Vrouwelijk

De internationale atletiekfederatie (IAAF) is ten derde male bezig een uiterst succesvolle sportvrouw uit haar gelederen te weren. De Zuid-Afrikaanse korte-baanloopster Caster Semenya moest eerder al een gênante geslachtstest ondergaan. Nadat de IAAF in haar broekje had gekeken – hé ja, toch een vrouw – wilde de bond haar testosteronspiegel weten, en warempel: haar scores werden te hoog geacht. Niet door doping, maar door een aangeboren conditie die vaker voorkomt.

Net als de vrouw die ooit van Fanny Blankers-Koen won, Foekje Dillema, is Semenya zoals dat tegenwoordig heet ‘hyperandrogeen’: haar lichaam maakt meer testosteron aan dan gemiddeld. Semenya moest van de IAAF daarom verplicht aan de testosteronverlagers, anders ze mocht ze nooit meer meedoen. Ze ging aan de medicijnen, vocht onderwijl de regel aan, en won.

Nu probeert de IAAF het opnieuw. De federatie eist strengere regels: iedere vrouw die meer dan 5 nmol (nanomol per liter bloed) testosteron heeft, moet volgens de IAAF verplicht aan de medicijnen om deel te mogen nemen; dit ‘om een eerlijke en open competitie te waarborgen’. In Nieuwsuur stak voormalig sprintkampioen Ellen van Langen vorige week wreed een dolk in Semenya’s rug: ‘Het is heel precair,’ gaf Van Langen toe, ‘maar ik had ook niet tegen haar willen uitkomen’.


My friend Caster Semenya is unequivocally female. Forcing women w/naturally high testosterone to give up ownership of their bodies & take drugs to compete in sport is barbaric, dangerous, and discriminatory. I stand behind her and hope she prevails. #IAAF https://t.co/L0VZ7sg2xC
— Billie Jean King (@BillieJeanKing) February 19, 2019

Het is bizar: elke vrouw die bovengemiddeld presteert in de sport, kan niet alleen tot een geslachtstest worden verplicht, maar bovendien tot een testosteronmeting: controleren of ze wel ‘voldoende’ vrouw is. (Ook de ‘vrouwelijkheid’ van tennisheldinnen Martina Navratilova en Billy Jean King werd jarenlang op vergelijkbare manier in twijfel getrokken. Eigenlijk waren ze allebei te goed om echt vrouw te kunnen zijn.)

Van Langen, quasi-onschuldig: ‘Dan zeggen mensen dat lange basketballers ook een voordeel hebben, maar dat is toch echt anders!’ Waarom? Lengte is toch aangeboren, net als hyperandrogeen zijn? En waarom zou Van Langen vrouwen met extra lange benen niet willen diskwalificeren? Het is toch even ‘vals’ wanneer iemand met benen die acht centimeter langer dan gemiddeld zijn, sprintjes trekt tegen vrouwen met een gemiddelde beenlengte?

Maar vooral verbaasde ik me over de nauwe marges die de IAAF voor vrouwen hanteert. Hun testosteronniveau hoort zich volgens de federatie tussen de 0,5 en 2,5 nmol te bewegen, met een maximum van 5 nmol. Maar de toegestane variatie voor mannen is aanzienlijk groter: van 7,7 tot liefst 29,4 nmol.


Experts on Semenya’s side have argued that not only are men not subjected to similar gender scrutiny, the IAAF’s understanding of gender is clearly outdated. What could have been an opportunity to challenge outdated perspectives and educate the world has turned into a paternalistic and invasive process.

QZ.com, 25 februari 2019

Deed de IAAF wat Van Langen voorstelde – iedereen die op enig biologisch aspect niet helemaal strookt met de vooroordelen die we over sekse hanteren, voortaan laten uitkomen tegen het andere geslacht – dan zou dat wel eens onvermoede consequenties kunnen hebben. Voor je het weet doen biologische mannen met formeel te veel oestrogeen of zonder testikels voortaan verplicht met de dames mee. Heeft Van Langen haar eigen testosteronniveau trouwens wel eens laten meten?

Wat de camera niet ziet

Het ene toezicht is het andere niet. Er wordt semipermanent gelet op zowat al onze publieke gedragingen: camera’s kijken of iedereen zich aan de snelheidsregels houdt, zich op straat niet agressief gedraagt, geen zakken rolt in winkels of verdacht rondhangt.

