Iew: website ziek

Ehm, ja. Eerst had mijn website last van een kapotte DNS (en dus was-ie even uit de lucht); toen had ik last van een kapotte hand (en kon ik even niet schrijven), daarna was ik te druk en was het vakantie, en daarweerna deed mijn website-hoster een hoogst noodzakelijke WordPress- en PHP-update en nu is er van alles kapot of veranderd in de ingewanden van mijn cms.

Bot gezegd: ik weet niet goed meer hoe het hier werkt, en er is veel dat reparatie en/of tweaking behoeft. Maar de mailinglijst schijnt nog te werken, en oude comments zijn niet kwijt, maar wel onzichtbaar. Er is kortom een boel werk aan de winkel, maar voorlopig heb ik daar niet veel tijd voor.

En vooraleerst moet ik uitzoeken hoe ik stukjes kan inplannen en kan publiceren. Maar deze feniks zal herrijzen, dat beloof ik plechtig :)

•••

Update 1, 16 januari: De mailinglijst mag dan nog wel bestaan, de abonnees daarvan metterdaad alerts versturen dat er een nieuw stukje is verschenen, doet-ie helaas niet. Maar ik heb wel ontdekt hoe ik een stukje kan inplannen. Mijn column van vandaag in Het Parool verschijnt dus netjes morgenochtend om 11 uur.

Update 2, 19 januari: De mailinglijst wil niets versturen, dus die heb ik omgezet naar MailChimp. Die werkt nu, hoewel ik er nog keurige aan- en afmeldformulieren voor moet maken, en hem nog moet integreren in mijn website. Wie zich langs de oude weg aanmeldt, wordt handmatig aan de MC-lijst toegevoegd.

Update 3, 20 januari: Ga nu alsjeblieft niet proberen of je toch een reactie kunt plaatsen, want ja, dat kan, maar dan gaat de lay-out weer aan gort. Ik maak alle reacties voor de leesbaarheid tot nader order alsnog onzichtbaar. Bot gezegd: je bezorgt me alleen maar meer werk.

Merk, media en marketing

Witheet waren ze bij KPN. Die ochtend had de telco bekend gemaakt dat de dochters Telfort en XS4all binnenkort in het moederbedrijf opgingen. Binnen een paar uur vroegen kranten en websites zich verrast af waarom KPN haar raspaard de nek wilde omdraaien, op Twitter meldden tientallen abonnees dat ze dan een compleet andere provider zouden zoeken. Iemand startte een petitie om KPN tot inkeer te bewegen; die was binnen een paar uur duizenden keren getekend. KPN’s afdeling ‘Mediarelaties’ – newspeak voor marketing en PR – was woedend. Dit hadden ze niet meer in de hand.

Dat KPN zo buiten de waard had gerekend, typeerde de onnozelheid. Niemand met een greintje verstand gelooft dat je een budgetleverancier als Telfort en het superieure XS4all probleemloos kunt laten ‘samengaan’ in het fletse KPN.

Dat was de misvatting. Toen kwam de leugen: XS4all was maar een merk, zei KPN, alsof de dochter eigenlijk hetzelfde leverde als zij, alleen met een sjiekere strik eromheen. Dat is pertinent niet waar: het enige dat XS4all met ze deelt, zijn de glasvezel- en dsl-verbindingen. Al het overige regelt XS4all eigenstandig: netwerkbeheer, e-mail, hosting, verkeer, peering, beveiliging, beleid, service, plus de keuze voor apparatuur en modems. Juist om die excellente diensten en service heeft de Consumentenbond XS4all al zes jaar op rij verkozen tot ’s lands beste alles-in-1 provider.

