Tip

Bij nogal wat afkickcentra op religieuze grondslag blijkt de zorg een rommeltje te zijn: er is amper professionele begeleiding en de omstandigheden zijn er erbarmelijk. Reden waarom de Inspectie voor de Gezondheidszorg nu aankondigt in zulke klinieken verrassingsbezoeken te gaan brengen. (Nooit aankondigen zoiets: gewoon doen!) Mijn tip voor de Inspectie: ga vooral eens langs bij Narconon, prominent onderdeel van Scientology.

Bij Narconon worden verslaafden niet begeleid door medisch personeel; er wordt gewerkt met door henzelf – lees: door Scientology – opgeleid personeel. De organisatie meent zich aan medische vereisten te kunnen onttrekken door haar programma ‘sociaal-educatief’ te noemen. Maar wie enigszins bekend is met verslavingszorg, weet dat afkicken gepaard gaat met zware fysieke klachten: stuiterende bloeddruk, paniekaanvallen, krampen, soms zelfs stuipen. En die weet ook dat verslaafden gewoonlijk sowieso al een belazerde conditie hebben.

Een cruciaal onderdeel van Narconons afkickprogramma is dat cliënten elke dag twee tot vijf uur de sauna bezoeken, een regime dat wel zes weken kan duren. Het doel? ‘De onzuiverheden te lozen en via de poriën uit het lichaam te laten verdwijnen’. Bij afkicken is saunabezoek bepaald riskant: hoge bloeddruk en zo. Overigens is de theorie dat je ‘onzuiverheden’ kunt uitzweten, gebaseerd op een middeleeuwse fysiologie. Verslaving is geen koorts.

Narconon maakt het nog bonter. Wie hun afkickprogramma volgt, krijgt vitamines en mineralen voorgeschreven. Dat klinkt gezond. Totdat je ontdekt om welke doseringen het gaat: gemiddeld tien keer hoger dan het veilig geachte maximum.

Hun zorgwekkendste overdosis is niacine, ook bekend als vitamine B3 of nicotinezuur. De aanvaarde maximale dosis is 15 tot 20 milligram daags. Narconon schrijft per dag vijf gram niacine voor: 250 keer de maximumdosis, en dat weken achtereen. De risico’s van teveel B3? Vaatverwijding, versnelde hartslag, bloed plassen, maagzweren, geelzucht en zelfs leverschade.

Het succespercentage van Narconon is trouwens nogal belazerd. Cliënten afleveren die nadien hartstochtelijk graag Scientologycursussen willen volgen, lukt ze stukken beter. Maar ach, er zijn wel meer clubs die vooral dienen om je ene verslaving voor een andere in te ruilen.

Narconon verkoopt zichzelf als afkickcentrum, terwijl er gevaarlijke behandelingen worden aangeboden en fatsoenlijk medisch toezicht ontbreekt: daarover moet de Inspectie zich wel degelijk buigen. Waarbij ik aanteken dat Scientology datzelfde saunaregime en vitamineoverdosisgedoe ook aan haar leden opdringt (dan heet het de Purification Rundown). Je kunt niet enerzijds iets uitventen als ‘verslavingsbehandeling’ dat je anderzijds als onderdeel van een ‘religie’ bestempelt.

De diva

Gierzwaluwen buitelden door de lucht en de zon wou nog lang niet onder. De rij voor de controle groeide. Fotograferen of opnames maken was tot doodzonde bestempeld; geen mobieltje mocht de zaal in. De stemming bleef uitgelaten en feestelijk. En het was kosmopolitisch wachten: om me heen hoorde ik een mengelmoes van Engels, Nederlands en Arabisch. Honderden mensen waren speciaal hiervoor uit Haifa, Parijs, Qatar of zelfs uit Almelo naar Amsterdam gereisd. Fairuz trad immers op!

Het orkest trad drie kwartier te laat aan – pas toen waren we allemaal binnen – en vijf minuten later kwam ze eindelijk op. Het applaus was meteen al ovationeel: iedereen stond op om haar te begroeten en te eren. Ik kneep de meneer uit Almelo (hij had Fairuz bij me geïntroduceerd, ik was vijftien en hij mijn vader) wel drie keer hard in zijn arm: dat we haar nu heus live gingen horen…! Jarenlang hoopten hij en ik op een Europees optreden. Had ze die avond in Londen of Berlijn gestaan, dan hadden ook wij subiet het vliegtuig genomen.

