Eerder meldde ik dat ik mieren in huis had. Ze marcheerden langs -of misschien wel gewoon dwars dóór- de tuindeur zo mijn slaapkamer in, begerig naar de zoetgeurende nectar van de hoya die daar voor het raam bloeit. Verschillende mensen wilden weten hoe het momenteel met de beestjes stond. Bij deze een update.
*
Met de mieren gaat het belazerd, of beter gezegd: veel te goed naar mijn zin. Alle kieren heb ik inmiddels gedicht, maar wat al binnen zat, kan nu dus niet meer naar buiten. Wat erger is: ze blijken allang een kolonie gesticht te hebben in de bloempot waarin de hoya huist, hun grote verleider. Ik kan de plant niet zomaar buiten zetten om te wachten tot de karavaan vertrokken is. De hoya is onderdeel van een groot plantenvenster en groeit daar al vijftien jaar naar hartelust. Alles is onderling verstrengeld geraakt: de meterslange uitlopers van de hoya hebben zich onder de gordijnrails gewerkt en zijn nauw vergroeid met andere planten.
Elke middag tussen twee en vijf kruipen er verse mierenjongen uit de pot van de hoya. Ze wandelen via tak en twijg zo hoog mogelijk, en vliegen dan onhandig – ze zijn nog niet zo bedreven met hun vleugels – naar het slaapkamerraam, waar ze verdwaasd blijven rondscharrelen. Ze willen naar buiten, maar dat kan niet: het is een vast raam. Elke middag beklim ik om het uur een krukje, de stofzuiger gepositioneerd op de keukentrap naast me, en zuig ik in de loop der dag zo’n honderd jonge mieren op. Sommige ervan zijn echt joekels: zeker een centimeter lang, en erg dik. Wanneer ik klaar ben met zuigen, schuif ik een plastic zakje over de stofzuigerslang en sluit dat strak af met een elastiekje. Immers, wie weet of ze anders niet gewoon weer uit de stofzuiger terug naar de plantenbak marcheren?
Het uitvliegen duurt nu al twee weken, bij elkaar heb ik zeker 1500 jonge mieren weggezogen. En die komen allemaal uit die ene bloempot van pakweg twintig centimeter doorsnee… Ik vrees het moment dat de kolonie van de hooghangende hoya besluit te verhuizen naar de plantenbak zelf, want die meet 40cm bij 150cm. Ook heb ik geen idee of de kolonie inmiddels niet alle wortels van de hoya heeft doorgebeten, teneide hun eigen leefruimte te vergroten. Tot nu toe zie ik weinig geelwordend blad, dat is een goed teken.
Hopelijk sterft de kolonie uit wanneer de hoya niet meer bloeit: de gestage stroom nectar houdt dan op. Maar inmiddels weet ik dat sommige mierensoorten ook gerust kaal groen blad eten, dus wellicht kunnen ze ook best zonder bloeiende hoya en zit ik voortaan voorgoed opgescheept met een mierenkolonie in mijn slaapkamer.
De plantenbak ontmantelen is dan de enige oplossing. Maar ja: mijn aradijsvogelbloem (Strelitzia) staat erin, diepgeworteld, net als mijn twintigjarige Asparagus. Dus dan wordt het kiezen: mijn planten, of de mieren.