Met de misvatting en de leugen kwam ook de miskenning. XS4all heeft een rijke historie, en heeft internet in Nederland als geen ander gevormd. Toen ze in 1995 de vrijheid van meningsuiting van hun abonnees voor de rechter verdedigden, en daarmee het principe van de common carrier (een status die telefoonbedrijven al genoten) op internet introduceerden, haakte KPN schielijk aan – XS4all haalde de kooltjes voor hen uit het vuur. XS4all bedacht het Meldpunt Kinderporno, Bits of Freedom, verzette zich tegen krakkemikkige tapbevelen en verdedigde de privacy van haar abonnees. Ze steunden het Internet Archive (ooit de grootste internetbibliotheek ter wereld), en de Wayback Machine, waar je de historie van websites kunt naslaan. Ze hielden kritische media in Servië overeind toen het daar oorlog was, en boden gratis inbelvoorzieningen in Egypte toen Mubarak daar het internet afsloot tijdens de Arabische Lente.

Zo’n provider wil je echt niet laten ‘samengaan’ met KPN, dat haar eigen internetarchief meteen om zeep hielp nadat Planet Internet opging in KPN.

Resteert het onfatsoen. De werknemers van XS4all hoorden afgelopen week voor het eerst van het plan, maar kregen geen tijdpad, cijfers, perspectief of concrete stappen te horen, Ze waren intens blij met alle publieke steun. Sommigen grapten zelfs dat KPN kennelijk haar dochter weer eens op de kaart had willen zetten.

Nooit heeft iemand zoveel afbreuk aan dit ‘merk’ veroorzaakt als KPN nu deed. Zelfs indien KPN tot inkeer komt, heeft zij het vertrouwen in XS4all grenzeloos geschaad.

Niet bijster bijbels

Zeggen dat de mannenbroeders die de Nashville-verklaring tekenden hooguit een achterhoede vertegenwoordigen, is me te makkelijk. Wat deze scherprechters deden, was kolen stapelen op de hoofden van al wie volgens de striktst denkbare interpretatie van Gods woord buiten het boekje valt. Het was een lafhartige manoeuvre: de mensen die ze tot mikpunt van hun toorn maakten en met hun Bijbelinterpretatie buiten de orde verklaarden, krijgen al zoveel over zich heen.

Want hoewel homoseksualiteit in Nederland inmiddels een abstracte aanvaarding ten deel is gevallen, achten veel mensen het nog steeds reuzegrappig wanneer homo’s bespot worden op tv, krijgt een gemiddeld mannenstel dat hand in hand in de supermarkt loopt rare blikken toegeworpen, moet datzelfde stel ’s avonds op straat waaks zijn zodra een groepje jongemannen zich in hun richting begeeft, lopen lesbische vrouwen een bovengemiddeld grote kans op aanranding en verkrachting, en is het merendeel van de jongeren die zich aangetrokken voelen tot hun seksegenoten terecht benauwd voor uitstoting – door klasgenoten, vrienden, en zelfs familie.

Er is simpelweg te veel homohaat voorhanden in het dagelijks leven om laks te doen over de Nashville-verklaring. Hun fundamentele afwijzing van homoseksualiteit is hardvochtig: je mag het van deze radicale protestanten wel zijn of voelen, maar nimmer praktiseren, en kunt er al helemaal geen burgerrechten aan ontlenen. Dat ligt wat mij betreft akelig dicht aan tegen de meer alledaagse opvatting dat ‘ze’ het gerust mogen zijn ‘zolang ikhet maar niet hoef te zien’. Alsof andermens’ burgerrechten ophouden waar het blikveld van de pruttelende meute zich opent.

Evenmin is het ‘duidelijkheid scheppen’ of slechts ‘een stukje positionering’, zoals dominee Maarten Klaassen, een van de initiatiefnemers van de verklaring, gisteren schielijk beweerde. De ondertekenaars ontzeggen alle transgender mensen het recht op medische hulp bij hun geslachtsverandering, op vergoeding van hun medicijnen, op juridische wijziging van hun voornaam en geslacht. Dat is geen ‘positionering’, maar eenvoudigweg discriminatie.

