Dansend in een mijnenveld

Perel in ZomergastenBij Zomergasten vond ik psychotherapeut Esther Perel net wat te gladjes: alsof ze alle antwoorden allang klaar had liggen, ze hoefde alleen maar even in het juiste laatje te rommelen om ze tevoorschijn te toveren, leek het.

Wat toch ergens bleef hangen was Perels opmerking die avond dat ze een serie eenmalige sessies met vrijwilligers – allemaal echte koppels, met echte problemen – had opgenomen en die bewerkt had tot podcasts, die ze nu op haar website beschikbaar stelde. Dit bij wijze van publieke educatie, lichtte ze toe: niet iedereen heeft tijd en geld voor psychotherapie, maar wie weet staken ze er zo toch iets van op. (De serie zal haar daarnaast gerust ook geweldige reclame voor haar praktijk opleveren.)

Zo kwam het dat ik afgelopen week toch even wilde luisteren. Het werd een belevenis; voor ik het wist had ik alle achttien afleveringen uit. Perel – die praktijk houdt in de Verenigde Staten, en in de aankondiging steevast Estaire Parèlle wordt genoemd; nooit geweten dat Amerikanen de naam ‘Esther’ niet snappen – was kwikzilver. Ze was afwisselend slim, vol mededogen, scherp, geestig, streng, troostend, inventief, bemoedigend, en praktisch.

Natuurlijk, de sessies zijn ingedikt: gesprekken van drie uur zijn teruggebracht tot een uitzending van telkens 35 tot 40 minuten. Perel kan daarnaast bogen op een schat aan ervaring en kennis, en heeft zich voor elke sessie ongetwijfeld terdege voorbereid. Dat maakt een boel uit. Maar het verbaasde me niettemin hoe makkelijk ze onderliggende problemen op tafel wist te krijgen, de dynamiek van zo’n stel doorgrondde, die vervolgens kon duiden, om dan met een kwinkslag of geruststelling de loodzware lading ervan draaglijk te maken voor het stel, en hun bovendien praktische tips en strategieën bood om de dingen eens anders aan te pakken.

Tussendoor betrok ze in korte, na afloop van de sessie toegevoegde terzijdes de luisteraar bij haar aanpak en bevindingen. Die terzijdes fungeerden als samenvatting, maar boden tevens een korte reflectie: voetnoten bij haar eigen werk. Ze vertelde erin wat haar was opgevallen, waarom ze op dat moment van strategie veranderde, of hoe ze later merkte dat ze op een bepaald moment een steek had laten vallen.

Ze zong een liedje in het Frans voor de een, ze plaagde de ander, ze gaf een derde in twee minuten een fundamentele les over patriarchale verhoudingen, ze vroeg een vierde zonder enige terughoudendheid door over seks, ze liet de vijfde de hand van zijn geliefde liefkozen, en liet nummer zes en zeven ter plekke een rollenspel doen. Dit was inderdaad publieke scholing in geestelijke gezondheid in optima forma.

Minstens twee keer was ik tot tranen geroerd. En ik wenste iedereen subiet een eigen Estaire toe: iemand die liefdevol door je persoonlijke mijnenveld danst, die je vasthoudt, en ondertussen je blik vrijer maakt.

Seks, macht en gender

Being any sex is a dragNadat bericht werd dat actrice Asia Argento, een van de eersten die filmproducer Harvey Weinstein vorig jaar van seksueel misbruik betichtte, zichzelf ook schuldig had gemaakt aan seksueel wangedrag – ze zou een minderjarige acteur hebben aangerand – was besmuikt gegrinnik te horen. Duh, die vrouwtjes doen het zelf ook! Kijk ze nou in hun hemd staan, met hun #metoo.

Afgelopen weekend publiceerde de Volkskrant een lang en oprecht artikel waarin een aantal mannen aan het woord kwamen die eerder, als minderjarige, in de netten waren verstrikt van een oudere vrouw. Het is de klassieke trope uit de film The Graduate – de moeder van een leeftijdsgenootje als valse verleidster. Indertijd waren de jongens gevleid: een oudere, rijpe vrouw die hen, guppies nog, de moeite waard achtte, wow! Pas later beseften ze dat ze geen idee hadden wat ze eigenlijk overkwam of wat ze deden, laat staan van wat ze zelf wilden. Ze waren hoofdzakelijk overbluft geweest. Hadden hun stem niet kunnen vinden.