Vanmorgen las ik een reportage over de onzalige vorm die cameratoezicht in Dubai heeft aangenomen. Op straat, in taxi’s, in hotels, in winkels: iedereen wordt overal gevolgd, en die camera’s worden steeds slimmer. Ze doen aan gezichtsherkenning, ze kunnen je locatie aan elkaar doorgeven, ze kunnen al wie op een vip-lijst staat een voorkeursbehandeling geven en wie op een zwarte lijst voorkomt meteen bij de politie melden. Wie ergens op betrapt wordt krijgt subiet straf, en met mazzel word je alleen het land uitgebonjourd.

Het resultaat: Dubai oogt superveilig. Je kunt je tas op een terrasje laten liggen als je even naar het toilet bent. Maar voor minder zichtbare groepen is Dubai aanzienlijk minder veilig: voor vrouwen binnenskamers, of voor arbeidsmigranten die afhankelijk zijn van hun werkvergunning. 

Die nadruk op zichtbaar gedrag kleurt ook de publieke perceptie (en definitie) van misdaad en criminaliteit. Wat zich publiekelijk en onder het oog van buitenstaanders afspeelt, krijgt meer aandacht (en straf) dan wat moeilijk traceerbaar is. Wat openbaar gebeurt, valt meer afkeuring ten deel dan wat zich binnenskamers, in advocaatkantoren, vijfsterrenhotelsuites of chique directeurskamers voordoet. Corruptie vang je niet met een camera, omkoperij is zelden zichtbaar, witteboordencriminaliteit wordt veelal gedrapeerd in ingenieuze transacties.

Voor westerse landen geldt au fond hetzelfde. Op burgers houden we uitgebreid toezicht, maar op bedrijven, lobby’s en belangen amper. Gaat een bedrijf over de schreef, dan komt dat er over het algemeen genadig vanaf. De ING let niet op witwassen? Hier, een boete, en we hebben het er verder niet meer over. Je verkoopt tegen alle wetgeving in gebruikersdata aan schimmige bedrijven? Betaal een schijntje van je omzet ter genoegdoening, en alles is pais en vree. Illegaal dumpen? Tsja, we zijn afhankelijk van dit bedrijf, dus wat moeten we?

Wettelijk aangestelde toezichthouders zijn vaak tandeloos, of pleiten hooguit voor ‘betere registraties’ en ‘uitgebreidere meldplicht’. Maar bazen voor de rechter dagen, administraties doorspitten, btw- en dividendfraude naspeuren, belastingontwijking en -vermijding tegengaan, seriële faillissementsfraudeurs achtervolgen, zich misdragende commissarissen een bestuursverbod opleggen (laat staan, o hemeltjelief, ze tot een schadevergoeding veroordelen of ze aansprakelijk stellen) – nee, daar kunnen we echt niet aan beginnen.

Dat leidt tot twee akelige constateringen. Ten eerste: als je je misdaad maar complex genoeg maakt, ontspring je vrijwel altijd de dans, en: toezicht is voor losers. Wie meer geld en macht heeft dan de meute, kan zichzelf onzichtbaar maken.

Grondstof voor tech-giganten

Bedrijven als Google, Facebook en Amazon hebben inmiddels zoveel data over hun gebruikers verzameld en volgen die zo extensief, dat ze stuk voor stuk schatrijk zijn geworden aan de verkoop van onze persoonsgegevens en op maat gesneden advertenties. Nevenproduct: we worden zowat overal door hen gevolgd, gemonitord, gecoached en bijgestuurd – en niet alleen online. We zijn overal te volgen, we lezen wat Facebook en Twitter ons onder de neus duwen, we kiezen onze nieuwe aankopen op basis van algoritmes die bedenken wat wij interessant of handig zullen vinden. Dat fenomeen staat al enige tijd bekend als surveillance capitalism: geld vergaren door mensen in de gaten te houden.

Maar de tech-giganten hebben al doende niet alleen internet getransformeerd, doch ook onze noties van privacy, transparantie en databeheer. Hun reikwijdte strekt inmiddels ver voorbij het web. Amazon heeft een ferme greep op de hele Amerikaanse retail verkregen, en heeft al doende niet alleen monopolies verworven en hele ketens om zeep geholpen, maar vooral ook arbeidsrelaties dramatisch veranderd. Het bedrijf grossiert in piss poor jobs, waarbij werknemers onder het minimum loon werken. Protesteer je daartegen? Geen probleem, voor jou tien anderen. Wie zich niet voor een grijpstuiver uit de naad werkt, kan opzouten.

