De publieke debatten vliegen je tegenwoordig om de oren, en eigenlijk ben ik ze beu. Gisteravond zat ik bij een mediacafé over journalistiek en klimaatverandering. De vragen waren oprecht en belangrijk: hoe kun je het beste verslag doen over zo’n alomvattend onderwerp, hoe voorkom je dat je je lezers plat slaat, hoe verschaf je perspectief en inzicht, hoe haak je met zo’n breed onderwerp aan bij het alledaagse nieuws, en wat zijn de valkuilen van je aanpak?
Om het debat te stimuleren, was ook Marianne Zwagerman uitgenodigd: iemand die graag heilige huisjes omver trapt. Het effect van haar bijdrage op het debat was tamelijk desastreus: veel uithalen en gesneer, veel roepen dat zowat ieder ander dan zijzelf het volkomen fout deed. Niemand schoot er veel mee op, behalve mogelijk Zwagerman zelf, die zich al doende weer fijn als ‘mediastrateeg’ op de kaart kon zetten.
“Was het maar een masterclass geweest,” verzuchtte een collega na afloop. “Want nu moest iedereen eerst weer eindeloos tegen elkaar in het geweer treden…” Ze sloeg de spijker vierkant op de kop.
Van een debat –van een mediacafé al helemaal – hoop je dat het de toehoorders inzicht verschaft in achterliggende processen, dat het keuzes blootlegt die gewoonlijk buiten zicht blijven. Hoe besluit een redactie, of de individuele journalist, wat de beste aanpak is voor een onderwerp? Welke overwegingen liggen aan die keuzes ten grondslag? Over welke methodes beschik je als journalist wanneer je een zo immens breed onderwerp wilt aanvatten? Hoe kom je erachter wat werkt, en wat niet?
Een dergelijke inzet – ik zou dat graag als ‘constructief debat’ willen betitelen – vergt een heel ander format. Niet een waarbij je, heel klassiek, voor- en tegenstanders voor de zoveelste keer tegenover elkaar zet, maar een waarbij je van alle deelnemers hardop en vrijuit nadenken verlangt, en ook: de benodigde ruimte daarvoor schept.
Hoe kom je tot keuzes, waarop baseer je die, waar ging je de fout in, wat zou je bij nader inzien anders doen, waarop stuit je dan, en hoe kan het beter?
Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant, meldde een paar maanden geleden dat zij, na veel kritiek en verzoeken van lezers, hadden besloten klimaatberichtgeving anders aan te pakken. Voortaan zou klimaatverandering overal in doordesemen, en zouden ze geregeld ruimte vrijmaken voor langere, zij het niet per se actueel nieuws over dat onderwerp. Want juist de drang om telkens weer nieuws te brengen, verhinderde dat ze adequaat bericht gaven over de langetermijneffecten van klimaatverandering.
Dáár had ik nou graag meer over gehoord, bij dat mediacafé.
En ineens wist ik: een debat, waarin mensen hun opinies voor de zoveelste keer expliciteren, verhardt die standpunten hooguit. Ik wil helemaal geen strakker stellingnames. Ik snak naar meer inzicht – naar meer nadenken, liefst publiekelijk.