We zijn nu eindelijk beland waar we wezen moesten: seksueel wangedrag, grensoverschrijdend gedrag, loopt niet per se langs sekselijnen. We denken te makkelijk dat daders uitsluitend mannen zijn, vrouwen exclusief slachtoffers.

Maar seksueel geweld gaat niet over sekse; het gaat zelfs niet over seks. Het gaat over machtsmisbruik ten eigen bate, gerief, of glorie. Talloos zijn de verhalen over soldaten die door hun meerderen of door een groep collega’s werden verkracht om hen te vernederen; over priesters die koorknapen, misdienaartjes en schooljongens misbruiken; over vaders, stiefvaders en ooms die zonen en neefjes misbruiken, simpelweg omdat ze voorhanden waren en je je driften op hen kunt afreageren.

Toch denken de meeste mensen nog altijd dat alleen vrouwen slachtoffer kunnen zijn van seksueel geweld – een gedachte die wordt gevoed door de notie dat mannen en jongens er altijd wel pap van lusten, zodat zelfs opgedrongen seks voor hen eigenlijk ‘niet echt’ neerkomt op misbruik. En een vrouw als dader valt al helemaal buiten ieders denkraam.

Mag ik de volgende stap voorspellen? Iemand ontdekt dat zelfs binnen lesbische en homoseksuele relaties seksueel geweld voorkomt. Dat lesbische vrouwen elkaar kunnen verkrachten, homoseksuele mannen hun partner soms mishandelen.

Het punt is: er zijn veel vormen van machtsmisbruik. Niet alles laat zich langs genderlijnen uitleggen, al is dat een structurele vorm van machtsverschil. Er zijn ook andere machtsfactoren. Wanneer de ene partij ouder of rijker is, meer privileges of status heeft dan de andere – zijn hun onderlinge relaties, inclusief de seksuele, zelden vrij en onverveerd, en moet de machtiger van de twee de ander het voortouw geven.

Seksueel geweld uitbannen kunnen we niet. Het beste waarop we kunnen hopen – ik schreef dat al dertig jaar geleden – is dat vrouwen even vaak daders worden als mannen nu zijn, en mannen even vaak slachtoffer.

 
Beeld: xJason.Rogersx / https://www.flickr.com/photos/restlessglobetrotter/7527764372/

Feniks van de wraak

Filmposter‘Je bent ook zo mooi, het is onmogelijk je te weerstaan,’ roept de boze minnaar uit, nadat een van zijn zakenpartners zijn scharrel heeft verkracht. Het is het klassieke excuus van elke verkrachter: ik kon er niks aan doen, het is haar schuld, zij bracht me buiten zinnen – en die dooddoener wordt hier klakkeloos overgenomen door een tweede man, die eigenlijk zijn kompaan een ongenadige klap voor zijn bek had moeten verkopen, omdat die zijn macht vies heeft misbruikt.

Tot dan was Revenge een klassieke male gaze film: zo eentje waarbij de camera zich omstandig verlustigt aan een vrouw, en de stand-in wordt van de hand van de begerige toeschouwer. Die mannelijke blik wordt in Revenge uitvergroot: in een eerdere scene werd Jen al met een verrekijker in close-up bekeken – door de zakenpartner, die op dat moment nota bene twee meter verderop zat.

Jen wordt aanvankelijk als een Lolita gesitueerd, met zonnebril en lolly en al. Maar wanneer ze uit die rol valt en de zakenpartner afwijst, kantelt het verhaal pardoes: er gebeurt precies wat elke vrouw vreest wanneer ze een man afwijst. Hij toont haar dat ze dat recht niet heeft: hij verkracht haar. Als je zo verleidelijk bent, heeft hij immers recht op seks met je, en zo niet, dan herstelt hij zijn dominantie per verkrachting.. Zakenpartner twee ziet het gebeuren, keert zich om en loopt weg. Niet zijn probleem. Dat komt ervan als je zo sexy bent.

Uiteindelijk besluiten de mannen collectief dat niet hun gedrag, maar Jen het probleem is: ze vormt inmiddels een risico voor het huwelijk van haar minnaar en voor de reputatie van de zakenpartners. Dan moet ze maar dood, besluiten ze, en ze jagen Jen gezamenlijk op – als in een perverse variant van de buddy movie – en laten haar voor dood achter.