Wil je Jezus eren, en Gods woord? Wees dan in ’s hemelsnaam een echte vent, en spreek je uit tegen de tollenaars, tegen de mensen die ten koste van burgers hun geld aan de maatschappij onttrekken. Richt je op de grootvervuilers die de aarde, Gods schepping immers, verruïneren. Maak al wie zijn macht misbruikt en zijn verantwoordelijkheid verkwanselt tot je mikpunt. Kies een tegenstander die meer privileges heeft, in plaats van massaal een groep te grazen nemen die al te lijden heeft. Naar beneden trappen is immers geen bijster bijbels uitgangspunt.

Ik was blij dat veel protestante kerken zich gisteren openlijk distantieerden van de zwartekousenkerk, en de regenboogvlag uithingen. Ook de VU – internationaal pionier in de medische hulpverlening aan transgender mensen – hees pontificaal de regenboogvlag.

Vaasje

Na Mark Ruttes open brief van gisteren was het makkelijk prijsschieten. Nederland, zo drukte de premier ons via grote krantenadvertenties op het hart, is een kostbaar bezit, dat geregeld in stukken dreigt te vallen omdat te veel mensen er om het hardst aan sjorren.

De grappen lagen voor het oprapen, vooral vanwege Ruttes vaasjes-metafoor. Vooral een spottend ‘Klaassie, hou jij m’n vaassie even vast’ lag voor de hand. Precies de omgekeerde spotternij debiteren kon trouwens ook: als Rutte werkelijk zo benauwd was voor de breekbaarheid van ons nationale porselein, kon-ie maar beter zijn jeune premier Dijkhoff tot de orde roepen. Proefballonnetjes oplaten waaraan je je kostbare vazen laat bungelen, is immers meestal een belazerd idee.

Zelf moest ik vooral denken aan een andere open brief van dit jaar: die was niet van Mark Rutte, maar voor hem. Noortje van Lith stuurde hem die in april: ze sprak haar diepe bezorgdheid uit over een kabinetsvoorstel dat regelde dat werkgevers mensen met een handicap voortaan onder het wettelijk minimumloon mogen betalen. Dat voorstel deed precies waarover Mark Rutte zich nu zo verontrust betoonde: het broze weefsel van de samenleving verstoren, ja zelfs mensen die  het al verduveld moeilijk hebben, wettelijk op achterstand stellen, ondertussen tal van internationale regels en overeenkomsten schendend.

Er zijn helaas meer voorbeelden van vazen die premier Mark Rutte achteloos uit zijn handen liet flikkeren, of erger: moedwillig kapot keilde. Neem zijn vermaledijde plan om de dividendbelasting af te schaffen: niets anders dan een gratuit cadeau aan zijn voormalige werkgever Unilever. Nadat zijn plan in gruzelementen was gevallen, besloot Ruttes regering alsnog om dat hele bedrag dan maar ter beschikking te stellen aan het bedrijfsleven. Had Rutte burgerbelangen werkelijk voorop gesteld, dan had hij die vrijgekomen twee miljard per jaar geïnvesteerd in milieumaatregelen, of in het bijspijkeren van de lonen voor zorg- en onderwijzend personeel.

Of kijk naar hoe Rutte omgaat civiele rechten en de grondwet. Rutte geeft zijn steun makkelijker aan mensen die anderen hun grondwettelijk recht op protest trachten te ontnemen, dan aan mensen die een keurig protest – met vergunningen en al – willen organiseren. De toegang tot rechtsbijstand inperken? Het kabinet-Rutte is je man. Het medisch geheim inperken omdat zorgverzekeraars hun verzekerden willen controleren? Geen probleem. De vrije markt heilig verklaren, ook al is iedereen al een jaar of twintig duidelijk dat daardoor de sociale tegenstellingen slechts verscherpt worden? Doet er niet toe. Vervuiling afwenstelen op burgers, in plaats van op vervuilende producenten? Part of the deal.

Weet je, Mark: in elke winkel die in breekbare waar handelt, geldt een stelregel. If you break it, you gotta pay it. Misschien is dat een les die je jezelf kunt meegeven, zo voor het nieuwe jaar?

