Staaltje vakmanschap

De noodbrug stond vol toeschouwers. Nu verzamelen zich er vaak kijkers wanneer er ergens in de publieke ruimte mannen met groot materieel aan de slag zijn, maar dit was ronduit spectaculair: met twee kranen zou een brug worden teruggeplaatst. De Franekereindsbrug, gebouwd in 1914, was in mei van dit jaar weggetakeld en elders volledig gerestaureerd. Nu lag de oude dame gestrekt op een boot, kreeg ze twee grote banden omgegord, en ging ze de lucht in om daarna voorzichtig op het draaimechaniek langs de kademuur te worden gezet.

De wapens aan weerszijden waren opnieuw geverfd, al het staal en gietijzer was secuur gerestaureerd, de lijsten en geklonken hekken waren bijgewerkt. De brug stond strak in de verf. Ze kan weer vijftig jaar mee.

Een paar jaar geleden wist ik niet dat je staal en gietijzer kon restaureren. De vrouw die anders bewees, was Lilian Fopma, dochter van een Harlingse smid. Ze heeft een aantal Amsterdamse monumenten onderhanden genomen – een oud wachthuisje van het GVB, een klassiek urinoir (de welbekende ‘krul’), de stalen kozijnen van de eerste openluchtschool in Amsterdam, en nog zo het een en ander. Het wachthuisje heb ik van een hoop verroest schroot weer opgebouwd zien worden tot een robuuste schuilplaats, bestand tegen weer en tijd.

Nu was Lilian de projectleider van de restauratie van deze brug. Na de Franekereindsbrug volgen er nog twee, die de draaibrug als zusjes flankeren. Maar dat zijn ophaalbruggen, een stuk eenvoudiger qua achterliggend mechaniek dan een draaibrug.

De draaibrug steunt op een getande stalen cirkel van zo’n twee meter doorsnee, met in het midden een massieve pijler. De bovenkant daarvan is slechts acht centimeter in doorsnee en licht hol – en daar rust die héle brug op, als-ie open staat. En zo zou hij terug worden geplaatst: de brug moest op de millimeter precies op die pijler worden gezet, de tandwielen eronder moesten exact om de getande ring vallen.

Samen met de opzichter kroop Lilian in het draaiwerk. De tonnen wegende brug hing inmiddels pal boven ze, werd minutieus in de juiste positie gemanoeuvreerd, en zakte toen langzaam over ze heen. Het ene moment zag je nog een flard van hun oranje en gele werkjassen, het andere moment verdwenen ze uit zicht en zaten ze opgesloten binnenin de brug.

Het duurde en duurde maar. Verwachtingsvol keek iedereen naar het luik in het wegdek van de brug: daaronder zat het draaimechaniek, daarin stak je de lier waarmee je de brug, als-ie later weer in bedrijf was, met de hand en heel veel kracht kon opendraaien. Dat luik, dáár moest Lilian zometeen weer uit komen.

Om de spanning te breken stelde ik me voor hoe zij en de opzichter met veren hoofdtuien en glitterpakjes uit het luik zouden springen. Godlof, daar piepte haar veiligheidshelm boven het brugdek uit!

Een uur later meldde Lilian opgetogen dat het draaimechaniek werkte. Ze had het zelf al geprobeerd.

Kleptomaan en extreemrechts

Trumps verkiezing tot president van de Verenigde Staten is slechts twee weken oud, en de oogst is nu al schrikbarend. In plaats van zijn imperium over te doen aan een blind trust – zoals eerdere presidenten altijd hebben gedaan met hun zakelijke belangen, zodat zij zich in hun nationale beslissingen niet kunnen laten leiden door persoonlijk financieel gewin – wil Trump zijn eigen kinderen de leiding over zijn bedrijf geven.

Het was meteen duidelijk waarom. Toen de Argentijnse president belde om hem te feliciteren met zijn verkiezing, vroeg Trump prompt om zijn hulp bij een hoteldeal die hij in Argentinië wilde sluiten. Zijn dochter Ivanka (beoogd lid van de blind trust) nodigde hij uit bij zijn verkennende gesprek met de Japanse premier, zijn schoonzoon (idem) wil hij security clearance toekennen.

