De eerste dag van de eerste kuur zit er bijna op. Ik stond strak van de zenuwen, mijn moeder vertelde me later dat ik een heel wit en weggetrokken smoeltje had. ‘s Morgens was ik om half zeven wakker geschrokken: ik keek door het kattenluikje en zag daar ineens mijn vriendin Christiane achter zitten. Christiane zit inmiddels weer hoog en breed in Wenen maar het is een fijn idee dat ze me via het kattenluikje in de gaten houdt :)
Het aanprikken van het infuus was een peuleschil: de huid over de port-a-cath was verdoofd door een smeerseltje met lidocaine, ik voelde helemaal niks van de prik.
Eerst fysiologisch zout, toen een spulletje tegen de misselijkheid, daarna de bilorobine ofzo (een oranjerood goedje), weer zout, toen de cyclofosfamide, weer zout, de taxol en daarna weer zout. Bij elkaar is er ruim een liter ingelopen. Ik was soms wat licht in mijn hoofd maar ik denk eerlijk gezegd dat dat het na-effect was van het pimpelen de avond ervoor: met mijn moeder heb ik driekwart fles sambucca soldaat gemaakt. Daar had ik lekker op geslapen – met nachtelijk gepraat en gegiechel, vertelde mijn moeder later, en met Christiane voor het kattenluikje.
Moz kwam ons ook nog opzoeken, het werd uiteindelijk heel genoeglijk – temeer daar ik verder niks merkte. De twee verpleegsters hadden het druk: alle zes de chemokuurders moesten steeds worden bijgesteld, nieuwe zakken moesten inlopen, een meneer werd onwel en moest subiet worden opgenomen, en tussendoor sjouwden ze ook met koffie, thee, limonade, bouillon en boterhammen. Om 12:30 was ik klaar en hebben we bij de drogist nog een goede sunblock gekocht – factor 60, ik wist niet dat het bestond, ik mag heel weinig zon hebben tijdens de hele chemo – en zijn we via het Oosterpark en de Dappermarkt naar huis gelopen, met een pitstop voor een milkshake op de Oostenburgergracht.
Thuis heb ik een half uurtje in de tuin gezeten, netjes in de schaduw, en toen was ik op. Twee of drie uur geslapen. Weer een uurtje buiten in de schaduw en daarna eten, het smaakte me allemaal nog uitstekend. Na het eten kreeg ik lichte verhoging – pas bij 38,5 moet je subiet het ziekenhuis bellen, ik zit nog ruim aan de veilige kant. Verder niksniet misselijk, en ik heb al mijn haar nog :)
Als dit zo doorgaat, teken ik ervoor. Moz schreef net: ‘als je de overgang doorkomt met maar één opvlieger, kun je die chemo vast ook makkelijk aan.’ Een bemoedigende gedachte. Oh ja: en dan vanavond nog de staatsloterij. Die vieren vanavond hun 1000e trekking en omdat hun jubileum ook mijn eerste chemodag is, vond ik dat het geluk maar eens met mij moest zijn. Ik heb twee loten gekocht, eentje eindigend op Miekes geluksgetal – Mieke zit naast me bij XS4ALL en stuurt de hele tijd lieve mailtjes – en eentje eindigend op mijn geluksgetal. We’ll see :)