De VPRO had zondag een documentaire over de zogeheten manosphere: de rommelige verzameling van theorieën van mannen over de rol die hen toevalt, nu vrouwen zich meer hebben geëmancipeerd. Dat ‘rommelig’ zeg ik niet voor niets: de ideeën binnen deze manosphere lopen nogal uiteen. Die variëren van mannen die oprecht nadenken over wat ‘mannelijkheid’ tegenwoordig behelst en op zoek zijn naar een herijking daarvan, tot mannen die vooral uit zijn op de bevestiging van hun ‘biologisch gedetermineerde’ dominantie over vrouwen.
Tussen die twee extremen, die in deze manosphere op één hoop worden geveegd, zit zacht gezegd nogal wat verschil – om niet te zeggen: frictie, ruzie en tegengestelde belangen. Nadenken over de vraag of partners over en weer aantrekkelijk voor elkaar blijven wanneer ze huishoudelijke taken en zorgtaken eerlijk verdelen, allebei carrière maken en geen van beiden over zich heen laten lopen, is serieus van een andere orde dan dealen met mannen die vinden dat ze een nieuwe vorm van dominantie moeten vinden en die in al hun vezels geloven dat vrouwen diep in hun hart ‘leiding’ nodig hebben.
Een aantal vragen werd in de documentaire secuur gemeden. Uiteraard is het goed dat mannen leren hun emoties te uiten, maar dat leek vooral neer te komen op schreeuwen, boos worden, je onwrikbaar betonen en dominantie bepalen. Nooit op klein durven zijn, om hulp vragen, steun geven, of solidair zijn. Wat vooral achterwege bleef, was dit cruciale punt: mannen aanpakken die vrouwen systematisch belazerd behandelen.
Geen van de mannen die aan het woord kwam, leek ook maar een seconde te hebben nagedacht over kwesties die hun eigen relatie te boven gingen – een lacune die, zoals elke vrouw ze subiet had kunnen vertellen, maakte dat ze de plank collectief missloegen. Want jij kunt als man privé nog zo’n schat zijn, maar als je negeert (of gewoon niet doorhebt) dat je vriendin of vrouw publiekelijk – op straat, in sociaal verkeer, op het werk, en in verwachtingen en reacties – met een totaal ander pakket moet dealen dan jij, snap je het niet.
Welke man heeft ooit, als-ie het wilde uitmaken met zijn vriendin, gedacht: fuck, als ik haar dat vertel, slaat ze me misschien halfdood? Welke man is ooit bang geweest om op straat door een vrouw van zijn fiets te worden gesleurd en door haar te worden verkracht? Welke man hoort ooit collega’s insinueren dat hij zijn promotie alleen dankt aan zijn lekkere kontje? Welke man breekt zich ooit het hoofd of hij is aangenomen omdat hij man is? (Man-kiest-man is normaal, maar elke aanstelling van een vrouw behoeft uitleg, argumenten en verdediging.)
Welke man ligt ooit wakker van de vraag: als ik laat merken dat ik seks lekker vind, mogen anderen me dan ongeclausuleerd als hoer wegzetten, en is dat een vrijbrief voor mijn verkrachting? Denk daarover na. Pas daarna wordt de manosphere relevant.
[Beeld: MirceaIancu op Pixabay]