Trump is schijnbaar van plan Amerika tot zijn hoogsteigen familiebedrijf om te vormen. Kennelijk bewondert hij Poetin niet alleen om diens autoritaire beleid, maar evenzeer om diens kleptocratie.

Voorts benoemde hij Stephen Bannon, leider van zijn campagneteam, tot zijn hoofdstrateeg. Bannon is een notoire antisemiet die zich erop beroept dat hij de website Breitbart News, waar hij hoofdredacteur van was, heeft omgetoverd tot het nieuwe thuishonk voor de alt-right beweging.

Dit weekend organiseerde Richard Spencer, een van de bedenkers van die term ‘alt-right’, een bijeenkomst voor gelijkgestemden in een overheidsgebouw in New York. Spencer, die eerder heeft opgeroepen tot een ‘vredelievende etnische schoonmaak’, sloeg er ronduit nazi-taal uit: hij spoog op de joden, zei dat Amerika alleen van de blanken was. In het publiek brachten mensen openlijk de Hitlergroet uit, en scandeerden ‘Heil Trump! Hail the victory!’

Laat dat goed tot u doordringen. Een van de vertrouwelingen van Trump, de man die tevens zijn strateeg van dienst wordt, is de trotse promotor van iemand die oproept tot etnische schoonmaak, die het blanke ras roemt (leve de Germanen, de Slaven en de Kelten), en die bijeenkomsten organiseert voor neonazi’s.

Om het af te ronden had Trump gisteren zijn kersverse adviseur Kris Kobach op visite, een man die zijn immigratiebeleid moet vormgeven. Kobach had zijn plannen opzichtig in zijn handen, zelfs zodanig dat op persfoto’s viel te lezen wat hij voorstelde: uitzonderlijk strenge immigratieregels, een volkomen verbod op de entree van Syrische vluchtelingen, plus een nationaal register voor immigranten.

Make America great again, nou en of.

Het ingewikkelde is: Trump zelf is waarschijnlijk niet eens een neonazi, al heult hij met ze. Hij is vermoedelijk meer geïnteresseerd in zijn geld. Laat het land maar naar de vaantjes gaan, terwijl hij het internationale beleid afstemt op zijn eigen zakelijke belangen. Wanneer de tering dan echt uitbreekt, koopt hij de rendabele delen gewoon op en doekt de rest op. Just make profit again!

Maak van de stem des volks geen fetisj

Hou toch op over mensen die jarenlang genegeerd werden en in Trump eindelijk de kandidaat van hun dromen hebben gevonden. Kijk naar de feiten: Trump heeft een half miljoen stemmen minder getrokken dan Mitt Romney in 2012 deed. Het frame dat Trump won door de sympathie te krijgen van al wie zich eerder uitgesloten voelde, is nergens op gebaseerd.

Trump trok minder stemmen dan Romney. Laat dat terdege tot u doordringen: weinig stemmers liepen warm voor de man.

Dat Trump toch won, heeft een vierledige verklaring. Eén: Hillary Clinton was weinig populair en miste de Begeisterung die Obama eerder zo succesvol opriep. Twee: ze won desondanks de popular vote en kreeg meer stemmen dan Trump, maar het ouderwetse kiesmannenstelsel speelde haar parten. Drie: stringente voter ID laws die kiezers uit minderheidsgroeperingen benadeelden en het jarenlang arglistig herstructureren van kiesdistricten, hebben de Republikeinen op lokaal niveau verzekerd van structureel betere kansen bij willekeurig welke verkiezingen. Vier: de regel dat wie ooit gevangen heeft gezeten zijn stemrecht verliest, benadeelt zwarte kiezers onevenredig – al was het maar omdat zwarte mannen opmerkelijk snel in de gevangenis belanden, terwijl wereldwijde fraude en stuitende witteboordencriminaliteit zelden tot gevangenisstraf leiden.

Hoe dan ook: Trump heeft gewonnen. Nu de straat opgaan en krijten dat hij ‘not my president’ is, is idioot. (Had Hillary gewonnen: hoe boos zou je niet zijn indien Trumpaanhangers met diezelfde leus de straten hadden bestormd?)

