Jenny Douwes speelde de vermoorde onschuld: ze had het alleen ‘akelig gevonden’ dat die Zwarte Piet-protesten tijdens de intocht van Sint in Dokkum zouden plaatsvinden vlakbij de feestvierende kinderen. Dat was echter maar de helft van het verhaal. Douwes had de week ervoor mensen opgeroepen de toegangswegen tot Dokkum te blokkeren, zodat de protesteerders Dokkum niet konden bereiken.
Het Openbaar Ministerie greep donderdag in en verbood dat plan. Terecht: afritten blokkeren omdat je mensen die je onwelgevallig zijn, de pas wilt afsnijden? Als een legale demonstratie je niet bevalt, doe je daarover je beklag bij de burgemeester; je gaat niet de openbare weg afsluiten.
Op zaterdagochtend stopten desondanks een aantal auto’s plotseling midden op de snelweg, pal voor de bussen van de mensen die tegen Zwarte Piet kwamen protesteren. De bussen werden tot stoppen gedwongen, achter hen vonden godbetere botsingen plaats. De protesteerders konden Dokkum niet meer in: het was op eigenrichting pur sang.
Over de affiliaties van Jenny Douwes laat ik me niet uit: wellicht heeft ze meer aangericht dan ze in haar vrome benepenheid kon bevroeden. Maar wat ik niet begrijp: hoe kun je nu zó boos zijn op mensen die tegen een naargeestig symbool van racisme willen protesteren, dat je denkt dat het een tof plan is om de snelweg abrupt te blokkeren, en de veiligheid van willekeurige automobilisten in gevaar te brengen?
Kom niet aan met het verhaal dat Douwes haar kinderen wilde beschermen tegen het Pieten-protest. Want al wie nú nog weigert te luisteren naar de verhalen van ouders wier kinderen lijden onder Zwarte Piet, naar mensen die in Zwarte Piet het wrede verleden van hun voorouders terugzien, is het niet om kinderen te doen, en niet om wellevendheid. Die timmeren alleen lustig aan de plaat voor hun eigen kop.
Tien jaar geleden dacht ikzelf ook nog: ‘Ach, het is een kinderfeest, iets onschuldigs – maak je niet zo dik.’ Maar toen ik begon te luisteren naar de verhalen van mensen die dat totaal anders beleefden, besefte ik: dan liever een Veegpiet, of een Paaspiet. Of wellicht een zwarte Sint, met witte hulpjes.
En nog weer later besefte ik: al die ‘tradities’ waaraan we ons zo vastklampen, zijn absurd recent. Het is pas sinds kort dat we al het meisjespeelgoed roze maken en al het jongensspul blauw; dat is geen traditie, maar moderne indoctrinatie. Zo ook werd Piet pas in de laatste eeuw pikzwart: voorheen was-ie een kleurloos – en dus: verondersteld wit – hulpje van Sint. Piet is pas in de twintigste eeuw zwart gemaakt. Vasthouden aan een traditie die recent is uitgevonden, terwijl je in alle toonaarden wordt verzocht het anders te doen: ja, dan hebben we het toch echt over racisme.
Kinderen maakt het geen donder uit welk feest ze vieren; het Zwarte Piet-loze feest in Amsterdam bewees dat. In Dokkum waren ze vast ook blij geweest met de intocht van Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen.
[Foto: Patrick Mathurin als Sint.]