Hoe de netwerksite Facebook aan geld kwam, was lang onduidelijk. Op internet weegt de hoeveelheid dagelijkse bezoekers zwaar bij het bepalen van de waarde van een site, maar op zeker moment moet er daadwerkelijk omzet worden gegenereerd en volstaan hits niet meer. Waarmee maakt Facebook geld?
Van advertenties waarop bezoekers kunnen klikken, moeten ze het niet hebben: die zijn veel te grofmazig. Je krijgt er nooit reclames voorgeschoteld die verband houden met de onderwerpen waarover je schrijft. De selectie is gebaseerd op je sekse, je leeftijd en je relatiestatus. Zodoende word ik doodgegooid met advertenties over overgangskwaaltjes (die ik haat) en krijgen mijn mannelijke vrienden bijna uitsluitend datingsites aangeprezen (die ze wantrouwen). Dus daar wordt Facebook niet rijk van. Profielen of zoekstrategieën verkopen, zoals Google doet, is ook al niet aan de orde.
Niettemin loopt Facebook binnen. Vorige maand werd duidelijk hoe dat precies in z’n werk gaat.
Onder de vlag van Facebook draaien allerlei applicaties, waaronder spelletjes. De meest populaire zijn Mafia Wars en Farmville: tientallen miljoenen mensen spelen ze en zijn daar inmiddels zo aan gehecht dat ze om de paar uur inloggen om hun aardbeien op tijd te oogsten of een gangsteroorlog tot een goed einde te brengen.
Wanneer je je bij zo’n spel aanmeldt, krijgt je een beginnerspakket. Je meespelende Facebookvrienden kunnen je wegwijs maken en je van extra wapens, munitie of zaden voorzien, opdat je een betere gangster of boer wordt, maar alras voldoet het beginnersniveau niet meer. Je kunt alleen hogerop komen door het spel intensiever te spelen dan wel er geld in te steken. Natuurlijk wil niemand zijn creditcard of zijn Paypal-account daarvoor aanspreken: een spelletje mag gerust tijd kosten, maar geen geld. Geeft niks, je kunt ook virtueel geld verdienen en dat vervolgens voor je spel gebruiken. Verdien punten door een IQ-test te doen, een leuke ringtone te bestellen, een proefnummer van een tijdschrift aan te vragen, dit leuke filmpje op je mobieltje te krijgen, of getal dit-en-dat naar nummer zus-en-zo te sms’en. Klik. Klaar. Hoera! Niveau omhoog.
Alleen trap je zonder dat je het doorhebt in een val. Ineens zit je vast aan een jaarabonnement omdat je het proefnummer niet hebt teruggestuurd, schijn je een stervensduur betaalnummer te hebben gebeld of blijk je met je sms’je toestemming te hebben gegeven om een bedrag van je creditcard af te halen. Wie onvoorzichtig was, werd voor honderden euro’s opgelicht. En Facebook krijgt een percentage van die omzet.
Het bedrog heeft maandenlang geduurd. Nette bedrijven die op Facebook adverteerden, hoorden er via-via van en trokken zich terug, zodat – in de woorden van de man die er als eerste publiekelijk over schreef [1] [2] – de nettere bedrijven zich gaandeweg uit dit soort opzetjes terugtrekken en het schuim achterblijft: de bedrijven die het niet werkelijk geen zier kan schelen dat ze hun geld verdienen met oplichting. Hoe langer het bedrog duurt, hoe doortrapter de instinkers.
Dom van die mensen die zich lieten inpakken, kun je zeggen. Maar dat is te makkelijk. Dat ontslaat namelijk die bedrijven niet van hun eigen medeplichtigheid, hun verantwoordelijkheid voor hun misleiding. Daarnaast is de aanpak net wat te bekend: geef mensen eerst een paar keer een gratis fix en wacht dan tot ze verslaafd zijn: pas dan hang je het prijskaartje eraan dat je al die tijd achter de hand hield.