkomen doodgezwegen.

Zo dom van ze. Zelf was ik niet van plan ooit te stoppen met roken – tot ik een e-sigaret probeerde. Na 43 jaar kettingroken was ik op één avond om.

Tegenbeweging

The Guardian had op 23 oktober een mooi artikel over de opmars van de e-sigaret, oftewel het dampen. E-cigarettes: a consumer-led revolution.

Een paar mooie quotes uit het verhaal:

“A recent Public Health England report stated that e-cigarettes are 95% less harmful than cigarettes, a controversial figure. However, as Linda pointed out, it’s almost irrelevant whether e-cigarettes are 95%, 90% or even 80% less harmful than cigarettes. What’s important, is that they are less harmful.”

“The sheer reach of e-cigarettes is their most powerful weapon. While behavioural support for cessation, combined with NRT or varenicline, has been underused by smokers wanting to quit, the rise of e-cigarette use over the past five years has been unprecedented. There are now an estimated 2.6 million vapers in the UK. With such a large numbers of users, even modest levels of smoking cessation success from their use will have a large impact on cessation rates.”

En de allermooiste:

“Never before has a route out of smoking garnered as much support from its users. As far as I know, there are no online forums for nicotine patch users to discuss optimal patch placement, no celebrity endorsements for nicotine lozenges and no users of nicotine nasal sprays challenging European Union Directives.”

Dat laatste is wat mij ruim twee jaar geleden bij de kladden greep. Rokers die uit eigen beweging van tabak overstapten naar de esig, en die elkaar helpen en het dampen onder elkaar promoten. Opmerkelijk: dampers ondervinden momenteeel veel tegenwerking van overheden, van de tabaksindustrie én van de gezondheidsindustrie. Maar dampen blijkt de beste manier te zijn om roker over te halen…

Eigen volk

Telkens opnieuw raak ik in de war door het concept ‘eigen volk eerst’. Dat je je eigen volk vooropstelt en buitenlanders als indringers beschouwt: dat kan. Maar dat je vervolgens landgenoten die jouw mening niet delen neerzet als vijand of verrader, suggereert toch werkelijk dat er iets anders aan de hand is.

Immers: als eigen volk ‘eerst’ hoort te staan, valt ál het eigen volk noodzakelijkerwijs onder die noemer. Dan stap je dus niet met een broodmes op een eigenlandse politica af, dan wens je een landgenote niet vinnig toe dat je hoopt dat zij zal worden verkracht door een van haar troetelvluchtelingen.

‘Eigen volk eerst’ verwordt zo ongemerkt en vrij desastreus tot ‘mijn mening eerst’, en al wie het niet met die mening eens is, ontzeg je voortaan woedend elk recht van spreken. Terwijl je nota bene tegelijkertijd beweert dat je doodsbenauwd bent dat die vluchtelingen en gelukszoekers onze mooie democratie onderuit zullen halen, schend jijzelf de eerste principes van diezelfde democratische principes.

Ja, ik snap dat mensen zonder werk, wachtend op een sociale huurwoning, bang zijn dat zij voor de zoveelste keer zullen worden gepasseerd. Toen ik, begin dertig, met een stok begon te lopen vanwege de MS en recht kreeg op een zitplaats in de bus, kreeg ik vooral boze blikken van middelbare dames. Eindelijk was de tijd aangebroken dat zij met egards zouden worden behandelden; met mijn brakke benen drong ik vals voor, vonden ze, en tastte ik hun rechten aan.

Maar het zijn niet de vluchtelingen die voor een absurde krapte in de sociale huursector hebben gezorgd; evenmin zijn het de vluchtelingen die grootschalige werkloosheid hebben veroorzaakt. Woningcoöperaties hebben zowat hun halve woningbestand moeten verkopen, daartoe geprest door de huurheffing die de overheid hen heeft opgelegd. Werk verdwijnt massaal door automatisering, outsourcing, herstructurering, en uitholling van functies.

Hoor je ooit iemand die hartstochtelijk voor ‘eigen volk eerst’ pleit, fulmineren tegen de machinaties van de banken, tegen de perfide bijverschijnselen van TTIP, tegen de groeiende kapitaalsophoping bij steeds minder mensen, tegen de financiële regels die bedrijfsfaillissementen afwentelen op de samenleving en deszelfders woekerwinsten in eigen zak laat steken, tegen het beleid dat Nederland een internationale belastingvrije haven heeft gemaakt?
Nee?

Hou dan alsjeblief op over ‘eigen volk’.

Want zulke maatregelen tasten het perspectief en de gedroomde zekerheden van de Nederlandse arbeider duizendmaal harder aan dan honderdduizend Syrische vluchtelingen ooit vermogen.

Mijn voornaamste probleem met dat ‘eigen volk eerst’ is dit. Het zet arme sloebers tegenover arme sloebers, uitzichtloze mensen tegenover uitzichtloze mensen.