Het echte probleem is dat de trias politica in de VS sinds deze verkiezingen finaal kapot is. Uitvoerende, wetgevende en controlerende macht zijn straks allemaal in dezelfde handen: de Republikeinen hebben het Huis van Afgevaardigden, de Senaat, het presidentschap, en – via de benoeming die Trump straks kan doorvoeren omdat de Republikeinen die onder Obama doelbewust maandenlang hebben getraineerd – het Hooggerechtshof. Ook de aanstaande benoeming van nieuwe leden van de Federale Bank vallen Trump toe.

Geen trias politica te bekennen, nergens een scheiding der machten om op terug te vallen – dát is waar we ons de komende jaren ernstige zorgen over moeten maken.

Voor alle checks & balances zijn we teruggeworpen op de vierde pijler der democratie: de pers. Kranten die kritische vragen stellen, journalisten die eigen onderzoek doen, media die geen genoegen nemen met simpele antwoorden en die hinderlijk doorvragen.

Trump heeft al aangekondigd dat hij ‘leugenachtige’ media wil muilkorven, ‘lastige’ media bij persconferenties wil weren, en journalisten wil vervolgen.

Sta dat niet toe. Zorg voor controle: versterk de vierde macht waar je kunt. Neem een steunabonnement op de Washington Post, help onderzoeksjournalisten, geef geld aan de ACLU en de EFF.

En vooral: maak van die stem des volks geen fetisj. Al helemaal niet wanneer de macht hem ten eigen gerieve gebruikt.

Feiten? Die doen er niet toe

Het wantrouwen jegens politici, bestuurders, instanties, onderzoekers en media is groot. De aanname is dat zij hun standpunten uitsluitend innemen omdat ze daar profijt bij hebben – de baat gaat voor de feiten uit, zoiets. Alsof niemand in zo’n positie nog principes heeft, of oog voor de publieke zaak, laat staan zich moeizaam een weg door conflicterende belangen heeft gebaand en een beredeneerde afweging probeert te maken.

Alles is eigenbelang, en je kunt niemand vertrouwen; dat is de teneur.

Mijn broer, die ervan overtuigd is dat MH17 door de Oekraïne is neergehaald, in de hoop zo Rusland in de ogen van het westen in een kwalijk daglicht te stellen, deelt mij mee dat hij ‘de MSM [de mainstream media] niet meer vertrouwt’, gemakzuchtig De Groene Amsterdammer op dezelfde hoop oud vuil gooiend als waar De Telegraaf volgens hem thuishoort.

Het minutieuze onderzoek van het Londense BellingCat naar de bewegingen van de BUK-raket en de manschappen verwerpt hij, want ‘zij worden betaald door Soros, dan weet je toch genoeg?’ Die frauduleuze club is nota bene adviseur van de Nederlandse regering, sneert hij. Als ik om adstructie vraag, wijst hij op het rapport van de MH17-onderzoekscommissie, die BellingCat echter alleen als een van de vele bronnen gebruiken. Dat onderscheid schuift hij terzijde.

Mijn broer bevindt zich in een groot gezelschap van mensen die met grote stappen snel thuis, bij hun eigen waarheid, willen zijn. Bill Gates probeert epidemieën uit te roeien? Welnee! In India staat hij immers terecht wegens foute vaccins waardoor mensen zijn overleden! Wanneer ik de kwestie uitzoek, blijkt Gates sponsor te zijn van het Indiase PATH, dat inderdaad voor de rechter is gedaagd. De zaak heeft echter niets van doen met ‘foute’ vaccins, alleen met lakse procedures rond de instemming van de deelnemers.

BuzzFeed publiceerde eind vorige maand een uitgebreid onderzoek waarin ze alle artikelen die gedurende een week waren verschenen op drie mediawebsites, plus drie alternatief-linkse en drie alternatief-rechtse website op hun feitelijke juistheid controleerden. De mediawebsites deden het netjes. De linkse websites scoorden 20% foute, dan wel veelal incorrecte artikelen, maar linkten gelukkig meestal wel naar (betere) bronnen; de rechtse websites scoorden liefst 40% veelal onjuiste berichten en linkten vrijwel uitsluitend naar elkaar. In die laatste hoek troffen ze ook de meeste volkomen vervalste of gefabriceerde ‘feiten’ aan.

