‘Dat schoonheidsideaal pakt toch anders uit voor vrouwen,’ zei ik. ‘Je moest ‘s weten,’ zeiden de mannen in het gezelschap. Maar ik denk dat ik het wel weet. Ook mannen vragen zich tegenwoordig af of hun haar wel goed zit en zijn met crèmes, gel en luchtjes in de weer. En toch is ‘t anders.
Vrouwen worden nog steeds streng op hun uiterlijk beoordeeld. Je kunt nog zo’n goede politica of directeur zijn, maar er zal altijd worden gezeurd over je roklengte, je handtasje, je kapsel en je kleur oogschaduw, en onderhuids: over de vraag of je ‘desondanks’ nog wel vrouw genoeg bent. Het spiegelbeeld van die opmerking zal een man zelden ten deel vallen, zelfs niet als-ie van oudsher vrouwelijke domeinen betreedt. Lelijke mannen kunnen hun onaantrekkelijkheid daarnaast altijd compenseren met status, geld of – hoe bizar – met ploert wezen. Al die dingen schijnen te erotiseren. Als je man bent, tenminste. Voor vrouwen bestaat zo’n uitweg niet.
De laatste weken ben ik op reclames gaan letten. Waar mannen in advertenties de stomste dingen doen (elkaar al klussend een hand doorboren) behouden ze hun cool, ze zijn niet van hun eigenwaarde af te brengen. Wanneer hun lichaam wordt getoond gaat ‘t over uiterlijke verfraaiing, over viriel en aantrekkelijker worden: van gladgeschoren kaken, luchtjes die vrouwen moordzuchtig van verlangen maken tot haar dat even stijf overeind staat als een penis op viagra (kijk! hij komt vanzelf weer overeind als je ‘m plat duwt).
Vrouwen jengelen in advertenties om bevestiging: ‘wat vind je van mijn lippen, wat vind je mijn mooiste plekje, wat vind je van mijn haar?’ Bij vrouwenlichamen gaat het in allang niet meer over mooier maken: reclames gericht op ons gaan nu vooral over het stelpen van verval dat kennelijk inherent aan ons lichaam wordt geacht. Grijze haren moeten worden geverfd, geverfde haren moeten een ‘natuurlijke’ glans krijgen, borsten dienen gestut, wimpers verlengd, rimpels weggewerkt, poepen kunnen we na ons veertigste alleen nog als we elke dag een duur drankje slikken en hardop lachen durven we alleen met inlegkruisjes erbij. Zonder kunst- en vliegwerk zijn we kennelijk een en al lek & gebrek.
Vorige maand heb ik mijn ogen laten liften. Na het kankergedoe van vorig jaar gingen mijn wimpers schuil onder een overvloed van los vel; nu heb ik mijn bovenoogleden terug en oog ik niet langer zorgelijk. Mij zul je dus niet horen zeggen dat cosmetische chirurgie verderfelijk is, integendeel, ik kan die chirurg wel zoenen.
Het gemak waarmee lippen en borsten worden vergroot, billen worden opgehesen of vagina’s worden omgewerkt tot iets wat met recht niets dan een snee is, jaagt me echter schrik aan. Niet alleen omdat we vrouwenlichamen letterlijk fotoshoppen en een ideaal nastreven dat geen wortel meer lijkt te hebben in de realiteit, maar vooral om wat al die vrouwen opgeven voor uiterlijk vertoon. Wat ik na die borstamputatie wist, is dat opereren niet kan zonder zenuwen door te snijden. Nu kun je met gevoelloze oogleden uitstekend leven, maar geen gevoel meer hebben in je lippen, je tepels, je heupen, je buik, je billen? Geen sensatie meer hebben in je venuslippen? Dat is absurd hoge prijs.
Ik geloof pas dat uiterlijk voor mannen even zwaar telt als voor ons wanneer mannen hun balzak laten fatsoeneren om er ‘leuker’ uit te zien en ze hun seksleven inleveren voor hun looks.
Auteursrecht is nuttig, maar tegenwoordig krijg ik er de kriebels van. Natuurlijk, als ik een stukje schrijf is het prettig dat niet iedereen dat zomaar kan overnemen en herdrukken of op z’n eigen site kan zetten als was ‘t van hen. Maar steeds vaker komen mensen die iets maken waarop auteursrecht van toepassing is, zelf in de problemen door de organisaties de menen hen te vertegenwoordigen, en werkt auteursrecht tegen consumenten.
