De decentralisatie van 2015, waarbij de zorg, de jeugdzorg en de Wmo naar de gemeenten werden overgeheveld, moest de zorg efficiënter maken. Lokaal had iedereen beter door wat nodig was, konden instanties makkelijker samenwerken en waren ze flexibel. Dat zou allemaal zó geweldig gaan dat er, volgens dezelfde landelijke overheid die de boel over de gemeentemuren gooide, een klap geld bezuinigd kon worden op de eerdere budgetten: tot wel 15 procent. De lokale zorg zou immers zalig mean and lean zijn.
Dat pakte iets anders uit. De VNG, die zich aanvankelijk in de handen wreef over de uitbreiding van de lokale begrotingen en de toegenomen beleidsruimte van de gemeentebesturen, trekt nu al jaren aan de noodklok. Aanbieders concurreerden elkaar kapot, zorgleveranciers bleken lang niet allemaal eerlijk of transparant te zijn en sluisden geregeld megawinsten weg, en het controleren van al die zorgcontracten en -leveranciers vergt meer deskundigheid dan gemeenten in huis hebben.
Het geval van een kersverse Noord-Hollandse gemeente, in 2015 ontstaan uit de samenvoeging van vier plaatsen, is tekenend. Die jonge gemeente had de handen vol om haar eigen organisatie en integratie op orde te krijgen. Toen zich een grote, landelijke zorgaanbieder aandiende die gul beloofde de hele lokale zorg dan wel even voor ze te regelen, was de gemeente opgelucht. Maar goed onderhandelen kon ze niet.
Inmiddels is het zorgbudget daar veranderd in een open ader, waaruit het geld onbekommerd naar deze landelijke zorgonderneming stroomt. De gemeente in kwestie waant zich nog altijd een gellijkwaardige ‘partner’ van deze landelijke zorgcentrale, hoewel die weigert haar inzicht te geven in de achterliggende kosten. De gemeente staat nu met de rug tegen de muur en hoogt noodgedwongen het budget steeds op. Een duidelijk geval van de muis die dacht een walsje met een olifant te doen, maar inmiddels behoorlijk onder de voet is gelopen.
KRO-NCRV’s Pointer en Follow the Money hebben dit jaar een serie zorgcowboys geïdentificeerd, die hun zakken vrij systematisch vullen met gemeenschapsgeld. In één geval – PrivaZorg, dat inmiddels door de Ondernemingskamer onder curatele is gesteld – was de constructie waarlangs geld werd weggesluisd zo complex dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd er de vinger niet achter kreeg: het kostte journalist Siem Eikelenboom weken spitwerk en de hulp van klokkenluiders om de boel in kaart te brengen. Hoe moeten gemeenten, die op dit vlak aanzienlijk minder geoutilleerd zijn dan de IGJ, zoiets in ’s hemelsnaam achterhalen?
Vandaar dat gisterochtend mijn mond openviel toen Kamerlid René Peters gemeenten publiekelijk terechtwees over de zorgcowboys: ‘Gemeenten, een goede analyse [maken] van bedrijven waarmee je een contract aangaat, loont,’ meldde Peters. Wat hij onvermeld liet: het onzalige plan van decentralisatie van de zorg kwam uit de koker van zijn eigen CDA, in samenwerking met de VVD.
[Beeld: Stux op Pixabay.]