Wat mij de afgelopen maanden angst aanjoeg, is dat deze manier van redeneren – selectief en akelig ‘soepel’ met de feiten omgaan, redeneringen opbouwen die van aannames, vooroordelen en grote, vluchtige stappen aan elkaar hangen, en waarin geen enkele tegenwerping tot heroverweging leidt, erger: alleen reden is voor méér wantrouwen – door toedoen van Trump radicaal van statuur is veranderd.

Feiten zijn verdacht. Alleen je eigen standpunt heeft waarde.

 
Naschrift: Deze column schreef ik maandagavond, toen het er alle schijn van had dat Trump de Amerikaanse verkiezingen zou verliezen. Inmiddels is het woensdagochtend zes uur, en lijkt Trump gewonnen te hebben. U zult begrijpen dat de bezorgdheid die ik in deze column beschrijf, in de tussenliggende 36 uur bepaald niet kleiner is geworden.

Eigen keuze is flinterdun

In de vaccindiscussie – moet je je kinderen nu wel of niet laten inenten tegen kinkhoest, difterie, mazelen, polio en rode hond – leggen de tegenstanders grote nadruk op het belang van hun eigen keuzes. ‘Mijn kinderen krijgen gezond te eten, hun weerstand is in orde, we letten goed op onze leefstijl en hun hygiëne’.

De voorstanders beginnen vervolgens over groepsimmuniteit, en benadrukken, volkomen terecht, dat het ‘niveau’ van je weerstand weinig uitmaakt zolang je geen antistoffen hebt aangemaakt tegen de specifieke virussen waarom het hier gaat, en dat je die echt alleen veilig kunt aanmaken door met een getemde versie van zo’n virus ingeënt te worden.

Allemaal waar wat de voorstanders zeggen, en die baby- en peutervaccinaties mogen wat mij betreft gewoon verplicht worden gesteld. Ook de gezondheid van andermans kinderen loopt door toedoen van de weigeraars immers gevaar: hun peuters en kleuters kunnen babies besmetten die te jong zijn om ingeënt te kunnen worden, en die geheid niet tegen de ziekte zijn opgewassen.

Wat een pijnlijke luxediscussie. Hoe wrang is niet het dat Bill Gates met zijn Microsoftmiljoenen in arme landen verwoed een halt aan malaria en cholera tracht toe te roepen, terwijl welvarende ouders in Europa en de VS kinderen willens en wetens de verdediging tegen ernstige, verminkende ziektes onthouden, zelfs in die mate dat het RIVM zich grote zorgen begint te maken over epidemieën, en dat die ouders dat bovendien doen met een beroep op hun verheven leefstijl en ‘hun eigen keuze’?

Eigen keuze – dat is waar de schoen wringt.

Sinds een jaar of veertig wordt ons steeds indringender voorgehouden dat onze leefstijl – onze eigen keuzes – onze gezondheid maakt of breekt. Kanker, hart- en vaatziektes, longproblemen, te dik zijn – allemaal het vermeende gevolg van onze ‘eigen’ keuzes. De voorlichters benadrukken dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid: we dienen de schijf van vijf te volgen; vet, zout en suiker laten staan, veel bewegen, matig zijn met drank. Onze gezondheid hebben we zelf in de hand. En dus is die onze eigen verantwoordelijkheid, het gevolg van onze eigen keuzes.

Dat is een misvatting.

Onze gezondheid wordt geschraagd door de maatschappij waarin we leven: of er betaalbaar en gevarieerd eten voorhanden is, de omgeving enigszins schoon is en de riolering adequaat, of koters worden ingeënt, er laagdrempelige gezondheidszorg is, en de kwaliteit van voedsel wordt bewaakt.

Daar bovenop zit nog een dun laagje van individuele keuzes, maar dat het aandeel daarvan minimaal is valt af te lezen aan het feit dat alleen maar meer mensen tegenwoordig te dik worden en te weinig bewegen. Dat is geen keuze, dat is Umwelt.