Dat het niemand opviel dat Marijnissens ‘dikke extra plus’ als twee druppels water lijkt op double plus good, de overheidnewspeak uit 1984, vond ik nog het vreemdst. Want de gelijkenis is frappant. Marijnissen wil niet afdwingen dat bewindslieden met een dubbele nationaliteit er een inleveren, hij vindt het ook niet echt slecht dat ze twee paspoorten hebben hoor, het is hooguit ongewenst, ungood. Ogenschijnlijk formuleerde Marijnissen zijn klacht net wat beschaafder dan Wilders, maar in de grond is hij veeleisender: van hem moeten ze hun tweede paspoort eigener beweging opgeven, ze moeten hun eerste nationaliteit zelf verwerpen, pas dan is het écht goed. Double plus good.
De Berlijnse baby-ijsbeer Knut moet dood, vond een Duitse dierenbeschermer. Knut is door z’n mamma verstoten en wordt nu door een bewaker gevoed en verzorgd. Dat is niet natuurlijk en een ijsbeer onwaardig, redeneerde de dierenbeschermer; euthanasie leek hem een betere optie.
Deze week is het een jaar geleden dat ik die vermaledijde bobbel in mijn borst vond en kanker bleek te hebben. Pas nu, twaalf lange maanden later, lijk ik weer op mijn benen te staan. Voordien wilde ik dat bitter graag maar het lukte gewoonweg niet, telkens zakte ik weg in de mist in mijn hoofd, ik kampte met gebrekkige concentratie en een wereld die grotendeels langs me heen ging. Te druk met herstel, vermoedelijk. Na elke vlaag van energie was ik opnieuw weken achtereen leeg. Nu gaat het al drie hele weken goed: een voorlopig record. De wereld en haar dingen interesseren me als vanouds en het voelt alsof ik na een lang verblijf in niemandsland eindelijk ben thuisgekomen in mijn eigen leven. Dat de lente in de lucht hangt helpt overigens enorm.
Een verslaggever ziet twee poppetjes mechanisch op het beeldscherm bewegen en het land lijkt subiet in rep en roer:
Wat is de voornaamste medische doorbraak geweest? Het vakblad British Medical Journal presenteerde eerder deze maand vijftien onderwerpen waaruit de lezers mochten kiezen, compleet met pleitbezorgers voor elk punt. De lijst was gevarieerd: van het blootleggen van de DNA-structuur tot de ontdekking van de risico’s van roken, van de ontwikkeling van de anticonceptiepil tot die van vaccins, van de opkomst van de immunologie tot de invoering van beeldapparatuur als röntgen, CT, PET en MRI.
Je zou raar staan te kijken als je bij de kassa in de winkel ineens nergens meer een bon kreeg en je boodschappen voortaan zonder controlemechanisme van je rekening worden afgeschreven. Niet dat er nu zoveel mensen zijn die de bon ter plekke narekenen; je gebruikt hem eigenlijk vooral om te zien hoe het nu komt dat het totaalbedrag hoger uitviel dan je had ingeschat. Toch is die bon onontbeerlijk. Het simpele feit dat je een bewijs krijgt dat je kunt controleren en dat je desgewenst later kunt vergelijken met je giro- of bankafschriften, handhaaft ons vertrouwen in het kassasysteem als geheel en in het betalen met pasjes in het bijzonder.
Gewoonlijk raak ik wat nostalgisch bij een jaarwisseling, maar dit keer was er alleen maar opluchting: zo’n heel vers jaar dat zich ongerept voor je uitstrekt, niet aangetast en opgevreten door kanker zoals dat rotte tweeduizendzes.
Bij dokter W somde ik op wat me dwars zat. Ik geloof nog steeds dat die depressie uit de medicijnen is geboren, maar wat je vervolgens in dat chemische zwarte gat stopt is altijd je eigen ellende, en ik kwam er niet meer uit. Dokter W is een goede psychiater en een halve vriend, dat scheelt veel uitleg en te bevechten vertrouwen.