Deden we maar niets

De warmste zomer. Droogte die het grondwaterpeil doet zakken, rivieren onbevaarbaar maakt, oogsten in de kiem smoort en het land laat inklinken. Ongekend hevige orkanen. De grootste bosbranden. Overstromingen. Oprukkende woestijnen. Gebieden die tegenwoordig zo heet zijn dat menselijk leven er moeizaam wordt. Steden die in de zomer zonder drinkwater dreigen te komen. De planeet is duidelijk van slag, en het is allang geen griepje meer.

En wat doen we? Deden we maar niets, dat zou al winst zijn. Maar in plaats daarvan gooien we er nog een flinke schep bovenop: de klimaatdoelen van Parijs bereiken is nu alweer minder haalbaar dan toen het akkoord werd gesloten. We stoten nu meer CO2 uit dan ooit tevoren. We maken onderwijl plannen voor extra vliegvelden, en weigeren belasting op kerosine te heffen. Omdat de wegen te vol worden, denken we nu aan drones en vliegtaxi’s – net zolang tot ook het luchtruim vol is?

Het is de hoogste tijd om onszelf minder vaak en minder ver te verplaatsen – Thalia Verkade rekende eerder in De Correspondent akelig inzichtelijk voor dat elk procent meer asfalt tot één procent meer verkeer leidt, en dat onze gemiddelde reistijd, ondanks meer wegen en snellere vervoermiddelen, maar niet wil afnemen. We rennen harder, maar komen weinig vooruit. Alleen in meer vervuilen slagen we intussen buitengewoon goed. En ook: in doen alsof er eigenlijk niets aan de hand is.

Soms word ik er oprecht bang van. En soms begrijp ik ons aller lamlendigheid al te goed: het is onduidelijk wat u of ik kunnen doen, en je machteloos voelen leidt hoofdzakelijk tot somberheid; dan maar liever de ogen sluiten voor wat ons boven het hoofd hangt. Maar dat kan niet goed meer, getuige de klimaatrecords die dit jaar bij bosjes sneuvelden.

Ik zou zo graag een bevlogen plan zien: overheden die werkelijk schoon schip maken. Die ons de harde realiteit voorhouden, en die vervuilers echt laten betalen. Ja, dat zal ook van gewone burgers een boel geld, moeite en inspanning vergen, maar niets doen leidt bewijsbaar tot rampen: voor onszelf, voor onze kinderen, voor de hele wereld. Steeds meer besef ik dat een omvattend klimaatbeleid niet kan zonder een drastische herverdeling van kapitaal: de bovenmatige hoeveelheden geld die nu zo vanzelfsprekend naar grote bedrijven en de superrijken stromen, moeten worden omgeleid en teruggepakt, en dan worden aangewend voor ons allemaal.

De markt, dat neoliberale ideaal, kan het niet op eigen kracht. Erger: diezelfde markt is verantwoordelijk voor het merendeel van de vervuiling en verwoesting die we nu gadeslaan. De markt raast de wereld over, woont haar uit, en laat haar voor vod achter.

Voor wie denkt dat drastisch ingrijpen te duur is: denk eens na over de kosten – in kapitaal en leed – van doorgaan op de huidige voet. Bovendien: dit is de enige planeet die chocolade heeft. Tenminste: nu nog wel. Red dan tenminste de chocola.

Weet wie je in huis haalt

Logo DeepMind HealthIn Engeland bood Google in 2014 aan een handige applicatie voor de zorg te bouwen: artsen en verpleegkundigen konden hun patiënten ermee monitoren op acuut nierfalen. Dat doet zich vaak voor na hartoperaties, maar het komt ook ‘spontaan’ voor. Acuut nierfalen is ernstig: wordt het te laat onderschept, dan raken je nieren zwaar beschadigd, wat vervolgens dialyse of transplantatie vereist. En wie eenmaal acuut nierfalen heeft doorstaan, is nadien veel vatbaarder voor andere nierproblemen. De moeite waard om daar een tool voor te bouwen, zou je denken.