Maar zij zijn niet het probleem.

Felipe

[Mijn afscheidsrede op de begrafenis van Felipe Rodriquez. Felipe overleed op 6 oktober 2015 aan de gevolgen van MS, en hij was godverdomme pas 46 jaar oud. Ik leerde hem in 1994 kennen en hij werd alras een goede vriend. Ik heb buitengewoon veel van hem geleerd en veel van hem genoten. Deze foto van ons tweeën is genomen in september 1995, toen we overlegden over de rechtszaak die Scientology tegen XS4all en mij had aangespannen.]

Felipe was het hart van ons aller internet. Hij was oprichter van XS4all, medeoprichter van De Digitale Stad — och wat, yada yada, yada yada, daar gaat het nu niet over. Zijn CV kennen we toch allemaal?

Ik wil liever vertellen over wat Felipe niet was, en een paar van zijn minder bekende kanten belichten.

Hoe nuchter en slim Felipe meestal ook was: hij hield enorm van mystificaties, en loog er bij vlagen vrolijk op los. Kijken hoe lang hij je voor het lapje kon houden, hoe ver je mee zou gaan in zijn met verve gespeelde verhaal. Zo heeft hij jarenlang volgehouden dat je zijn achternaam met een Q schreef. Een kwalijke vergissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand, legde hij omstandig uit. Hij was zodoende Rodriquez, met een Q, écht waar hoor! Tot op de dag van vandaag trapt zowat iedereen erin. En hij maar giechelen.

De vermoorde onschuld uithangen, dat kon-ie ook heel goed. ‘Maar beste Julia,’ zei hij tegen de woordvoerster van Scientology. Hij keek haar aan, legde zijn hand kort op de hare en gooide wat extra warmte in zijn stem: ‘Je begrijpt toch dat ik klachten over mijn klanten eerst terdege moet natrekken?’ Dan bloosde Julia Rijnvis haars ondanks en was ze eventjes totaal de draad kwijt. Wat Rijnvis niet wist, was dat de man met dat platte accent die haar daags ervoor had gebeld met een grillig spervuur aan vragen en die allerlei informatie had weten los te lullen, diezelfde Felipe Rodriguez was geweest.

Ja, Felipe was zeer geëngageerd. Maar hij was vooral een meester in het de-escaleren. De dingen lichter maken, de standpunten opener, de verdedigingslinies minder gewapend, de toon lichter, de proporties feitelijker. Niet dat-ie op compromissen uit was – helemaal niet: Felipe wilde vooral het eelt en de ideologie van conflicten wegkrabben. Hij keek liever naar wat er nu écht aan de hand was.

Ja, hij was ziek, al snel zelfs ernstig ziek. Maar hij is nooit zielig geweest. Eerst dacht-ie dat hij de MS er met zijn wilskracht wel onder zou krijgen, of anders met diëten. Maar ook toen zette hij niet alles op zijn eigen kaarten in: hij investeerde tegelijkertijd fors in een mogelijk medicijn. Helaas hielp hem dat allemaal niks.

Zelfs toen werd hij niet zielig. Het was zoals het was, vond Felipe, en bovendien was alles goed: want inmiddels was hij samen met Joke, de liefde van zijn leven. Hoe ziek Felipe ook was: wanneer Joke de kamer binnenkwam, lichtten zijn ogen op. Dan straalde hij. Iedere keer weer.

Felipe was, tot veler verrassing, ook religieus. Niet met een uitgewerkt godsbesef erbij, laat staan met duivel of hel: hij was eerder cultureel katholiek. Vandaar wellicht zijn morele gulheid bij conflicten: wie bakzeil haalde, vergaf-ie direct, zonder je ooit boetedoening of weesgegroetjes op te leggen. Ook zijn grenzeloze optimisme werd door zijn cultureel katholicisme geschraagd, denk ik wel eens. Felipe ging er ten diepste van uit dat alles uiteindelijk goed zou komen. Het was een kwestie van volhouden, en onderwijl vertrouwen houden.

Zijn vage geloof was op sommige punten zelfs buitengewoon stellig: met Joke wilde hij per se trouwen, juist ook in de kerk. Euthanasie was om dezelfde redenen voor hem nooit aan de orde. Bovendien: zijn tijd met Joke moedwillig bekorten? Hij piekerde er niet over, hij genoot immers van elke seconde met haar.

Felipe, we hebben helaas al te lang moeten oefenen in je missen.

Het is niet anders. Het is zoals het is, en je was prachtig. Bovendien: je laat ons je hart na. Dank je wel – voor alles.

