Den Haag ontsloeg vorige week een weigerambtenaar. Driewerf hoera! Iemand die weigert de wet uit te voeren, hoort niet in overheidsdienst thuis.
Dat ambtenaren die geen homoseksuelen wilden trouwen niet subiet op straat werden gezet, was te billijken. Het gaf ze – heel chic – ruim de tijd om ander werk te vinden. Wie zich echter tien jaar later nog niet heeft neergelegd bij de veranderde definitie van het huwelijk en desondanks vasthoudt aan zijn baan als ambtenaar van de burgerlijke stand, verliest elke aanspraak op coulantie.
Protesteren tegen een wet is een burgerrecht. Een wet moedwillig negeren of overtreden is een verdergaand, doch beproefd politiek wapen, dat zijn impact juist dankt aan de persoonlijke opoffering die zoiets vergt, Als ambtenaar openlijk weigeren een wet uit te voeren die de basis van je werk vormt, onderwijl eisend in die positie te kunnen aanblijven, is andere koek. Gewetensbezwaard doen op gemeenschapskosten? Nou, dapper hoor!
De termen ‘weigerambtenaren’ en ‘gewetensbezwaarden’ bevallen me sowieso niet. Beide begrippen stammen uit de periode van de nationale dienstplicht. Ooit moest elke Nederlandse jongen zonder pardon in het leger in; alleen wie serieuze bezwaren tegen het leger had, kon na veel gedoe uitwijken naar een vervangende – en bij wijze van straf langer durende – maatschappelijke dienstplicht. De bestaansgrond van die morele exceptie was dat deelname in het leger verplicht was: je kon er niet onderuit.
Voor ambtenaren van de burgerlijke stand ligt de zaak bepaald anders. Niemand heeft ze die baan opgelegd. Ze hebben dat werk in vrijheid gekozen, en als het ze niet langer bevalt, kunnen ze zonder repercussies weg. Stuit je werk je tegen de borst? Neem ontslag! Als je blijft: ook goed. Maar doe dan je werk, en zeik niet.
De ontslagen ambtenaar bekreunt zich nu om discriminatie: ‘Ik mag homostellen niet discrimineren, maar ik word nu zelf wel gediscrimineerd.’ Welnee schat. Je hoeft helemaal niemand te trouwen. Alleen: je kiest er zelf voor de wet te negeren.
Wat me evenmin bevalt, is dat de ruim honderd weigerambtenaren die we momenteel in Nederland in dienst houden, met groot animo heterostelletjes in de echt verbinden. Niet alleen denken zij als ambtenaar het homohuwelijk te mogen weigeren; ze doen tegen de klippen op alsof het heterohuwelijk nog bestaat. Maar met de wetsverandering van 2001 is de definitie van het huwelijk zelf veranderd. Een ware gewetensbezwaarde hoort nadien élk huwelijk te weigeren, ook dat tussen een man en een vrouw.
Update, 16:00:
De motie van kamerlid Ineke van Gent (GroenLinks) om een einde te maken aan de weigerambtenaren is vanmiddag in de Tweede Kamer aangenomen. De PVV stemde voor, de VVD tegen. Of het kabinet de motie wil uitvoeren is nog onduidelijk. Met pech zitten we zometeen niet alleen met weigerambtenaren opgescheept, maar ook met een weigerkabinet.