Intussen zijn we mijlenver verwijderd geraakt van het simpele ‘volgen’ van gebruikers. Zoals Evgeny Morozov vorige week in een lang essay uitlegde: ‘Wanneer tech-giganten hun bewerkte data gebruiken voor gerichte advertenties en het sturen van ons gedrag, creëren zij meerwaarde uit ons gedrag: wijzelf zijn gereduceerd tot surveillance capital.’ Ons leven is de grondstof geworden waaruit anderen hun geld munten.

Het is een trieste, tragische constatering. En al was ik zeer onder de indruk dat de Duitse mededingingsautoriteit vorige week besloot dat Facebook te machtig is geworden en hun beoogde data-integratie van Whatsapp, Instagram en Faceboook om die reden een halt moet worden toegeroepen, kan ik alleen maar denken: dat volstaat niet meer.

Want zo’n ingreep – hoe wezenlijk en dapper ook – baseert zich op een oud model: het stabiliseren van de machtsrelaties tussen consument en fabrikant. Maar dat model zijn we allang voorbij: we hebben tegenwoordig te maken met bedrijven die ons niet als consumenten zien, maar als grondstof, en die tezamen over meer kapitaal en macht beschikken dan zowat elke andere sector ter wereld. Dan is elke poging tot het beteugelen of reguleren van die macht op voorhand gedoemd: want wie is überhaupt nog sterk genoeg om tegen ze op te treden?

Het enige dat nog helpen kan, is een strijd op vele fronten. Kapitaalbelasting heffen. Belastingontwijking en -vermijding verenigd bestrijden. Vakbonden stimuleren. Het minimumloon invoeren en heilig verklaren. Transparantie eisen, en radicale privacy.

Oeps, vergeten: burgerrechten

Het Britse Prospect publiceerde vorige week een artikel over al te slimme steden, naar aanleiding van Googles plannen met een wijk in Toronto. Op circa 50.000 vierkante meter zou een slimme, data driven wijk verrijzen.

Robots voor de vuilnisophaal waren nog het eenvoudigste idee. Winkels en huizen zouden modulair zijn, en konden van dag tot dag van bestemming of functie veranderen; straatplannen werden aanpasbaar, de hele openbare ruimte zou programmeerbaar zijn, met technologie in elk hoekje, gaatje en gootje, en via oneindige datastromen en lerende algoritmes zou alles op rolletjes lopen. Google had al plannen om de wijk ‘downloadable’ te maken en naar andere gebieden te exporteren.

Tot verrassing van het gemeentebestuur en Google kwam de stad in verzet. Niet alleen had niemand ze gevraagd wat zij wilden, de plannen voorzagen sowieso niet in een menselijke stem. Hoe werd beslist wat er met de publieke ruimte gebeurde? Op welke grondslagen en met welke uitgangspunten zouden de algoritmes van de wijk worden geprogrammeerd? In wiens handen zou de onderliggende digitale architectuur zijn? Wie mocht de buurtdata uitponden? Welke zeggenschap zouden bewoners nog over hun omgeving hebben?


‘From Canada to the Philippines, from Belfast to Bangalore, national governments and civic authorities are convinced that big data can unblock their traffic jams, rationalise their energy use and fix their housing problems, not to mention their benefits systems and even their healthcare.’

Martin Moore, ‘Would you let Google run your city?’, The Prospect

In een jaar tijd viel zowat alle steun voor het plan weg. Google had, samen met het stadsbestuur, democratische eisen en burgerrechten even over het hoofd gezien.

Het artikel roept veel vragen op, niet in de laatste plaats omdat dergelijke steden ook elders in de maak zijn. In China, in Hangzhou, wordt op een ‘stadsbrein’ ingezet dat het leven van de 10 miljoen bewoners moet stroomlijnen. In de praktijk betekent het dat iedereen de hele dag door apparaten wordt gadegeslagen, vastgelegd, gecontroleerd, gecorrigeerd en gerapporteerd. Het model wordt thans naar Kuala Lumpur geëxporteerd.

Ook Singapore is een eind op streek. De stadstaat mikt op E3A: ‘connecting everything, everyone, everywhere all of the time,’ wat in de praktijk betekent dat elke burger permanent wordt gemanaged. De broer en zus van de premier zijn de stad om die reden ontvlucht.

