Minister de Jonge wil dat de telecomproviders de locatiegegevens van hun klanten aan het RIVM geven. Dat kan dan bestuderen waar mensen zich bevinden en hoe ze zich verplaatsen; dat zou helpen het virus onder controle te krijgen. Om dat mogelijk te maken, wil De Jonge de wet aanpassen; de telco’s mogen zulke data nu niet doorgeven.
Maar het is niet nodig. Er zijn al hoogst informatieve kaarten gemaakt die op grond van algemeen toegankelijke mobiele data laten zien hoe en wanneer mensen zich verplaatsen, en welke trajecten ze daarbij afleggen. Op grond daarvan kon The New York Times begin april laten zien dat thuiswerken – en dus: jezelf afschermen van besmetting – een privilege is: vooral mensen met slecht betaald werk bleven reizen, omdat hun werk meestal niet op afstand kan worden uitgevoerd.
Voor het Nederlands Dagblad maakte Sjoerd Mouissie een prachtige infographic die onder meer liet zien dat er, pal na de aankondiging van de lockdown, een run op de supermarkten ontstond. Mouissie deed dat gewoon op basis van Googles dagelijkse community mobility reports.
De Jonge wil kortom de wet veranderen om iets te doen dat allang kan. Bovenal is het de verkeerde aanpak: met locatiedata volg je mensen, terwijl je het virus wilt volgen. Daarvoor is uitgebreid testen en degelijk contactonderzoek nodig. Maar De Jonge wil kennelijk goedkoop scoren, en schendt liever ieders privacy op grond van een kulargument.
Ook veel bedrijven en poppodia flirten met een slecht idee. Zij willen werknemers en bezoekers aan de poort op hun temperatuur kunnen controleren; wie verhoging heeft, komt er niet in, want die is mogelijk besmet. De Autoriteit Persoonsgegevens is mordicus tegen: werkgevers mogen zulke gegevens niet over hun werknemers verzamelen. Bedrijven en poppodia piepten prompt: ja, maar onze bedrijfsvoering dan? Wij willen open, en daarvoor moet jullie privacy wijken.
Ook dat is een stropop. Temperatuur zegt bitter weinig. Uit een uiterst goed gecontroleerde test in Italië – in het dorpje Vo’, dat geheel van de buitenwereld is afgesloten en waar de bewoners op vrijwillige basis als levend experiment fungeren – blijkt dat liefst 40 procent van de mensen die positief testen op corona, geen enkel symptoom vertonen (Nieuwsuur, 14 mei). Desondanks konden ze wel anderen besmetten.
Alleen koorts als graadmeter nemen is nog onbetrouwbaarder. Een studie die eind april in het gerenommeerde medische tijdschrift JAMA werd gepubliceerd, bewees dat van 5700 bevestigde patiënten die in het ziekenhuis waren beland, bijna 70 procent geen verhoging heeft gehad. Dus waar test je dan in hemelsnaam op, aan de poort met je thermometer of je warmtecamera, als liefst driekwart van de besmettingen je op die manier ontgaat?
Al die halfbakken plannetjes schenden de privacy – en doen dat bovendien met drogredenen. Met stropoppen optuigen bestrijd je geen virus: je ontneemt mensen er slechts hun rechten mee – voor niets.
[Beeld: Wicker Man, Jim Champion / https://www.flickr.com/photos/treehouse1977/486418941]