Ze bleek een waarlijke diva. Ongenaakbaar en afstandelijk in gedrag; warm en lokkend met haar stem, die de zaal met fluweel deed vollopen. Haar status bleek ook uit de beschrijvingen na afloop: wat ze ook deed, alles werd als koninklijk geïnterpreteerd. Haar stramme lopen – ze is ver in de zeventig – werd omgekat tot ‘schrijden’, haar stokstijve stilstaan tot ‘statigheid’.

Ze verdiende het. De ijl omhoogklimmende noten die vroeger haar oeuvre lardeerden haalt ze niet meer, maar haar stem is nog steeds loepzuiver en wendbaar, en bovenal rond, vol, en dragend. Het orkest vloog mee met de kracht van die stem, buitelend, als een gierzwaluw.

Telkens wanneer ze zich even terugtrok en orkest plus koor de vrije hand kregen, barstte ook de zaal los. Dan riskeerde ons geklap immers niet haar zang te overstemmen en konden we ons enthousiasme luidruchtig betuigen; dan kolkte de zaal. Overal stonden mensen op om te dansen.

Na afloop applaudisseerden we onze handen rood en scandeerden haar naam: ‘Fai – RUZ!,’ klap klap, ‘Fai – RUZ!!’ klap! klap!

De nacht was warm en zoel. Niemand wou weg want pas als je vertrok was het concert echt over. Voor de deur van Carré stond een groep mensen met de armen over elkaars schouders geslagen haar liedjes te zingen, vals maar o zo ontroerend.

De diva had ons allen geraakt. Ze had ons verbonden.

Plan

De ICT van de politie is na een decennium van geschutter nog niet op orde. Elke poging om tot een systeem te komen waarin aangiftes, signaleringen en onderzoeken landelijk beschikbaar zijn, blijkt de ellende te hebben vergroot in plaats van verkleind. Na elke nieuwe investering kan het systeem juist minder.

Inmiddels is de programmatuur bij de politie zo vakkundig gemold dat aangiftes geregeld niet in het systeem zijn terug te vinden en getuigenverhoren soms spoorloos verdwijnen. Het systeem is bovendien gebruiksonvriendelijk, instabiel en omslachtig. Agenten rukken zich de haren uit het hoofd.

Ook met C2000. het landelijke netwerk voor de hulpdiensten, is het al jaren miserabel gesteld. De dekking is gatenkaas, het systeem is onbetrouwbaar, telefoons vallen zomaar uit. De brandweer wil er inmiddels niet meer mee werken: te gevaarlijk.

Krap een jaar geleden besloot vtsPN – de club die de ICT van de politie regelt – daarom schoon schip te maken. De inhuurkrachten eruit, snoeien in het serverpark, de programmatuur opschonen. vtsPN kenschetste deze klus indertijd als ‘een openhartoperatie’. Kennelijk is de patiënt inmiddels overleden: de website politie-ict.nl – onderdeel van vtsPN – doet het al een tijdje niet meer. Configuratiefoutje. Niemand die het doorheeft.

Wie heeft toch ooit die onzinnige notie bedacht dat grootschalige inzet van ICT leidt tot meer efficiëntie, tot betrouwbaardere gegevens en tot kostenbesparing?

Het tegendeel is waar: alle grote automatiseringsprojecten van de overheid van de laatste decennia zijn grandioos gesjeesd. De Belastingdienst heeft jarenlang met grote ellende gekampt. Het EPD, waarin miljarden is geïnvesteerd, was brak en onveilig. De stemcomputers bleken onbetrouwbaar en waren duurder dan stemmen met een rood potlood was. De hacks van de OV-jaarkaart zijn niet meer te tellen. In de zorg worden medewerkers gek van de DBC’s en van de tijdsystemen waarin elke ‘zorghandeling’ tot op de seconde nauwkeurig is bepaald en moet worden geadministreerd. In sommige beroepen besteden werknemers tegenwoordig een derde van hun tijd aan het bijhouden van wat ze hebben gedaan, en doen anderen niks anders dan zulke rapporten beoordelen.