Een stadsbestuur kun je wegstemmen, een regering kan vallen. Maar hoe ontdoe je wijken, steden, landen en levens die volledig van technologie doordesemd zijn geraakt, nog van het langzaam indalende anonieme toezicht, compleet met ontoetsbaar geworden sturing, zonder daarbij ieders leven te ontwrichten?


‘…the cost to the citizen is the freedom to go about their lives without being tracked, monitored and managed by the authorities. Dissent, already difficult in Singapore, is becoming virtually impossible. The prime minister’s own brother and sister recently left the island complaining that “we feel Big Brother omnipresent.”

Martin Moore, ‘Would you let Google run your city?’, The Prospect

Een Canadese journalist vergeleek de plannen voor de wijk in Toronto met het leven in de greep van Amazons Alexa. ‘Alexa uit vrije wil in je huis installeren is wellicht handig, maar de zaak verandert wanneer de volledige publieke sfeer en het politiek bestuur in Alexa’s handen zijn.’ De grondwet beschermt ons tegen de overheid. Maar we hebben nooit goed nagedacht hoe we ons private en politieke leven tegen bedrijven kunnen beschermen. Willen we onze burgerrechten overeind houden, dan wordt het daar allicht tijd voor.

Via de achterdeur

Over Mark Zuckerbergs plannen om Facebook, Instagram en Whatsapp volledig te integreren in een groot onderliggend platform, is de afgelopen dagen al veel geschreven. Sommigen zijn enthousiast – de encryptie die Whatsapp gebruikt, zou ook in de andere applicaties welkom zijn – maar de meesten betonen zich bezorgd. Facebook heeft immers een belazerde reputatie op het gebied van privacybescherming, datahandel en datamining.

Ook na het immense schandaal rond Cambridge Analytica – waarbij de gegevens van 87 miljoen gebruikers werden doorverkocht en voor snode politieke doeleinden werden ingezet – houdt het maar niet op. Onlangs werd het bedrijf er alweer op betrapt dat het derden ongegeneerd, via een achterdeur, toegang gaf tot gegevens van haar gebruikers; ditmaal ging het om Netflix en Spotify, die via Facebook nog meer data verwierven dan eerder al werd aangenomen.


Het is voor Facebook echt heel moeilijk om niet creepy te zijn https://t.co/rrvvv1swr2
— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) January 30, 2019

Zuckerbergs move lijkt ten doel te hebben Whatsapp eindelijk winstgevend te maken – dat is hem vooralsnog niet gelukt. Maar een gratis dienst winstgevend maken, kun je doorgaans alleen doen door de data van de gebruikers te verkopen. Dat zowel de oprichters van Instagram als die van Whatsapp vorig jaar onder veel rumoer het Facebook-concern verlieten, is een teken dat Zuckerberg iets anders met beide diensten wil dan de makers ervan voor ogen stond. Met name Whatsapp-ceo’s Brian Acton en Jan Koum legden bijtende verklaringen af over Facebooks plannen, en de privacy-implicaties daarvan.

Een andere verklaring: de aanwas van Facebook neemt af, mede vanwege alle schandalen rondom hun immense datahandel. Door de de drie platforms te integreren, kan Zuckerberg de uitloop stoppen en mogelijk zelfs in zijn voordeel ombuigen: ook wie pertinent niet op Facebook wil, wordt via de achterdeur van Whatsapp immers alsnog ingelijfd. Bovendien zijn de geïntegreerde gegevens van alle Whatsapp-, Instagram- en Facebook-gebruikers tezamen ‘rijker’, en dus waardevoller, dan diezelfde gegevens zijn wanneer er nog schotten tussen de applicaties staan.

Juist omdat Facebook op deze manier zowat onontkoombaar wordt, gaan er serieus stemmen op om de grote tech-bedrijven op te breken. Dat is hoog tijd, want niet alleen Facebook ontwikkelt zich tot een moloch. Ook Amazon doet dat, net als Apple, Google en Microsoft.

Een van de risico’s van zo groot en alomtegenwoordig zijn, werd vorig jaar duidelijk. Amazon blijkt bij veiligheidsdiensten en politie te leuren met haar software voor biometrie: identificatie van mensen op basis van uiterlijke kenmerken, zoals gezichtsherkenning. In de VS verwerkt Amazon 300.000 biometrische ‘transacties’ per dag, verkoopt herkenningssoftware aan politie, grenspatrouilles en ICE, en is – net als Microsoft – ‘partner’ in tal van overheidssystemen die ‘illegalen’ moeten detecteren. Het moment waarop je eigen telefoon je bij de overheid aangeeft, lijkt soms angstwekkend nabij.

