O, de liefde, de liefde. Die maakt het ondraaglijk om te moeten gadeslaan hoe vreselijk de mensen van wie je houdt, door ziekte te grazen kunnen worden genomen: je hart valt wel vijf keer op een dag aan gruzelementen, in een oogwenk, of in een eeuwigdurende seconde.
Niks laten merken, rustig blijven, en vooral: nooit opgeven, gewoon doorgaan. Je voelt je machteloos terwijl je alle zeilen bijzet, want niets kan écht helpen om ze overeind te houden, er is gewoonweg niets voorhanden dat de mensen waarvan je houdt onschendbaar kan maken – zelfs de liefde niet.
Blijven zoeken, blijven kijken, blijven proberen. Vind nieuwe manieren uit om weer contact te maken, om door de ziekte heen te breken, om je eigen angsten opzij te schuiven, en weer vers en oprecht te kijken en te luisteren naar hen van wie je houdt.
Diezelfde liefde die je hart breekt, sterkt je. Want alleen daaruit haal je de kracht om koppig, vrolijk, welgemoed, aandachtig, en vooral: zonder ooit maar een seconde het verlangen te voelen om ’t maar op te geven, vastberaden te blijven zoeken. De liefde lijmt ons aan elkaar vast.
Een goede vriendin heeft jarenlang intensief gezorgd voor haar steeds zieker wordende echtgenoot. Waar wij vrienden-op-afstand intussen haast niets meer terugzagen van de man die hij ooit was geweest, was zij stellig: ze zag hem nog steeds, al was het gaandeweg in kleinere fracties, in kortere momenten.
Ze vond altijd weer zijn oude, voormalige geheel ergens in zijn kleiner wordende deeltjes terug. Daardoor las ze hem beter dan elk ander kon: ‘Kijk,’ wees ze ons aan, ‘nu lacht hij,’ of ‘hij vraagt zich af waarover je je nu zo druk maakt.’ Ze behandelde hem tot op de dag dat hij stierf nooit als patiënt. Ze praatte met hem, ook toen hij haar allang niet meer antwoorden kon; ze dacht nooit vóór hem maar altijd alleen maar met hem mee.
En ze had volkomen gelijk. Haar liefde voor hem was oeverloos, en juist dat hield de man die hij eerder was altoos in stand, zelfs al was het soms moeilijk hemzelf nog in zijn zieke lichaam te ontwaren. Haar liefde was het enige pad dat iedereen telkens weer naar hem kon terugleiden. In haar ogen werd hij aldoor weer heel.
Hoe talrijker de mensen zijn van wie ik innig houd die ernstig ziek worden, of zelfs komen te overlijden, hoe meer ik me met haar weg verklonken voel. De liefde, o de liefde: dat wrange mechanisme waardoor je hart met gemak vijfmaal daags breekt, waarna je de boel niettemin twee seconden later, zonder enig haperen, opnieuw opstart.