Onderzoeksjournalistiek heeft een flinke vaart genomen. Kranten geloofden lang dat artikelen korter moesten en nieuws alleen telde als het snel werd gebracht; ze ontdekken nu dat ze op dat vlak altijd door internet worden verslagen en intussen zelf flink bijdragen aan de vervlakking en simplificatie van het nieuws. Daarom bieden ze nu godlof weer ruimte voor langere, diepgravende stukken.
Het gaat over de vraag wat de prijs van medicijnen zo opdrijft. Uitvlooien wat de toezichthouders op de banken doen, en of zij inmiddels ze beter op hun taak zijn berekend dan in 2007. Het immens dikke dossier van de PanamaPapers doorspitten en in kaart brengen hoe tonnen of miljoenen voor het oog van de belastingdiensten worden weggesluisd en spoorloos witgewassen. Nagaan waar de puinhoop bij de SVB vandaan komt, zodat de overheid maanden achter elkaar het persoonsgebonden budget niet kon uitkeren en waardoor ook kinderbijslag en AOW-betaling flink in de soep liepen. Hoe komt het dat de overheid aan softwarebedrijven tientallen miljoenen betaalt voor programma’s die niet naar behoren werken? Of we krijgen uitgebreid verslag van wat Heineken nu eigenlijk in conflictgebieden in Afrika uitvreet.
Onderzoeksjournalistiek is hot. Er zijn opleidingen voor gestart, er zijn bureaus die zich erin specialiseren, datagravers hebben zich gelieerd aan de onderzoeksjournalistiek en delven in databases om feiten en tendensen boven water te halen, sommige media – zoals De Correspondent en De Groene Amsterdammer – leggen zich toe op onderzoeksjournalistiek.
Makkelijk is het niet: zulk onderzoek is complex en tijdrovend. Een vlot artikeltje met een leuke quote, rechtstreeks overgenomen uit een persbericht van bedrijf of overheidsinstantie, heb je een stuk sneller klaar. Het is ook aanzienlijk veiliger: je maakt er geen vijanden mee, niemand begint over advocaten, rectificaties en rechtszaken. Alleen degradeert zulke journalistiek het vak en maakt het dat zielloos: het is doorgeefluikje en roeptoeter spelen, open deuren intrappen, en veel naar boven likken.
Het meest interessante: die lange onderzoeksstukken worden vaker gelezen dan een jaar of tien terug, zowel in de krant als digitaal. We lezen zulke longreads niet alleen omdat ze er nu eindelijk weer zíjn: de behoefte aan verdieping, verbreding, achtergrond en analyse is schijnbaar toegenomen. Kennelijk zijn steeds meer mensen de verschraling van het nieuws behoorlijk beu.
Wat een geweldige ontwikkeling!
Nog blijer word ik van al die platforms die her en der ontstaan om onderzoeksjournalistiek te faciliteren en te verspreiden: van De Correspondent tot De Coöperatie, van Investico tot Follow the Money.
Het beste nieuws: stukken van onderzoeksjournalisten, ook de meest kritische, worden zelden onderuit geschoffeld. Het is loepzuiver werk.