Geldverschuiving

Net voor de start van het World Economic Forum in Davos, waar dik honderd regeringsleiders en ruim duizend hoofden van internationale bedrijven de wereldeconomie bespreken, bracht Oxfam een rapport uit: het jaarlijkse overzicht hoe de verdeling van rijkdommen tussen landen en mensen zich ontwikkelt, zeg maar Oxfams kritische versie van The State of the World Union. Net als vorig jaar zijn de cijfers schokkend.

Afgelopen jaar kwamen er 165 miljardairs bij. Het vermogen van alle miljardairs ter wereld tezamen groeide met 12 procent, omgerekend liefst 2,5 miljard dollar per dag. Het totale bezit van de armste helft van de wereldbevolking daalde intussen 11 procent. Kort gezegd: de superrijken kregen er nog meer geld bij dan de allerarmsten verloren. Nog korter: de kloof tussen arm en rijk verdiept zich fors.

Terecht stelt Oxfam in zijn rapport, ‘Public Good or Private Wealth’, dat deze groeiende kloof tussen arm en rijk de strijd tegen armoede ondermijnt en zelfs vaak teniet doet. Deze almaar schever wordende verdeling schaadt werkelijk alle economieën en is wereldwijd een belangrijke motor voor publieke woede, maatschappelijke onrust en sociale wanhoop.

Want wat gebeurt er? De rijken – zowel individuen als multinationals – worden hoofdzakelijk rijker doordat ze, mede dankzij extensieve lobbies, door overheden worden ‘ontzien’ (want vestigingsklimaat! trickle down! die mensen hebben dat toch zelf verdiend!) en zodoende minder belasting hoeven te betalen. Voorts mijden en ontwijken ze belastingen dat het een aard heeft, plegen ze her en der belastingfraude (CumEx!), en weten ze, door met kapitaal te schuiven, overal gunstige regelingen te benutten. Het netto resultaat is dat bedrijven als Amazon, Shell en Apple amper belasting betalen.


The wealthy should care about Oxfam’s provocative poverty numbers: Criticizing Oxfam’s poverty methodology misses the point. Arguing over how the advocacy group calculates wealth distracts from the issues it raises about income inequality https://t.co/3KX1hwWHrL
— Robert Went (@went1955) January 23, 2019

 Overheden houden vervolgens weinig geld over voor publieke diensten, van onderwijs en gezondheidszorg tot infrastructuur en milieumaatregelen. De lasten daarvan wegen – u raad het vast – zwaarder voor iedereen die minder geld te makken heeft. Zo plant de scheve verdeling zich voort: wie rijk is, ontspringt de dans, wie weinig geld heeft, heeft steeds minder middelen om zichzelf te redden. En tot overmaakt van ramp wordt op onderwijs, zorg, openbaar vervoer en toeslagen bezuinigd, maar nemen de controles op mensen met uitkeringen toe: ze zouden eens misbruik maken van dat weinige geld dat ze ontvangen.

Oxfam bepleit een wereldwijde vermogensbelasting van 0,5 procent op het vermogen van de 1 procent allerrijksten ter wereld. Met dat geld kunnen de 262 miljoen kinderen die momenteel geen onderwijs krijgen, alsnog geschoold worden, en 3,3 miljoen mensen van levensreddende zorg worden voorzien.

Wat meer zou helpen: zorgen dat multinationals voortaan proportioneel belasting betalen, belastingontwijking en -vermijding drastisch aanpakken, en het leger sociale controleurs omscholen tot kapitaalinspecteurs.


Davos is reünie van mensen die alle problemen hebben gecreëerd: Bedrijven en superrijken moeten vanaf nu weer gewoon belasting gaan betalen — Interview @WvNoort met @AnandWrites, auteur van ‘Winner takes all: the elite charade of changing the world’ https://t.co/nF9Y69J3tp
— Robert Went (@went1955) January 19, 2019


Hoe groter het bedrijf, hoe minder belasting het betaalt. Onderzoek van de Tsjechische econoom Jansky naar 10.000en multinationals, betaald door de Europese Groenen. In @destandaard NL staat er uiteraard ook tussen, ergens vrijwel onderaan… pic.twitter.com/meBaaaR8oY
— Lise Witteman (@LiseWitteman) January 24, 2019

