Omwonenden v. Narconon
Kort geding, 31 mei 1994


Arrondissementsrechtbank te Zutphen
Uitspraak: 31 mei 1994
K.G. nr.: 161/94

VONNIS inzake

[Tien individuen],
allen wonende te Lochem
eisende partijen,
procureur: mr. A.J.H. Ozinga,
advocaat: mr. M.B. Koetser te Amsterdam

tegen

  1. de besloten vennootschap VERPLEEGHUIS H.W. KLOOTS B.V.
    gevestigd te Bachem, gemeente Lochem
    procureur: mr. B.H. van den Tooren,
    en
  2. de stichting STICHTING NARCONON NEDERLAND,
    gevestigd te Amsterdam,
    procureur: mr. L. Hamaker,
    advocaat: mr. B.F. Eblé te Haarlem,
    gedaagde partijen.

Partijen zullen hierna de omwonenden, Kloots en Narconon genoemd worden.

De president van de arrondissementsrechtbank te Zutphen, rechtdoende in kort geding.


Overweegt:

ten aanzien van het procesverloop:


De omwonenden hebben - onder overlegging van produkties - geconcludeerd voor eis overeenkomstig de dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht. Vervolgens hebben zij hun eis aangevuld, conform de aan dit vonnis in afschrift gehechte akte.

Kloots en Narconon hebben ieder voor zich - onder overlegging van produkties - geconcludeerd voor antwoord tot afwijzing van het gevorderde.

Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht.


ten aanzien van het recht:

1. Vaststaande feiten:

  1. Kloots is eigenaresse van de onroerende zaak, gelegen aan de Zwiepseweg 26, hoek Frankenlaan te Lochem, kadastraal bekend gemeente Lochem sectie B, nr. 7801, 6203, 650 en 208. Zij heeft in de op het perceel nr. 7801 staande opstal het verpleegtehuis "Deborah" geëxploiteerd.

  2. Op 4 meí 1994 heeft Kloots het verpleegtehuis met ondergrond en tuin, kadastraal bekend gemeente Lochem sectie B. nrs. 7801 en 6203 (hierna te noemen Huize Deborah) verkocht aan de Stichting Narconon (hierna te noemen Narconon) te Zutphen. De transportdatum werd daarbij bepaald op 20 mei 1994.

  3. Narconon is een stichting die zich onder meer ten doel stelt jongeren die in de problemen zijn geraakt door alcohol of drugmisbruik op te vangen, intensief te begeleiden en door middel van sociale, geestelijke en medische begeleiding van hun verslaving af te helpen. Zij gebruikt daarvoor een speciaal ontwikkeld programma. Zij is van plan in Huize Deborah een afkickcentrum te vestigen.

  4. De omwonenden zijn allen eigenaar van aan de Frankenlaan te Lochem gelegen woningen.

  5. Bij brief van 10 mei 1994 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem Narconon meegedeeld dat naar hun oordeel de in het bestemmingsplan voor het perceel vastgestelde bestemming van Medische Verpleeginrichting het voorgenomen gebruik van Huize Deborah als afkickcentrum niet toelaat.


2. Vordering, grondslag en verweer

  1. De omwonenden vorderen samengevat, Kloots te verbieden Huize Deborah aan Narconon te leveren en Narconon te verbieden de onroerende zaak te gebruiken als afkickcentrum.

  2. Zij baseren deze vorderingen op de vaststaande feiten en op het volgende. Het afkickcentrum dat Narconon van plan is te vestigen in Huize Deborah, voldoet niet aan de in het bestemmingsplan vastgelegde bestemming van Medische Verpleeginrichting. Vestiging van een dergelijk centrum is onrechtmatig jegens de omwonenden en zij zullen daardoor schade lijden. Kloots handelt in strijd met de openbare orde en in ieder geval onrechtmatig door verkoop en levering van het perceel aan Narconon in de wetenschap dat het in strijd met haar bestemming gebruikt zal worden.
    De omwonenden hebben een spoedeisend belang bij de gevorderde maatregelen.

  3. Op het verweer van Kloots en Narconon zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.


3. Beoordeling van het geschil
  1. Ten aanzien van de vordering tegen Kloots:

    Onder nr. K.G. 160/94 is gelijktijdig met dit geding een procedure gevoerd tussen Kloots als eisende partij en de omwonenden als gedaagde partij, waarbij Kloots opheffing van het door de omwonenden op Huize Deborah gelegde conservatoir beslag heeft gevorderd. ln het in die procedure gewezen vonnis is omtrent de vraag of er aanleiding bestaat Kloots de levering van de onroerende zaak aan Narconon te verbieden als volgt overwogen:

    "Bij de beoordeling van de meest vergaande stelling van de omwonenden, dat de strekking van de koopovereenkomst in strijd is met de openbare orde, is het volgende van belang.

    Met de omwonenden kan geoordeeld worden, dat onder omstandigheden een ongeoorloofd doel van een overigens op zichzelf louter zakelijke onroerend goedtransactie de overeenkomst nietig kan doen zijn, maar dergelijke omstandigheden doen zich hier niet voor.

    Uit het bestemmingsplan en de omschrijving blijkt, dat het litigieuze perceel de bestemming Bijzondere Doeleinden, subcategorie Medische Verpleeginrichtingen heeft. Blijkens de koopovereenkomst tussen Kloots en Narconon is het pand verkocht als verpleeghuis. De conceptleveringsakte spreekt over "door de koper te gebruiken als opvangcentrum of verpleegtehuis voor jongeren met drugs en/of alcoholproblemen c.q. als kantoor."