Dan volgt de tweede tournure: Jen overleeft. Wat meer is: ze neemt wraak. Als een feniks herrijst ze uit haar eigen as en zet op haar beurt de jacht op de mannen in.

Dat is het geniale moment in de film: het slachtoffer dat zich, door omstandigheden gedreven en uit lijfsbehoud, ontpopt als wreker. Het is tevens het moment waarop de meeste filmcritici afhaakten: overdreven, onrealistisch, doorgeslagen. Niet dat iemand ooit klaagt wanneer een type als Rambo met zeven gaten in zijn lijf weer een nieuwe tegenstander neermaait en uiteindelijk een half leger weet te verslaan, maar hé, dit is een vrouw, en dan gelden andere regels, toch?

Revenge is een film in de beste rape/revenge-traditie, een waardig opvolger van de klassieker I Spit on Your Grave uit 1978. Hier geen gebroken vrouw – nu ja, eventjes dan – hier zien we een vrouw die zich uit alle macht verzet tegen het lot dat haar is opgelegd. En net als die film zet Revenge de sociale dimensie van verkrachting voorop: het gaat niet om onze ‘natuur’ of ‘driften’, het draait om sociale status en de angst voor verlies daarvan, om medeplichtigheid, en om het gemak waarmee we de stem van een vrouw negeren.

Neem ze serieuzer

Zo kan het dus ook – nee, beter zelfs. De Duitse omroep ZDF zendt ’s zomers een serie interviews met politieke leiders uit, en toen de beurt aan Alternative für Deutschland was, de rechtsradicale partij die inmiddels eenachtste van de zetels in de Bondsdag heeft, deed het ZDF iets verrassends: het nam de partij serieus. Voorzitter Alexander Gauland kreeg een ris vragen voorgelegd.

Over klimaatverandering: ‘Och nee,’ zei Gauland, ‘ik geloof helemaal niet dat klimaatverandering door de mens komt. Daar kunnen wij niets aan doen. Duitsland stoot maar 2 procent van alle CO2 wereldwijd uit, daar ligt geen taak voor ons.’ Hij vond investeringen in duurzame energie een linkse, geldverslindende hobby.

Het pensioenstelsel dan. Zijn partij had toch gezegd dat het huidige stelsel op de schop moest? ‘Ja.’ De interviewer: ‘U stelde voor dat mensen in de toekomst voor hun eigen pensioen moeten zorgen. Maar juist de gewone mensen, voor wie u zegt op te komen, kunnen daarvoor toch amper geld opzij leggen?’ Gauland stotterde wat, en viel terug op een oude verdedigingslinie: ‘Wij zijn een jonge partij, we hebben nog niet alles kunnen uitdenken.’ De interviewer: ‘Maar u zit al een jaar in de Bondsdag, met bijna honderd mensen. U pleitte bij de verkiezingen voor een nieuw stelsel, heeft u al een schets van uw alternatief?’ Nee, misschien volgende jaar, zei Gauland.

En zo ging het door. Digitalisering, automatisering, en de effecten daarvan op werkgelegenheid of productie: geen idee. Het effect van Airbnb op de grote steden? Dat was Gauland allemaal veel te modern, daar wist hij niets van. Wel moesten de huren betaalbaar blijven. ‘Maar Airbnb drijft de woningprijzen op, en vreet aan het huurbestand.’ Gauland had geen idee.

Gauland ging zo imposant af, dat zijn partij later brulde van nepnieuws en ‘erin geluisd’. Maar het enige dat het ZDF had gedaan, was het AfD 20 minuten lang uithoren welke alternatieven ze boden voor brede, politieke problemen. Beroofd van de vaste drie onderwerpen – de euro, migratie en moslims – bleef er van die hele partij niets over.

Deden de Nederlandse omroepen en kranten maar eens zoiets. Maar nee, die laten liever de ranzige FvD’er Yernaz Ramautarsing aan het woord over zijn moderne schedelmetingstheorieën, of ex-PVV’er Géza Hegedüs, die van Nederland graag een etnostaat wil maken.