Mitsen en maren werden in acht genomen, regels afgesproken, en vooral: er werd vastgelegd wat Google wel en niet met de patiëntgegevens mocht doen. De app beviel, en werd gaandeweg uitgebreid: er kwamen meer functies en andere toepassingen werden verzonnen. De app monde uit in een compleet systeem voor het beheren van patiëntengegevens: Streams, een prachtig elektronisch patiëntendossier. Google beloofde plechtig – en herhaalde dat in 2016 – dat de erin vervatte gegevens ‘nooit gerelateerd zullen worden aan Google accounts of Google diensten’, en de NHS – de Britse gezondheidszorg – geloofde dat. Er werd zelfs een onafhankelijke toezichthouder opgetuigd.

Vorige week kondigde Google ineens eenzijdig af dat het de dienst herstructureerde en bij een nieuwe divisie van Google zou onderbrengen: DeepMind Health. ‘Streams wordt een AI-assistent voor artsen en verpleegkundigen overal ter wereld, en zal de beste algoritmes met intuïtief ontwerp combineren, alles gestut door rigoureus gecontroleerd onderzoek.’ Die app, waarvan de gegevens nooit door Google zelf gebruikt zou worden, is nu een Google product geworden. De NHS zit eraan vast: al hun patiëntendata zitten in de app en zijn bij Google geparkeerd. En oh ja: Google heeft de toezichthouder ontmanteld: ‘Dat was een toezichtstructuur voor DeepMind Health in het Verenigd Koninkrijk. Maar nu willen we wereldwijd actief worden.’

In Nederland is Zorgdomein, dat een applicatie levert waarbinnen zorgverleners patiënten elektronisch naar elkaar kunnen verwijzen (met name: huisartsen naar specialisten) afgelopen maand opgekocht door een Amerikaanse investeerder: Levine Leichtman Capital Partners. Bijna alle ziekenhuizen en huisartsen doen mee. Ziekenhuizen betalen voor elke verwijzing die binnen Zorgdomein plaatsvindt (circa 1,20 euro per verwijzing), plus voor hun abonnement op de dienst. Huisartsen maken er gratis maar min of meer verplicht gebruik van: Zorgdomein is immers monopolist.

Meteen na de overname gooide de nieuwe eigenaar de prijzen flink omhoog, zowel per verwijzing als voor het abonnement. Onderhandelen kon niet: Zorgdomein is immers monopolist. Hup, daar gaat weer een deel van ons zorggeld: afgevoerd naar de zakken van een Amerikaanse durfkapitalist.

Misschien moeten we ons vaker en grondiger afvragen wie we in huis halen, en onder welke voorwaarden.

Identificatie

Oude manEmile Ratelband wil via de rechter afdwingen dat hij voortaan wettelijk twintig jaar jonger te boek mag staan dan hij is, en eist aanpassing van zijn geboortedatum: hij ‘identificeert’ zich namelijk niet met zijn huidige leeftijd (69), maar beschouwt zichzelf liever als een man van 49.

Als de vraag hoe mannen zichzelf zien doorslaggevend moet zijn voor hoe de rest van ons hen dient te bejegenen, is de beer los. Je wilt de mannen niet de kost geven die zichzelf beschouwen als jonge god, atletisch, behendig klusser, hoogst capabel op werkelijk elk denkbaar vlak, onweerstaanbaar grappig, benevens de ultieme vrouwenmagneet. In werkelijkheid zijn ze vaker wel sulletjes dan niet, en raak je bevangen door plaatsvervangende schaamte zodra ze hun hoogdunkend ego vrij baan geven.

Ratelband beroept zich op de precedent van transseksuele mensen. Zij mogen hun geregistreerde geslacht veranderen, dus waarom hij zijn geregistreerde leeftijd niet? Welnu: geslacht is een geconstrueerde categorie. Nogal wat mensen vallen daarbuiten, al was het maar zuiver biologisch: ze zijn XXY, XXX, of XXXXYY. Soms passen hun chromosomen niet bij hun uiterlijke geslacht, en soms passen ze anderszins niet in de hokjes die wij voor elkaar hebben bedacht. Dat keurslijf past overigens ook dieren niet. Er zijn tal van diersoorten die op dat vlak fluïde zijn, of die in de loop van hun leven ‘spontaan’ van sekse veranderen.