Merk, media en marketing

Witheet waren ze bij KPN. Die ochtend had de telco bekend gemaakt dat de dochters Telfort en XS4all binnenkort in het moederbedrijf opgingen. Binnen een paar uur vroegen kranten en websites zich verrast af waarom KPN haar raspaard de nek wilde omdraaien, op Twitter meldden tientallen abonnees dat ze dan een compleet andere provider zouden zoeken. Iemand startte een petitie om KPN tot inkeer te bewegen; die was binnen een paar uur duizenden keren getekend. KPN’s afdeling ‘Mediarelaties’ – newspeak voor marketing en PR – was woedend. Dit hadden ze niet meer in de hand.

Dat KPN zo buiten de waard had gerekend, typeerde de onnozelheid. Niemand met een greintje verstand gelooft dat je een budgetleverancier als Telfort en het superieure XS4all probleemloos kunt laten ‘samengaan’ in het fletse KPN.

Dat was de misvatting. Toen kwam de leugen: XS4all was maar een merk, zei KPN, alsof de dochter eigenlijk hetzelfde leverde als zij, alleen met een sjiekere strik eromheen. Dat is pertinent niet waar: het enige dat XS4all met ze deelt, zijn de glasvezel- en dsl-verbindingen. Al het overige regelt XS4all eigenstandig: netwerkbeheer, e-mail, hosting, verkeer, peering, beveiliging, beleid, service, plus de keuze voor apparatuur en modems. Juist om die excellente diensten en service heeft de Consumentenbond XS4all al zes jaar op rij verkozen tot ’s lands beste alles-in-1 provider.

Met de misvatting en de leugen kwam ook de miskenning. XS4all heeft een rijke historie, en heeft internet in Nederland als geen ander gevormd. Toen ze in 1995 de vrijheid van meningsuiting van hun abonnees voor de rechter verdedigden, en daarmee het principe van de common carrier (een status die telefoonbedrijven al genoten) op internet introduceerden, haakte KPN schielijk aan – XS4all haalde de kooltjes voor hen uit het vuur. XS4all bedacht het Meldpunt Kinderporno, Bits of Freedom, verzette zich tegen krakkemikkige tapbevelen en verdedigde de privacy van haar abonnees. Ze steunden het Internet Archive (ooit de grootste internetbibliotheek ter wereld), en de Wayback Machine, waar je de historie van websites kunt naslaan. Ze hielden kritische media in Servië overeind toen het daar oorlog was, en boden gratis inbelvoorzieningen in Egypte toen Mubarak daar het internet afsloot tijdens de Arabische Lente.

Zo’n provider wil je echt niet laten ‘samengaan’ met KPN, dat haar eigen internetarchief meteen om zeep hielp nadat Planet Internet opging in KPN.

Resteert het onfatsoen. De werknemers van XS4all hoorden afgelopen week voor het eerst van het plan, maar kregen geen tijdpad, cijfers, perspectief of concrete stappen te horen, Ze waren intens blij met alle publieke steun. Sommigen grapten zelfs dat KPN kennelijk haar dochter weer eens op de kaart had willen zetten.

Nooit heeft iemand zoveel afbreuk aan dit ‘merk’ veroorzaakt als KPN nu deed. Zelfs indien KPN tot inkeer komt, heeft zij het vertrouwen in XS4all grenzeloos geschaad.

Niet bijster bijbels

Zeggen dat de mannenbroeders die de Nashville-verklaring tekenden hooguit een achterhoede vertegenwoordigen, is me te makkelijk. Wat deze scherprechters deden, was kolen stapelen op de hoofden van al wie volgens de striktst denkbare interpretatie van Gods woord buiten het boekje valt. Het was een lafhartige manoeuvre: de mensen die ze tot mikpunt van hun toorn maakten en met hun Bijbelinterpretatie buiten de orde verklaarden, krijgen al zoveel over zich heen.

Want hoewel homoseksualiteit in Nederland inmiddels een abstracte aanvaarding ten deel is gevallen, achten veel mensen het nog steeds reuzegrappig wanneer homo’s bespot worden op tv, krijgt een gemiddeld mannenstel dat hand in hand in de supermarkt loopt rare blikken toegeworpen, moet datzelfde stel ’s avonds op straat waaks zijn zodra een groepje jongemannen zich in hun richting begeeft, lopen lesbische vrouwen een bovengemiddeld grote kans op aanranding en verkrachting, en is het merendeel van de jongeren die zich aangetrokken voelen tot hun seksegenoten terecht benauwd voor uitstoting – door klasgenoten, vrienden, en zelfs familie.