    Voorshands lijkt de beoogde bestemming niet te worden gedekt door de planologische bestemming, zoals ook de gemeente Lochem - zie hiervoor sub 1.5 - aan Narconon heeft laten weten. Blijkens het ter zitting verhandelde is de behandelingsfilosofie van Narconon niet medisch geïndiceerd; er is ook geen medische leiding. Dat op de achterhand een arts aanwezig is, doet aan het vorenstaande niet af. Dit voorshandse verschil in beoogde en planologische bestemming maakt de transactie echter niet strijdig met de openbare orde: de (visie op de) ene zowel als ook andere bestemming kan immers nog anders komen te liggen. Dit verweer gaat dus niet op.

    Ten aanzien van het verdere verweer van de omwonenden, dat met name de wijze van gebruik van het pand door Narconon tot waardevermindering van hun woning en tot verslechtering van het woongenot zal leiden valt op te merken, dat een eventueel schadeveroorzakend gebruik wellicht Narconon, maar thans niet in redelijkheid aan Kloots kan worden toegerekend, zodat voor een vordering wegens schadevergoeding op Kloots voorshands geen aanleiding lijkt te bestaan.

    Niet valt in te zien hoe verkoop en levering van het pand door Kloots aan Narconon op zich schade berokkent aan de omwonenden.

    Dit alles leidt tot de conclusie dat, summierlijk toetsend, onvoldoende aannemelijk is geworden dat aan het beslag van de omwonenden een deugdelijk vorderingsrecht jegens Kloots ten grondslag ligt.

    Het beslag zal dan ook worden opgeheven."

    Die overwegingen gelden ook hier en leiden tot afwijzing van de vordering tegen Kloots.

  2. Ten aanzien van de vordering jegens Narconon wordt het volgende overwogen:

    Wat er ook zij van de verklaring van Narconon dat Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem aanvankelijk hebben aangegeven dat de inrichting van Huize Deborah als afkickcentrum niet in strijd met het bestemmingsplan zou zijn - nader onderzoek is daarvoor nodig, waartoe het kort geding zich niet leent -, voor wat betreft het thans ingenomen standpunt van B&W is de inhoud van hun in het geding gebrachte brief van 10 mei 1994 aan Narconon richtinggevend. De aankondiging van de gemeente Lochem dat zij desnodig door toepassing van bestuursdwang een einde zal maken aan een in haar ogen met het bestemmingsplan strijdig gebruik van Huize Deborah brengt - anders dan Narconon betoogt - niet met zich dat de omwonenden thans geen belang meer hebben bij hun vordering.

    Aangezien de bepalingen in het bestemmingsplan mede ten doel hebben de belangen van de omwonenden te beschermen, komt hen de bevoegdheid toe om, ongeacht mogelijk overheidsingrijpen, door middel van een civielrechtelijke vordering tegen een dreigende overtreding van het bestemmingsplan op te komen.

  3. Narconon heeft betwist dat het voorgenomen gebruik van Huize Deborah als afkickcentrum voor harddrugsverslaafden in strijd zou zijn met de bestemming van Medische Verpleeginrichting en stelt zich op het standpunt dat ook een afkickcentrum als een dergelijke inrichting kan worden aangemerkt.

    Ten aanzien van dit verweer wordt verwezen naar het hiervoor sub 3.1. weergegeven citaat uit het aldaar vermelde kort gedingvonnis. Daaruit blijkt, dat dit verweer niet opgaat. De omwonenden kunnen dan ook gevolgd worden in hun stelling dat Narconon door een gebruik van Huize Deborah in strijd met het bestemmingsplan, zoals het nu voorligt, onrechtmatig jegens hen zal handelen.

    Dat zij er een spoedeisend belang bij hebben een dergelijk onrechtmatig handelen te voorkomen, is evident.

  4. Dit alles leidt tot de navolgende beslissing. De omwonenden gelden als de in het ongelijk gestelde partij ten opzichte van Kloots en zullen haar proceskosten moeten dragen.

    Narconon zal als de in het ongelijk gestelde partij ten opzichte van de omwonenden veroordeeld worden in hun proceskosten. Na te noemen dwangsom komt genoegzaam voor.


BESLIST:

Verbiedt de Stichting Narconon Nederland de onroerende zaak, gelegen aan de Zwiepseweg 26 te Lochem, kadastraal bekend gemeente Lochem, sectie B nrs. 7801, 6203, 650 en 208 met aanhorigheden te gebruiken of in gebruik te geven ten behoeve van een afkickcentrum voor harddrugsverslaafden;

Veroordeelt Narconon tot betaling van een dwangsom van f 5,000,-- (vijfduizend gulden) voor iedere dag dat zij in strijd met dit vonnis handelt, zulks tot een maximum van f 150.000,-- (honderdvijftigduizend gulden).

Veroordeelt de omwonenden in de proceskosten van Kloots, tot aan deze uitspraak begroot op f 275,-- aan verschotten en f 750,-- aan salaris van de procureur en veroordeelt Narconon in de proceskosten aan de zijde van de omwonenden tot heden begroot op f 348,85 aan verschotten en op f 1.500.-- aan salaris van de procureur.

Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

Wijst af het meer of anders gevorderde.

Aldus gewezen door mr. J.J. van Oostveen, president, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 1994 in tegenwoordigheid van de griffier.

[handtekeningen]

top