Ik weet een slimme bezuinigingsmaatregel! Alle ICT-plannen snoeien we terug tot 10% van het origineel. Da’s winst, want kleinschalige projecten hebben een opmerkelijk hogere kans van slagen. Van het vrijgekomen budget geven we 3% aan kunst & cultuur en 20% aan de zorg; met 66% mag de regering haar tekorten aanzuiveren. De resterende 1% gaat naar een ideeënbus om bureaucratie te bestrijden.

Breken

In Brabant en Limburg zijn proefboringen naar schaliegas in voorbereiding. Schaliegas houdt zich op in gesteente diep onder de grond, en om het daaruit te peuteren is een heel gedoe. Op circa 2 kilometer diepte worden horizontale buizen aangelegd; via explosies worden vandaaruit scheuren in het omliggende gesteente geforceerd, waar later een mengsel van water, zand en chemicaliën in wordt gespoten. Door de zo ontstane druk komt het schaliegas in het gescheurde gesteente vrij en kan dat via de buizen afgevoerd worden. Omdat schaliegas verspreid is – er is geen overzichtelijke bel, zoals bij Slochteren – moeten er voor elke winning tientallen van zulke onderaardse horizontale buizen worden aangelegd.

De methode staat bekend als hydraulic fracturing, kortweg fracking. En overal waar aan fracking wordt gedaan, ontstaat onrust.

Er lekt onvoorzien nogal wat methaan weg in het proces; dat maakt dat schaliegaswinning meer broeigassen de atmosfeer instoot dan kolen of olie. Ook dringt het methaan geregeld door in het grondwater. In Amerika zijn nu al duizenden gevallen bekend van mensen wier kraanwater plots ontvlambaar blijkt, omdat het vervuild is met methaan. Wat de precieze samenstelling is van de gebruikte chemicaliën – waarvan een deel ook in het grondwater blijkt te belanden – is onduidelijk: dat is namelijk bedrijfsgeheim. We weten alleen dat het om en nabij vijfhonderd verschillende stoffen betreft. Wanneer je zulke ingrijpende methodes toepast, moet het bedrijfsgeheim toch wijken voor het algemeen belang?

Een tweede probleem is dat schaliegas veelal wordt gevonden in natuurgebieden. Moet je daar nu heus de boel met geweld gaan openwrikken? En weten we zeker dat het geen kwaad kan om onderaards een netwerk van buizen te boren, daar explosies uit te voeren en chemisch spul rond te pompen? Dat we bij fracking niet zien dat we nogal heftig tekeer gaan – alles speelt zich onderaards af, ons ingrijpen wordt gecamoufleerd door de aardkorst zelf – wil niet zeggen dat het veilig is.

De bedrijven die zich in fracking specialiseren, houden er een onthutsend onthecht air op na: ‘We learn as we go’. Het kabinet legt ze geen strobreed in de weg. In de Energienota die vorige week verscheen, schaart de regering schaliegas vrijbuiterig onder de ‘onconventionele bronnen’ en roept ze dat denken over veiligheid belangrijk is. Maar diezelfde regering verzwijgt dat het staatsbedrijf Energie Beheer Nederland inmiddels een belang van 40% heeft in de ondernemingen die mogen gaan aproefboren.

Update, juni 2013:
55 Nederlandse professoren hebben zich dit weekend (23 juni 2013) uitgesproken tegen de winning van schieligas in Nederland. Hun betoog staat hier.

Slettenmars

In mijn tuin groeit een manshoge dracunculus vulgaris. Wanneer het purperrode schutblad zich openvouwt, komt daaruit een paarse spadix die fier omhoog steekt. Na een dag of drie is de bloem over het hoogtepunt en wordt de spadix post-orgastisch slap. Je reinste tuinporno.

Dus die mocht mee. Ik sneed zaterdagochtend de laatste van de zeven bloemen af en ging kortgerokt, met mijn dracunculus als een speer aan mijn zijde, naar de Slutwalk. ‘Is dit niet té…?’ vroeg de vriendin die ik onderweg ophaalde, frunnikend aan de knoopjes van haar jurk. ‘Welnee,’ zei ik, ‘doe er nog maar een los.’