Er is simpelweg te veel homohaat voorhanden in het dagelijks leven om laks te doen over de Nashville-verklaring. Hun fundamentele afwijzing van homoseksualiteit is hardvochtig: je mag het van deze radicale protestanten wel zijn of voelen, maar nimmer praktiseren, en kunt er al helemaal geen burgerrechten aan ontlenen. Dat ligt wat mij betreft akelig dicht aan tegen de meer alledaagse opvatting dat ‘ze’ het gerust mogen zijn ‘zolang ikhet maar niet hoef te zien’. Alsof andermens’ burgerrechten ophouden waar het blikveld van de pruttelende meute zich opent.

Evenmin is het ‘duidelijkheid scheppen’ of slechts ‘een stukje positionering’, zoals dominee Maarten Klaassen, een van de initiatiefnemers van de verklaring, gisteren schielijk beweerde. De ondertekenaars ontzeggen alle transgender mensen het recht op medische hulp bij hun geslachtsverandering, op vergoeding van hun medicijnen, op juridische wijziging van hun voornaam en geslacht. Dat is geen ‘positionering’, maar eenvoudigweg discriminatie.

Wil je Jezus eren, en Gods woord? Wees dan in ’s hemelsnaam een echte vent, en spreek je uit tegen de tollenaars, tegen de mensen die ten koste van burgers hun geld aan de maatschappij onttrekken. Richt je op de grootvervuilers die de aarde, Gods schepping immers, verruïneren. Maak al wie zijn macht misbruikt en zijn verantwoordelijkheid verkwanselt tot je mikpunt. Kies een tegenstander die meer privileges heeft, in plaats van massaal een groep te grazen nemen die al te lijden heeft. Naar beneden trappen is immers geen bijster bijbels uitgangspunt.

Ik was blij dat veel protestante kerken zich gisteren openlijk distantieerden van de zwartekousenkerk, en de regenboogvlag uithingen. Ook de VU – internationaal pionier in de medische hulpverlening aan transgender mensen – hees pontificaal de regenboogvlag.

Vaasje

Na Mark Ruttes open brief van gisteren was het makkelijk prijsschieten. Nederland, zo drukte de premier ons via grote krantenadvertenties op het hart, is een kostbaar bezit, dat geregeld in stukken dreigt te vallen omdat te veel mensen er om het hardst aan sjorren.

De grappen lagen voor het oprapen, vooral vanwege Ruttes vaasjes-metafoor. Vooral een spottend ‘Klaassie, hou jij m’n vaassie even vast’ lag voor de hand. Precies de omgekeerde spotternij debiteren kon trouwens ook: als Rutte werkelijk zo benauwd was voor de breekbaarheid van ons nationale porselein, kon-ie maar beter zijn jeune premier Dijkhoff tot de orde roepen. Proefballonnetjes oplaten waaraan je je kostbare vazen laat bungelen, is immers meestal een belazerd idee.

Zelf moest ik vooral denken aan een andere open brief van dit jaar: die was niet van Mark Rutte, maar voor hem. Noortje van Lith stuurde hem die in april: ze sprak haar diepe bezorgdheid uit over een kabinetsvoorstel dat regelde dat werkgevers mensen met een handicap voortaan onder het wettelijk minimumloon mogen betalen. Dat voorstel deed precies waarover Mark Rutte zich nu zo verontrust betoonde: het broze weefsel van de samenleving verstoren, ja zelfs mensen die  het al verduveld moeilijk hebben, wettelijk op achterstand stellen, ondertussen tal van internationale regels en overeenkomsten schendend.

Er zijn helaas meer voorbeelden van vazen die premier Mark Rutte achteloos uit zijn handen liet flikkeren, of erger: moedwillig kapot keilde. Neem zijn vermaledijde plan om de dividendbelasting af te schaffen: niets anders dan een gratuit cadeau aan zijn voormalige werkgever Unilever. Nadat zijn plan in gruzelementen was gevallen, besloot Ruttes regering alsnog om dat hele bedrag dan maar ter beschikking te stellen aan het bedrijfsleven. Had Rutte burgerbelangen werkelijk voorop gesteld, dan had hij die vrijgekomen twee miljard per jaar geïnvesteerd in milieumaatregelen, of in het bijspijkeren van de lonen voor zorg- en onderwijzend personeel.

