Wat een verademing, die open brief van de burgemeesters van Boxtel en Heusden gisteren. Ze leggen precies de vinger op de zere plek van de recente vluchtelingenproblematiek. Grootschalige opvang van asielzoekers werkt niet, en: start in hemelsnaam van meet af aan met scholing en werk, anders kun je moeilijk van deze vluchtelingen eisen dat ze integreren. Constructieve bonus: de ene burgemeester is van de VVD, de ander van de PvdA. Een duidelijker vingerwijzing kan de regering amper verlangen.
Natuurlijk werkt grootschalige opvang niet. Zet duizend ontheemde en vaak getraumatiseerde mensen bij elkaar, maak dat de buitenwereld ze als een blok van indringers beschouwt, bepaal dat ze het pand niet in of uitkunnen, zorg dat ze amper privacy hebben, en voorkom dat ze iets zinnigs omhanden hebben. Dat is hét recept voor ongedurigheid, onrust, relletjes, depressie en wanhoop in zo’n azc, en voor argwaan en vijandigheid van de lokale bevolking, omdat het de asielzoekers onbenaderbaar maakt. Zo’n aanpak dwarsboomt elke onderlinge handreiking tussen burgers en vluchtelingen.
Bied asielzoekers alsjeblieft een kleinschalige opvang aan, pleiten de burgervaders, een plek waar ze – anders dan nu het geval is – niet elke paar weken of maanden moeten verhuizen; een plek waar ze kunnen aarden. Begin meteen met taalles en laat ze zo snel mogelijk meedraaien in samenleving. Werk, stages, vrijwilligersklussen en het verenigingsleven doen duizendmaal meer voor integratie dan een braaf inburgerklasje. Bovendien biedt zo’n aanpak de asielzoekers een dagbesteding, verschaft het ze een nu smadelijk afwezig besef zichzelf nuttig te maken, en biedt het ze perspectief op integratie: een nieuw leven te kunnen opbouwen.
We weten allang dat grootschaligheid zelden goed uitpakt. Het werkt niet in het onderwijs, het werkt niet in de ziekenzorg, het werkt niet in de kinderopvang, en evenmin in de bejaardenzorg. Op zowat alle terreinen komen we – door schade en schande wijzer geworden – terug van schaalvergroting, van de grofmazige aanpak. Waarom houden we er in de asielopvang dan ineens zo stellig aan vast?
Want, om eerlijk te zijn: de gedachte aan duizend vluchtelingen die ineens gehuisvest zouden worden op de Oostelijke Eilanden, mijn thuisbasis, zou mij ook van mijn stuk brengen. Zeker als dat pand vervolgens als een fort wordt behandeld. Maar als het er vijftig waren, zou ik geheid naar het buurthuis gaan om uit te zoeken of er wellicht iets is dat ik kan doen om bij te dragen aan hun welzijn en aan hun integratie: taalles, naailes, spullen helpen repareren, iemand ’s meenemen naar een museum of naar de bioscoop.
Ooit heb ik geleerd dat wanneer een probleem je boven het hoofd dreigt te groeien, je het moet opdelen in kleinere partjes. Dan blijkt het vaak vanzelf behapbaar te worden.