Jolande Withuis beweerde vorige week dat het streven naar diversiteit slecht is voor vrouwen, aangezien het feministische doelstellingen ondermijnt. Diversiteit, stelt Withuis, was ooit bedoeld om een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in allerlei sectoren en niveaus van de samenleving voor elkaar te krijgen.
Volgens mij noemden we dat toen gewoon gelijke rechten of kortweg emancipatie, en kwam ‘diversiteit’ pas in zwang ver nadat de grondwetsherziening van 1983 zich uitsprak tegen alle vormen van discriminatie, of dat nu wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of anderszins was.
Withuis betreurt dat kennelijk. “Inmiddels hebben ook allerlei minderheden zich onder deze paraplu weten te scharen en omvat diversiteit nagenoeg eenieder die niet behoort tot de vermaledijde categorie ‘oude, witte, heteroseksuele man’. [..] ‘Diversiteit’ veegt niet alleen wezenlijke tegenstellingen onder het tapijt, het diversiteitsstreven leidt er ook toe dat mensen op verkeerde gronden een plaatsje onder de zon eisen (of krijgen) in plaats van op grond van hun kwaliteiten. Diversiteit is een valkuil.”
En waarom is het een valkuil? Vrouwen zijn in Nederland inmiddels even goed opgeleid als mannen en zijn allang hun gelijken, dus je boet niets aan kwaliteit in als je meer vrouwen aanstelt. “Maar een bedrijfstop met meer ‘zwarte’, gehandicapte of transseksuele mannen gaat vrouwen echt niet helpen.” Een raar argument: alsof het tegengaan van racisme vrouwen zou moeten helpen. Withuis ziet zelfs niet in dat tenminste vrouwen van kleur daar baat bij kunnen hebben.
Ik ben het met haar eens dat diversiteit een amorf begrip is, en vaak wordt gebruikt om tegenstellingen te omzwachtelen. Eerder heb ik betoogd dat we te vaak doen alsof diversiteit uitsluitend neerkomt op gebrek aan kleur, en dat ‘streven naar diversiteit’ tegenwoordig een chique manier is geworden om toe te geven dat een organisatie of bedrijf eigenlijk gewoon akelig wit is.
Maar maakt dat het streven naar diversiteit nu echt tot een valkuil? De enige die daar met animo in dondert, is Withuis zelf. Want waar ze spreekt over vrouwen, is haar ondertoon: witte vrouwen. Ze heeft het over witte, heteroseksuele vrouwen zonder handicap. Ze doet het verder voorkomen alsof ‘gewone’ vrouwen, des mans gelijke – lees: wit, hetero, geen handicap – nooit bondgenoten vinden bij mensen van kleur, die niet hetero zijn, of mensen met makke.
Een paar dagen later kwam Eddy Terstall er achteraan, die op RTLZ pleitte voor een ‘beter’ links. “Ras, geslacht, geaardheid en opvattingen over het hiernamaals”: het deed er voor hem allemaal niet toe, en die progressief humanisten van hem hadden altijd alles heel netjes en uit eigen beweging geregeld voor de underdogs. Of ze even wilden opzouten, met hun diversiteit.
Dat was het moment waarop ik dacht: zulk links – voor mij hoeft het niet