Want daar ging het nu juist over. Wanneer je er sexy, uitdagend of voor mijn part ‘hoerig’ bij loopt, is dat geen uitnodiging of vrijbrief voor handtastelijkheden. Iemand voor slet uitmaken dient vooral om vrouwen te verdelen in ‘nette’ en ‘losse’ vrouwen, met als onuitgesproken veronderstelling dat alleen die eerste groep rechten heeft en men zich bij die laatste groep meer mag permitteren, tot aan verkrachting toe.

Het is een rare, ouderwetse opvatting. Alsof sletten geen rechten hebben. Alsof het probleem ’m zit in de kleding van vrouwen in plaats van het denken van handtastelijke mannen (immers, ook vrouwen in burqa’s worden verkracht). Alsof vrouwen zelf schuld hebben aan hun verkrachting en alsof zij verantwoordelijk zouden zijn voor het gedrag van mannen die dergelijk geweld plegen.

Toen een Canadese politieman laatst publiekelijk beweerde dat vrouwen zich niet zo sletterig moesten kleden als ze niet verkracht wilden worden, was de maat vol. Tijd om slet tot een geuzennaam te maken. Tijd voor een slettenmars.

Mijn feministisch hart sprong op toen ook Amsterdam een Slutwalk aankondigde. Dertig jaar geleden hielden we zulke marsen ook, toen heetten ze Heksennacht, of: Vrouwen eisen de straat terug. Een mooi teken van vooruitgang was dat de Slutwalk breder was opgezet: dit ging niet alleen over vrouwen. Iedereen die wegens vermeend ongepaste kleding of verschijning met repercussies te maken had, was welkom. Van frêle nichten tot sexy meisjes, van drag queens tot stoere vrouwen, van genderbenders tot punkmeiden: we waren allemaal van de partij. Een tweede teken des tijds: dit was geen boze demonstratie, het was eerder een publiek feest.

Het was nodig, en het was goed. ‘Zo zou ik anders nooit over straat durven,’ zei de vriendin na afloop, ‘ik zou bang en ongemakkelijk zijn. Maar weet je: ik voelde me ronduit machtig.’

[Foto: Spaink @ Slutwalk Amsterdam / Martin Adams]

Prikkelen

Het kabinet wil de bijstand, de Wajong en de sociale werkplaatsen bijeenvegen, met als uitgangspunt dat arbeidsgehandicapten zoveel mogelijk op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag moeten. Tegelijkertijd wordt alle hulp aan arbeidsgehandicapten bij het zoeken naar een baan, of ondersteuning teneinde hun werk te kunnen houden, radicaal wegbezuinigd: in totaal moet met de nieuwe regeling met twee miljard euro minder worden uitgevoerd.

Zulk beleid gaat ervan uit dat arbeidsgehandicapten niet genoeg hun best doen. Wanneer we ze financieel nu maar voldoende ‘prikkelen’, komt alles goed: we maken thuis blijven zitten gewoon minder aantrekkelijk. De markt zal vervolgens automatisch haar nobele ding doen: door de vergrijzing stijgt de behoefte aan arbeidskrachten in de komende jaren, et voilà: ineens plaats zat voor al die gepast geprikkelde gehandicapten!

Wat het kabinet vergeet, is dat alle werkgevers meer willen produceren met minder mensen. Overal stijgt de werkdruk: ook gezonde mensen hebben daar flink last van. Hoe mensen met een arbeidshandicap zich moeten verhouden tot die toenemende werkdruk? Uh… daarover heeft het kabinet niet nagedacht.

De suggestie is voorts dat mensen met makke liefst op hun luie reet zitten. Dat gaat volkomen voorbij aan de moeite die duizenden gehandicapten zich getroosten om een opleiding te volgen en daarna werk te vinden. Maar ze krijgen afwijzing na afwijzing. Er is haast geen baas te bekennen die ze hebben wil.

Ministeries ook niet trouwens. Begin jaren negentig besloot Sociale Zaken dat voortaan minstens 5% het werknemersbestand van elk bedrijf en elke organisatie uit mensen met een handicap moest bestaan. Sociale Zaken heeft die norm zelf echter nooit gehaald: het ministerie bleef iets onder de 1% steken. Wat verhoudingsgewijs nog reuze royaal was, want van de bijna tienduizend ambtenaren die de overheid in het jaar na invoering van die regeling aannam, hadden er slechts dertien (13!) een handicap.