Waarom Thierry Baudet niet rustig aan de tand voelen over de positie van zzp’ers, de gaswinning in Groningen, de afschaffing van dividendbelasting of het uitmelken van patenten door de farmaceutische industrie? Waarom Geert Wilders niet eens kalmpjes uithoren over zijn plannen met het pensioenstelsel, de vermarkting van de zorg, de faillissements- en btw-fraude door gewiekste ondernemers, of de almaar zakkende arbeidsinkomenquote, terwijl de winsten van multinationals blijven stijgen?

Neem extreemrechtse partijen bloedserieus – serieuzer dan ze zelf willen. En bepaal je vooral niet tot hun eigen agenda.

 
Foto: screenshot van uitzending

De rode en de blauwe pil van de tv

Voor het eerst vertelde iemand op de Nederlandse tv zo uitgebreid over de commons: mensen die naar vermogen samenwerken, samen iets beheren, het vruchtgebruik van hun arbeid en kennis met anderen delen, en niet uit zijn op winst of expansie. Denk aan de oude meent, of iets moderner: de coöperatie.

In de digitale wereld stikt het ervan. Wikipedia is het bekendste voorbeeld: mensen die zonder geldelijk gewin hun kennis over zowat alles delen, die onbaatzuchtig elkaars werk verbeteren, verfijnen en updaten, en die kennis gratis beschikbaar stellen. Wikipedia is groter en actueler dan elke andere encyclopedie, en hoewel het systeem niet perfect is, is het een monument van kennis en het mooiste bewijs denkbaar van de menselijke hang naar samenwerking. En allemaal om niet.

De aflevering van Zomergasten waarin Marleen Stikker dit weekend schitterde, zette samenwerking centraal. Samen hacken, samen bouwen, samen onderzoeken, samen delen, samen brainstormen. In fragmenten en verhalen liet ze zien hoeveel mensen kunnen bereiken wanneer ze zich gemeenschappelijk op een klus werpen.

Nee, ze had het niet over de deeleconomie. Uber en Airbnb zijn bedrijven die er met alle informatie en het leeuwendeel van de winst vandoor gaan. Zulke platforms stimuleren vooral de gig economy, de los-vaste, onzekere banen, en bevorderen de economisering van alle hoeken en gaten van ons dagelijks leven. Stikker zette de schijnwerper op mensen die zelf uitzoeken hoe je je spullen kunt repareren en daar vervolgens handleidingen voor op internet zetten. Op mensen die nadenken hoe je alle data die een stad genereert kunt aanwenden voor de bewoners en bezoekers van die stad, zonder haar over te leveren aan bedrijven die met die data aan de haal gaan en uitbaten.

Ze had het over open source, stemcomputers en privacy, over technologielabs en hackers, over vooraannames die ingebed zijn in software, over eigendom en eigen beheer. Maar ze klonk nooit nodeloos ingewikkeld: ze lardeerde haar betoog volop met voorbeelden en filmfragmenten. En ze was prettig gedecideerd: nee, we hoeven onze privacy niet te verliezen, dat is helemaal geen noodzaak. Maar dan moeten we wel zelf aan de slag, en van consumenten weer burgers worden.

Of het haar bedoeling was, weet ik niet; maar Stikker bood al doende precies datgene aan waarom ze Kate Rayworth die avond roemde. Rayworth wist met haar donuttheorie een samenhangend narratief te bieden waarin ze de economie van het genoeg verbond met mensenrechten en duurzaamheid, en daardoor ineens allerlei politieke doelen aaneen smeedde. Ook Stikker deed dat: de commons waren de rode, verbindende draad in haar verhaal.

Dat is wat Zomergasten moet doen: onderbelichte verhalen het volle pond geven. Eerder Rutte, en straks Wiebes de avond gunnen, is ons weer de blauwe pil door de strot duwen.

 
Afbeelding: © Waag.org

Uw volgende bank: Facebook

FaceBankGrote techbedrijven zoals Amazon, Facebook en Google proberen steeds nieuwe markten te verzwelgen. Waar Amazon begon met boeken en films, en daar later wasmachines en schoenen aan toevoegde en tussendoor allerlei techbedrijfjes opkocht (een weg die ook het Nederlandse Bol.com volgt), hebben ze de laatste jaren nogal ‘afwijkende’ bedrijven opgekocht. Denk aan de overname vorig jaar van Whole Foods Market, een Amerikaans-Britse supermarktketen voor biologische producten. De laatste aanwinst, nog geen anderhalve maand geleden: PillPack, een online apotheek die tevens beschikt over grote hoeveelheiden patiëntengegevens.