Maar in alle gezondheidsvoorlichting hameren we uitsluitend op de eigen keuze, zelden op de maatschappelijke context. Geen wonder dat nu zelfs de vaccinatie gevaar loopt: het benadrukken van ieders eigen keuzes doet ons allemaal de das om.

Verplichte vrijhandel

‘Hoe vrijhandel een vies woord werd,’ kopte de Volkskrant vorige week. In het artikel kregen de critici van CETA, TTIP en TTP onderuit de zak: ‘Velen stellen zich niet meer open voor de wereld maar sluiten zich ervoor af. Zij zien haar niet als bron van welvaart maar als bedreiging. Vrijhandel en globalisering zijn scheldwoorden geworden. Grenzen dicht en luiken dicht.’

Oeps. Daar werd heel GroenLinks – een partij die niet vreselijk hecht aan nationale grenzen – zonder pardon in het kamp van de eng-nationalisten geparkeerd. Ook de VVD en D66 hanteren dit frame om het verzet tegen de aankomende internationale handelsverdragen te bagatelliseren.

De argumenten van veel tegenstanders zijn echter van een andere orde: zij vinden dat CETA en TTIP teveel ruimte geven aan multinationals. De verdragen scheppen voor multinationals een level playing field: ze kunnen zich grosso modo overal hetzelfde gedragen. Maar dat gaat evident ten koste van lokale producenten, die nu vaak al moeite hebben zich stand te houden, en van met moeite tot stand gekomen nationale milieu- en arbeidsregels.

Dat CETA een variant bevat van het alom verguisde ISDS, een internationale instantie die geschillen tussen multinationals en nationale overheden moet beslechten zonder tussenkomst van een rechter, in het geheim, zonder transparantie, en zonder mogelijkheid van beroep – is de ultieme steen des aanstoots. Ook het verzet van Wallonië concentreert zich daarop. ‘We weten totaal niet hoe het ISDS zal uitpakken,’ zei de Waalse premier, ‘en we hébben toch al gerechtshoven?’ Echte gerechtshoven, waarin – anders dan bij het ISDS – de multinationals die in het geding zijn, zelf geen zitting hebben. Dat is toch een voorwaarde wanneer je onafhankelijke uitspraken wilt garanderen…

De voorstanders van CETA jammeren nu dat Wallonië met haar verzet tegen CETA de EU ondermijnt. Wat, zou mijn wedervraag zijn, is de waarde van de EU wanneer lidstaten nooit nee mogen zeggen tegen voorgenomen beleid? Er is toch een instemmingsvereiste van de lidstaten, geen instemmingsverplichting? Hoe kun je nu boos worden op Wallonië wanneer het zich keurig aan alle EU-regels houdt: onderhandelen, luisteren, verder praten, waar mogelijk compromissen sluiten en dan tot een besluit komen? Tegen stemmen is simpelweg hun recht.

Wil de EU ooit uit dit dilemma komen, dan dient ze globalisering en vrijhandel grondig te heroverwegen en haar prioriteiten te herzien. Laat onze supranationale instanties eerst paal en perk stellen aan multinationals die nu openlijk misbruik maken van globalisering, en de kosten daarvan afwentelen op burgers, consumenten en overheden. Hier doen wat daar niet mag, daar aftrekken wat je hier verdient, en onderwijl zo ongeveer nergens belasting betalen.

Wanneer CETA, TTIP en TTP eerst de belastingafdrachten van de vrijhandel op orde brengen, garandeer ik algehele instemming van de critici.

Broos weefwerk

Elke dood van een intimus is een ramp voor de nabestaanden. Ongeluk, ziekte, euthanasie, zelfmoord – het maakt uiteindelijk bar weinig uit Altijd is er het gapende gemis, het verlies, de schrik, de rouw. Bij euthanasie kun je jezelf enigszins trachten te troosten dat je vriend, je moeder, je kind verder lijden gelukkig is bespaard, maar de aanvankelijke onthutsing over de dodelijke ziekte die ze trof, wordt er niets minder om.