Kort daarna bepleitte Sociale Zaken de afschaffing van de 5%-regeling, omdat de uitvoering ervan ‘niet haalbaar’ was. (Je zou haast denken dat gehandicapten een schaars goed waren, maar nee: het ontbrak aan beleid, aan voorzieningen, en vooral aan de bereidheid om functievereisten, de indeling en de organisatie van het werk aan te passen.)

Zelf ruimhartig gehandicapten aannemen vindt de overheid sindsdien niet ‘haalbaar’. Maar bedrijven zouden dat nu wel van ganser harte en in grote getalen doen? Kijk eerst naar je eigen! En geef gehandicapten intussen niet de schuld van de marktwerking.

Pervers

Game of Thrones is een geweldige serie: een breed opgezet epos dat zich afspeelt in een verzonnen tijd. Een ridderverhaal gebaseerd op loyaliteit, intriges en rivaliteit, gelardeerd met een snufje fantasy.

Een paar families hebben elk een deel van het land in handen. Sommige families steunen de koning, anderen proberen hem te ondermijnen. Dochters en zusters worden uitgewisseld om allianties te beklinken, er worden moorden en opstanden beraamd, vriendschappen gesloten en verraden. Aan de randen van het rijk zwerven intussen hologige wezens, en ergens broedt iemand drakeneieren uit.

De kracht zit ’m deels in het wijdse, complexe verhaal. Al in het begin krijgen we zo’n tien hoofdpersonen opgedist die elk serieus worden uitgediept. Ze zijn nooit eenduidig; zelfs de akeligste personages wekken geregeld begrip of sympathie. We merken dat omstandigheden grote invloed hebben: ook wat je niet in de hand hebt, bepaalt je. Soms kun je weinig anders dan je verhouden tot de situatie waarin je bent belandt. En steeds blijkt dat je nooit alle gevolgen van je beslissingen kunt overzien, maar niettemin de consequenties daarvan moet dragen.

De diversiteit van de personages is verkwikkend. Een meisje dat strijder wil worden (en daarin, na enige aarzeling, door haar vader wordt gesteund), bastaardkinderen die gewoon tot de familie worden gerekend, slimme hoeren, een dwerg die met zijn nieuwsgierigheid vriendschappen wint, een verlamd kind dat wil paardrijden, een troonopvolger die op tienjarige leeftijd nog aan de borst ligt, een uitgehuwelijkte prinses die van bedeesd popje uitgroeit tot warrior queen. Rangen en standen wegen zwaar, maar niettemin sluiten veel personages banden dwars door die barrière heen.

De serie verbloemt niks. Er wordt gevloekt, geneukt en gezopen; we zien onverwachte tederheid en laconieke wreedheid; we krijgen inkijkjes in hoop, woede en machteloosheid.

Kortom: GoT is meesterlijk.

Binnen een week zag ik overal protesten verschijnen. Zestienjarige meisjes uithuwelijken is verdorven, een liefdesscène tussen twee mannen is pervers, en waarom doet de koningin het op z’n hondjes? Iemand schreef: ‘Ik dacht dat dit een nieuwe Lord of the Rings was en verheugde me erop samen met mijn kinderen de serie te volgen. Het was vuiligheid!’

Ik stond paf. The Lord of the Rings had de toets van kindergeschiktheid doorstaan en gold nu als familie-tv? Deel drie evan was zo gewelddadig dat ik kokhalsneigingen kreeg, en ik ben heel wat gewend.

Kijken naar seks is pervers. Kijken naar geweld is gewoon gezellig.

[Noot: Zeker in het begin kan het lastig zijn alle personages uit elkaar te houden. Op Westeros.org en op SpainkPosted on Categories Het ParoolTags , , , 28 Comments on Pervers

Voorspelling

De eindtijd is nabij! Om precies te zijn, hij begint aanstaande zaterdag al. Op 21 mei zal de hemel splijten en laat de Christus zich zien. Eerst zal hij de doden doen herrijzen (nu ja, alleen de ware gelovigen onder hen), daarna neemt hij zijn levende volgelingen op. Miljoenen mensen zullen die dag van de aarde verdwijnen: zij zweven omhoog en worden naar hun eeuwige woonst in de kamers van de Heer geleid.