Google heeft een tijdlang geprobeerd haar eigen versie van patiëntendossiers op te zetten (Google Health), en tracht daarnaast al een tijdje zijn voet tussen de deur te krijgen op het vlak van de kleine betalingen, via Google Wallet. Tot nu toe hebben ze PayPal niet kunnen wegvagen, maar de markt van onderlinge betalingen – van privépersoon naar privépersoon – is een zeer verleidelijke. En het wordt er steeds drukker.

De nieuwste mededinger op dat vlak: Facebook. Vanwege veranderingen op zowel de Europese als de Noord-Amerikaanse regelgeving over data-uitwisseling en open data, mogen derde partijen banken tegenwoordig vragen hun allerlei gegevens over hun klanten ter beschikking te stellen. Zowel Facebook als Amazon zijn daarin zeer geïnteresseerd.

Natuurlijk is toestemming van de klant een vereiste, maar tegelijkertijd is dat een makkelijk te nemen horde. Amazon speelt nu al ongetwijfeld met het idee haar klanten een maand gratis toegang tot Amazon Prime te geven, in ruil voor toegang tot hun bankgegevens – denk aan zaken als saldi, transacties en uitgeefpatronen. Het akelige van die te verlenen toestemming, is voorts dat die eenzijdig is. Indien u Facebook toegang verleent tot uw transacties, krijgen ze automatisch toegang tot de gegevens van mijn transacties met u, zelfs wanneer ik Facebook die toestemming heb ontzegd.

Je zit in de apps die Facebook nu bedenkt nog steeds gewoon bij je ‘eigen’ bank, maar doet allerlei onderlinge betalingen – geld voor een gezamenlijke lunch, samen de rekening delen na een etentje, een verrekening voor een tweedehands aankoop – dan via Facebook Messenger; zo ongeveer wat je nu met Tikkie kunt doen.

Maar Tikkie legt alleen een handig en haast onmerkbaar laagje over ‘ouderwetse’ bankoverschrijvingen, net zoals PayPal al deed. En Tikkie kijkt niet verder dan je betalingen. PayPal wel, en dat heeft dan ook geregeld accounts afgesloten en saldi bevroren omdat iemand volgens obscure regels ‘verdacht’ of een account ‘niet opportuun’ zou zijn.

Facebook wil meer. The Wall Street Journal berichtte gisteren dat Facebook met een aantal grote Amerikaanse banken in gesprek is om te ‘bekijken’ welke diensten zij hun klanten kunnen leveren, in ruil voor de bankgegevens van die klanten.

Een privacyschendend ‘vriendennetwerk’ dat mijn data aan adverteerders verkoopt. Ik kan niet wachten om mijn onderlinge betalingsverkeer ook via hen te laten lopen. What could possibly go wrong?

 
Afbeelding: via https://medium.com/@shortsample/facebook-is-a-bank-b9f4f7d6e64d

Vrijhandelsvervuiling

mallemolenTrump was blij, en Juncker al evenzeer: de EU neemt meer soja en vloeibaar gas van de VS af, en in ruil daarvoor ziet Trump voorlopig af van verhoging van de importtarieven op goederen die de EU naar de VS exporteert. Hoera: de vrijhandel gered, waaronder Duitse auto’s, Nederlands staal en aluminium, en Amerikaanse soja.

De werkelijkheid ziet er ietwat anders uit. Juncker beheerst the art of the deal beter, want hij heeft Trump grotelijks genept. Politico.eu schreef terecht: ‘De EU bood aan te doen wat het al wilde doen. In ruil daarvoor beloofde de VS niet te doen wat het tot nu toe heeft nagelaten.’ Neem soja, licht Politico toe: de Europese boeren importeren dat om hun veestapel te voeren, en dankzij de handelsoorlog die Trump met China is begonnen, kopen de Chinezen hun soja nu in Zuid-Amerika. Die soja is prompt duurder geworden, en bijgevolg is Amerikaanse soja voor Europa nu goedkoper. De Europese boeren kochten daar sindsdien sowieso al meer in – daar hoefde Juncker niet aan te pas te komen.