Maar leeftijd is, net als geboorteplaats, een vrij onwrikbaar feit. Je bent altijd zo oud als de keren dat de aarde gedurende je leven om de zon heeft gedraaid, en je geboorteplaats behoudt altijd dezelfde lengte- en breedtegraad. Zelfs al kan je geboorteplaats later van naam veranderen en je geboorteland door een naburige natie worden geannexeerd: de locatie ligt vast. Zo ook je geboortedatum. Voor mijn part meet je die anders – via een meer flatteuze jaartelling, of zo – maar ook dat zal nooit iets veranderen aan je verouderende lijf, meneer Ratelband.

Terwijl dat natuurlijk de crux is bij transseksuelen. Zij getroosten zich drastische ingrepen in hun fysieke lichaam en niet-aflatende hormoonkuren om hun verschijning te langen leste meer te laten overeenstemmen met hun – laat ik dat vooral benadrukken: hun geteste en wetenschappelijk erkende – clash tussen verschijning en beleving. Als Emile Ratelband aanspraak wil maken op vergelijkbare rechten, verwacht ik minstens dat hij zich eerst onderwerpt aan een vergelijkbare, rigide toetsing en een dito bereidheid tentoonspreidt om artsen en hormonen te laten huishouden op en aan zijn lichaam, inclusief het risico op verlies van libido.

Tot die tijd is Ratelbands eis niets anders dan a cheap shot: een smadelijke, goedkope poging om zijn gebrek aan aantrekkelijkheid te verhalen door alle transseksuelen een hatelijke veeg uit de pan te geven. Voor een man die altijd mind over matter propageerde, is dat extra kwalijk.

 
Beeld: Oude man, door Marg, via Wikimedia

Onrecht lijkt onaantastbaar

Still uit The Panama PapersAfgelopen week organiseerde ik in huiselijke kring een voorvertoning van The Panama Papers, die volgende week op het IDFA in première gaat. De documentaire volgt de journalistieke onthullingen nadat een anonieme klokkenluider een groot deel van het digitale archief van het Panamese advieskantoor Mossack Fonseca aan twee Duitse journalisten had toegespeeld. De twee beseften al snel dat ze die gigantische hoeveelheid data zelf niet aankonden, en brachten – met hulp van het internationale onderzoeksinstituut ICIJ – een cohort van bijna 400 journalisten uit talloos veel landen samen, die een jaar lang buffelden om alle documenten te verifiëren, te bestuderen en verbanden te traceren.

Ik heug me de dag dat het schandaal losbrak. Een week lang las ik ademloos de twee Nederlandse kranten die meewerkten aan de onthullingen: Trouw en het Financieele Dagblad.

Presidenten, emirs, popsterren en voetballers bleken op grote schaal offshore te bankieren, hun eigendomspapieren diep verstopt onder een roedel anonieme bv’s. Van Poetin tot Messi, van David Cameron tot de IJslandse en de Pakistaanse premier – ze hadden allemaal de weg naar Panama gevonden, en al doende honderden miljarden aan het zicht van allerhande overheden weten te onttrekken.

Wat de sneak preview extra boeiend maakte: het select genode gezelschap bestond uitsluitend uit financieel onderzoeksjournalisten. De kers op de taart was de aanwezigheid van Siem Eikelenboom. Die had immers voor het FD meegewerkt aan het onderzoek, en kon de documentaire van doorlopend commentaar voorzien. Zo wist hij te vertellen dat de enige taak van een werkneemster van Mossack Fonseca die kort in beeld kwam, eruit bestond dat ze dagelijks ‘eigenaar’ werd van pakweg duizend nieuwe verstopbedrijfjes en niets anders deed dan daar handtekeningen voor zetten. Zelf verdiende ze een paar tientjes per maand en woonde in een armzalig huisje, maar op papier was ze multibiljonair.