Wie denkt dat we het hier gerust zonder de verdwenen ware christenen kunnen stellen, rekent buiten de waard. Wij achterblijvers krijgen het zwaar. Kort na de Opname, the Rapture, zal de Antichrist zich aan de wereld openbaren; op aarde zal de hel heersen. Van schrik tot inkeer komen en dan alsnog gered worden blijft mogelijk, maar deze spijtoptanten wacht de marteldood: de Antichrist zal gelovigen met woeste ijver vervolgen.

De Dag des Oordeels is vaker voorspeld, maar ditmaal zijn de tekenen zeer pregnant. De Rapture Index – volgens de bedenker ervan ‘de Dow Jones van eindtijdse tekenen’ – heeft nooit zo hoog gestaan. De economie stort overal in, goddeloos gedrag wordt tot recht verklaard, natuurrampen volgen elkaar rap op, overal worden UFO’s gesignaleerd, en er is gerede kans dat de president van de EU zich ontpopt als de Antichrist.

De dood van Bin Laden is een kleine tegenslag: helaas nam daardoor de wereldonrust af. Jammer ook dat Frankrijk haar kernwapens wil reduceren, dat scheelt al snel een paar punten. Anderzijds ontbreekt de lancering van de Endeavour van gisteren in de Rapture Index, terwijl haar missie nota bene is om antimaterie te vinden! Dringt heus tot niemand door dat de Endeavour op de Antichrist zal stuiten?

De Opstanders inventariseren gretig de tekenen van de naderende eindtijd. De aardbevingen in Japan, de tsunami, lekkende kernvaten, de Khadaffi’s gekte, de grootscheepse werkloosheid in Amerika – alles dat hun reisschema naar de hemel versnelt wordt met blijdschap genoteerd.
Dat lijkt me zeer onchristelijk: ze maken oorlog en rampspoed tot pasmunt voor hun eigen redding. Daarnaast is die zelfverklaarde uitverkorenheid bepaald hovaardig. Maar zijn ze ook niet ontzettend inconsequent? Waarom dat verzet tegen de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen? Zulke verdorvenheid bespoedt de Opstand.

De weersverwachting voor komende zaterdag: zonnig, met mogelijk wolkvorming door opstijgende christenen.

Wie goed doet

Autistische mensen zijn slecht in sociaal gedrag. Ze herkennen vaak gezichtsuitdrukkingen niet en kunnen die niet duiden. Dat lijkt te komen door het ontbreken van ‘spiegelneuronen’. Wanneer je iemand ziet lachen, spiegelen je eigen hersenen die activiteit en worden ze geactiveerd alsof jijzelf lacht. Zien lachen doet lachen, inderdaad. Niet alleen begrijpen we daardoor die ander, ook ontwikkelen we zo empathie. We voelen letterlijk met anderen mee.

Dat mechanisme is stuk bij autisme dacht men, maar Nederlandse onderzoekers toonden recent anders aan. Bij autistische mensen komt het sociaal vermogen laat op gang, maar ontwikkelt zich veel langer dan gewoonlijk: tot ver na hun veertigste. Naarmate autistische mensen ouder worden, blijkt hun empatisch vermogen te stijgen, terwijl dat bij ‘normale’ mensen juist afneemt wanneer ze ouder worden.

De groep beval daarom aan: veel spiegelen. ‘Een normaal kind merkt al snel dat iemand gaat lachen als hij lacht. Maar doordat autistische kinderen niet op zoek gaan naar contact, gebeurt dat bij hen veel minder snel. Door het kind vaak te imiteren, kun je zijn hersenen wellicht stimuleren dat verband wel te leggen.’ (De Volkskrant, 3 mei 2011.)