Schijn en systeem

Het heeft er alle schijn van dat de politiek inmiddels grondig kapot is – en daarmee ook democracy as we knew it. Dat de parameters van beleid tegenwoordig vaker op internationaal niveau worden bepaald dan in nationale parlementen, is op zich geen ramp. Dat burgers slechts zijdelings betrokken zijn bij de samenstelling van die internationale organisaties en zowel zij als NGO’s amper invloed kunnen uitoefenen op de agenda’s, standpunten, procedures en besluitvorming daar, is dat wél. Evenals dat burgers en NGO’s hun eigen zorgen er zo belazerd weinig terugzien.

Dat steekt des te meer daar dat bedrijven wel lukt, en zij een willig oor vinden. Van de zoveelste verlenging van het auteursrecht of de uitbreiding van de reikwijdte van patenten; van intellectueel eigendom dat zo is opgerekt dat je ineens geen eigenaar meer bent van spullen die je toch heus eerlijk hebt gekocht – allemaal vérstrekkende veranderingen waar burgers niets en parlementen amper iets over te zeggen hebben gehad.

Daarnaast vormen en kleuren bedrijven ons dagelijkse leven zwaar, zonder dat burgers daar veel invloed op kunnen uitoefenen. Schaalvergroting, goedkoper fabriceren, werk uitbesteden aan rechteloze groepen, weigeren na te denken wat de rol van arbeid en loon nog is in een steeds verder geautomatiseerde wereld, is een vorm van korte-termijndenken die niet lang meer houdbaar is. Want wat moet er gebeuren met al die werklozen, al die uitgerangeerde mensen, zeker nu de staat zich ook steeds meer terugtrekt?

Hoe kan het dat het bedrijfsleven de winsten voor zichzelf houdt, terwijl ze de verliezen meestal behendig op de maatschappij weet af te wentelen?

En dan hebben we daar bovenop nog TIPP, NAFTA, CETA en andere handelsverdragen, die allemaal draaien om ISDS: the Investor-State Dispute Settlement. Een soortement van rechtbank waar buitenlandse bedrijven een land kunnen aanklagen wanneer dat beleid invoert dat hun ‘winstverwachting’ dwarsboomt. Een ‘hof’ dat bindende uitspraken doet, zonder de plicht die te publiceren, zonder dat burgers worden gehoord, en zonder mogelijkheid tot beroep. Dat hof heeft nationale regeringen al meermalen tot miljardenclaims veroordeeld, zuiver omdat zij door haar eigen burgers geëntameerde en uiteindelijk nationaal gesteunde beleidsveranderingen doorvoerden.

We zien het allemaal gebeuren, en niemand die een fatsoenlijk antwoord op deze ontwikkelingen weet te formuleren. Hou me ten goede – ik ook niet.

Wel ga ik steeds meer geloven dat het weinig zinnig is om politici individueel verantwoordelijk te stellen voor falend beleid. Want natuurlijk breekt elke politicus z’n verkiezingsbeloften binnen deze context. Het is allang niet meer de mens die het systeem faalt: het systeem faalt de mensen, politici incluis.

Wel mag je van politici eisen dat ze het falen van het systeem niet langer weglachen.

Kip en gas

Geweldig hoe Arjen Lubach een discussie in Nederland heeft weten los te maken over TTIP, het handelsverdrag dat Europa op korte termijn met Amerika wil afsluiten en dat zich nu in de laatste stadia van onderhandelingen bevindt. Milieu- en burgerrechtenorganisaties probeerden al eerder te wijzen op de nadelige gevolgen van het beoogde verdrag, maar tevergeefs.

Het is dan ook een complex verhaal. De kern: buitenlandse bedrijven kunnen nationale wetgeving omzeilen met een beroep op hun eerder gedane investering, dan wel op de wetgeving in hun land van herkomst. De chloorkip – Lubachs favoriete voorbeeld – mag in Europa niet worden verkocht, maar is in Amerika toegestaan. Aangezien zulk chemisch ‘schoongespoeld’ vlees in Amerika is toegestaan, mogen EU-lidstaten volgens de TTIP de chloorkip niet langer de toegang tot hun markten ontzeggen.

Open grenzen voor de chloorkip!

Maar dat is niet het engste aan de TTIP. Als consument kun je immers, ook na invoering van het verdrag, zelfstandig besluiten zulk vlees niet te kopen: ook de TTIP kan niet om een consumentenstaking heen.

Het heetste hangijzer is de provisie dat een buitenlands bedrijf een land kan aanklagen indien hun beleid de investeringen van zo’n bedrijf schaadt. Dat betekent serieus dat internationale bedrijven een land kunnen aanklagen wanneer dat beleid implementeert dat hun investeringen of hun winstverwachting schaadt. Alles wijkt voor winst.

