Het pornofilmpje had iets geks: er zaten kijkers om de mevrouw geschaard en de man die haar met een dildo bevredigde, gaf van te voren uitleg. ‘Als ik nu hier dit en dat, dan zie je zometeen zus en zo.’ Wat prompt gebeurde: de klaarkomende mevrouw spoot met een boog een straal vocht weg. Het publiek juichte en joelde terwijl zij nog nazinderde: Jee! Nou hee! Dat dat bestaat! En wat veel! (Daar konden die mannen inderdaad nog een puntje aan zuigen, dacht ik thuis achter de buis.)
De scène hield het midden tussen aanschouwelijk onderwijs en een ouderwetse kermisact, met haar als de pornoversie van de vrouw met de baard. Het publiek hield zich keurig aan de rol waarin ze waren gecast: mensen die hun ogen niet kunnen geloven terwijl ze er toch heus met hun neus bovenop hadden gezeten. Was dat weesmeisje nu echt doorgezaagd?
Zomergast Heleen van Royen hitste de kijkers op voorhand leuk op – ‘Sms je vrienden! Dit wordt het fragment waar iedereen het morgen over heeft!’ – maar wist alleen aan het filmpje toe te voegen dat ze er niet helemaal in geloofde. Dat mag, maar dan heb je als zomergast toch meer te doen dan giechelig te zeggen dat het vast nep is. De crux van het programma is immers om commentaar te leveren op je zelfgekozen fragmenten. Spreekstof genoeg: over de rol van illusies in porno, of over het mechanisme dat goochelacts aan overtuiging winnen wanneer je er meekijkende ongelovige Thomassen naast zet. Of Van Rooyen had erop kunnen wijzen dat penisnijd bij vrouwen hier kennelijk tot vergaande kopieerdrang had geleid, of hoe ongelovig-enthousiast mannen zijn – getuige de reacties van de kijkers in het filmpje – als vrouwen iets doen dat zij hun prerogatief achten.
Gastheer Joost Zwagerman had zich beter voorbereid op het fragment over vrouwelijke ejaculatie. Hij noemde wat feiten en verwees de sceptici thuis naar de zomergastenwebsite. Alwaar tot mijn verrassing uitsluitend naar een artikel van mij werd verwezen (ik ben ook een vrouw met een baard) en helaas niet naar het grondige item dat Noorderlicht, nota bene ook een VPRO-programma, een paar jaar terug aan het fenomeen had gewijd.
In Van Royens plaats had ik me afgevraagd hoe het komt dat kennis over vrouwelijke ejaculatie maar niet doordringt tot het dagelijks bestaan. Waarom lijken spuitende vrouwen steeds opnieuw te moeten worden ontdekt? Omdat mensen niet willen weten dat ze bestaan? Daar geloof ik geen zier van: ik ken teveel vrouwen die het ook doen, en krijg teveel post van mannen die er razend nieuwsgierig naar zijn. Omdat er gêne omheen zit? (Martin van Amerongen, hoofdredacteur van de Groene toen mijn stuk daar in 1999 verscheen, zei me in het voorbijgaan dat dit een ‘heel vies stuk was, mevrouw Spaink’ en meende dat meer dan me lief was.) Omdat het te pornografisch is? Beelden van spuitende mannen zijn ook pornografisch, en daar weten we niettemin alles van. Omdat mensen denken dat het ‘gewoon’ urine is? Wie het spul voelt of proeft weet dat dat niet klopt: het is dikker en zoetig.
Het enige dat ik kan bedenken is dat mensen snel in de war raken van ongebreidelde lust van vrouwen. Reden waarom het me tegenviel dat juist Van Royen er besmuikt over deed: die wordt door haar geëtaleerde seksleven zelf neergezet als een vrouw met baard, en zou derhalve beter moeten weten.