Wat een mooie theorie. Temeer daar hij prachtig aansluit bij de belangrijkste ontdekking in de evolutie van samenwerking. Daar is uitgezocht welk gedrag de beste kansen biedt voor succes en overleving. Hoe houd je een afspraak of verdrag bestendig? Als verraad een optie is, moet je dan zorgen dat jij daarmee eerder bent, voordat de ander jou verraadt? Moet wantrouwen je basis zijn, of moet je uitgaan van het goede in je tegenstanders? Wie al te argwanend is en nooit een handreiking doet, zaait alleen meer wantrouwen, zo blijkt; wie uitsluitend vol vertrouwen blijft opereren, wordt onder de voet gelopen.

De beste strategie, zo leerde de computerexpert Anatol Rapoport ons in 1980, is tit for tat: vriendelijk zijn en met gelijke munt betalen. Spiegelen dus. De strategie in het kort: altijd uitgaan van samenwerking; zodra de ander je een loer draait, zonder pardon terugslaan; meteen daarna vergevingsgezind zijn en positief doorgaan. Dat bleek voor alle partijen het meest succesvol en leverde het meest stabiele sociale resultaat op.

Wie sociaal gedrag wil promoten, dient zelf redelijk en open zijn. Weer een reden waarom het wantrouwen waarmee de overheid haar burgers bejegent niet verstandig is, noch de argwaan die Wilders tentoonspreidt.

Immers, imitatie kent geen moraal. Maar wel spiegelneuronen.

Ook macht moderniseert

Middenin een referaat over de Egyptische revolutie realiseerde ik me opeens iets belangrijks. Dat het geen Facebook- of Twitterrevolutie is geweest, was evident: de protesten waren al jaren gaande. De bestaande revoltes kregen door het gebruik van sociale media wél ineens een duidelijker gezicht. Een gezicht dat nu bovendien wereldwijd te bekijken viel, zodat Mubaraks regime van repressie en corruptie steeds moeilijker te verdedigen werd – zowel intern, in eigen land, als extern, voor het oog der buitenlandse naties.

Mubarak vertrouwde op de beproefde methodes van censuur. Zijn aanpak was gebaseerd op een verouderd, hiërarchisch informatiemodel: wie de informatie beheerst, beheerst de massa. Dus verbood hij de kranten en de tv om over de opstanden te rapporteren, zich niet realiserend dat tegenwoordig iedereen met een mobieltje zichzelf als verslaggever kan opwerpen. Dat was Mubaraks grootste vergissing: niet snappen dat tegenwoordig iedereen betrekkelijk eenvoudig de middelen kan vinden om zijn stem in de wereld te laten opklinken. Censuur werkt alleen als je de media beheerst, en dat is tegenwoordig een stuk lastiger geworden, zo niet ondoenlijk.

Maar waarom denken we dat daardoor overal ineens de lente zal uitbreken? Geloven we nu heus dat we, omdat informatie niet langer geknecht maar voortaan ‘vrij’ is en door iedereen de wereld kan worden in geholpen, overal bestaande machten kunnen breken?

Dat optimisme suggereert enerzijds dat machthebbers alleen informatiemonopolies tot hun beschikking hebben, en anderzijds dat ze nooit leren. Beide opvattingen zijn betreurenswaardig naïef.

Machthebbers hebben bepaald meer dan informatiemonopolies alleen. Ze hebben immers échte macht: luidere stemmen, slappe parlementen, gekleurde wetten, internationale bondgenoten, geheime diensten, geld, grondig geknede publieke moraal, en in laatste instantie: een leger en gevangenissen. En als de explosieve informatie die WikiLeaks hier in het westen verspreidt uiteindelijk niets verandert, waarom zou informatie verspreid in Arabische landen dan wél iets uithalen, terwijl de repercussies voor mensen die ‘onwenselijke’ informatie lekken daar zoveel groter zijn dan hier?

Wie de macht heeft en wil behouden, is beter af wanneer-ie traceert wie ongewenste informatie verspreidt en wie zulke informatie opzoekt. Het akelige is dat diezelfde nieuwe media die het oude informatiemonopolie doorbreken, juist dát zo makkelijk maken. Het is tegenwoordig doodsimpel om te achterhalen wie iets twittert, wie een video post, wie een mail stuurt.

Informatie onderdrukken is een achterhaald model. Anoniem kunnen blijven terwijl je iets doet of zegt, dat is het nieuwe gevecht – een gevecht dat we in het westen allang hebben verloren.