TTIP verzekert dat bedrijven zich gedragen alsof winst maken een mensenrecht is. Worden ze gefnuikt in dat streven, dan kunnen ze een arbitragezaak beginnen – een zaak zonder rechters, zonder beroep, zonder inspraak, en zonder enige transparantie. Maar het zijn wél zaken die de machtsstructuur veranderen, die ons recht en democratie aantasten, en de beleidsvrijheid van alle aangesloten landen drastisch inperken.

Tegenlicht, het onvolprezen onderzoeksprogramma van de VPRO, wijdde zondag een uitzending aan TTIP en sloeg daarbij de spijker op de kop.

Stel dat Nederland TTIP nu al had getekend. Hebben we minister Kamp, die na de aardbeving in Emmen van afgelopen weekend plechtig aan meesterinterviewer Sven Kockelman beloofde dat de veiligheid van de burgers voortaan voorop stond, en dat hij heus de gaskraan verder zou dichtdraaien indien dat nodig was. Heel Nederland blij, en vooral Groningen.

Maar ja, TTIP was inmiddels getekend, hè. En een van de aandeelhouders van de NAM, verantwoordelijk voor de aardgaswinning in het Noorden, is ExxonMobil, een Amerikaans bedrijf. Dus die kan vervolgens de Nederlandse overheid voor een mistig arbitragecomité slepen en vijf of zes miljard euro schadevergoeding eisen. Meer dan de daadwerkelijk gedupeerden ooit zullen krijgen.

Plus dat zo’n onbetwistbare schadevergoeding vervolgens al het geld opsoupeert dat wijzelf heel hard nodig hadden om ons energiebeleid aan te passen. Maar ja, winst boven alles, toch?

Zonneschijn

In mijn omgeving wordt nogal geprutteld over de paus. Hij deugt niet, want zijn hele instituut is achterhaald; het pausdom is inherent ouderwets en conservatief. Het is een argument dat me bevreemdt: van de kerk moet ik bitter weinig hebben, maar ik ben niettemin opgelucht dat we van Wojtyla en Ratzinger af zijn en er, kort na deze dodelijk conservatieve paus, eindelijk iemand aan het hoofd van het Vaticaan kwam te staan die zich wat meer om de wereld, haar misdeelden en haar misstanden bekommert.

Zijn stringente veroordeling van het gebruik van condooms maakte dat paus Wojtyla medeverantwoordelijk werd voor de aidsramp die zich met name in Afrika voltrok, een ravage die honderdduizenden doden en evenzovele wezen in haar kielzog heeft nagelaten. Zijn clerus heeft hij op schandalige wijze de hand boven het hoofd gehouden toen de verhalen loskwamen over misbruik van kinderen door priesters. Rome heeft rechtszaken geschikt, schadevergoedingen betaald, en toen de mediarel te groot werd, uiteindelijk schuld bekend: maar bijna alle schuldigen en medeplichtigen heeft Wojtyla gewoon intern herplaatst, vaak op minder zichtbare maar niet minder invloedrijke posities.

Bergoglio heeft vrede met voorbehoedsmiddelen wanneer die iemand tegen ziekte beschermen, hij heeft het katholieke standpunt op scheiding flink versoepeld, hij bepleit waar hij kan scholing, arbeidsrechten en bestrijding van armoede. Hij vaart uit tegen neoliberaal kapitalisme, dat hij ‘modern kolonialisme’ noemt. Hij bepleit zorg om het milieu en matiging in consumptie.

Als je dan toch een paus moet hebben: doe mij er liever een als Franciscus.

Zeggen dat het niet dondert wat voor paus er zit, is vergelijkbaar met beweren dat het uiteindelijk geen klap uitmaakt wie (minister-)president van Griekenland, Engeland, Nederland of Amerika wordt. Ook al stelde Obama op sommige punten immens teleur: ik heb hem duizendmaal liever op die positie dan Bush, zowel vanuit het oogpunt van de Amerikanen zelf als bezien vanuit de internationale politiek. Evenzo zie ik liever Bernie Sanders zijn opvolger worden dan Hillary Clinton; om over Ben Carson of Donald Trump maar helemaal niet te spreken. Liever Jeremy Corbyn dan David Cameron. En ja, liever Diederik Samson of Lodewijk Ascher dan Mark Rutte.

Wie stelt dat het niets uitmaakt welke paus – of eender: welke president – ergens zetelt, beweert au fond dat keuzes er weinig toe doen. Zo iemand ontkent dat beleid ooit van koers kan veranderen, dat een instituut nieuwe wegen kan inslaan en dat er lessen uit de gang van zaken kunnen worden getrokken.
Erg optimistisch over de politiek (en de kerk) ben ik niet, maar dat staat het hebben van voorkeuren absoluut niet in de weg. Dat zoveel mensen deze paus van ganser harte omarmen, doet me deugd. Kennelijk zijn er meer mensen – véél mensen – die een ander beleid voorstaan dan dat van zijn voorgangers.