Gedurende die avond brak stiekem mijn hart. Al dat werk, al die moeite, al die onthullingen – maar overal ter wereld, Nederland bepaald niet uitgezonderd, vind je kantoren als Mossack Fonseca: clubs die zich erop toeleggen dat de superrijken belasting kunnen ontduiken en ontwijken, en die al doende burgers in de kou zetten. Want ze roven uiteindelijk het geld uit ons aller centrale pot.

Er is wel degelijk woede over zulk misbruik, maar de bittere waarheid is dat extreemrechts daar aanzienlijk beter gebruik van weet te maken dan verstandig links. Toen de Britse premier via The Panama Papers werd betrapt op belastingontwijking, wisten Brexiteers die onthulling in te zetten in hun leave-campagne. Ook Trump en Poetin werden betrapt; het deerde ze niet. Integendeel: ze wisten er klinkende munt uit te slaan.

Zodat ik me steeds vaker afvraag: hoe kun je nu zorgen dat onthullingen van misbruik en onrecht tot verbeteringen leiden?

Malaise in de marktwerking

SlotervaartziekenhuisHet Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen zijn al jarenlang zorgenkindjes. Paar keer bijna failliet gegaan, fiks gedonder gehad met eigenaars of bestuursleden, en ze zaten geregeld diep in de rode cijfers. De IJsselmeerziekenhuizen waren inmiddels onder verscherpt toezicht gesteld, het Slotervaart bleek na de zomer 4,6 miljoen in het krijt te staan en presteerde al jaren slecht. De ziekenhuizen bedelden bij de bank en bij zorgverzekeraars om uitstel van terugbetaling van leningen – een veeg teken. Bovendien hadden de specialisten in het Slotervaart het vertrouwen in een van de bestuurders al voor de zomer opgezegd. Ook de Inspectie had haar zorgen uitgesproken.

Dat de zorgverzekeraars niet langer voor het kennelijk onverantwoorde bestuur en beheer van deze ziekenhuizen wilden opdraaien, vind ik dan niet zo heel vreemd. Ook dat hoort bij de zo bejubelde marktwerking in de zorg. Sterker: dat lijkt me een van de weinige verstandige gevolgen van zo’n aanpak. Zorgverzekeraars zijn er immers niet om de kassen van kennelijk onbekwame bestuurders te spekken. Dat de schuldeisers de ziekenhuizen zo snel ontruimden, lijkt me daarenboven een teken dat er meer aan de hand is: de gedachte aan malversaties dringt zich onwillekeurig op.

Dat laat onverlet dat de ontruiming bepaald chiquer had gekund. Op z’n minst hadden alle opgenomen patiënten eerst volgens afspraak behandeld moeten worden, en naar andere locaties overgebracht zodra ze daarna weer enigszins op de been waren. Mensen een paar uur voor hun operatie naar huis sturen is ronduit smakeloos – je wilt nooit en te nimmer dat een zorgverzekeraar zoiets veroorzaakt, of faciliteert.

Juist over dit aspect, insolvabele ziekenhuizen en incapabele bestuurders de nek omdraaien – wat een van de weinige nuttige effecten is van marktwerking in de zorg – wordt nu allerwegen geweeklaagd.

Net zoals ineens de zorgverleners die voor zichzelf zijn begonnen, de schuld van de malaise kregen. Het Slotervaart wees expliciet op de gestegen arbeidskosten als oorzaak: al die verduvelde verpleegkundigen die ontslag hadden genomen, zzp’er waren geworden, en zich vervolgens voor een hoger bedrag weer lieten inhuren: het kwam door hen, het was een schande!