Over het LNG-plan had Energeia/FD een nog scherpere sneer: ‘De Europese Unie die meer LNG zal kopen van de VS? Maar de EU is helemaal geen inkoper van gas en tekent ook geen leveringscontracten.’ Energeia legt vervolgens uit dat Russisch gas nog altijd 25 procent goedkoper is dan Amerikaans LNG, en dat het weinige LNG dat momenteel in Europese havens aankomt, hier vrijwel alleen als overslag belandt, op weg naar andere landen.

De kwestie zette me echter aan het denken over iets anders. Amerikaans LNG bestaat overwegend uit vloeibaar gemaakt schaliegas, het resultaat van fracking. Waarom zouden we überhaupt verheugd moeten zijn over de import van fossiele brandstoffen die op zo’n verfoeilijke manier worden gewonnen? Wie meent nu in hemelsnaam dat we de Groningse aardgaswinning met gerust hart kunnen verruilen voor het winnen van de laatste restjes bij elkaar geschraapt aardgas, via een proces dat drinkwater vervuilt en (alweer) aardbevingen veroorzaakt?

Laatst las ik een stuk over de mallemolen van vrijhandelsverdragen die de EU momenteel sluit: eerst met Japan, nu met Mercosur, een Zuid-Amerikaans handelsblok. Het is een grandioze uitruil, waarbij alle achterliggende industrieën zich permanent verlustigen aan vergezichten van weer nieuwe afzetmarkten voor hun producten en die voor elke denkbare achteruitgang elders compensatie zoeken. In verdrag A verliezen de boeren, dus die moeten we tegemoetkomen in verdrag B; hier winnen de autofabrikanten, dus daar mogen ze best een beetje meer lijden ten gunste van de boeren.

Maar nergens, werkelijk nergens in al die vrijhandelsverdragen en -onderhandelingen komt de gedachte aan bod dat het hoog tijd is om minder goederen en grondstoffen over de aarde heen en weer te slepen. Laat staan dat minder, maar wel duurzamer en zorgvuldiger produceren op de agenda staat.

Vrijhandel gaat steeds meer lijken op een vrijbrief om te blijven vervuilen.

 
Afbeelding: FuzzyDunlop / Pixabay

Vliegbewegingen

Kaartje Kwaliteitsatlas‘Wij kunnen allang volop vliegen, en ik snap best dat mensen in China dat ook willen nu de welvaart er toeneemt. Datzelfde geldt voor Afrikaanse landen. De luchtvaart mag gerust groeien, wat mij betreft,’ zei D.

‘Zelfs wanneer we de klimaatdoelen netjes halen, waar we nu niet bepaald op afkoersen, doet die vliegerij alle inspanningen om de temperatuurstijging te beteugelen, alsnog teniet,’ zei ik. ‘Lucht- en scheepvaart vallen buiten alle verdragen, en ze groeien ongebreideld door. Vind je het dan nog een goed idee?’

‘Eigenlijk vind ik het wel een recht, een mensenrecht, om te reizen en de wereld te kunnen zien,’ zei D.

‘Ik wil niemand het recht op reizen ontzeggen,’ zei L, ‘maar vliegen is nu bizar goedkoop. Dat je voor 50 euro heen en weer naar Barcelona kunt vliegen is toch bezopen? Met de trein heb je dan net twee enkeltjes Maastricht. We subsidiëren nu met ons allen de vliegtuigmaatschappijen. Er zit geen btw op vliegtickets, geen accijns op kerosine. Wil je vliegen? Prima, maar betaal dan een fatsoenlijke prijs.’

D trok een wenkbrauw op. ‘Hoeveel had jij ook alweer betaald voor je vakantie naar Seoul vorige maand?’ vroeg hij L grijzend.

‘Ik wil nog één keer vliegen,’ zei ik. ‘Voor een duikvakantie. Maar verder wil ik het niet meer.’

Ze keken me verbaasd aan. Was dat niet erg radicaal, nog maar één keer vliegen in mijn hele leven? ‘Valt wel mee,’ zei ik verzoenend, ‘ik ben immers van de generatie voor wie vliegen nog een uitzondering was, en ik beschouw het als iets heel duurs. Ik ben een soort Chinees, in dat opzicht.’