Ik blijk totaal niet bestand te zijn tegen de dood van degenen van wie ik houd, de ontwrichting van mijn leven na de dood van mijn hartsvriendin getuigt daarvan. We praten als samenleving niet vaak over rouw, maar ik denk dat iedereen er terdege van doordrongen is hoe ontzagwekkend de impact van de dood van een goede vriend, een geliefd familielid is.

Ook mensen die zelf dood willen weten dat. In de jaren dat ik dagelijks meelas in zelfmoordfora ontdekte ik dat de laatste lijm die mensen aan het leven kleeft, hun angst is voor het effect van hun zelfmoord op hun intimi. Hun liefde voor vrienden en familie was het laatste restje lijm dat hen aan het leven kleefde. Zelfmoord pleeg je bijna altijd pas, zo leerde ik daar, wanneer je je eigen leed niet meer kan wegstrepen tegen het leed dat je anderen met je dood berokkent.

De afgelopen jaren ben ik de zelfmoord vaak nabij geweest. De spullen had ik allang al in huis, als onderdeel van een beschermingsmaatregel: ik heb altijd gedacht dat mijn point of no return ver voor de grenzen van de euthanasiewet zouden vallen.

Waarom ik het tot nu toe niet heb gedaan? Bottom line: uit liefde voor anderen. Kommernis over de kat, bezorgdheid dat mijn vrienden zich ten onrechte schuldig zullen voelen, maar vooral: omdat ik het mijn ouders niet wil aandoen. Ik houd mijn leven vol teneinde het hunne niet te schaden.

Intussen wil mijn moeder zélf dood, nu ja, soms dan. In het dagelijks leven redden zij en mijn vader het vrij goed, ondanks haar voortschrijdende dementie. Maar zodra de omstandigheden haar forceren na te denken over hoe het er momenteel met haar voorstaat, kan ze alleen maar diep ellendig snikken dat ze dood wil.

Mijn vader wijdt zijn leven tegenwoordig volledig aan het hare. Mocht mijn moeder er op enig moment niet meer zijn, dan heeft hij werkelijk niets meer over om voor te leven. Zij is zijn ziel en zaligheid.

En toch: als ze écht dood zou willen, dan zou hij haar laten gaan, ongeacht wat dat voor hem betekent. En als hij na haar dood wil gaan, zou ik hem dat van harte gunnen, al zou het mijn eigen hart breken en weet ik dan werkelijk niet meer wat mij nog overeind moet houden.

Je gebruikt je eigen verdriet toch immers niet als chantagemiddel?

We hangen aan elkaar, we houden elkaar overeind. Maar liefde en leven is een broos weefwerk, en we kunnen nooit van iemand eisen dat hij of zij doorleeft om ons eigen leven in het gareel te houden.

Bijltjesdag

Terwijl Trump belooft Amerika weer groot te maken, valt de Republikeinse partij door zijn toedoen inmiddels luidruchtig uiteen. Tal van kopstukken wenden zich publiekelijk van Trump af, waaronder vooraanstaande leden als Mitt Romney, John McCain, Condoleezza Rice, John Kasich en Paul Ryan. Kranten die altijd zonder aarzeling hun steun aan de Republikeinse presidentskandidaten hebben gegeven, komen nu met een onomwonden negatief stemadvies.

De Republikeinen vrezen zelfs dat ze in november hun meerderheid in het parlement – verkiezingen die samenvallen met die voor de president –zullen verliezen. Hun nervositeit stijgt met de dag.

Team Trump houdt de lijst van afvallige Republikeinen intussen nauwkeurig bij. Rudy Giuliani, voormalig burgemeester van New York, memoreerde gisteren koeltjes dat Trump ‘niet zal vergeten’ wie achter hem is blijven staan en wie niet.

Met Clinton zelf heeft Trump bepaald snode plannen. ‘Als ik tot president word gekozen,’ zei Trump zondagavond in het debat met haar, ‘zorg ik ervoor dat jij in de gevangenis belandt.’ Dat leidde tot een protestkoor van Republikeinse openbaar aanklagers, die betoogden dat zoiets tegen alle principes van de rechtsstaat indruist en dat ze een dergelijk dienstbevel nooit zouden uitvoeren. Zij staan nu vast ook op Trumps lijst.

