DUTROUX EIST NOG elke week slachtoffers. Terwijl de man zelf in de gevangenis in isolement wordt gehouden en daar tientallen verliefde brieven ontvangt van vrouwen die hem ten huwelijk vragen – hij lijkt godbetere wel een nieuw type popster – worden er, onder verwijzing naar onduidelijke details en zonder enig substantieel bewijs, her en der instanties en personen beschuldigd van handel in kinderen of de distributie van kinderporno. Pedofielen worden, zonder nog enig onderscheid te maken, en masse veroordeeld als ziek en misdadig. In de ogen van het publiek lijkt er geen verschil meer te bestaan tussen verliefd zijn op een kind en het misbruiken of vermoorden van een kind.
En telkens weer priemt de beschuldigende vinger in de richting van homoseksuelen – daar zou de grootste groep daders zich ophouden. Een beschuldiging die zacht gezegd curieus is, want het netwerk waarin Dutroux de spin lijkt te zijn geweest, was uitsluitend op heteroseksuelen gericht: op middelbare mannen die jonge tot zeer jonge meisjes voor seks gebruiken, en de man zelf was alles behalve homoseksueel.
In Nederland heeft de Privé de fakkel overgenomen van Panorama en Twee Vandaag; weer wordt de Spartacus, een informatieve en hoogst onschuldige reisgids voor homoseksuelen, in een kwalijk daglicht gesteld. De reisgids zou dienen als wegwijzer in kinderpornoland, beweerde Privé; deze week. Die beschuldiging is al meermalen in rechtszaken weerlegd, en ik hoop van harte dat de uitgever van de Spartacus nu ook in Nederland een rechtszaak aanspant wegens laster. En telkens weer wordt de homoboekhandel Vrolijk als enige genoemd als verkooppunt van de Spartacus: terwijl de betreffende gids in alle betere boekhandels ligt.
Het wedervaren van vice-premier Di Rupo is echter ongeëvenaard. Di Rupo is een moderne socialist die door zijn bliksemcarrière, zijn flamboyantie en zijn fleurige strikjes op sommige plekken weerstand heeft opgeroepen. ‘Wrevel’, noemde het NRC dat tuttig. Maar niet alleen z’n strikjes stonden ter discussie. Di Rupo is homoseksueel en heeft daar nooit zo’n geheim van gemaakt; dat hij na de kabinetsvergaderingen regelmatig het uitgaansleven in dook, is vrij algemeen bekend. Begin deze week schreven de kranten dat Di Rupo z’n vertier ook bij jongens gezocht zou hebben, en dat hij verdacht werd van kindermisbruik.
De commotie was enorm. Een lid van het kabinet kan uitsluitend verhoord worden wanneer zijn of haar ministeriële onschendbaarheid is opgeschort; de instantie die dat doet, is de kamer. De facto betekent dat dat het parlement het dossier bestudeert en bespreekt. Dat zal deze week gebeuren. Als het parlement het dossier ernstig genoeg acht, stelt zij Di Rupo in staat van beschuldiging en maakt zijn onschendbaarheid nietig. Pas dan kan hij verhoord worden door justitie, in dit geval door het Hof van Cassatie. Maar die intrekking van de onschendbaarheid heeft op zich al staatsrechtelijke gevolgen: meestal betekent het dat de minister in kwestie wordt afgezet, dan wel een beleefd verzoek krijgt om uit eigener beweging af te treden. Met andere woorden: wie met zo’n beschuldiging te maken krijgt, wordt tweemaal berecht.
In België kan niemand het zich nog permitteren verhalen over kinderpornonetwerken op hoog niveau te negeren; daarvoor is er al te veel gebeurd en te weinig opgehelderd. Di Rupo is derhalve, ongeacht de uitslag van het debat volgende week, nu al ernstig beschadigd, en het is de vraag of zijn partij hem kan handhaven. Di Rupo, eerder nog bestempeld tot de ‘Dieu’ van de Waalse socialisten, is besmet geraakt, en in de ogen van sommigen allang tot diable verworden.
Doch later diezelfde week bleek dat de verdenking tegen Di Rupo gestoeld was op slechts een enkele getuigenis, die bovendien afkomstig was van een notoire fantast. De aangever heeft talloze versies van zijn verhaal verteld, die onderling in tegenspraak zijn. Wat is dat voor een onzin? Sinds wanneer is één beschuldiging voldoende om iemand tot verdachte te maken? Bij mijn weten zit daar nog altijd een stap tussen, namelijk die van onderzoek: de fase waarin justitie de betrouwbaarheid van de getuige onderzoekt, en nagaat hoe gegrond de klacht is, vooraleer er publieke verdenkingen worden geuit.
Het vervallen van die tussenfase, plus het ontbreken van elke vorm van terughoudendheid bij de pers in de berichtgeving over deze beschuldiging, doet me geloven dat in de discussie over kinderporno en kindermisbruik de vraag naar onderzoek is verworden tot het napraten van de kliklijn. Barbertje moet hangen. Is er nog een gek in de zaal die een verhaal over Di Rupo weet?
In het Brusselse roddelcircuit viel z’n naam al langer in verband met betrekkingen tot jonge jongens, meldden de kranten naïef. Dat haal je de koekoek. Zulke verhalen hoor je namelijk altijd waar het homo’s betreft. Niet per se omdat het waar is – integendeel. Maar omdat de volksmond vrijwel per definitie meent dat ‘ze’ aan ‘onze’ kinderen zitten. In Nederland deed exact datzelfde argument opgeld toen het ging over de vraag of scholen onderwijzers mochten weigeren op grond van homoseksualiteit.
Marie Botte, een in zowel Frankrijk als België beroemd strijdster tegen kindermisbruik, krijgt het onderwijl benauwd. “We verkeren in een klimaat van verklikkerij, waarin iedereen de ander beschuldigt: de buurman, of ingeval van een scheiding zijn partner. Om persoonlijk wraak te nemen grijpt men naar dergelijke zware beschuldigingen. Ik begin er bang van te worden.” Nu ze tot kalmte maant, wordt Marie Botte er tot haar schrik van beticht dat ze gas terugneemt ‘om de homoseksuelen te beschermen’. Die hebben het in de ogen van het volk immers gedaan: “Ze halen alles door elkaar,” meent Botte. Naar haar zeggen weet menig beller helemaal niet dat er helemaal geen verband bestaat tussen homoseksualiteit en pedofilie.
Noch tussen pedofilie en kindermisbruik. Dat vergat Botte nog te melden.