Het stomme is: vliegen is eigenlijk nog steeds schandalig duur. Alleen stellen we de betaling van de werkelijke kosten ervan uit en trekken we met elke vlucht liever een wissel op onze toekomst, en op die van onze kinderen. Onze schier ontembare vlieglust wordt gevoed met spotgoedkope tickets, en de luchtvaart groeit maar door. Misschien kun je tegenwoordig juist maar beter niet vliegen, opdat je kinderen later nog iets van de wereld kunnen zien. Of een draaglijk leven hebben.

‘Laatst zag ik een kaart van Amsterdam met daarop alle vluchtpatronen,’ zei L. ‘We zijn omsloten door vliegverkeer. Amsterdam kan niet meer uitbreiden vanwege Schiphol: elke wijk die we nog aan de stad zouden kunnen bouwen, wordt verhinderd omdat-ie een overmaat aan geluidshinder zou hebben.’

‘Je kunt er toch niets tegen doen,’ zei D. ‘Als Europa de luchtvaart beperkt, en de rest van de wereld niet, helpt het toch niet.’

‘Dat helpt wél,’ zei ik. ‘Als alle vluchten vanuit Europa fors duurder worden, heb jij niks meer aan de bodemprijzen van RyanAir: om daar dan nog gebruik van te kunnen maken, moet je eerst maar zien dat je Europa uit komt.’

We zwegen. Boven de skyline van Amsterdam zagen we een vliegtuig tot grote hoogte klimmen. Piew-piew, deed ik met mijn vinger, en schoot het kreng de lucht uit.

 
Kaartje: Schiphol vs. het Groene Hart van Nederland, Kwaliteitatlas.

Oplichting loont, helaas

Het was een heterdaadje geweest, schreef hij. Hij had mijn computer gehackt en had zowel opnames gemaakt van de vunzige sites die ik bekeek, als van de dingen die ik deed terwijl ik daarnaar keek. Voorts had hij al mijn contacten van mijn computer geplukt. Als ik niet binnen twee dagen 3600 dollar zou overmaken op zijn bitcoin-account, dan stuurde hij al die mensen de video in kwestie op. Ging ik op zijn eisen in: zand erover, niets aan de hand, prettig zaken te hebben gedaan.

Nu schrik ik niet snel, en bezoek ik zelden sekssites. Masturberen achter de computer doe ik ook nooit, want mijn bureau staat pal naast het raam. Bovendien is mijn webcam afgeplakt.

Waar ik wel van schrok, was de titel van de chantagemail: die bevatte een oud wachtwoord van me, voor LinkedIn. Verhip. Dus die klojo wist wel iets van me.

Ik dacht even na. De feiten klopten niet, de chanteur mailde geen bewijs voor zijn claims – zelfs geen screenshot van mijn desktop, of van mij – en het wachtwoord was oud. Wacht: was LinkedIn niet een paar jaar geleden gehackt, en daarna had ik dat wachtwoord toch veranderd? Bovendien: hoe ver komt iemand met mijn wachtwoord daar, aangezien ik overal een ander wachtwoord gebruik?

Maar ook realiseerde ik me dat je al vrij handig met computers moet zijn om te snappen dat dit een scam was. Stel dat je de filiaalmanager van een AH-filiaal bent en je kreeg zo’n mail, je keek wel ’s online naar porno en je had je webcam niet afgeplakt: hoe groot was dan de kans dat ja als de sodemieter betaalde, al was het maar voor de zekerheid?

Ik besloot de mail online te zetten, twitterde erover en lichtte wat kenners in. Al snel kreeg ik meer informatie: ja, dit was een nieuwe oplichterstruc, vorige week voor het eerst gesignaleerd; anderen hadden hem ook gekregen, allemaal met andere bedragen en andere bitcoin-rekeningen. Iemand vertelde me hoe ik het crypto-account van de onverlaat kon opzoeken.

Een vriendin mailde: zij had ook zo’n mail gekregen, en sliep er al twee dagen niet van. De politie wist haar niet te helpen. ‘Betalen of niet betalen, eh ja, nou nee, de keus is aan u. Wij weten het verder ook niet.’

Sinds dit weekend houd ik de bitcoin-accounts van twee zulke oplichters in de gaten hier nummmer een, hier nummer twee). Ze hebben inmiddels samen negen slechtoffers verzameld, die in totaal 2,24 bitcoin hebben overgemaakt. Dat is, omgerekend naar de huidige koers, liefst 15.000 dollar. [Nu, een dag later, op dinsdagavond 17 juli, is de stand elf slachtoffers en 3,25 bitcoin, oftewel 23.822 dollar.)