Of kijk naar hoe Rutte omgaat civiele rechten en de grondwet. Rutte geeft zijn steun makkelijker aan mensen die anderen hun grondwettelijk recht op protest trachten te ontnemen, dan aan mensen die een keurig protest – met vergunningen en al – willen organiseren. De toegang tot rechtsbijstand inperken? Het kabinet-Rutte is je man. Het medisch geheim inperken omdat zorgverzekeraars hun verzekerden willen controleren? Geen probleem. De vrije markt heilig verklaren, ook al is iedereen al een jaar of twintig duidelijk dat daardoor de sociale tegenstellingen slechts verscherpt worden? Doet er niet toe. Vervuiling afwenstelen op burgers, in plaats van op vervuilende producenten? Part of the deal.

Weet je, Mark: in elke winkel die in breekbare waar handelt, geldt een stelregel. If you break it, you gotta pay it. Misschien is dat een les die je jezelf kunt meegeven, zo voor het nieuwe jaar?

Deden we maar niets

De warmste zomer. Droogte die het grondwaterpeil doet zakken, rivieren onbevaarbaar maakt, oogsten in de kiem smoort en het land laat inklinken. Ongekend hevige orkanen. De grootste bosbranden. Overstromingen. Oprukkende woestijnen. Gebieden die tegenwoordig zo heet zijn dat menselijk leven er moeizaam wordt. Steden die in de zomer zonder drinkwater dreigen te komen. De planeet is duidelijk van slag, en het is allang geen griepje meer.

En wat doen we? Deden we maar niets, dat zou al winst zijn. Maar in plaats daarvan gooien we er nog een flinke schep bovenop: de klimaatdoelen van Parijs bereiken is nu alweer minder haalbaar dan toen het akkoord werd gesloten. We stoten nu meer CO2 uit dan ooit tevoren. We maken onderwijl plannen voor extra vliegvelden, en weigeren belasting op kerosine te heffen. Omdat de wegen te vol worden, denken we nu aan drones en vliegtaxi’s – net zolang tot ook het luchtruim vol is?

Het is de hoogste tijd om onszelf minder vaak en minder ver te verplaatsen – Thalia Verkade rekende eerder in De Correspondent akelig inzichtelijk voor dat elk procent meer asfalt tot één procent meer verkeer leidt, en dat onze gemiddelde reistijd, ondanks meer wegen en snellere vervoermiddelen, maar niet wil afnemen. We rennen harder, maar komen weinig vooruit. Alleen in meer vervuilen slagen we intussen buitengewoon goed. En ook: in doen alsof er eigenlijk niets aan de hand is.

Soms word ik er oprecht bang van. En soms begrijp ik ons aller lamlendigheid al te goed: het is onduidelijk wat u of ik kunnen doen, en je machteloos voelen leidt hoofdzakelijk tot somberheid; dan maar liever de ogen sluiten voor wat ons boven het hoofd hangt. Maar dat kan niet goed meer, getuige de klimaatrecords die dit jaar bij bosjes sneuvelden.

Ik zou zo graag een bevlogen plan zien: overheden die werkelijk schoon schip maken. Die ons de harde realiteit voorhouden, en die vervuilers echt laten betalen. Ja, dat zal ook van gewone burgers een boel geld, moeite en inspanning vergen, maar niets doen leidt bewijsbaar tot rampen: voor onszelf, voor onze kinderen, voor de hele wereld. Steeds meer besef ik dat een omvattend klimaatbeleid niet kan zonder een drastische herverdeling van kapitaal: de bovenmatige hoeveelheden geld die nu zo vanzelfsprekend naar grote bedrijven en de superrijken stromen, moeten worden omgeleid en teruggepakt, en dan worden aangewend voor ons allemaal.

De markt, dat neoliberale ideaal, kan het niet op eigen kracht. Erger: diezelfde markt is verantwoordelijk voor het merendeel van de vervuiling en verwoesting die we nu gadeslaan. De markt raast de wereld over, woont haar uit, en laat haar voor vod achter.

Voor wie denkt dat drastisch ingrijpen te duur is: denk eens na over de kosten – in kapitaal en leed – van doorgaan op de huidige voet. Bovendien: dit is de enige planeet die chocolade heeft. Tenminste: nu nog wel. Red dan tenminste de chocola.