Panoussis vs Scientology, dag 1

Verknipte stukken

Stockholm. 18 januari 2001

[Vorige aflevering: Armoedzaaier versus multinalionale sekte.]

ZWEEDSE RECHTSZAKEN ZIJN SAAI en duren te lang. Alles moet mondeling gebeuren; de schriftelijke voorbereiding dient slechts als achtergrond en wat niet hardop gezegd wordt, telt eigenlijk niet. Vandaar dat deze zaak vijf dagen gaat duren.

Magnusson, Scientology’s advocaat, begint aan een moeizame opsomming van Zenons misdragingen en wandaden. Dit gepost, dat op een homepage gezet, stukken hier ingeleverd, kopie daar gemaakt, zus gezegd, zo gedaan, in september… in mei… in oktober. Ik val haast in slaap, ik ken de riedel ondertussen wel. Bovendien is Magnusson geen begenadigd spreker. Het hof – vijf rechters, waarvan een in opleiding die als notulant fungeert – luistert zonder veel animo. Ze kennen dit verhaal ook. Aan het uiteenzetten van de gronden voor zijn klachten komt Magnusson niet eens meer toe, zo traag is hij. Verdaagd tot morgen. Nu eerst Zenon.

De rechtbank hoopt – en Zenon heeft beloofd – dat hij op een aantal punten simpelweg schuld bekent, zodat de beraadslagingen over die punten tenminste achterwege kunnen blijven. Nu is Zenon bepaald bereid om dat te doen: hij heeft nooit ontkend de OTs op zijn homepage te hebben gezet en de NOTs te hebben gepost, maar Scientology beschuldigt hem van veel meer dan hij heeft gedaan. En Zenon is wel eerlijk maar niet gek.

Ook in Nederland claimde Scientology op veel meer stukken auteursrecht dan ze konden bewijzen: van de hele serie OT1 – OT7 hebben ze alleen voor OT2 en OT3 enig bewijs aangeleverd; bij de rest claimen ze wel maar verwaardigen ze zich niet ook maar iets te overleggen. Zenon wist dat (zijn zaak kwam immers pas op nadat de mijne al voor de rechter was geweest), en daagde ze uit.

De zaak tegen hem speelde al lang toen hij ineens een nieuwe, nog dikkere stapels NOTs bij de rechtbank indiende. Scientology claimde prompt copyright. Scientology haalde er later zelfs een notaris bij die steekproefsgewijs bewees dat deze dikke stapel niets was dan NOTs, NOTs en nog eens NOTs.

Maar het waren helemaal geen NOTs. Of tenminste: lang niet allemaal. Van het pak van tweehonderd vermeende NOTs waren slechts een stuk of acht authentiek, de rest was vernaggeld. Een stuk of tien waren in dialect vertaalde NOTs: Swedish chef, Jive en Rastafarian – satire derhalve, geen authentieke stukken. “Wej möst saj that it is ferrie kjöld outsaid,” dat werk. Wat meer was: honderdvijfentachtig stukken waren opgehakte en verknipte NOTs. Ophakken gaat zo: je neemt een alinea van een stuk, gebruikt die als input voor een programma, en wat eruit komt is een pagina vol met verhusselde frasen, onlogische zinnen en waanzin grammatica – maar vol met bekend aandoende frasen. “Dat zijn onze NOTs!” kreet Scientology, en de notaris beweerde dat ze gelijk hadden. Welnee: het is wartaal, onzin, Buddingh’-NOTs, hield Zenon de rechtbank voor, en sterker nog: dat Scientology beweert ook hier auteursrecht op te hebben bewijst dat je hun claims met een pond zout moet nemen.

Het hof oogt glazig.

“Kijk nu eens op pagina zoveel van mijn repliek van toen-en-toen,” zegt Zenon, en wijst het hof op een tekst die ze bekend voorkomt: “auteursrechtinbreuk … in acht nemend dat … beklaagde zegt … in een uitspraak van …” Het hof knikt, die tekst kennen ze, het is de uitspraak van de lagere rechtbank die hier in beroep is. “Lees die tekst nu eens echt,” zegt Zenon, en laat een stilte vallen. Het hof heft een wenkbrauw en leest. Na twee seconden gaan er meer wenkbrauwen de lucht in. Aan deze tekst valt geen touw vast te knopen, dit kan geen rechtbank die bij zinnen is hebben geschreven… De rechters kijken elkaar fronsend aan. “Dit nu is een paragraaf van de echte uitspraak die op dezelfde manier is verknipt als die honderdvijfentachtig NOTs waarop Scientology auteursrecht claimt,” zegt Zenon. Nog valt het kwartje niet. “Ik heb willen bewijzen dat Scientology a¡lles waar hun termen in voorkomen, opeist,” legt Zenon uit, “zelfs als de tekst zelf niet van hen is. Ik heb de uitspraak van de lagere rechtbank door hetzelfde programma gehaald ter ondersteuning van die stelling. Scientology die op deze verknipte NOTs auteursrecht claimt, staat gelijk aan een rechtbank die deze juridische hutspot als een geldige uitspraak ziet.” De munten vallen. De ene rechter na de andere grijpt de verhusselde NOTs, pakt de echte uitspraak en legt hem naast de verknipte, en inzicht breekt door. Verhip. Daa¡r claimt Scientology copyright op, en ze hebben een notaris zo gek gekregen dat te ondersteunen?

We moeten die claims nog eens goed onderzoeken, zie je de rechtbank denken.

Zenon is tevreden. Dat is precies wat hij wilde bewijzen met zijn verhusselde NOTs, en Scientology is erin getrapt. Punt gescoord.