Een presidentskandidaat die openlijk een bijltjesdag belooft? Wat is er in godesnaam aan de hand daar?

Op sommige momenten in het debat van afgelopen zondag viel mijn mond gewoonweg open. Toen moderator Anderson Cooper aan Trump de vraag stelde of zijn dat weekend opgedoken opmerking over ‘vrouwen bij hun kut grijpen’ niet neerkwam op seksuele intimidatie, begon Trump eerst over ISIS en benadrukte daarna dat hij Amerika ‘weer veilig’ wilde maken. Veilig voor wie precies?

Niet voor Hillary Clinton. Want die moest volgens Trump de gevangenis in, terwijl hij de rechtsstaat onder ieders voeten wegtrok, en steeds hinderlijk dichtbij haar ging staan, alsof-ie elk moment los kon gaan.

Niet voor moslims, die hij valselijk verantwoordelijk stelde voor het niet tijdig opmerken van geradicaliseerde extremisten. Niet voor vrouwen, want door hem is het weer quasi-normaal geworden om verhalen over vrouwen bij hun kut grijpen af te doen als onschuldige grappen van ‘mannen onder elkaar’. Niet voor arme mensen, die evident te dom zijn om hun belastingaangiftes slim in te richten.

Zelfs de feiten zijn niet veilig voor Trump. Hij verkracht ze waar je bij staat, hij liegt en verdraait, de feiten gaan pardoes voor de bijl.

Wat me het meest bevreemdt is dit: het kan zijn aanhangers geen sikkepit schelen. Zelfs als ze terdege weten dat hij liegt, juichen ze voor hem. Soms denk ik: ze juichen voor hem, juist omdat hij liegt.

Kan iemand me alsjeblieft uitleggen wat maakt dat iemand de toekomst van zijn land in de handen wil leggen van zo’n man?

Gegijzeld door je thermostaat

We sluiten steeds meer dingen aan op internet. Van de routeplanner in de auto tot de slimme thermostaat in huis die gedetailleerd bijhoudt – en, wat niet iedereen weet, dus ook precies aan het energiebedrijf doorgeeft – welk apparaat hoeveel stroom verbruikt, en wanneer dan wel.

Dat we de thermostaat op afstand kunnen bedienen, betekent dat het ding een internetverbinding heeft. Alleen daardoor kunnen we commanderen: ‘CV: ga nu aan, want binnen het uur kom ik thuis.’ De slimme koelkast die je boodschappenlijstje voor je bijhoudt en desgevraagd zelfstandig bij de supermarkt de frisdrank, de melk en de rosbief voor je bestelt? Ook die doet dat via zijn eigen internetconnectie.

Zulke verbindingen worden alleen maar frequenter. Tezamen heten ze: het internet of things. De foto’s uit je camera worden zomaar, zelfs zonder dat je ergens een kabeltje in prikt, naar je computer overgezet? Dat is dankzij the internet of things: je camera praat achter je rug om met je tablet of je laptop, en regelt alles voor je, zonder dat jijzelf nog enige moeite hoeft te doen.

Reuze handig.

Totdat je je realiseert dat vrijwel al die connecties volkomen onbeschermd zijn. Een paar maanden geleden bewezen Duitse hackers dat ze andermans slimme thermostaten eenvoudig op afstand konden overnemen. Ze konden die zelfs gijzelen, naar het voorbeeld van ransomware: ‘Tenzij je me nu xxx euro betaalt, laat ik alle bestanden op je computer verdwijnen / beheers ik nu het klimaat in je huis. Zal ik de temperatuur in je huis vastzetten op 15 graden? Of vind je 40 graden fijner? Zeg het maar – ik heb nu de rechten over de temperatuur in je huis, en jij niet meer.’

Internetjournalist Brian Krebs onderzoekt criminelen die mensen via internet geld afhandig trachten te maken. De afgelopen weken werd zijn website geteisterd door een heftige DDoS-attack, waarbij de aanvallers zoveel verkeer genereren dat de site eronder bezwijkt. De aanvallen bleken afkomstig te zijn van camera’s en videorecorders.