Ik kon alleen maar denken: good for them. De zorg betaalt verpleegkundigen al decennia te weinig, zadelt ze op met een gigantische berg administratie, en biedt amper ruimte voor soepele roosters. Wanneer je als zzp’er zowel meer verdient, betere zorg kunt leveren, minder onnut papierwerk op je dak krijgt en bovendien zelf kunt bepalen dat je graag alleen nacht- of weekenddiensten draait, is dat je recht.

Zorgverleners die ontslag nemen en voor zichzelf beginnen omdat ze zo betere zorg kunnen leveren dan ze als werknemer mogen: ook dat is marktwerking. Marktwerking van het goede soort, bovendien.

Het wachten is op het eerste ziekenhuis dat als coöperatie wordt gedreven.

 
Beeld: Fragment uit Arch / Wikipedia

Het jampotje opendraaien

Zit je daar, in een debat georganiseerd door een goede vriend die Parkinson heeft, en die publiekelijk tracht te bedenken wat-ie nu in ’s hemelsnaam moet doen als hij, naast die kutziekte waarmee hij zich zo goed en kwaad als maar kan heeft verzoend, vreest óók nog eens dement te worden. Want de kans op dementie is akelig groot bij Parkinson: ongeveer een op de twee mensen met die ziekte eindigt zo.

Hoe bepaal je nu al wat je tegen die tijd denkt aan te kunnen, wat je geliefden kunnen verdragen, en waarmee je je intimi denkt te mogen belasten? Hoe verzeker je jezelf, liefst zo kort mogelijk voordat je te ver heen bent, van een zachte dood, van euthanasie, in de wetenschap dat juist zodra je echt dement wordt, je mening er wettelijk niet meer toe doet?

Henk Blanken – want om hem ging het – heeft prachtig over zijn ziekte en zijn dilemma’s geschreven. Zijn vragen snap ik, zijn dilemma’s deel ik. Maar ik aarzel over zijn oplossing. Henk wil liefst zijn intimi het recht geven te beslissen over zijn dood. Als hij niet meer kan spreken of besluiten, moeten zij dat voor hem mogen oplossen, vindt hij. Hij wil zijn optie op euthanasie aan hen delegeren.

En ik vind dat problematisch.

We vragen artsen in te grijpen in ons leven omdat wijzelf tegenwoordig niet zo makkelijk meer dood kunnen gaan. Middelen die ooit redelijk voorhanden waren om enigszins netjes en niet al te gewelddadig door te kunnen sterven, zijn achter slot en grendel gegaan. We hebben het beheer van de zachte dood in handen van medici gelegd, en bedelen vervolgens of wijzelf niet óók toegang tot de sleutels van hun medicijnkastje mogen krijgen. Dat we artsen belasten met de uitvoering van onze beslissing dat we zo niet verder kunnen leven, vind ik al lastig zat.

Moeten we nu, buiten de uitvoering van onze beslissing, ook de beslissing zelf willen delegeren? Het lijkt me een heilloze weg. En ook: een te smalle aanpak. Henks idee is volledig geschoeid op een hecht netwerk van intimi rondom de dementerende mens, een netwerk dat naarstig meedenkt en grote verantwoordelijkheid wil dragen voor zowel proces als uitkomst; maar dat is bepaald niet de dagelijkse realiteit. Er zijn steeds meer mensen die alleen leven, die geen kinderen of partner hebben, maar wel vrienden – maar die zouden ze voor geen goud met zulke zware vragen belasten als ‘wil jij wellicht zorg dragen voor mijn dood?’

Ik zie meer in het opheffen van de strafbaarheid op hulp bij zelfdoding. Dan kan een goede vriend het jampotje opendraaien dat jij nodig hebt om je bittere papje naar binnen te kunnen werken; dan kan een kennis straffeloos pillen voor je bestellen, opdat jij kan beslissen: nu, of nu net nog niet, of nee, liever later.

De verantwoordelijkheid voor je zelfdoding delegeren gaat me pertinent te ver. Maar de straf opheffen voor mensen die, na veel nadenken, besluiten je te willen helpen: daar kan ik me veel bij voorstellen.

 
Beeld: Pixabay