*

Magnusson, Scientology’s advocaat, kucht moeizaam en zegt dat hij zijn stukken opnieuw heeft geordend en nieuwe dossiers voor de rechtbank heeft samengesteld. Hulpjes lopen door de rechtbank en deponeren bij het hof en bij elke partij zeven nieuwe dikke ordners. Zenon krijgt weer tien kilo papier op mijn schoot geworpen.

[Volgende aflevering: McShane snelt Zenon te hulp.]

Panoussis vs Scientology, dag 0

Armoedzaaier versus multinationale sekte

[Deze serie is verschenen in Netkwesties. Ook van een eerdere serie zittingen in deze zaak heb ik verslag gedaan, maar dan in het Engels; zie daarvoor Unbiased Columnism 1.1 t/m Unbiased Columnism 1.7 (22 mei 1998 t/m 3 juni 1998). Deze serie is tevens – en uitgebreider – in het Engels gepubliceerd; zie daarvoor Unbiased Columnism 2.1 t/m Unbiased Columnism 2.7.]

Stockholm, 17 januari 2001

TEGEN DE TIJD DAT het beroep in deze zaak zal dienen, hebben we een aanhangwagen nodig. Ik fungeer als lastdier. Zittend in mijn rolstoel heb ik op mijn schoot mijn tas met laptop, daarboven een buitenformaat Samsonite waarin Zenon al zijn papieren heeft verzameld, en daar weer bovenop een plastic supermarkttas met de papieren die niet meer in de Samsonite pasten. Ik heb mijn armen en handen om de handel heengeslagen om de spullen van schuiven en vallen te weerhouden. Zenon duwt en puft: hij heeft vijfentwintig kilo meer te verstouwen dan normaal. Deze rechtszaak weegt de helft van mij.

We zijn in Stockholm, waar het hoger beroep in Scientology versus Panoussis dient. Zenon deed in 1996 in Zweden hetzelfde als ik in 1995 deed, en met mij meer dan honderd anderen in Nederland: hij zette het Fishman Affidavit op zijn homepage, een rechtbankstuk waarin delen van Scientology’s hogere cursusmateriaal zijn opgenomen, de zogeheten OT-levels. Net als ik werd Zenon gedaagd door Scientology, die auteursrecht en geheimhouding claimde.

Zenon mailde me. We werden vrienden op afstand en raadpleegden elkaar over onze wederzijdse rechtszaken.

Maar Zenon deed meer dan wij. Hij postte de NOTs: nog weer hoger cursusmateriaal, en, volgens Scientology, nog geheimer. Bovendien maakte hij, toen Scientology hem voor de rechtbank daagde, behendig gebruik van de Zweedse openbaarheidwetgeving. Dit offentlighetsprincipen stelt dat elke burger recht op inzage heeft in alle documenten die in bezit zijn van de overheid en die niet staatsgevaarlijk zijn of uitsluitend privékwesties betreffen. Burgers mogen afschriften van alle overheidsstukken opvragen. Zenon leverde de OTs en de NOTs in bij de rechtbank en het Zweedse parlement, met als gevolg dat iedereen inzage kon vragen, of voor een paar tientjes administratiekosten een volledige kopie thuisgestuurd kon krijgen.

Het effect? De stukken die Scientology met zoveel moeite uit ieders handen wilde houden en waar ze op het net op jaagden – ze deden invallen bij providers, bij organisaties en bij mensen thuis; ze hadden erover gedreigd, geïntimideerd en gedagvaard – diezelfde stukken waren nu vrijelijk verkrijgbaar, met officiële stempels erop en al.

Scientology was ronduit furieus en wist te bewerkstelligen – de klauwen van de sekte reiken ver – dat er een diplomatieke rel tussen de Verenigde Staten en Zweden ontstond over dit grondwettelijk verankerde offentlighetsprincipen. De VS dreigden met een handelsboycot als Zweden verdere inzage en distributie van de OTs en NOTs niet verhinderde. Na drie jaar gekibbel op hoog niveau perkte Zweden de grondwet waar ze zo trots op was in: voortaan vielen ongepubliceerde stukken van derden niet langer onder het offentlighetsprincipen.

Zenon was ondertussen naar Nederland verhuisd. We werden geliefden, “bijeengebracht door Scientology,” werd onze vaste grap.

In september 1998 kwam de uitspraak in Scientology’s zaak tegen Zenon: schuldig op de meeste punten. Aangezien zowel de OTs als de NOTs niet als gepubliceerd beschouwd werden, mochten anderen er niet alleen niet uit citeren, maar bovendien ook geen kopieën voor eigen gebruik in bezit hebben, besliste het hof. Het veroordeelde Zenon tot een schadevergoeding van zo’n tweeëneenhalf duizend gulden en tot ruim driehonderdvijftig duizend gulden advocaatkosten. Scientology had twee miljoen geëist, onwaarschijnlijk veel naar Zweedse begrippen, maar zelfs dit gereduceerde bedrag was ongekend hoog. Onbetaalbaar hoog. Drieëneenhalve ton. Zenon kon dat bedrag niet opbrengen (wie kan dat wel?) en Scientology legde beslag op zijn salaris in Nederland.

Hij leeft nu al twee jaar onder de armoedegrens: wat ze in beslag nemen dekt zelfs de rente op die drieëneenhalve ton niet, zodat zijn schuld alleen maar toeneemt. Het meest wrange is dat de rechtbank later in mijn bodemprocedure oordeelde dat de OTs wel als gepubliceerd beschouwd horen te worden, een uitspraak die ze in belangrijke mate baseerden op getuigenverhoren in — jawel, Zenons zaak.

Morgen zitten we bij de rechtbank.

[Volgende aflevering: Verknipte stukken.]