Niet dat de eigenaars van die apparaten zich tegen Brian Krebs hadden gekeerd. Nee: hun apparaten waren stiekem door criminelen gekaapt en werden door hen ingezet als een zombieleger. Ondertussen hadden de eigenaars van die camera’s, koelkasten, thermostaten en koelkasten geen idee dat zijzelf grandioos werden misbruikt om iemand die wilde vertellen over de risico’s waaraan zijzelf als gebruikers blootstonden, de mond te snoeren.

We moeten serieus gaan eisen dat elk bedrijf dat ons als consument ‘slim’ verbindt met internet, de boel zelf terdege op orde heeft. Leuk dat je koelkast kan praten met Albert Heijn of de Jumbo, maar hoe veilig is die verbinding?

Want zodra onze camera’s en koelkasten achter onze rug om kunnen worden misbruikt om critici over het internet of things de mond te snoeren, of onze eigen apparaten te gijzelen, is er iets fundamenteel mis.

Middelvinger

Hoe vaak mensen elkaar ook napraten dat Clinton versus Trump een schoolvoorbeeld is van de elite versus het volk – het is simpelweg niet waar. Al wie dat beweert, is feitelijk al ten prooi gevallen aan het vertoog van Trump.

Trump is niet van het volk, hij is niet voor het volk. Nooit geweest, ook: Trump maakt zelf een solide onderdeel uit van de elite die hij zegt te bestrijden. De man is opgevoed met een gouden lepel in de mond, dankt al zijn geld aan zijn vader, wordt permanent omzoomd door een roedel advocaten die hem overal uit trachten te kletsen, pocht eindeloos over zijn kapitaal en zijn privileges, betaalt amper belastingen, gebruikt het geld van zijn vermeende liefdadigheidsstichtingen hoofdzakelijk te eigen bate, en wringt zich uit elk faillissement dat hij over zichzelf heeft afgeroepen.

Dat past toch amper bij het beeld van de kleine man die met succes zand gooit in de geoliede machine van de heersende elite? Toch is dat waar hij zijn aanhang vandaan haalt: mensen die geloven dat Trump het establishment even mooi even een poepje zal doen ruiken.

Trump liegt, draait, kleineert, beschimpt, beledigt dat het een aard heeft, onderbouwt geen enkel plan. Hij gedraagt zich als een windbuil, als een snoever, maar het dondert niet voor zijn aanhang. Trump heeft nergens blijk gegeven van doordacht beleid – verder dan ‘I have a plan, and it will be a wonderful plan, everybody will love my plan!’ komt hij niet – maar zelfs dat kan zijn fans niet schelen.

Zijn aanhang hoopt vermoedelijk vooral op een mogelijkheid om een dikke vinger uit te steken naar de heersende orde. Daarbij doet het er niet toe dat Hillary Clinton in haar politieke leven aanzienlijk meer heeft gedaan voor het gewone volk dan Trump. Het maakt zelfs niet uit dat Trump diezelfde ‘gewone’ mensen meermalen een poot heeft uitgedraaid, hetzij door zijn eigen werknemers zwaar onder te betalen, hetzij door mensen via zijn ‘universiteit’ dure doch nutteloze cursussen te slijten.

Het zinderende verlangen om de zittende orde eens stevig op haar nummer te zetten, begrijp ik terdege. Maar zoiets doe je niet – nooit – door een nitwit annex bully president te maken. Want dan zijn de rapen gaar… Wil je werkelijk zo iemand de codes voor de nucleaire raketten geven? Wil je zo iemand serieus laten beslissen hoe voortaan in diplomatieke situaties moet worden gehandeld?

Een aantal Trumpfans met wie ik de afgelopen weken de degens heb gekruisd, zeiden steeds: ‘Oh, maar als-ie eenmaal president is, zijn er checks and balances. Dan zijn er mensen en regels die hem in het gareel zullen houden, en die voorkomen dat hij kwaad kan doen.’

Hoe vreemd. Juist de mensen die zich verheugen dat een presidentskandidaat permanent zijn middelvinger opsteekt naar alle regels, vertrouwen er stilzwijgend op dat diezelfde regels hun zelfgekozen gek uiteindelijk in bedwang zullen houden.