De les: schrik niet te snel. Neem voor elke site een ander wachtwoord, gebruik een wachtwoorden-portemonnee, versleutel belangrijke bestanden (Bits of Freedom kan je meer over computerveiligheid vertellen), en plak je webcam af zodra je ’m niet gebruikt. Plus: de politie behoeft serieuze opvoeding in digitale misdaden.

Bovenal bewijst deze oplichterij dat iedereen wel iets te verbergen heeft: voor vrienden, familie en collega’s; voor hackers, en zelfs voor de overheid. Bescherm zelf je privacy. Doe je dat niet, dan ben je helaas een makkelijke prooi.

 
Nawoord: Op 18 augustus verscheen op Krebs on Security een uitgebreid stuk over de zogeheten screencam extortion scam. Wie erachter zaten? Waarschijnlijk Russische oplichters, en daarna haakten een boel kruimeldiefjes aan.

Verlangen naar een vechtscheiding

BrexitHet Britse vertrek uit de EU lijkt inmiddels op een slechte strip uit Punch Magazine – zo een waarbij een dronkenlap, zichzelf overeind houdend aan een lantaarnpaal, met gebalde vuist uithaalt, en niet doorheeft dat-ie zichzelf in het gezicht beukt.

Het was al bizar hoe slecht de Britse regering zich had voorbereid op de beslissingen die ze zelf in gang had gezet. Terwijl de EU-delegatie bij de eerste officiële bespreking van het Britse vertrek stapels dikke ordners met problemen, openstaande vragen en punten van onderhandeling had klaarliggen, kwamen de Britten aanzetten met ongeveer niets, en dachten op grond daarvan op tafel te kunnen slaan. We zijn inmiddels maar negen maanden verwijderd van hun daadwerkelijke uittreding, en er is niets geregeld – sterker, de Britten hebben pas afgelopen vrijdag verteld wat henzelf voor ogen staat.

En dat was totaal onhaalbaar. De Britten hebben van oudsher een uitzonderingspositie binnen de EU gehad: andere EU-landen hebben veel en vaak toegegeven om het VK binnen de EU te houden. Zo waren ze bijvoorbeeld niet aangesloten bij de euro. Maar als je eenmaal besluit te vertrekken, kun je moeilijk extra eisen ter tegemoetkoming verlangen – en toch is dat precies de strategie die het VK heeft volgehouden.

De regering-May gedraagt zich alsof ze haar vertrek als een keuzemenu kan inkleden. We willen graag de vrije handel van goederen en de douane-unie in stand houden, maar wel het vrije verkeer van personen (for what it’s worth) afschaffen. Kunnen we de Europese regels voor voedselveiligheid behouden, maar nee, we willen ons echt niet langer committeren aan het Europese humanitair recht. Wel dit, niet dat. En al die tijd maar klagen dat de EU eigenlijk zo vreselijk vies is dat ze er zelfs de daghap niet blieven.

Het is juffertjesgedrag. Telkens met veel misbaar weglopen bij je lief, hopend dat die je geschrokken achterna rent, om vervolgens op zijn knietjes te vallen en te soebatten of je niet – ik hou zoveel van je, ik kan echt niet zonder je! – in godsvredesnaam bij hem wilt terugkomen. Maar die strategie hebben de Britten al decennialang toegepast, en nadat ze – middels dat referendum, waar Brexit-voorman Nigel Farage zichzelf en zijn hedgefund-vriendjes bovendien mateloos aan verrijkt heeft – publiekelijk besloten de kuierlatten te nemen, zei de EU: nou ok, dan moet het maar.

De Britse regering aast op een vechtscheiding. Maar die strategie werkt alleen wanneer je aanstaande ex je eigenlijk wil houden, en die deur hadden de Britten zelf al dichtgeslagen; zij het met een minimale meerderheid, maar helaas met kracht bevestigd door dezelfde regering die nu denkt dat beggars ook gerust choosers kunnen zijn.

Wat me intussen vooral bevreemd, is hoe snel wereldmachten kunnen tanen. Voor het VK geldt hetzelfde als voor de VS: een paar jaar te lang en te schril schreeuwen, en alle aanzien en invloed die je met moeite hebt opgebouwd, gaan in rook op.