De oorlog die Bashar Assad tegen zijn eigen volk voert, duurt al bijna twee jaar. In dat tijdsbestek heeft hij honderdduizenden burgers over de kling gejaagd en zijn land aan flarden gebombardeerd. De onafzienbare stroom vluchtelingen uit Syrië heeft inmiddels zowat alle buurlanden ontwricht. Miljoenen mensen hebben alles moeten achterlaten.
Niet eerder heeft een staatshoofd zijn land zo grondig vernield; niet eerder heeft een regeringsleider zijn eigen bevolking zo systematisch uitgemoord en verdreven.
Maar de grootste schande van al is dat Assad er internationaal mee wegkomt. Assad heeft chemische wapens tegen zijn eigen volk gebruikt, slacht burgers aan de lopende band af, laat journalisten en artsen martelen. Wij doen intussen niet meer dan een beetje ‘bezorgd’ zijn, en zelfs dat gaat niet van harte. Liever kauwen we de leugens van Assad na.
De laatste maanden houden wij in het westen onszelf zoet met de door Assad in het leven geroepen fabel dat hij er de gematigde stroming verdedigt; zonder hem zou het land in handen zou vallen van religieuze extremisten. Maar wanneer dit langgerekte bloedbad de ‘gematigdheid’ moet voorstellen, heeft dat woord toch iedere zinnige betekenis verloren?
Ja, het verzet dreigt thans te worden overheerst door fanaten en jihadisten. Alle andere verzetslieden zijn namelijk allang vermoord, gevangen gezet, of gevlucht. Iedereen die op enige redelijkheid kon bogen, is de afgelopen twee jaar de mond gesnoerd, of is – onder druk van omstandigheden – uiteindelijk onredelijk geworden. Wat rest je anders wanneer je eigen regering jou en de jouwen maand in, maand uit uitmoordt, terwijl de buitenwereld haar ogen onderwijl angstig afwendt?
Het is sowieso een wespennest daar, laat ‘ze’ het maar zelf uitzoeken: voor je het weet hebben we er een tweede Irak bij. Dat zijn zo ongeveer de argumenten waarmee wij onze ogen sluiten voor wat er in Syrië gebeurt. Maar wie daarmee komt aanzetten, vergeet dat Assad datzelfde wespennest onder ons goedkeurend oog heeft geschapen. Wij deden alsof hij een verlicht dictator was, terwijl hij links en rechts Hezbollah en Al Qaida voedde.
Wij steunden de oppositie niet op het moment dat zulks verschil had kunnen uitmaken. Want we wilden Assad niet voor het hoofd stoten. (Net zoals we El Baradei in februari 2011 in Egypte in de kou lieten staan, toen hij als eerste potentiële en seculiere regeringsleider dapper de handschoen opnam en zich openlijk tegen Mubarak keerde.)
We ‘vergeten’ dat onze afzijdigheid betekent dat we ook andere landen – Jordanië, Libanon – laten stikken, en daarmee juist nieuwe brandhaarden helpen stichten. We ‘vergeten’ dat er meer bestaat dan militair ingrijpen alleen: de tegoeden van Assad bevriezen zou al flink helpen, of de vluchtelingen serieus helpen. Maar mogelijk heeft dat consequenties voor onszelf. Dus liever doen we niks.
Oh, en zalig Kerstmis! Vrede op aarde, enzo.